• No results found

22 mei ’18, Houten – 10:40 tot 12:30

AANWEZIG Instantie aandachtsveld

Yvette van Middendorp Nieuwegein Gezondheid

Dave van Loon Nieuwegein RO

Jacobien van Holland Zeist Gezondheid

Erica Gielink Zeist RO (procesleider)

Ruben de Goede Houten RO

Jacqueline Eggermont Houten Samenleving

Hans Adriaans Vianen (Vijf Heerenlanden) RO (projectleider OW) Jacqueline Sellink Prov. Utrecht

Susanne de Geus BRO

Piet Zuidhof BRO

Typering huidige situatie door deelnemers

- Er is nauwelijks een relatie tussen gemeenten en provincie rondom het thema ‘werken aan een gezonde leefomgeving’.

- Tot op heden werd er met name vanuit het sociale domein aan gezondheid gewerkt. Het accent ligt op lokaal niveau, de GGD ondersteunt de gemeenten hierbij. Nu wordt steeds meer de samenwerking opgezocht tussen het sociaal- en ruimtelijk domein. - Op provinciaal niveau is er geen ‘sociaal domein’ (meer).

- Gemeenten zijn de samenwerking intern aan het ontdekken en zetten stappen. Ook wordt gewerkt conform gedachtengoed Omgevingswet: proactief, samen met de sa- menleving en flexibel zoekend naar mogelijkheden in plaats van signaleren van onmo- gelijkheden. Soms vormt het provinciaal beleid, danwel de provinciale houding van con- tactpersonen hierin nog een belemmering om een gebiedsontwikkeling gericht op kwali- teitsversterking van de grond te laten komen.

- Bij nagenoeg iedereen is het Programma Gezonde Leefomgeving van de provincie on- bekend. Ook de milieukwaliteitsprofielen zijn bij de meerderheid onbekend. De provin- cie wordt vooral gezien als partij die nu werkt aan gezondheidsbescherming via de mili- eutaken die op provinciaal niveau liggen (infrastructuur gerelateerd, natuur, grote inrich- tingen).

Wensbeeld activiteiten provincie rondom thema gezondheid en gezonde leefomgeving

- Provincie moet in ieder geval de taken die ze heeft (en waar ze dus instrumenten en mogelijkheden toe heeft) met meer kracht uitvoeren en sterker op inzetten. Dan gaat het om de bekende milieutaken. Maar ook op het gebied van Openbaar Vervoer. Ster- ker inzetten op fijnmazig openbaar vervoer (op maat) leidt tot: minder auto’s, minder uit- stoot, controle op schone brandstof van het OV en fijnmazig OV is een belangrijk mid- del om eenzaamheid te bestrijden en participatie te vergroten. Ook fietsnetwerken zijn een belangrijk element.

- Daarnaast is het (onder andere vanuit de rol van gebied coördinator) belangrijk dat de provincie de rol van voortrekker en voorbeeld neemt en functioneert als inspirator, on- dersteuner, kennismakelaar, gebiedscoördinator, vertrouwenspersoon. Het is belangrijk dat hierbij aangesloten wordt op de behoefte uit het gebied, van de betrokken partijen. Voor een inspiratiesessie, zou bijvoorbeeld vooraf gepolst moeten worden welk onder- werp centraal moet staan.

- De provincie heeft en houdt een belangrijke rol op het gebied van gemeenteoverschrij- dende vraagstukken en dilemma’s. Zoals rondom het plaatsen van ‘nimby-functies’ (windmolens, groot/zwaar bedrijf), maar ook rondom de afweging van de meest opti-

94 male woningbouwlocaties, vanuit het oogpunt van duurzaamheid, klimaat en gezond- heid. Hierin zal de provincie regisserend en (bij)sturend om moeten blijven treden in het algemeen belang. Een ander voorbeeld zijn de aanpak van milieuknelpunten gerela- teerd en infrastructuur (luchtkwaliteit), dat kan niet op gemeenteniveau aangepakt wor- den.

- Belangrijke gezondheidsvraagstukken die op gemeenteniveau spelen en waar nog geen verbetering in zit: obesitas en psychosociale problemen (eenzaamheid, pesten, depressies). Ten aanzien van obesitas bestrijding is de mening dat hiervoor met name een campagne op rijksniveau effectief is (zoals dat ook bij roken gewerkt heeft), daar- naast kan op gemeenteniveau het zo aantrekkelijk en makkelijk en verleidelijk mogelijk gemaakt worden om te bewegen. Belangrijke vraag is: hoe ver kan en mag je gaan als overheid? Misschien voelen mensen zich met overgewicht toch best fijn?

- Integraal, lokaal maatwerk, bottom-up, dat zijn belangrijke uitgangspunten voor het wer- ken aan een gezonde leefomgeving. Daarnaast is een verandering in houding en ge- drag (mindset/ cultuur) essentieel, zowel bij gemeenten, diensten als GGD en ook bij de provincie.

- Iedereen is het ermee eens dat er in ieder geval niet meer normen en verplichtingen moeten komen. Dat werkt alleen averechts en lijdt tot vertraging en knelpunten. Ieder- een is zich er bewust van dat het werken aan een gezonde leefomgeving belangrijk is, partijen uit de samenleving pakken dit ook goed op. Hoe dit moet gebeuren verschilt van gemeente te gemeente en van buurt tot buurt. Stimuleren, verleiden, faciliteren, randvoorwaarden creëren en drempels wegnemen in plaats van opleggen.

Eerste aandachtspunten en acties provincie gezien dit wensbeeld vanuit gemeenten

- Het aanjaagprogramma moet breed gecommuniceerd en uitgedragen worden. Nu ge- schiedt dat alleen via het milieuspoor. Het Programma Gezonde Leefomgeving zou als belangrijke drager kunnen dienen

- De Omgevingsvisie heeft een belangrijke functie in- en extern voor de provincie om tot integrale aanpak en voortzetten cultuur-evolutie te komen en daarnaast vooral om ge- zonde leefomgeving centraal te stellen in al het handelen en beleid. De ambitie en het doel van de Omgevingsvisie moet regionaal gedragen worden. Zodat betrokken partijen hetzelfde nastreven en vervolgens onderling goed afspraken gemaakt kunnen worden over rollen, taken en acties.

- Sterken inzetten op huidige taken rondom openbaar vervoer en fietsnetwerken, op volle kracht voortzetten bestaande (milieu)taken en regierol behouden bij gemeenteoverstij- gende- en programmatische verdelings vraagstukken. Regionaal draagvlak is hierbij van belang. Door bestaande verantwoordelijkheden en taken breder en steviger te on- derbouwen (zoals vanuit bestrijding eenzaamheid en gezondheidsbevordering) ontstaat er mogelijk meer prioriteit en daardoor meer mogelijkheden.

- Provincie moet breder aansluiten bij overleggen rondom ‘gezondheid’, hierdoor leren partijen elkaars taal spreken en ontstaat meet zicht op hoe partijen elkaar kunnen on- dersteunen. Zo leert de provincie ook (weer) meer de ‘taal’ van het sociaal domein. - Overheidsparticipatie, de boer op, aansluiten bij, uitdragen en aanbieden!

- Meer een samenwerkingsrelatie tot stand brengen tussen provincie en GGD en RIVM. Het is van belang dat de ondersteuning op het gebied van gezondheid niet versnipperd plaatsvindt, maar in samenhang met elkaar.

- Maatwerk en geen extra of zo mogelijk minder plichten en normen.

Afsluiting

Aanwezigen hebben het gevoel nu voornamelijk vragen te hebben beantwoord. Zij zijn zeer be- nieuwd naar het resultaat waarin ook de bevindingen van de overige partners (RIVM, GGD etc.) zijn betrokken.

95

B. Gemeenten regio Amersfoort