• No results found

3. Beleidskader

3.5 Gemeentelijk beleid

3.5.1 Structuurvisie Buitengebied Ede

Op 29 september 2011 stelde de gemeenteraad de Structuurvisie Buitengebied Ede vast. Daarmee is tot 2030 de koers bepaald. De visie kent het motto: ruimte voor dynamiek en behoud van kwaliteit. Ze

Fig. 10; kaart regionale beleidsinvulling f.verandering

biedt een toetsingskader voor het initiëren, beoordelen en vaststellen van nieuwe plannen en projecten. Ook vormt ze de grondslag voor het verhalen van kosten op basis van de

Grondexploitatiewet. De visie is de juridische vertaling van het in 2008 vastgestelde Ontwikkelingsplan Buitengebied en gericht op:

 een integrale ontwikkelingsgerichte aanpak;

 een sterke samenhang tussen stad en land;

 een sterk Groen blauw casco;

 een sterke eigenheid van Ede.

De ontwikkeling van een sterk Groen blauw casco is een reactie op de voortschrijdende uitbouw van de stedelijke gebieden van Ede en Veenendaal alsook op de infrastructuurlijnen A12/HSL en A30/ Valleilijn. De omvang van die ontwikkelingen vraagt om het ontwerp van een nieuwe ruimtelijke structuur, een ontwerp voor de verstedelijking en – complementair - een ontwerp voor een groen blauwe structuur. Uiteindelijk is dat het Groen blauw casco geworden29. Het moet dienen als netwerk van

natuurgebieden en ecologische verbindingen op verschillende schaalniveaus.

Fig. 11 kaart Structuurvisie Buitengebied Ede

Als onderdeel van het Groen blauw casco zijn in de Structuurvisie zogenaamde Groene Wiggen opgenomen. Die moeten voorkomen dat Ede en Veenendaal, Ede en Lunteren en Ede en Bennekom aan elkaar groeien. Zo blijft de samenhang tussen de Veluwe en de Vallei bestaan.

Belangrijk voor De Groene Grens in dit verband is ook de in de Structuurvisie beschreven Uitwerking vitaal platteland. De gemeente Ede wil daarmee aan ondernemers en andere belanghebbenden in het buitengebied ruimte bieden om zich te ontwikkelen. Als er zich initiatieven op dat vlak aandienen moeten ze eerst en vooral ruimtelijke kwaliteit genereren. De gemeente Ede heeft in haar Structuurvisie uitgesproken dat ze zich daarbij faciliterend zal opstellen. Het voorliggend bestemmingsplan vervolgt die weg en beschrijft een aantal thematische uitwerkingen30 die vervolgens in planregels zijn vertaald. Het gaat daarbij onder andere om functieveranderingen, de uitoefening van nevenactiviteiten aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten.

3.5.2 Gebiedsplan Zoekzones landschappelijke versterking Ede

In het Streekplan Gelderland 2005 is een aantal “zoekzones landschappelijke versterking” opgenomen. Uit het hiernaast afgedrukte kaart- fragment valt op te maken dat het plangebied van De Groene Grens niet tot

landschappelijke versterking mogelijk te maken waar die ook nodig zijn, zijn de grenzen van de zoekzones ten opzichte van het streekplan Gelderland 2005 aangepast en feitelijk verruimd. Zie het hiernaast afgedrukte kaartfragment. Tot die verruiming

is besloten op basis van geldend gemeentelijk beleid en de actuele

29Voor een meer uitgebreide beschrijving zie Hoofdstuk 2.4 van de Structuurvisie; blz. 26.

30zie Hoofdstuk 2.2.2 Planthema’s e.v.

waarden en kwaliteiten van het landschap. Ook het plangebied van De Groene Grens is erin betrokken.

Binnen die zoekzones is het mogelijk om een beperkt aantal woningen of kleinschalige woon-werkcombinaties in lage dichtheden toe te voegen mits passend in de landschappelijke structuctuur en bijdragend aan landschappelijke versterking. De provincie Gelderland heeft de gemeente Ede verzocht om daarvoor een gebiedsplan op te stellen. Als het provinciaal bestuur daarmee instemt zal dat door middel van een uitwerking van de provinciale structuurvisie (streekplan) worden geformaliseerd.

3.5.3 Bestemmingsplan BAB

Het Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied (BAB) heeft vooral een conserverend karakter. Daarin hebben uitsluitend de bestaande rechten op basis van het (voorheen) geldende bestemmingsplan en verleende vrijstellingen en vergunningen een vertaling gekregen. Nieuwe ontwikkelingen waarin het destijds geldende bestemmingsplan niet voorzag, zijn daarin bewust niet meegenomen. Die plankeuze is ook ingegeven door de grootte van het totale buitengebied van Ede. Zouden alle voorgenomen ontwikkelingen daarin zijn betrokken dan zou de vaststelling van het plan vermoedelijk veel later dan in juni 2011 hebben kunnen plaatsvinden. Omdat dringend behoefte bestond aan een actueel bestemmingsplan is daar niet voor gekozen.

Het plangebied van De Groene Grens maakt al met al geen deel uit van het BAB. Dat hangt, behalve met het tijdsaspect, ook samen met de onderscheiden plankarakters. Het BAB is voornamelijk conserverend van aard. Het bestemmingsplan De Groene Grens daarentegen is voor een belangrijk deel aan te merken als een ontwikkelingsplan. Voor een korte beschrijving van de plandoelstelling wordt verwezen naar paragraaf 2.4. Qua planmethodiek en regelgeving sluit dit bestemmingsplan naadloos aan op het BAB.

3.5.4 Beeldkwaliteitplan Buitengebied Ede

De structuurvisie Buitengebied Ede zet sterk in op ruimtelijke kwaliteit. Dat planaspect heeft verdere uitwerking gekregen in het Beeldkwaliteitplan Buitengebied. Het vormt met andere beleidsdocumenten een toetsingskader en inspiratiebron voor besluiten die het omgevingsrecht raken, waaronder bestemmingsplannen. Het richt zich op de stedenbouwkundige vormgeving van een gebied en architectonische kwaliteit van de daar op te richten bouwwerken op bouwplanniveau. Het Beeldkwaliteitplan heeft voor het buitengebied – en daarmee ook voor het plangebied van De Groene Grens- de status van welstandsnota gekregen. Het gaat daarbij vooral om de visuele (esthetische) kwaliteitseisen die aan de architectonische vormgeving van bouwwerken zullen worden gesteld.

Uitgangspunt van het Beeldkwaliteitplan zijn de kenmerkende kwaliteiten van de bestaande landschappen in de gemeente Ede: bos- en heidelandschap, engenlandschap, kampenlandschap, broek- en heideontginningenlandschap en het veenontginningenlandschap.Ze staan in het BAB (par.

2.2) uitvoerig beschreven.