• No results found

Gemeente Landgraaf

In document WATERTOETS HEIVELD TE LANDGRAAF (pagina 13-0)

Het Hemel- en grondwaterbeleid van de gemeente Landgraaf is voor de planperiode 2017-2020 on-der meer vastgelegd in het integraal stedelijk waterplan ‘een bodem voor water’. Het integraal stede-lijk waterplan 2017-2020 is opgesteld vanuit de nieuwe wettestede-lijke zorgplicht voor hemel- en grondwa-ter. In het plan heeft de gemeente de keuzes vast gelegd ten aanzien van hemel- en grondwagrondwa-ter. Het beleidsplan beschrijft onder meer wat de gemeente redelijkerwijs van bewoners en ontwikkelende partijen verwacht en wat bewoners/ontwikkelaars redelijkerwijs van de gemeente mogen verwachten.

Het hemelwaterbeleid van de gemeente volgt op hoofdlijnen de wettelijke volgorde ‘vasthouden- ber-gen-afvoeren’ zoals vastgelegd in de nieuwe Waterwet. De gemeente legt de nadruk en de verant-woordelijkheid om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken bij de perceeleigenaar. De per-ceeleigenaar (inspanningsverplichting particulier). De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als de perceeleigenaar niet redelijkerwijs zelf het hemelwater kan infiltreren of bergen. De voorkeursvolgor-de geldt voor zowel een toename van het verhard oppervlak als een ontwikkeling zonvoorkeursvolgor-der toename van verhard oppervlak en zelfs voor een afname van verhard oppervlak.

Bij ontwikkelingen wordt een onderscheid gemaakt naar een toename van het verhard oppervlak, een ontwikkeling zonder toename van verhard oppervlak en een ontwikkeling bij afname van het verhard oppervlak.

Tabel 6: Waterbeleid gemeente Landgraaf bij nieuwe ontwikkelingen.

Situatie Doelstelling Werk norm Lediging

Ongewijzigd Ruimte benutten voor extra afkoppeling en ont-wikkelen van natuurlijke (duurzame)

watersys-temen.

kleine buien lokaal verwerken waar mogelijk

70 m3 per ha op te pakken verhard oppervlak

(7 mm/m2). 48 uur

Afname

Toename ook zware buien kunnen verwerken 780 m3 per ha toename verhard oppervlak (78 mm/m2).

48 uur

Hemelwater verwerkende voorzieningen moeten (afhankelijk van het type voorziening) voldoen aan de volgende randvoorwaarden:

 Controleerbaar op werking (bv via een inspectieput).

 Mogelijkheid tot reiniging en inspectie (bv via een inspectieput).

 Toepassing blad-/zandvanger (bv in de regenpijp).

 Toepassing overloopvoorziening (bv via een hooggelegen leiding).

 Toepassing van een ontlastvoorziening (bv via een overloop op maaiveld).

 Ontluchtingseisen (bv standleiding).

6 TOEKOMSTIGE SITUATIE 6.1 Ontwikkeling

De 2 ontwikkellocaties zijn opgedeeld in een drietal deellocaties, te weten 1a, 1b en 2. De herontwik-keling voorziet in de realisatie van respectievelijk 5 woningen aan de Gatestraat (3 op locatie 1a en 2 op locatie 1b) en 12 woningen gelegen aan het park tussen de Beatrixstraat, Laurastraat, Irenestraat en Caeciliahof (locatie 2).

6.2 Verhard oppervlak

Alle locaties zijn momenteel braakliggend, onbebouwd en onverhard. Locatie 1a en 1b zijn tot circa 2014/2015 nog bebouwd geweest. Op basis van satellietfoto’s uit die periode is vastgesteld dat loca-tie 1a tot 2015 voor circa 50% verhard was (figuur 4). Localoca-tie 1b is tot 2014 voor circa 90% verhard geweest (figuur 5).

Figuur 4: Locatie 1a (bron: luchtfoto winter 2015) Figuur 5: Locatie 1b (bron: luchtfoto winter 2014)

Deellocatie 2 zou volgens topografisch kaartmateriaal uit 2010 (figuur 6) eveneens verhard zijn ge-weest. Op een satellietfoto uit 2008 (figuur 7) is dit echter niet waarneembaar en was de locatie volle-dig onverhard. Voor de watertoets wordt deze locatie dan ook als vollevolle-dig onbebouwd en onverhard beschouwd

Figuur 6: Locatie 2 (bron: topografische kaart 2010) Figuur 7: Locatie 2 (bron: luchtfoto 2008)

Om een indicatie te geven van het toekomstig verhard oppervlak is uitgegaan de situatietekeningen zoals aangeleverd door de opdrachtgever. De plantekeningen zijn opgenomen in bijlage 4. In de ta-bellen 7 t/m 9 staan per deellocatie de oppervlakten van de voormalige en toekomstige bebou-wing(en) en verhardingen weergegeven. De voormalige oppervlakten zijn bij benadering en bepaald aan de hand van de GBKN, BAG en satellietfoto’s. In het kader van de watertoets wordt 25% van het netto planoppervlak (planoppervlak-dakoppervlak en overige verhardingen) beschouwd als aanname voor de toekomstige omvang van tuin/erfverharding op de woonpercelen.

Tabel 7. Voormalig en toekomstig verhard oppervlak locatie 1a

Type verharding Voormalig verhard oppervlak (m²)

Toekomstig verhard oppervlak (m²)

Dak ± 540 (*A) ± 210

Paden - ± 70

Erfverhardingen (*B) - ± 200

Totaal ± 540 ± 480

(*A) 50% van planoppervlak (*B) 50% van netto planoppervlak

Tabel 8. Voormalig en toekomstig verhard oppervlak locatie 1b

Type verharding Voormalig verhard oppervlak (m²)

Toekomstig verhard oppervlak (m²)

Dak ± 475 (*A) ± 140

Paden - ± 45

Erfverhardingen (*B) - ± 90

Totaal ± 475 ± 275

(*A) 90% van planoppervlak (*B) 50% van netto planoppervlak

Tabel 9. Toekomstig verhard oppervlak locatie 2

Type verharding Toekomstig verhard oppervlak (m²)

Dak ± 788

Wegen, paden, parkeren ± 715

Erfverhardingen ± 310

Totaal ± 1.813

Ten opzichte van de voormalige situatie zal ten aanzien van de ontwikkeling het verhard oppervlak op locatie 2 toenemen met 1.823 m2. Voor locatie 1a en 1b geldt een afname van respectievelijk 60 m2 en 200 m2.

7 PLANUITWERKING

7.1 Randvoorwaarden en uitgangspunten

Ten aanzien van het plan en de omgang met hemelwater zijn de volgende uitgangspunten gehan-teerd.

 100% afkoppeling van verhard oppervlak.

 Niet afwentelen op anderen in ruimte en tijd.

 Toepassen voorkeursvolgorde waterkwantiteit (vasthouden, bergen en afvoeren).

 Toepassen voorkeursvolgorde waterkwaliteit (schoonhouden, scheiden, zuiveren).

 De ontwikkeling dient hydrologisch neutraal plaats te vinden (HNO).

 Bestratingen binnen locatie 2 (wegen, paden, parkeren en erfverhardingen)wateren af op het naast gelegen onverharde terrein.

 De wateropgave baseren op de daadwerkelijke afwaterend verhard oppervlak. Vooralsnog is uitgegaan van:

• Deellocatie 1A: 480 m2;

• Deellocatie 1B: 275 m2;

• Deellocatie 2: 788 m2.

 Indien sprake van afname verhard oppervlak infiltratie- en bergingsvoorzieningen in het plan dimensioneren conform 7 mm/m2.

 Indien sprake van toename verhard oppervlak infiltratie- en bergingsvoorzieningen in het plan dimensioneren conform 78 mm/m2.

 Infiltratiemogelijkheden beperkt, doorlatendheid matig tot slecht (0,1 m /dag);

 De maximale ledigingsduur van het systeem bij voorkeur gelijk of kleiner dan 48 uur.

 Afvoer maximaal 1,5 l/s/ha.

 Aanlegdiepte bergingsvoorzieningen boven de GHG (GHG > 5,0 m -mv).

 Voorkeur voor bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

 Bouwen volgens Duurzaam Bouwen (DuBo) principe.

7.2 Hemelwater

7.2.1 Waterbergingsopgave

Conform het beleid van de gemeente Landgraaf geldt bij sloop en herbouw, waarbij sprake is van een afname in het verhard oppervlak, een bergingsopgave van 7 mm/m2. Ten aanzien van ontwikkelingen waarbij sprake is van een toename in verhard oppervlak geldt een bergingsopgave van 78 mm/m2. In beide situaties dient hemelwater op eigen terrein geborgen en verwerkt te worden. In tabel 10 is per deellocatie de wateropgave weergegeven. De bestratingen binnen locatie 2 (wegen, paden, parkeren en erfverhardingen)water af op het naast gelegen onverharde terrein.

De infiltratiemogelijkheden zijn, mede vanwege de bodemopbouw en textuur, zeer beperkt. Hierdoor is de faalkans als gevolg van een niet doelmatige werking en tijdige lediging van een hemelwa-ter(infiltratie)systeem significant aanwezig. In dat kader is het aan te raden de toekomstige infiltratie-voorzieningen ruim te dimensioneren.

Tabel 10. Waterbergingsopgave per deellocatie

Locatie Toename/afname Bergingseis (mm/m²)

Verhard oppervlak (m²)

Waterbergingsopgave (m3)

1A afname 7 480 3,5

1B afname 7 275 2,0

2 toename 78 788 62

7.2.2 Hemelwatersysteem

In de toekomstige situatie zal het schone hemelwater (zogenaamde hemelwaterafvoer; HWA) niet op direct op het vuilwater (zogenaamde droogweerafvoer; DWA) worden aangesloten maar separaat binnen de deellocaties worden verwerkt. De perceel eigenaren of initiatiefnemer is daarbij in principe zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op eigen terrein.

Om inzicht te krijgen in het ruimtebeslag die bij een (potentiële) voorziening hoort, is per deellocatie op hoofdlijnen een omschrijving opgenomen omtrent de infiltratie- en toepassing van een hemelwa-tersysteem. In bijlage 4 zijn voor de ontwikkel locaties enkele situatietekeningen opgenomen waarop de wijze en situering van het toekomstig hemelwater systeem is weergegeven. Enkele uitsneden van de tekeningen uit bijlage 4 zijn tevens opgenomen in afbeelding 8, 9 en 10.

Locatie 1A

Voor de verwerking van de wateropgave worden aan de voorzijde van het woonblok infiltratiekratten geplaatst. In totaal worden 63 kratten geplaatst met een totale bergingscapaciteit van 6 m3, zie figuur 8).

Figuur 8: Voorbeeld variant locatie 1a

Locatie 1B

Voor de verwerking van de wateropgave worden aan de voorzijde van het woonblok infiltratiekratten geplaatst. In totaal worden 42 kratten geplaatst met een totale bergingscapaciteit van 4 m3, zie figuur 9.

Figuur 9: Voorbeeld variant locatie 1b

Locatie 2

Binnen locatie 2 is niet voldoende ruimte beschikbaar om de volledige wateropgave bovengronds te verwerken. Hierdoor zal gezocht moeten worden naar ondergrondse oplossing. Bestratingen binnen locatie 2 (wegen, paden, parkeren en erfverhardingen)wateren af op het naast gelegen onverharde terrein. Uitgaande van een zeer extreme situatie (78 mm) bedraagt de wateropgave op basis van het afstromend verhard oppervlak in totaal circa 62 m3.

Om inzicht te krijgen in het ruimtebeslag die bij een (potentiële) voorziening hoort, is voor locatie 2 een alternatief uitgewerkt waarbij het hemelwater geborgen middels infiltratiekratten. In totaal worden 2 x 479 kratten geplaatst (958) met een totale bergingscapaciteit van 92 m3, zie figuur 10.

Figuur 10: Voorbeeld variant deellocatie 2

7.2.3 Lediging

De infiltratiemogelijkheden zijn, mede vanwege de bodemopbouw en textuur, zeer beperkt. Om een tijdige lediging van een voorziening te waarborgen wordt hemelwater vanuit de bergingsvoorzieningen vertraagd afgevoerd op het riool. De vertraagde afvoer dient afgestemd te worden op de landelijke afvoercoëfficiënt en mag niet meer bedragen dan 1,5 l/s/ha.

In overleg met de gemeente Landgraaf zal tijdens de verdere planvorming de mogelijkheden omtrent en de wijze waarop en hoe hemelwater afgevoerd mag worden nader besproken moeten worden.

7.2.4 Calamiteit

De beschreven systemen zijn op basis van het aangesloten verhard oppervlak dusdanig robuust dat een situatie waarbij in een korte tijd respectievelijk 12 mm (1A), 14 mm (1B) en 116 mm (2) neerslag valt geborgen kan worden. In een situatie waarbij in een korte tijd meer regen valt kan overtollig water overstorten richting de openbare ruimte. Afstroming van hemelwater richting gebouwen en/of aan-grenzende particuliere percelen dient te worden voorkomen. In een dergelijke situatie zal evenwel kortstondig een water op straat situatie kunnen ontstaan.

7.3 Riolering

Bij nieuwbouw dient hemelwater en afvalwater gescheiden aangeleverd te worden. Als gevolg van de ontwikkeling zal het aanbod van vuilwater mogelijkerwijs wijzigen.

Voor de berekening van het toekomstige aanbod en eventuele toename hierin, is voor de berekening uitgegaan van een gemiddeld verbruik van 120 liter per dag geproduceerd per IE. Per woning wordt uitgegaan van een gemiddelde woningbezetting van 2,5 bewoners. Dit betekent dat er dus 2,5 x 120 liter = 300 liter per dag per woning wordt geloosd. In tabel 11 is het toekomstige aanbod per deelloca-tie weergegeven. De berekeningen zijn gebaseerd op basis van aannames en betreffen derhalve een indicatie van hoeveelheden.

Tabel 11. Toekomstig aanbod vuilwater per deellocatie

Locatie Aantal woningen Verbruik per woning per dag (liters)

Totaal verbruik per dag (m3)

1A 3 300 0,9

1B 2 300 0,6

2 12 300 3,6

Het vuilwater (zogenaamde droogweerafvoer; DWA) zal in de toekomstige situatie worden aangeslo-ten op het bestaande rioleringsstelsel in de omgeving. De mogelijkheden en wijze van aansluiting zal in overleg met de gemeente besproken moeten worden.

7.4 Kwaliteit

In de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen: Woningbouw nieuwbouw, Woningbouw beheer en Utiliteitsbouw is een tweetal maatregelen (S/U237 en S/U444) opgenomen die onder meer betrekking hebben op het verminderen van de emissie van milieubelastende stoffen naar het van daken afgevoerde hemelwater. Bij nieuwbouw wordt geadviseerd de emissies vanuit bouwmaterialen richting het oppervlaktewater zoveel mogelijk te beperken in verband met de waterkwaliteit en zoveel mogelijk gebruik te maken van producten die voorzien zijn van een keurmerk. Daarnaast dient het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk beperkt te worden en wordt geadviseerd bij voorkeur gebruik te maken van alternatieven hierin. Ook het wassen van auto’s is bij afkoppeling van hemelwater niet wenselijk.

8 CONCLUSIE

Indien de lediging van de toekomstige systemen geborgd kan worden door een vertraagde afvoer op het riool is de ontwikkeling op basis van de randvoorwaarden en uitgangspunten in zowel ruimte als tijd waterneutraal uit te voeren en worden er vanuit het oogpunt van de waterhuishouding geen be-lemmering verwacht ten aanzien van de bestemmingswijziging en de uitvoering van het plan.

Econsultancy

Boxmeer, 24 september 2020

Bijlage 1 Topografische ligging van de locatie

Schaal 1:25.000 Deze kaart is noordgericht

Bijlage 2 Gegevens verkennend bodemonderzoek

Bijlage 2a Boorlocaties

Legenda

Opslagtank (bovengronds in lekbak) Opslagtank (ondergronds)

Boring voorgaand onderzoek tot 0,5 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 1,0 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 1,5 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 2,0 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 2,5 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 3,0 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 3,5 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 4,0 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 4,5 m -mv Boring voorgaand onderzoek tot 5,0 m -mv Peilbuis voorgaand onderzoek (diep) Peilbuis voorgaand onderzoek Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm

Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 0,5 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 1,0 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 1,5 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 2,0 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 2,5 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 3,0 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 3,5 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 4,0 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 4,5 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + boring tot 5,0 m -mv Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + peilbuis (diep) Gat asbestonderzoek 30x30x50 cm + peilbuis Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm

Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 0,5 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 1,0 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 1,5 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 2,0 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 2,5 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 3,0 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 3,5 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 4,0 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 4,5 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + boring tot 5,0 m -mv Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + peilbuis (diep) Gat asbestonderzoek 100x100x50 cm + peilbuis Kernboring 80 mm

Kernboring 120 mm

Kernboring 120 mm + boring tot 0,5 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 1,0 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 1,5 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 2,0 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 2,5 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 3,0 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 3,5 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 4,0 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 4,5 m -mv Kernboring 120 mm + boring tot 5,0 m -mv

Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 0,5 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 1,0 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 1,5 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 2,0 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 2,5 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 3,0 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 3,5 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 4,0 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 4,5 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + boring tot 5,0 m -mv Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + peilbuis (diep) Kernboring + gat asbestonderzoek 30x30x50 + peilbuis Boring tot 0,5 m -waterbodem

Boring tot 1,0 m -waterbodem

Boringen:

Bijlage 2b Boorprofielen

Boorprofielen

Pagina1 van 5

Leem, vast, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, neutraalbruin,

Leem, vast, zwak grindig, zwak kolengruishoudend, zwak

Leem, vast, matig grindig, zwak baksteenhoudend, zwak

Leem, vast, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, zwak

Leem, sterk zandig, matig grindig, matig baksteenhoudend, zwak kolengruishoudend, neutraalbruin, Edelmanboor

100

Zand, matig grof, matig stevig, sterk siltig, zwak baksteenhoudend, neutraal beigebruin, Edelmanboor 150

Leem, matig stevig, neutraalbruin, Edelmanboor

450

Leem, matig stevig, zwak grindig, neutraalbruin, Edelmanboor

Leem, matig stevig, sterk zandig, matig grindig, zwak puinhoudend, neutraalbruin, Schep 35

Leem, matig stevig, neutraalbruin, Edelmanboor

50

Zand, matig grof, matig stevig, zwak siltig, neutraalgeel, Edelmanboor 70

Leem, vast, neutraalbruin, Edelmanboor 100

Boorprofielen

Pagina2 van 5

Leem, vast, sterk zandig, matig grindig, matig betonhoudend,

Leem, vast, matig grindig, zwak baksteenhoudend, neutraalbruin,

Leem, vast, matig grindig, matig puinhoudend, neutraalbruin, Schep

Leem, vast, matig grindig, zwak puinhoudend, neutraalbruin, Schep

50

Leem, vast, zwak grindig, neutraalbruin, Edelmanboor 100

Boorprofielen

Pagina3 van 5

Zand, matig grof, matig stevig, zwak siltig, matig grindig, sterk baksteenhoudend, donker bruinbeige, Edelmanboor 50

Leem, vast, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, neutraalbruin,

Leem, vast, zwak grindig, zwak puinhoudend, neutraalbruin, Schep

50

Leem, vast, sterk zandig, zwak grindig, zwak baksteenhoudend,

Leem, matig stevig, sterk zandig, sterk grindig, zwak puinhoudend, neutraalbruin, Schep 50

Leem, matig stevig, sterk zandig, zwak grindig, neutraalbruin,

Leem, vast, zwak grindig, neutraalbruin, Schep 50

Boorprofielen

Pagina4 van 5

Leem, vast, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, neutraalbruin,

Leem, vast, zwak puinhoudend, neutraalbruin, Schep

Leem, vast, matig grindig, zwak betonhoudend, neutraalbruin, Schep

50

Leem, vast, zwak grindig, neutraalbruin, Edelmanboor

Leem, vast, zwak grindig, neutraalbruin, Schep

Leem, vast, zwak grindig, neutraalbruin, Edelmanboor, Gestuit

Boorprofielen

Pagina5 van 5

Leem, vast, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, zwak betonhoudend, neutraalbruin, Schep 50

Leem, vast, zwak baksteenhoudend, neutraalbruin, Edelmanboor

Leem, vast, zwak grindig, neutraalbruin, Schep

Leem, vast, neutraalbruin, Schep

50

Leem, vast, zwak grindig, zwak betonhoudend, neutraalbruin, Schep

Leem, vast, neutraalbruin, Schep

200

Leem, vast, neutraalbruin, Schep

50

Bijlage 3 Berekende k-waarden

10,0 100,0

0 250 500 750 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500 2750 3000 3250 3500 3750 4000

Daling waterkolom [cm]

Meetperiode [sec]

1A-05 (40-100 cm -mv)

 1,15

log 1

2  log 1 2

   Omgekeerde boorgatenmethode

Tijd [sec] 3100

LOG h0 [cm] 50

LOG ht [cm] 40

r [cm] 4,5

k m/dag 0,1

10,0 100,0

0 250 500 750 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500 2750 3000 3250 3500 3750 4000 4250

Daling waterkolom [cm]

Meetperiode [sec]

1B-03 (70-150 cm -mv)

 1,15

log 1

2  log 1 2

   Omgekeerde boorgatenmethode

Tijd [sec] 4250

LOG h0 [cm] 80

LOG ht [cm] 70

r [cm] 4,5

k m/dag 0,1

10,0 100,0

0 250 500 750 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500 2750 3000 3250 3500 3750

Daling waterkolom [cm]

Meetperiode [sec]

2-7 (30-100 cm -mv)

 1,15

log 1

2  log 1 2

   Omgekeerde boorgatenmethode

Tijd [sec] 3500

LOG h0 [cm] 60

LOG ht [cm] 50

r [cm] 4,5

k m/dag 0,1

10,0 100,0

0 250 500 750 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500 2750 3000 3250 3500 3750

Daling waterkolom [cm]

Meetperiode [sec]

2-12 (80-150 cm -mv)

 1,15

log 1

2  log 1 2

   Omgekeerde boorgatenmethode

Tijd [sec] 2000

LOG h0 [cm] 60

LOG ht [cm] 40

r [cm] 4,5

k m/dag 0,4

Bijlage 4 Toekomstige situatie

In document WATERTOETS HEIVELD TE LANDGRAAF (pagina 13-0)