• No results found

In dit hoofdstuk beschrijf ik de stappen die ik tijdens het samenstellen van de les heb gemaakt en hoe ik de lessen heb opgebouwd. Deze keuzes en stappen zal ik ook verantwoorden.

Wanneer u geïnteresseerd bent in dit lesformulier, inclusief de reflectie op de lessen, verwijs ik u door naar Bijlage 1.

§3.1: De voorbereiding op mijn lessen

Zoals u in het voorgaande hoofdstuk kon lezen, heb ik mijn inspiratie gehaald uit het thema feestdagen en ben ik begonnen met een feestdag die de meeste kinderen in mijn klas wel kennen. Hierna ben ik een stapje verder gegaan naar een feestdag die bij sommige kinderen bekend is en uiteindelijk heb ik een nationale feestdag behandeld die de kinderen hier in Nederland mogen blijven gaan meemaken dit jaar.

Omdat de kinderen natuurlijk geen Nederlands verstaan, heb ik tijdens mijn lessen veelal een middenweg moeten zoeken tussen een les waarin ik veel aan het uitleggen was en een voor de

kinderen maakbare opdracht. Dit was ontzettend lastig om te doen, omdat de opdracht een goede link moest hebben met het thema van de lessen en het vaak ruimte en tijd. Vooral dat laatste is natuurlijk ontzettend moeilijk wanneer de taal buiten beschouwing gelaten moet worden.

De eerste les:

Zoals u net heeft kunnen lezen, was het voor mij erg moeilijk om een goede opdracht voor deze lessen te bedenken. Gelukkig heb ik inspiratie gevonden in een les Mondeling Nederlands – nieuw. In deze les moesten de kinderen uit folders moesten knippen welke etenswaren ze wel lekker vonden en welke etenswaren ze niet lekker vonden. Ik heb voor mijn eerste les deze opdracht gebruikt, maar dan met een kleine twist. Ik heb de kinderen een papier gegeven waarop zij moesten aangeven of bepaalde lekkernijen bij het Suikerfeest hoorden of niet. Vervolgens heb ik papieren uitgedeeld waarop lekkernijen van het Suikerfeest en Hollandse lekkernijen afgebeeld stonden. Deze gerechten moesten de kinderen uitknippen en opplakken in de kolom gerechten die bij het Suikerfeest horen, dan wel in de kolom van gerechten die niet bij het Suikerfeest hoorden. Ik heb er bij deze opdracht voor gekozen om de kinderen samen te laten werken. Bij voorkeur wilde ik de kinderen laten samenwerken in tweetallen waarvan een van het tweetal een moslim is en het andere kind niet. Op die manier heb ik ervoor gezorgd dat de kinderen moesten overleggen en zo heb ik dus gezorgd voor taalstimulering tijdens de les.

Omdat ik tijdens mijn les zo veel mogelijk zintuigen wilde prikkelen, heb ik Baklava meegenomen. Dit is (volgens het meest aangenomen gezegde) een van oorsprong Turkse lekkernij die door zijn ontzettend gezoete smaak onmisbaar is op het Suikerfeest. Ook heb ik andere etenswaren meegenomen, zoals Indische cake en fruit. Dit eten hoort niet op het Suikerfeest thuis en het leek mij een mooie afsluiting om enkele kinderen geblinddoekt te laten proeven en te laten omschrijven wat ze proefden. Op die manier wilde ik de klas laten nadenken welke smaken thuishoren op het Suikerfeest. Uit

organisatorische overwegingen heb ik ervoor gekozen om per groepje een kind naar voren te halen om geblinddoekt te laten proeven en de rest van de klas ook te laten proeven. Dit omdat de kinderen de verschillende Nederlandse benamingen van smaken niet kennen en ze dus niet kunnen uitleggen wat ze proeven. Deze opdracht van het proeven heb ik ingezet als een soort van evaluatie van de les.

De tweede les:

Tijdens deze les wilde ik graag beeldend te werk gaan. Ik ben de les begonnen met het voorlezen van een prentenboek over Pasen. Het prentenboek dat ik besprak is Hoera, het is bijna Pasen! van Anita Engelen. Omdat de kinderen de simpelste taal nog niet begrijpen, heb ik het boek niet letterlijk voorgelezen, maar de handeling in het verhaal uitgelegd. Ik heb gezegd dat er in Nederland eitjes

worden verstopt door een paashaas en dat de kinderen deze op moeten zoeken en deze dan op mogen eten.

Hierna heb ik de klas in kleine groepjes verdeeld die alleen een paashaas mochten knutselen van strookjes papier die op elkaar geplakt dienen te worden. Uiteindelijk ontstaat er dan een paashaas die stevig genoeg is om mee te spelen en zo het paasfeest na te spelen. Dit uitspelen was ook de uiteindelijke evaluatie op de les.

Uit organisatorisch oogpunt heb ik de klas in 5 groepen verdeeld van elk 3 leerlingen die samen met mij een paashaas mochten maken, terwijl de andere kinderen aan het spelen waren. Ik heb de groepen op die manier verdeeld om zo alle kinderen optimaal te kunnen helpen. Dit helpen is nodig, omdat ik de opdracht al doende moet uitleggen en de meeste kinderen nog nooit onderwijs hebben genoten, laat staan Nederlands onderwijs. Hierdoor zijn ze nog niet zo sterk ontwikkeld in hun motoriek om een kwastje of andere fijne voorwerpen vast te pakken en te controleren.

De derde les:

Deze les wilde ik besteden aan een Nationale feestdag. Ik heb uiteindelijk gekozen om Koningsdag te bespreken met de kinderen. Ik wilde deze les wederom beginnen met een verhaal. Het verhaal dat ik wilde bespreken moest gaan over een koning, zodat de kinderen hier een goed beeld bij konden krijgen. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om Hiephoi, Koningsdag van Janny van Besten bij deze les te gebruiken. Dit boek gaat over kinderen die koningsdag vieren en is heel erg vanuit het oogpunt van kinderen beschreven. Hierdoor is het heel herkenbaar voor de kinderen.

Ook dit verhaal heb ik vervolgens met de kinderen enkele woordjes opgehaald die met feest te maken hadden, zoals de taart, de slingers, het feest, de feestmuts, de ballonnen en ga zo maar door. Deze dingen heb ik ook op het bord getekend, zodat de kinderen een beeld hadden bij hoe ze dit moesten tekenen. Dit was dan ook mijn vervolgopdracht. De kinderen moesten een tekening maken van een koningsfeest. Hiervoor mochten ze gebruik maken van kleurpotloden, stiften, wasco en mochten ze confettisnippers op het papier plakken. Om deze opdracht een beetje tastbaarder voor de kinderen gaf ik ze de opdracht mee dat ze zich moesten voorstellen dat de koning bij ons op school zou komen om koningsdag te vieren. De kinderen mochten dan tekenen hoe het lokaal eruit zou zien en wat voor spellen ze met de koning zouden doen. Vervolgens heb ik de overweging gemaakt om de kinderen die geen goed ontwikkelde motoriek hebben bij elkaar aan de instructietafel te zetten, zodat ik wist op welke kinderen ik mij moest focussen om hulp te bieden tijdens het tekenen.

Het was mijn plan om de les af te sluiten met het laten zien van de door de kinderen gemaakte tekeningen. Dit ging helaas niet door doordat er een probleem ontstond op school. Hierover kunt u meer lezen in de volgende paragraaf.

§3.2: De lessen in de praktijk en een reflectie hierop

De eerste les:

De les verliep eigenlijk best wel prima. Ik kreeg de kinderen goed mee, zeker in het laatst. De kinderen werden enthousiast toen ze de dingen mochten proeven. Dit was ook een beetje te merken aan het toenemende volume van de kinderen.

De doelen zijn gehaald en de taalstimulering die ik tijdens deze les als een van de doelen had ging gewoon super goed. Ook de voorbereiding op de les ging gewoon goed, al was het begin een beetje lastig, omdat ik iets totaal nieuws moest aanbieden.

Ik wel moet zeggen dat het wel behoorlijk wennen was. Dergelijke lessen worden namelijk niet gegeven op school en in mijn groep. Het ging zelfs een beetje tegen mijn gevoel in. Maar ik moet zeggen dat ik niet ontevreden ben over het verloop van de les. Zeker niet als ik terugkijk op de stage die ik afgelopen half jaar had. Daar greep mijn coach in tijdens mijn les en verloor ik de grip op de klas. Gelukkig is dat hier niet zo. Iedereen is positief en dat werkt zeer motiverend.

Afgezien van mijn gevoel tijdens de les kunnen zowel ik als mijn coach niet zeggen dat er echt dingen zijn die beter moeten.

Tijdens deze les hebben de kinderen nieuwe woorden geleerd en dat is altijd goed. De les was ook wel aansprekend voor de kinderen, gezien de tijd van het jaar en het steeds terugkeren van het thema in bijvoorbeeld het rekenwerk.

Tijdens deze les was mijn gevoel ook wat beter. Ik stond echter en overtuigder les te geven. les te geven, al moet ik zeggen dat dit voor mijn gevoel niet een geschiedenisles was. Maar dat is ook niet erg, zie dat maar eens te doen op een NT2 school met kinderen die soms pas een week of een maand in Nederland zijn

De derde les:

De les verliep een beetje rommelig. Dit had alles te maken met de stroom die op een gegeven moment uitviel. Onze school is namelijk kortgeleden verhuisd naar een nieuw gebouw, samen met de reguliere school. Omdat onze school als eerste uit het oude gebouw moest vertrekken, ook al waren de nieuwe gebouwen nog niet gebruiksklaar, waren bepaalde dingen nog niet helemaal klaar op beide scholen.

Precies tijdens mijn les werden de wijkkasten omgezet en had de wijk een paar uur geen elektriciteit.

Dit wisten wij als school niet en dus kwam alles vrij onverwacht. Wij kunnen dat wel redelijk goed handelen, maar de kinderen niet. Zij zijn al zwaar getraumatiseerd en dit hielp niet bepaald mee.

Waar het voor ons gewoon het licht is dat uitvalt, is het voor het gros van de kinderen op onze school een reis terug naar bijvoorbeeld Syrië. De kinderen raakten in paniek en van de les bleef niets meer over. Wij hebben toen besloten om de kinderen te laten buitenspelen, zodat ze uit de situatie zouden zijn.

Hierdoor viel alleen mijn evaluatie wel in het water. Als dat alleen het ergste is, hoort u mij niet klagen.

Ik ben al lang blij dat de kinderen weer gewoon in school kunnen zijn, zonder dat ze bang zijn. In overleg met mijn coach hebben we besloten om de evaluatie maar te laten. Het kan namelijk zijn dat de kinderen het een met het ander gaan verbinden en weer in paniek raken. Dat is natuurlijk nooit de bedoeling en dus hebben we voor zekerheid gekozen en het gelaten voor wat het waard was.

Mijn gevoel in het algemeen:

Kortgezegd alle lessen gingen op zich prima, maar dezen voelden niet aan als lessen voor ruimte/tijd.

Dat heeft alles te maken met mijn beeld bij geschiedenislessen. Ik kan mij van mijn basisschooltijd herinneren dat er altijd een groot boek tevoorschijn kwam met daarin een verhaal over iets of iemand die in die tijd leefde enzovoort.

De lessen die ik gaf waren dat niet echt, maar eerlijk gezegd vind ik dat niet erg. In mijn klas wordt geen geschiedenis gegeven en dat is in dit geval niet raar. Deze kinderen moeten eerst de taal maar eens leren en dan hopen dat ze hier in Nederland mogen blijven en ooit naar een reguliere basisschool mogen waar ze daar de vakken zoals geschiedenis wel krijgen. Hoewel de feedback die ik van mijn coach kreeg best positief is en ik ook zeker tevreden kan terugkijken op hoe de lessen gingen, vind ik deze opdracht in mijn geval enorm kunstmatig. Ik heb de opdrachten uitgevoerd, maar heb er nooit echt achter gestaan voor mijn gevoel. Dat is wellicht ook mijn eigen ding, maar als ik stageloop op deze school dan wil ik de kinderen helpen, vooruitbrengen, leren hoe ze de taal moeten gebruiken en zorgen dat ze zo snel mogelijk op een reguliere school komen zodat ze een toekomst hebben. In dit stadium vind ik niet dat een les erfgoed daarbij past. Natuurlijk kan ik terugkijkend zeggen dat de kinderen ook op het gebied van taal veel hebben opgestoken en dat mijn lessen echt wel effect gehad hebben, maar op deze scholen wordt niet voor niks weinig aandacht besteed aan geschiedenis. Hier hebben de kinderen op dit moment nog geen baat bij, de boodschap komt gewoon nog niet over.

In ieder geval ik heb de lessen gegeven. En daar ben ik blij mee. Misschien moet ik ook wel gewoon niet meer van de lessen willen maken dan dit en moet ik mijn gevoel niet zo laten spreken, maar ik voel gewoon een hele sterke band met deze kinderen die al zo veel hebben moeten doorstaan en ik wil ze gewoon zo ontzettend graag helpen, dat ik er moeite mee heb om dingen te doen waarbij ik nog niet zo snel de effectiviteit van de lessen inzie. Laat dat dan maar een leerpunt zijn. Ik moet mijn gevoel bij tijden maar een beetje aan de kant zetten en wat meer klinisch denken. Met andere woorden: ik moet deze opdracht doen, dus ik doe het en ik laat mijn gevoel minder spreken. Wanneer ik dit dan gedaan heb en de lessen goed gegaan zijn moet het voor mij ook klaar zijn. Hier ga ik de komende tijd aan werken.

Wie weet sta ik later voor een NT2 groep en geef ik wel gewoon elke week een les erfgoed. Ik ga in ieder geval mijn best doen. De tijd zal het leren.

Afsluiting

De afsluiting die u hieronder kunt lezen, dient als een algemene reflectie die op mijn handelen en de nieuwe zaken die ik tijdens het maken van dit verslag en het uitvoeren van de opdrachten die ik voor dit verslag heb moeten doen. Aan het einde van deze afsluiting heb ik nieuwe leerdoelen voor mijzelf opgesteld waar ik vanaf heden aan zal werken om zo verder te kunnen groeien.

Als eerste wil ik zeggen dat dit verslag heel mooi doorborduurt op het verslag van geschiedenis in Pabo 1, maar dat ikzelf weinig koppeling tussen de vakken beeldende vorming en tijd en ruimte heb ervaren. Dit geldt zowel voor de lessen op de NHL als voor de opdrachten die bij beide verslagen horen. Dit zorgt er, in mijn ogen, voor dat er veel dubbel werk moet worden gedaan en dat vind ik persoonlijk niet heel erg prettig. Ik snap wel dat de Pabo toewerkt naar overkoepelende opdrachten met grotere eenheden als het gaat om EC’s, maar ik zou het fijn vinden als de lessen en opdrachten van beide vakken wat meer in elkaar gevlochten zouden worden, zodat er meer eenheid ontstaat en ik als student niet met twee heel verschillende onderdelen bezig ben.

Daarnaast zou ik het persoonlijk prettig vinden als er iets meer houvast zou zijn wat betreft studenten in ‘andere’ stageomgevingen. Ik ben namelijk van mening dat ik meer moeite met deze opdracht had dan andere studenten die stagelopen op het regulier onderwijs. Ik had tijdens het geven van deze lessen namelijk de handicap dat mijn kinderen niet gewend zijn om deze lessen te krijgen en ik niet veel kon uitleggen in mijn les, omdat de kinderen het toch niet zouden oppikken. Daarom kregen mijn lessen en daardoor ook dit verslag een heel erg kunstmatig karakter en dat vind ik persoonlijk jammer, omdat ik er meer van had kunnen leren indien ik stage zou lopen op een reguliere school. Vandaar dat ik het prettig zou vinden als er een mogelijkheid zou zijn om een andere soort opdracht te doen die meer raakvlakken heeft met mijn stageplaats. Op die manier zou alles een veel natuurlijker karakter hebben en zou ik veel meer (voor NT2 onderwijs) toepasbare dingen kunnen leren, in plaats van dit, in mijn ogen, toch vrij theoretische en niet heel toepasbare manier van werken voor dit verslag. Dit dient overigens niet zozeer als kritiek op de opdracht opgevat te worden, maar meer als een vraag tot aanvulling van de opdracht voor studenten die op een ‘bijzondere’ stageplaats ingedeeld zijn.

Tot slot wil ik graag zeggen dat dit verslag mij absoluut wel iets opgebracht heeft. Zo heb ik kunnen oefenen met het geven van een les, waarbij ik vakken als ruimte en tijd aan pedagogiek,

burgerschapsvorming en beeldende vorming heb kunnen koppelen. Ik heb zelf moeten uitvogelen hoe ik hier een passend geheel van moest maken en dit is uiteraard erg leerzaam.

Voor zover het in mijn situatie mogelijk was, is er, in mijn ogen, een goed product uit gekomen, al moet ik zeggen dat het proces nog wel eens vraagtekens bij mij opriep.

Door het maken van dit verslag ben ik er meer achter gekomen hoe lastig het is om deze bijzondere groep kinderen iets te leren en hoe lastig het is om taal zichtbaar te maken. Hier heb ik goed mee kunnen oefenen, al moet ik zeggen dat ik nog wel veel moeite had om mijn uitleg kort genoeg te maken om de kinderen mee te geven wat ik wilde meegeven en daarnaast een goede opdracht te bedenken en uit te voeren voor de kinderen.

In het vervolg zal ik verder moeten oefenen met deze lesstructuur.

Een goede lesstructuur voor kinderen van de onderbouw voor een NT2 school kenmerkt zich door de volgende verhouding 5:20:5, waarin de eerste vijf staat voor een uitleg, passend bij het niveau van de groepen kinderen in de klas, de twintig staat voor een opdracht die maximaal 20 minuten duurt en waarbij ik als leraar voortdurend rondloop en probeer de kennis voor de kinderen te vertalen en de laatste vijf minuten bestaan uit evaluatie.

Hier zal ik voor de tijd die ik nog heb op deze school aan werken om mij de manier van lesgeven op een NT2 school eigen te maken.

Geraadpleegde werken:

Fs16. (2014, februari 14). Waar komt het verhaal van de paashaas vandaan? Opgeroepen op maart 25, 2018, van Kunst en cultuur infonu: https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/feestdagen/127003-waar-komt-het-verhaal-van-de-paashaas-vandaan.html

Het koninklijk huis. (sd). De geschiedenis van Koningsdag. Opgeroepen op maart 25, 2018, van Het Koninklijk Huis: https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/koningsdag/geschiedenis-koningsdag

interkerk.nl. (sd). Hoogfeest van Paasen. Opgeroepen op maart 25, 2018, van Interkerk.nl:

http://www.paasfeest.nl/frame_pasen.htm

KRO. (sd). het Paasfeest. Opgeroepen op maart 25, 2018, van KRO:

https://www.kro.nl/katholiek/abc/paasfeest

opvoeden.nl. (sd). Suikerfeest. Opgeroepen op maart 25, 2018, van Opvoedinformatie:

https://www.opvoeden.nl/basisschoolkind/maatschappij-en-samenleving/feestdagen-en-vieringen/suikerfeest/

Rijksoverheid. (sd). Koningsdag. Opgeroepen op maart 25, 2018, van Rijksoverheid: