• No results found

– Gatenteksten en zinsbouw oefenen Lees bladzijde 16 uit je boek

Welk woord hoort nu waar? Let op: de betekenis van de zin moet gelijk blijven.

Groot-Brittannië | toeristenindustrie | arbeid | tachtig | dienstensector In G r o o t – B r i t t a n n i ë werkt t a c h t i g procent in de

d i e n s t e n s e c t o r . Dat wil zeggen dat ze a r b e i d verrichten in het transport, het onderwijs, de gezondheidszorg, in de t o e r i s t e n i n d u s t r i e of betaald werk verrichten.

Opgave 8 – Presenteren maar!

Informeer je groep over luchtvervuiling en de oorzaken daarvan.

Je mag hierbij kiezen uit één van de volgende vormen:

 een werkstuk maken volgens de regels die in jouw groep gelden

 een muurkrant op een groot vel met teksten, tekeningen en plaatjes

 een spreekbeurt volgens de regels die in jouw groep gelden

 een Power Point presentatie met informatie, afbeeldingen en filmpjes Maak een afspraak met je leerkracht om je verslag aan de groep te presenteren.

Opgave 9 – Puzzelen met woorden

Welk antwoord hoort waar in de puzzel? Kijk naar de vragen en vind het verticale woord. (Let op: het verticale woord vormt de ‘sleutel’ tot de oplossing).

1. een bekend, oud verhaal.

2. vakantieganger

3. munteenheid die in Het Verenigd Koninkrijk wordt gebruikt 4. het woord ‘school’ in het Welsh

5. een eeuwenoude taal die o.a. in Schotland en Wales wordt gesproken

6. een bekend persoon die 400 jaar geleden toneelstukken en gedichten schreef 1 l e g e n d e

Doe de proef! Een eenvoudig, maar lekker Engels recept:

Ingrediënten:

250 gr zelfrijzend bakmeel, ½ zakje bakpoeder, 1 ei, 1 zakje vanille suiker, 40 gram suiker, 75 ml melk Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 250 graden C. Zeef het meel, vanillesuiker en bakpoeder boven een kom.

Doe de suiker erbij. Klop in een andere kom het ei en de melk bij elkaar. Giet het eimengsel in de kom met meel.Kneed het deeg 10 minuten. Verdeel het deeg in 12 gelijke porties. Leg de deegjes in een muffin bakvorm (voor 12 muffins). Druk het plat. Bak de ‘scones’ ongeveer 10 minuten in de oven totdat ze lichtbruin van kleur zijn. Smakelijk eten!

Opgave 11 – Het internet op

Op blz. 6 staat een vuurtoren afgebeeld. Naar aanleiding van deze foto volgen hieronder enkele opdrachten.

Ga naar www. kinderpleinen.nl.

Klik op de E , ga naar ENGELAND en GROOT BRITTANNIĒ en klik erop.

Klik op ‘De Union Jack’.

Beantwoord nu, met hele zinnen, de volgende vragen:

Wie is de patroonheilige van Engeland?

St. George is de patroonheilige van Engeland.

Wie is de patroonheilige van Schotland?

St. Andreas is de patroonheilige van Schotland

Wie is de patroonheilige van Ierland?

St. Patrick is de patroonheilige van Ierland.

Waarom zijn de rode lijnen in de Union Jack van St. Patrick (Ierland) dunner?

De rode lijnen in de Union Jack van St Patrick zijn dunner om aan te geven dat Schotland (St. Andreas) eerder lid was van de Unie.

Ga terug naar ENGELAND en GROOT BRITTANNIĒ .

Ga naar bouwplaten.

Klik op ‘bouwplaat van de Big Ben’.

Download wat je nodig hebt en volg de aanwijzingen.

Succes!

Italië

Opgave 1 – Woordweb maken

Vul je woordweb met woorden uit het boek die passen bij het woord ‘Italië’.

Rome

San Marino Vaticaanstad

Toren van Pisa Pizza

Romeinen

Opgave 2 – Puzzelen met woorden

Welk woord hoort waar? Kijk naar de omschrijvingen en vind het verticale woord.

arena | opera | pasta | Romeinen | processie | scooter | dialect | product 1. motorfiets met kleine wielen

2. een vaak, godsdienstige, optocht 3. streektaal

4. een soort deeg 5. strijdperk

6. iets dat wordt verbouwd of gemaakt 7. toneelstuk met muziek en dans

8. inwoners van Rome die 2000 jaar geleden over een groot deel van Europa regeerden

1 s c o o t e r 2 p r o c e s s i e

3 d i a l e c t 4 p a s t a 5 a r e n a

6 p r o d u c t 7 o p e r a 8 r o m e i n e n

Het verticale woord is: e i l a n d e n

Opgave 3 – Synoniemen en tegenstellingen oefenen

Welke woorden horen bij elkaar? Dat zijn tegenstellingen. Verbind!

zwart---wit

zuiden noorden | eenvoudig ingewikkeld

westen oosten | scheef recht

historie toekomst | populair ongewenst

kunst kitsch | lekker onsmakelijk

Italië

Opgave 4 – Spelling en woordbouw oefenen Wat zijn producten? Vul het schema in en kies uit:

tarwe | hoofdstad | paus | olijven | machines | haven | kleding | Romeinen | pizza

Producten zijn:

tarwe olijven machines kleding pizza

Maak de zin compleet:

Kies uit de woorden van opgave 4.

Het woord h o o f d s t a d is een samengesteld woord met behulp van de woorden h o o f d en s t a d .

Opgave 5 – Spreekwoorden oefenen

Er bestaan veel spreekwoorden en uitdrukkingen met het woord ‘markt’.

Zet de letter achter het spreekwoord op de juiste plaats en vind het verborgen woord!

van alle markten thuis zijn (a) | hij heeft het grootste gelijk van de vismarkt (a) | een gat in de markt ontdekken (t) | het gaat daar zoals op de garenmarkt (p) | met geld koopt men de mooiste kersen van de markt (s)

p daar wordt veel onzin verteld a goed geïnformeerd zijn

s wie geld heeft, kan zich luxe veroorloven

t iets nieuws bedenken waar veel geld mee te verdienen is a door hard te schreeuwen zijn gelijk willen krijgen

Het verborgen woord is: p a s t a Opgave 6 – Begrijpend lezen

Geef antwoord op de volgende vragen. Maak van elk antwoord een goede zin.

Als er te weinig ruimte is, kun je deze opdracht ook in een schrift maken.

(blz. 4) Noem twee eilanden die bij Italië horen.

Sicilië en Sardinië zijn twee eilanden die bij Italië horen.

(blz. 6) Wat is het gevolg van de dunne bodemlaag in grote gebieden van Italië?

Het gevolg van een dunne bodemlaag is dat op die bodemlaag geen landbouw mogelijk is.

(blz. 8) Wanneer is ongeveer de Toren van Pisa gebouwd?

De toren van Pisa is rond 1200 na Christus gebouwd.

(blz. 9) Hoe heet de aparte stad binnen Rome waar de Paus zetelt?

De aparte stad binnen Rome waar de paus zetelt, wordt Vaticaanstad genoemd.

Opgave 7 – Gatenteksten en zinsbouw oefenen Lees bladzijde 16 uit je boek.

Welk woord hoort nu waar? Let op: de betekenis van de zin moet gelijk blijven.

doen | heetst | dicht | aantal | telen

Een groot a a n t a l mensen werkt in de landbouw. Ze t e l e n tarwe, fruit en groenten. Op het h e e t s t van de dag zijn veel bedrijven

d i c h t . Dan is het veel te warm om iets te d o e n .

Opgave 8 – Presenteren maar!

Informeer je groep over De toren van Pisa.

Je mag hierbij kiezen uit één van de volgende vormen:

 een werkstuk maken volgens de regels die in jouw groep gelden

 een muurkrant op een groot vel met teksten, tekeningen en plaatjes

 een spreekbeurt volgens de regels die in jouw groep gelden

 een Power Point presentatie met informatie, afbeeldingen en filmpjes Maak een afspraak met je leerkracht om je verslag aan de groep te presenteren.

Opgave 9 – Puzzelen met woorden

Welk antwoord hoort waar in de puzzel? Kijk naar de vragen en vind het verticale woord. (Let op: het verticale woord vormt de ‘sleutel’ tot de oplossing).

7. hoe noemen we een deel of een gebied van een land?

8. wat is ‘drie’ in het Italiaans?

9. wat is ‘tot ziens’ in het Italiaans?

10. Italiaans gerecht dat de vorm heeft van een pannenkoek.

11. wat is ‘ja’ in het Italiaans?

Doe de proef! Een eenvoudig, maar lekker Italiaans recept:

Ingrediënten: voor 12 porties ‘’ amuses’’

1 bol mozzarella, 4 eetlepels olijfolie, 12 plakjes parmaham, 1 krop ijsbergsla, zout, 3 tomaten, 3 eetlepels witte balsamico, 12 blaadjes basilicum, peper

Bereidingswijze:

Snijd de mozzarella en de tomaat in kleine blokjes. Meng de blokjes met de olijfolie en de balsamico.

Breng op smaak met peper en zout. Gebruik 12 amuselepels en leg op elke lepel een blaadje

ijsbergsla. Schep hierop een lepel tomaat-mozzarella. Rol een plakje ham op en leg die erop. Garneer af met blaadje verse basilicum. Smakelijk eten!