• No results found

– Gatenteksten en zinsbouw oefenen Lees bladzijde 24 uit je boek

Welk woord hoort nu waar? Let op: de betekenis van de zin moet gelijk blijven.

beoefenen | actief | publiek | bezitten | genieten

Veel Ieren g e n i e t e n van het kijken naar sport, of om a c t i e f te b e o e f e n e n . Er komt veel p u b l i e k naar het paardrijden kijken.

Veel jongeren b e z i t t e n een eigen pony. Zelfs in de stad!.

Opgave 8 – Presenteren maar!

Informeer je groep over openbaar vervoer (blz. 18 en blz.19).

Je mag hierbij kiezen uit één van de volgende vormen:

 een werkstuk maken volgens de regels die in jouw groep gelden

 een muurkrant op een groot vel met teksten, tekeningen en plaatjes

 een spreekbeurt volgens de regels die in jouw groep gelden

 een Power Point presentatie met informatie, afbeeldingen en filmpjes Maak een afspraak met je leerkracht om je verslag aan de groep te presenteren.

Opgave 9 – Puzzelen met woorden

Welk antwoord hoort waar in de puzzel? Kijk naar de vragen en vind het verticale woord. (Let op: het verticale woord vormt de ‘sleutel’ tot de oplossing).

1. ander woord voor ‘kleding’ of ‘stoffen’.

2. hoe heten de planten die de boeren kweken en oogsten?

3. hoe worden de boerderijdieren samen ook wel genoemd?

4. een ander woord voor ‘heel lang geleden’ of heel erg oud’.’

5. hoe wordt een boerderij genoemd waar melk en kaas wordt gemaakt?

1 t e x t i e l Opgave 10 – Doe de proef!

Een eenvoudig, maar lekker Iers recept:

Ingrediënten: 250 gram rosbief, 1 ijsberg sla, zout, een halfje casino wit of bruin brood, smeerbare kruidenkaas, peper, broodrooster

Bereidingswijze:

Rooster in totaal voor 4 personen 12 boterhammen. Leg op elk bord 3 geroosterde boterhammen.

Per bord: smeer 2 boterhammen aan 1 kant met kruidenkaas en 1 boterham aan 2 kanten met kruidenkaas. Leg op elke gesmeerde kant wat sla en daarop wat rosbief. Snijd de sandwich schuin doormidden.

Smakelijk eten!

Opgave 11 – Het internet op

Op blz. 6 staat een vuurtoren afgebeeld. Naar aanleiding van deze foto volgen hieronder enkele opdrachten.

Ga naar www. kinderpleinen.nl.

Klik op de I , ga naar IERLAND Online leren en klik erop. Ga vervolgens naar:

Ierland van Landenweb en klik op:

Geschiedenis

Beantwoord nu, met hele zinnen, de volgende vragen:

Wanneer kwamen de eerste groepjes jagers naar Ierland?

De eerste groepjes jagers kwamen 6000 jaar voor Christus naar Ierland.

Welke jaartallen horen bij ‘het bronzen tijdperk’?

De jaartallen 2000 voor Christus – 500 voor Christus horen bij ‘het bronzen tijdperk’.

Wat kunnen we in het Nationaal Museum van Dublin bekijken over ‘het bronzen tijdperk’?

In het Nationaal Museum van Dublin kunnen we wapens, gereedschap en (gouden) sieraden bekijken uit ‘het bronzen tijdperk’.

Vanaf de vijfde eeuw voor Christus vielen de Kelten Ierland binnen. Van welk materiaal waren hun wapens gemaakt?

De wapens van de Kelten waren van ijzer gemaakt.

Ga terug naar IERLAND Online leren.

Klik op: EUROPA-CANON-LANDENPROJECT.

KLIK OP: Memoryspel-Canon-pad (helemaal onderaan rechts)

Lees de aanwijzingen.

Succes!

Duitsland

Opgave 1 – Woordweb maken

Vul je woordweb met woorden uit het boek die passen bij het woord ‘Duitsland’.

Berlijn

Waddeneilanden de Alpen

de Rijn muziek

sprookjes van Grimm

Opgave 2 – Puzzelen met woorden

Welk woord hoort waar? Kijk naar de omschrijvingen en vind het verticale woord.

aak | modern | moeras | oogst | orkest | pikant | schnitzel | wijngaard 1. dun lapje gepaneerd vlees

2. voedsel met een hete smaak 3. van deze tijd

4. het moment waarop de gewassen worden geplukt 5. een met water ondergelopen gebied

6. lange, smalle boot met platte bodem 7. plaats waar druiven worden verbouwd 8. een groep muzikanten

1 s c h n i t z e l 2 p i k a n t

3 m o d e r n

4 o o g s t 5 m o e r a s 6 a a k

7 w i j n g a a r d 8 o r k e s t

Het verticale woord is: s p r o o k j e

Opgave 3 – Synoniemen en tegenstellingen oefenen

Welke woorden horen bij elkaar? Dat zijn synoniemen. Verbind!

aak ---boot---vaartuig

kathedraal kerk godshuis

vlak glad effen

les onderricht scholing

sprookje verhaaltje verzinsel

pikant heet scherp

Duitsland

Opgave 4 – Spelling en woordbouw oefenen Wie maakt muziek? Vul het schema in en kies uit:

pianist | baptist | egoïst | violist | machinist | trompettist | harpist

Opgave 5 – Spreekwoorden oefenen

Er bestaan veel spreekwoorden en uitdrukkingen met het woord ‘boot’.

Zet de letter achter het spreekwoord op de juiste plaats en vind het verborgen woord!

buiten de boot vallen (i) | de boot is aan (l) | de boot afhouden (n) | iemand

l de problemen zijn onvermijdelijk i niet voldoen aan de eisen

j iemand voor de gek houden

n geen medewerking verlenen Het verborgen woord is: B e r l i j n Opgave 6 – Begrijpend lezen

Geef antwoord op de volgende vragen. Maak van elk antwoord een goede zin.

Als er te weinig ruimte is, kun je deze opdracht ook in een schrift maken.

(blz. 7) Waarom blijft er sneeuw liggen op de bergtoppen, ook bij warm weer?

Op de bergtoppen blijft de temperatuur onder 0 graden, ook wanneer het warm is in de dalen.

(blz. 8) Welke vruchten zul je in de wijngaarden langs de Rijn veel aantreffen?

De vruchten waar de wijnen langs de Rijn van worden gemaakt, zijn druiven.

(blz. 9) Wanneer is ongeveer de Brandenburger Tor gebouwd?

De Brandenburger Tor is rond 1810 gebouwd.

Weet je ook welke Franse leider in die tijd over een groot deel van Europa heerste?

Napoleon heerste in die periode over een groot deel van Europa.

(blz. 28) Wat deden componisten als Bach, Beethoven en Schumann voor werk?

De componisten Bach, Beethoven en Schumann schreven muziek voor orkesten.

Opgave 7 – Gatenteksten en zinsbouw oefenen Lees bladzijde 19 uit je boek.

Welk woord hoort nu waar? Let op: de betekenis van de zin moet gelijk blijven.

diep | boten | vaartuigen | waterwegen | startend

Op de w a t e r w e g e n van Duitsland varen aken en andere b o t e n . S t a r t e n d vanuit de Noordzee varen de v a a r t u i g e n tot d i e p in Duitsland.

Opgave 8 – Presenteren maar!

Informeer je groep over het werk van de gebroeders Grimm.

Je mag hierbij kiezen uit één van de volgende vormen:

 een werkstuk maken volgens de regels die in jouw groep gelden

 een muurkrant op een groot vel met teksten, tekeningen en plaatjes

 een spreekbeurt volgens de regels die in jouw groep gelden

 een Power Point presentatie met informatie, afbeeldingen en filmpjes Maak een afspraak met je leerkracht om je verslag aan de groep te presenteren.

Opgave 9 – Puzzelen met woorden

Welk antwoord hoort waar in de puzzel? Kijk naar de vragen en vind het verticale woord. (Let op: het verticale woord vormt de ‘sleutel’ tot de oplossing).

1. Duitsland ligt ten _ _ _ _ _ van Nederland en ten _ _ _ _ _ van Denemarken.

2. in welke Duitse stad staat een wereldberoemde Kathedraal?

3. welke waterwegen worden door mensen gegraven, kanalen of rivieren?

4. wat voor soort verhalen schreven de gebroeders Grimm?

1 z u i d e n

Doe de proef: een eenvoudig, maar lekker Duits recept:

Ingrediënten: 1 aardappel, 1 ei, 1 ui, 1 eetlepel bloem, peper, zout, zonnebloemolie

Bereidingswijze: Rasp de aardappel en de ui. Strooi flink wat peper en zout erover. Roer een losgeklopt ei erdoor en vermeng met de bloem. Verhit een flinke laag zonnebloemolie in een

braadpan. Verdeel het aardappeldeeg in drieën en bak hier drie koekjes van. Ongeveer 5 minuten per kant.

De reibekuchen zijn klaar om genuttigd te worden.

Smakelijk eten!