• No results found

Een fraai voorbeeld is de herkomst van het woord abrikoos. In 1941 kregen de leden van Onze Taal de volgende informatie:

In document Onze Taal. Jaargang 50 · dbnl (pagina 86-89)

ABRIKOOS, een lange reis. - Hoe zijn wij aan het woord ‘abrikoos’ gekomen, of

liever: hoe is het woord tot ons gekomen? Direct van maker tot gebruiker? Geen

sprake van, het is van hand tot hand gegaan; het heeft, voor het bij ons belandde,

een reis afgelegd, om de Oude Wereldzee. Het woord is gevormd in het Latijn en

luidde ‘praecox’ (d.i. de vroegrijpe) m.v. praecocia; toen is het overgenomen door

het Grieksch, dat van dezen meervoudsvorm ‘praikókkia’ maakte en daarvan weer

het enkelvoud ‘praikókkion’, ook wel ‘prekókkion’ geschreven (dat later tot

‘berikókkion’ verbasterde; nieuw-grieksch: ‘berúkokon’). Toen kregen de Arabieren

het te pakken. De Arabieren hebben de ‘p’ niet, en maakten er ‘barkôk’ van, of

‘berkôk’. Maar toen moest het een lidwoord hebben, het Arabische lidwoord is ‘al’,

en toen ontstond er dus ‘al-berkök’. Het Spaansch en het Portugeesch kenden

onzen vriend al, en noemden hem ‘allercoque’, een woord dat dicht bij den beginvorm

‘praecox’ stond, evenals het Italiaansche ‘albercocca’. Maar het Spaansche en

Portugeesche ‘albercoque’ den invloed ondergaande van het Arabisch, wijzigde

zich in ‘albaricoque’ in Spanje en ‘albricoque’ in Portugal. Daar vonden wij het en

wij maakten er toen ‘abricock’ (abrikok') van. De Franschen hadden het tot ‘abricot’

vervormd; dat vonden wij toch eigenlijk wel mooier dan ons ‘abrikok’ en dus gingen

wij ook maar ‘abricot’ zeggen.

Maar één abricot is niet veel, zulk een vrucht smaakt naar meer; een s of een z

er dus achter: ‘abrikots’ of ‘abricotz’. Dien meervoudsvorm spraken wij al spoedig

als ‘abricozen’ uit; en het enkelvoud van abricozen? ‘abrikoos’ natuurlijk. Ontleden

wij nu onze abrikoos, dan vinden wij een Fransche s, een Spaansch-Portugeesche

i, een a en b uit Arabië... en de overige letters zijn het restant van ons Latijnsche

praecox!

32

[Mededeling]

■■■■■

■ Er wordt gezegd dat mijn opmerking in het november-nummer van vorig jaar over

d'altro canto kant noch wal raakt. Juist, bent u daar weer? Maar ik heb nog meer

pijlen op mijn boog. Er is een merkwaardige uitdrukking in het Italiaans,andare a

rotole, letterlijk op rollen gaan, dus analoog aan het Nederlandse op rolletjes lopen

- alleen betekent die zowat het omgekeerde:de mist ingaan, in de soep lopen. ■

Wij schrijven in het NederlandsGalileï heel zorgvuldig met de puntjes op de laatste

i, terwijl de Italianen (waaronder destijds Galileï zelf viel)Galilei schrijven. Waarom

dit trema? Gewoon, zegt u misschien, anders zouden weGalilij zeggen in plaats

vanGalileeji. Een voortreffelijk argument. Alleen, de Italianen zelf spreken de ei

ongeveer zo uit als wij. ■ Gelukkig worden niet alle fouten die ik maak door lezers

opgemerkt - ze schrijven er mij in elk geval niet altijd over. In het december-nummer

heb ik opgemerkt dat in de jaren '50 op de achterkant van auto's als vertaling van

noli me tangere het opschrift don't kiss me, I'm a lady stond. Geen enkele lezer, ik

herhaal het, heeft mij verweten dat dit foutief was. Er stond achterop de auto's te

lezen:don't kiss me, I'm not a lady. Wat valt hier zo op? Zowel het dame- als het

niet-dame-zijn is kennelijk een argument om niet gekust te worden. ■ Waar ik me

razend om kan maken, is het verkeerd gebruik van de uitdrukkingniet van toepassing

in ambtelijke formulieren. U weet wel, een vraag luidt bijvoorbeeldbent u getrouwd?

Daarachterja/nee met een sterretje en dat sterretje verwijst u naar een regel

onderaan waar u de tekst aantreftdoorhalen wat niet van toepassing is (in plaats

vandoorhalen wat niet juist is of zoiets). Nu vind ik dat die vraag meestal niet terzake

doet, maar daarom nog wel van toepassing is op mij: ik ben per slot van rekening

geen regenworm voor wie er geen andere sekse bestaat, die biologisch en sociaal

niet voor het huwelijk gedisponeerd lijkt, en voor wie om die reden de vraag dan

ook inderdaad niet van toepassing zou zijn! ■ Gesteld dat u het met het voorgaande

eens bent, zult u dan voortaan formulieren met de gewraakte uitdrukking oningevuld

retourneren? Mogelijke antwoorden zijn,ja, nee, niet van toepassing. ■ In het

voorgaand vierkantje zag u hoeniet van toepassing wel van toepassing kan zijn. ■

Op een onmogelijk stukje grond, ergens in Hilversum, staat een paal met een bordje

dat het volgende opschrift bevat: EIGENDOM GEMEENTE. TOEGANG BIJ

GEDOGEN. ■ Wat houdtgedogen hier eigenlijk in? Als ik mededogen met de

ambtenaren daar heb, mag ik dan ook op die volstrekt onaantrekkelijke en

oninteressante lap grond komen? Of zal men mij, als ik er maar één voet op zet,

gedogenloos straffen? ■ Aan het begin van sommige bebouwde kommen wordt een

plattegrond aangekondigd door een wit bord met de vermeldingstadsgids. Ik vind

gids meer suggereren dan een plattegrond waar kan maken, en daarbij valt me op

dat het altijd dorpen zijn die zich van een stadsgids voorzien hebben. ■ Echt goede

inzendingen van homobonieën op basis van -isch/ies (zie december-nummer) zijn

niet binnengekomen. Ingezonden woordparen leden een accentverschuiving of

gingen niet uit van -isch/ies. Aan dit laatste bezwaar laboreert het voorstel van mevr.

v.d. Berg, uit Blaricum:sectie/sexy.

Wel leuk hoor, maar iets te veel riekend naar verplichte grappen op een bonte

familie-avond.Secties/seksisch zou wel goed zijn, maar daar moeten we eerst het

woordseksistisch voor verminken. ■ Welnu, u mag nog een poging wagen, en ik

ga het nog iets makkelijker maken ook: niet alleen homofone woordparen, maar

ook zinsparen op-isch/ies zijn toegestaan. Voorbeeld: Ik fallisch?/Ik val, Lies. U zult

zeggen dat de homofonie niet volledig is: de eerste zin is immers een vraagzin, de

tweede niet. Dat zal verschil in zinsmelodie met zich meebrengen, zo argumenteert

u. Mijn antwoord: als u beide zinnen met de nodige verontwaardiging uitspreekt,

zult u geen verschil in uitspraak meer bespeuren.

33

[Nummer 4]

1931 en 1981

In document Onze Taal. Jaargang 50 · dbnl (pagina 86-89)