• No results found

Founders en donateurs van het museum

In document MASTERTHESIS KUNSTGESCHIEDENIS (pagina 48-57)

Hoofdstuk 4 De afdeling Development

4.5 Founders en donateurs van het museum

Zoals eerder is vermeld hebben de donateurs en founders van Stichting Fondsenwerving en van de Stichting Stedelijk Museum Amsterdam ten behoeve van de inrichting bijgedragen aan de realisatie en heropening van het museum. De founders en donateurs zijn in verschillende categorieën onderverdeeld. Allereerst heb je de hoofdfounders: VandenEnde Foundation, ABN AMRO, IMC en TEIJN en de founders: Audi, Schiphol Group, Familie Ribbink-van den Hoek en Stedelijk Museum Business Club. Vervolgens komen de co-founders. Alle founders van de realisatie van de heropening (hoofdfounders, founders en co-founders) hebben een eigen zaal gekregen waar hun naam is vermeld.145 De donateurs van Stichting Fondsenwerving en -en beheer Uitbreiding en Renovatie Stedelijk Museum en Stichting Stedelijk Museum Amsterdam zijn onderverdeeld in: gouden donateurs, zilveren donateurs en bronzen donateurs. Daarnaast heeft het Stedelijk Museum Amsterdam subsidies ontvangen van de Gemeente Amsterdam, Ministerie van OCW en de Provincie Noord-Holland. Het VSBfonds, de BankGiro Loterij, het Prins Bernhard Cultuurfonds en een aantal particulieren hebben tevens bijgedragen aan de financiering van de uitbreiding, renovatie en inrichting van het Stedelijk Museum.146

                                                                                                                          141 Birnie, 31 juli 2015.

142 Ibid.

143 Van Ommen, 14 augustus 2015. 144 Ibid.

145 De co-founders zijn: Cor en Jannet Zadelhoff, MAB Development, PostNL, Aalberts Industries N.V., Bebouw Midreth, Bouwfonds Cultuurfonds, De Nederlandsche Bank, Houthoff Buruma, Hyatt Hotels Corporation - Marcel Wanders - Aedes Real Estate, Koninklijke Ahrend N.V., Lensvelt & Gelderland Groep, NEMACO B.V./Heren2 en P2 Group.

Kortom de afdeling Development is in het leven geroepen om de sponsoring, fondsenwerving en relatiebeheer van het museum te professionaliseren. Middels een georganiseerde afdeling, die zich puur focust op relaties, kunnen bestaande relaties worden onderhouden, nieuwe relaties ontstaan en de band versterken met het museum. Op verschillende niveaus met diverse instaptarieven kunnen particulieren en bedrijven het museum een warm hart toedragen. Als particulier kan je het museum ondersteunen vanaf 75 euro per jaar en dat kan oplopen tot meer dan 100.000 euro per jaar. Hoe hoger en intensiever de relatie, hoe meer privileges een particulier of bedrijf ontvangt. Het betreft niet alleen een financiële ondersteuning, ook via een barter-constructie kan een onderneming het museum steunen. Diensten, producten of expertise worden aangeboden om een overeenkomst te sluiten. Tot slot gaat fondsenwerving een belangrijkere rol spelen en wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn op gebied van fondsenwerving.

Hoofdstuk 5 Conclusie

Voor dit onderzoek is de leidende vraag gehanteerd:

Hoe hebben de bezuinigingen van de overheid het financieringsbeleid van het Stedelijk Museum veranderd?

Om een helder antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn vier verschillende deelonderwerpen opgesteld. Middels de deelonderwerpen worden verschillende aspecten belicht, waardoor een zo volledig mogelijk antwoord kan worden gegeven. Aan de hand van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de bezuinigingen van de overheid wel een degelijke invloed hebben gehad op het financieringsbeleid van het Stedelijk Museum Amsterdam. De bezuinigingen van de overheid in Nederland is een gevolg van de financiële crisis, die in 2007 ontstond door het instorten van de hypotheekmarkt in Amerika. Om de begrotingstekorten en de financiële stabiliteit te bewaken, moest de overheid een strenger beleid voor subsidieaanvragen door culturele instellingen hanteren. Over het algemeen kampte tussen 2011 en 2014 zeventig procent van de musea met een subsidiedaling van de overheid. Het is een gevolg van de gemeentelijke bezuinigingen. Het Stedelijk Museum Amsterdam ontving van de gemeente in de periode van 2013-2016 minder subsidie. Na de verbouwing kreeg het museum 1,8 miljoen euro minder overheidssteun. De gemeente was van mening dat na de opening het museum zichzelf zou terugbetalen. Om het begrotingsgat te dichten heeft het Stedelijk Museum van de 200 banen 31 banen geschrapt. Ondanks de subsidiedaling van de overheid slagen musea erin om hun eigen inkomsten te verhogen en hun lasten te verlagen. Het is niet voor elk museum genoeg om het begrotingsgat te dichten, maar het maakt musea wel ondernemender. Vooral de baten uit entreegelden en de bezoekersaantallen zijn toegenomen, zo ook voor het Stedelijk Museum. Echter, verminderde de baten van de entreegelden in verhouding met de stijging van de bezoekersaantallen. De populariteit van de Museumkaart is een oorzaak van deze tendens. Tevens door de verzelfstandiging kon het museum haar openingstijden uitbreiden en meer inkomsten genereren via de bezoekers.

In 2015 maakte het college van B&W de contouren van het Kunstenplan voor de beleidsperiode van 2017-2020 bekend. De gemeente Amsterdam zag toch het maatschappelijke en economische belang van kunst en cultuur in en draait de doorgevoerde bezuinigingen van het vorige college terug. Met het budget van 90,2 miljoen euro moet kunst en cultuur worden behouden, gestimuleerd en versterkt en meer samenwerkingsverbanden aangaan. Grotere instellingen moeten andere instellingen ondersteunen en krijgen extra verantwoordelijkheden. De politiek gaat zich met het nieuwe plan minder bemoeien met de artistieke inhoud en de programma’s van de culturele instellingen. Daarnaast verlangt de overheid van culturele instellingen dat ze innovatiever en ondernemender worden. Instellingen zijn enigszins verwend geworden door alle overheidssubsidies. Door de plannen van de overheid moeten kunstinstellingen creatiever worden, waarbij samenwerkingsverbanden een belangrijk onderdeel is.

In dit klimaat heeft het begrip sponsoring een bredere betekenis gekregen en zijn nieuwe vormen van sponsoring ontstaan tussen bedrijven en kunstinstellingen. Bedrijven hebben enerzijds meer interesse in het sponsoren van kunst en anderzijds hebben musea hun sponsoringsbeleid geprofessionaliseerd. Sponsoring is een vorm van een partnerschap geworden, waarbij bedrijven en musea een overeenkomst sluiten en beide partijen in investeren. Dit in tegenstelling tot het sponsoren van vroeger, waar bedrijven en particulieren alleen (financiële) ondersteuning gaven zonder privileges te ontvangen. Daarnaast ontstaan barter-contructies, waarbij sponsors in natura culturele instellingen ondersteunen, middels producten, diensten of kennis.

Om in te spelen op de eisen van de overheid en het achterstallige onderhoud met de relaties van het museum, heeft het Stedelijk Museum in 2012 de afdeling Development in het leven geroepen. De band met de begunstigers van de Stichting Fondsenwerving is met de komst van de afdeling geïntensiveerd en toegezegde privileges zijn vereffend. De afdeling heeft een nieuwe geefstructuur ontwikkeld, waar sponsors met op maatgemaakte overeenkomsten zich binden aan het museum. Middels verschillende instaptarieven kunnen particulieren en bedrijven het museum ondersteunen. Hierbij geldt hoe hoger de (financiële) ondersteuning, hoe meer privileges de relatie ontvangt.

Een andere tendens voor het Stedelijk Museum is dat fondsenwerving een grotere rol gaat spelen. Het museum gaat meer onderzoek doen naar de mogelijkheden op het gebied van fondsenwerving. Daarnaast moeten mensen ook meer bekend worden gemaakt met fondsenwerving. Veel mensen zijn niet volledig op de hoogte van de fiscale voordelen en privileges, die zij ontvangen als ze musea en kunst ondersteunen. Bovendien moeten culturele instellingen inspelen op de diepgang die kunst kan bieden in tegenstelling tot bijvoorbeeld sportsponsoring. Het Stedelijk Museum is als naam krachtig en wereldwijd bekend, maar veel bedrijven en particulieren zijn op het gebied van moderne en hedendaagse kunst onwetend. Door partnerschappen aan te gaan geven sponsoren niet alleen geld, maar krijgen ze naast een netwerk ook kennis. Ze kunnen kennis maken contemporaine kunstenaars en leren iets over de kunst. Als sponsoren een relatie hebben met de organisatie en positieve ervaringen en gevoelens ervaren, voelen ze zich betrokken, waardoor ze energie zullen steken in de organisatie. Daarbij moeten de sponsors weten dat hun geld productief wordt besteed en het goede doel een toekomst heeft. Ze worden terughoudend in steunen als het draait om de organisatie in stand te houden. Het geld moet worden geïnvesteerd in specifieke doelen. De donateurs zijn kritischer geworden, waardoor musea duidelijk moeten communiceren in waarom ze financiële ondersteuning nodig hebben. In het achterhoofd moet wel worden gehouden dat mensen niet alleen doneren vanuit een altruïstisch gedachtengoed. Groepsdruk, schuld, eigen interesses (als status en aanzien en marketing spelen ook een rol. Sponsoring geeft kennis en moderne en hedendaagse kunst heeft uitleg nodig, die het Stedelijk Museum kan bieden. Het Stedelijk Museum Amsterdam is op de goede weg in het professionaliseren en het uitbreiden van hun sponsorbeleid. Nu is het aan het Stedelijk om de balans te houden om kunst in zijn artistieke waarde te laten en zoveel mogelijk

rendement eruit te halen, zonder te veranderen in commercieel bedrijf. Als het museum zijn eigen kracht kent en inzet, kan het museum nog meer bereiken.

Hoofdstuk  6  Aanbevelingen  en  discussie

Graag zou ik een aantal punten willen aanbevelen aan het Stedelijk Museum Amsterdam en andere kunstmusea, die naar mijn inziens in behandeling moeten worden genomen.

Particulieren worden steeds bewuster van het feit dat hun steun essentieel is. Ze zetten zich vrijwillig in voor het museum, worden lid van vriendenkringen, nemen musea op in hun testament en geven aan crowdfunding. Deze ontwikkeling schept meer kansen. Door particulieren meer te betrekken bij het museum, voelen ze zich meer verbonden en voelen ze zich meer verantwoordelijk om het museum te ondersteunen. Door specifieke projecten op te zetten, weten mensen precies waar hun geld in wordt geïnvesteerd. Het doel is duidelijk, waardoor mensen sneller geld willen doneren. Het restaureren van een bepaald kunstwerk, zou middels crowdfunding gerealiseerd kunnen worden. Of middels een hoger niveau van sponsoren. Bedrijven of particulieren kunnen een kunstwerk ‘adopteren’ en het onderhoud van het kunstwerk verzorgen. Tevens kunnen de mogelijkheden om kunst of een museum op te nemen in het testament meer onder de aandacht worden gebracht bij particulieren.

Uit onderzoek is naar voren gekomen dat de Museumkaart mensen stimuleert om naar het musea te gaan, maar het gevolg is dat steeds minder bezoekers de volledige prijs betalen. Het betekent wel dat meer mensen musea bezoeken, echter weegt het niet op tegen de inkomsten die musea met een entreekaartje genereren. Wellicht kan een goede museumwinkel en restaurant de uitgaven van de (Museumkaart) bezoekers omhoog schroeven. Zo regelt het Boijmans Van Beuningen alles zelf en heeft het Rijksmuseum een sterrenkok in dienst genomen om het restaurant tot een hoger level te tillen.

Onderzoek doen is van essentieel belang voor musea. Allereerst zou meer onderzoek moeten worden gedaan naar de wensen van de huidige sponsoren. Door te achterhalen om welke redenen bedrijven sponsoren, kan een passende invulling worden gegeven aan het partnerschap. Als het bedrijf privileges voor het gezin en kinderen belangrijk vinden, kunnen ze programma’s ontwikkelen op het gebied van educatie of een familiedag organiseren, zoals voor de Rabobank. Overeenkomsten worden uniek en dat kan voor een bedrijf fundamenteel van toegevoegde waarde zijn.

Verder zou meer onderzoek moeten worden gedaan naar midden en kleinbedrijven (MKB bedrijven met hooguit 250 personeelsleden). Meer dan de helft van de bedrijven in Nederland zijn MKB bedrijven. Het zijn kleinere bedrijven die minder kunnen sponsoren dan een Rabobank of een Audi, maar zijn wellicht meer betrokken en steunen dikwijls ook als particulier.

Ook op het gebied van fondsenresearch moet meer worden gedaan. Alleen al in Nederland zijn meer dan 10.000 cultuurfondsen, die aangeschreven kunnen worden. Daarnaast kunnen internationale fondsen worden benaderd voor specifieke projecten. Door een overzicht te creëren van welke fondsen

er allemaal zijn en welk fonds je voor welk project kan aanschrijven, kan het Stedelijk Museum doelgerichter fondsen werven.

Bovendien schept samenwerkingen met jonge bedrijven nieuwe mogelijkheden. Door samen te werken met jonge bedrijven kunnen nieuwe doelgroepen worden aangeboord. Bijvoorbeeld de Nederlandse merken FreshCotton of Filling Pieces zijn geïnteresseerd in cultuur en werken samen met kunstenaars.

Vervolgens kunnen meer kansen gevonden worden in de private equity. De verzelfstandiging van het museum maakt het mogelijk om fondsen te koppelen aan het museum die zich specialiseren in investeringen met private equity, waardoor meer geld kan worden gegenereerd. Echter, moet hier wel mee worden uitgekeken. Het gaat om aandelenbeleggingen, waarbij het niet vast staat hoe hoog het rendement zal zijn en daardoor risicodragend is.

Tot slot zou in de theorie meer onderzoek moeten worden gedaan naar museumsponsoring. Zoals ik al in de literatuurreview aangaf, is op wetenschappelijk niveau relatief weinig gepubliceerd over sponsoring in de museumsector. Het in kaart brengen van de verschillende privileges die bedrijven en particulieren kunnen aanbieden is interessant. Daarbij is het nuttig om de potentie van de privileges binnen een overeenkomst voor zowel de sponsoren als musea te analyseren. Musea moeten weten waar hun krachten liggen (Unique Selling Points - USP’s) en dit gebruiken om nieuwe sponsoren binnen te halen. Ik ben van mening dat lang niet alle musea weten hoe sterk ze zijn als merk en hoe ze dit kunnen benutten binnen de sponsorwerving.

Bronnenlijst

Literatuur:

Alexander, Victoria D., Museums and money: the impact of funding on exhibitions,

scholarschip, and management, Bloomington en Indianapolis 1996.

Albrecht, Yoeri, Nieuw Cultuur Mecenaat, Amsterdam 2004.

Nieuwepartners in kunst: publieke-private samenwerking in de kunstensector,

Amsterdam 1999.

Bekkers, René, Donateursvertrouwen en geefgedrag: resultaten van vijf jaar NPD, WWVA, Woerden 2011. Bogaart, Alwien, en Horst, Annelies van der, Bezuinigingen van gemeenten en provincies op

kunst en cultuur, Amsterdam 2011.

Boorsma, Peter B., Nieuwe partners in kunst: publiek-private samenwerking in de kunstensector, Amsterdam 1999.

Butter, prof. dr. F.A.G den, De grote besmetting: de macro-economie van de krediet- en schuldencrisis, Den Haag 2011.

Europa en de financiële markten, Amsterdam 2011.

Greenfield, James M., The non-profit handbook: fund raising, New York 2001. Klink, P. W. van, Born, J.A. van den, Witteloostuijn, A. van, Subsidiëring van

podiumkunsten: beschaving of verslaving?, Antwerpen 2011.

Klamer, Arjo, en Langeveld, Cees, Pak aan: 100 en 1 ideeën voor alternatieve financiering

van kunst en cultuur, Hilversum 2011.

Lokerman, W.J.P.M., en Westermann, M., Sponsoring als communicatie-instrument, Deventer 1999. Maatjes, Ad ed., Sponsor Profiles: kunst & cultuur, Amsterdam 2002.

Maren, Kees van, Sponsoring: hoe maak je sponsoractiviteiten profijtelijk, Alpen aan den Rijn 2001. Martinius, Warna Oosterbaan, Schoonheid, Welzijn, Kwaliteit: Kunstbeleid en verantwoording na 1945,

Amsterdam 1990.

Pots, Roelof, Cultuur, koningen en democraten: overheid & cultuur in Nederland, Amsterdam 2010. Ranshuysen, Letty, Handleiding publieksonderzoek voor podia en musea, Amsterdam 1999.

Schuyt, Theo, Gouwenberg B., en Bekkers R, Samenvatting Geven in Nederland: Giften, Nalatenschappen,

Sponsoring en Vrijwilligerswerk, Amsterdam 2011.

Schuyt, Theo, Gouwenberg B., en Bekkers R, Samenvatting Geven in Nederland: Giften, Nalatenschappen,

Sponsoring en Vrijwilligerswerk, Amsterdam 2013.

Steenbergen, Renee, De Nieuwe Mecenas: cultuur en de terugkeer van het particuliere

geld, Amsterdam 2008.

Tilroe, Anna, De Ja-Sprong: naar een nieuwe vitaliteit in de kunst, Amsterdam 2010. Verschuren, P. J. M., en Doorewaard, Hans, Het ontwerpen van een onderzoek, Den Haag

2007.

Verstegen, Maerten C.G., Sponsoring en fondsenwerving in de non-profitsector: burgerzin

of eigentijdse charitas, Maarssen 1997.

Wesselink, Claartje, Kunstenaars van de Kultuurkamer: geschiedenis en herinnering, Amsterdam 2014. Westen, van der Hans, Handboek sponsoring en fondsenwerving: voor non-profit

organisaties, Zutphen 2010.

Artikelen:

ANP, ‘Akkoord over verzelfstandiging Stedelijk Museum’, De Volkskrant, 19 december 2005. ANP,‘Inspirator’, Het Financieel Dagblad, 21 maart 2015.

Bekkers, René, en Mariani, E.E., ‘Gedragseffecten van de Geefwet’. Weekblad voor privaatrecht, notariaat en registratie, 143(6917), 2012.

Bekkers, René, en Wiepking, P., ‘A literature review of empirical studies of philanthropy: eight mechanisms that drive charitable giving’, Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, nr. 20, 2011.

Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, 1993.

Blankers, I., Goudriaan, R., Groot, N. de, Everhardt, T.P., Friperson, R., Mazzola, G.J., Effecten van de

economische crisis in de cultuursector, Den Haag 2012.

Bouma, Hilda, ‘De grote transitie in de kunstwereld’, FD. Outlook, september/oktober 2014. Bouma, Hilda, ‘Gaan kunst en olie samen?’, FD. Outlook, 6 juni 2015.

Bouma, Hilda, ‘Hoe Museum Boijmans de kassa laat rinkelen’, FD. Outlook, september/oktober 2014. Braber, H. van den, ‘De rentree van de mecenas’, Boekman, 2008.

Brand, Anniek van den, Hielkema, Haro, en Ringlever, Dick, ‘Weg in eigen land’, Trouw, 1 april 1995. Broekhuizen, Klaas, ‘ Nationale Cultuur van het schenken’, FD. Outlook, september/oktober 2014. Daellenbach, Kate, Davies, John en Ashill, Nicholas J., ‘Understanding sponsorship and sponsorship

relationships. Multiple frames and multiple perspectives’, International Journal of Nonprofit and

Voluntary Sector Marketing, 11, nr. 1, 2006.

Ekker, Jan Pieter, ‘Paradijstuin’, Het Parool, 24 maart 2015.

Gelder, Lorianne van, ‘Stimuleer cultureel ondernemerschap’, Het Parool, 21 augustus 2014. Gelder, Lorianne van, ‘Veel waar voor je spnsorgeld’, Het Parool, 21 augustus 2014.

Goudriaan Rene, “Musea in economisch perspectief”, Nationale Kennisagenda voor het Museale Veld, Zwolle oktober 2014.

Haastrecht, Ruud van, ‘Een auto op de Kunsthal? Prachtig!’, Trouw, 20 oktober 1999.

Hulten, Machteld van, en Kruyswijk, Marc, ‘Stedelijk Museum’, De Volkskrant, 27 oktober 1999. Kammer, Claudia, en Lent, Daan van, ‘Kunstsector krijgt er alweer van langs’, NRC NEXT, 22 mei 2012. Keijer, Kees, ‘Stedelijk moet zijn publiek activeren’, Het Parool, 1 november 2012.

Lange, Henry de, ‘In één klap de winterdip voorbij’, Trouw, 27 maart 2015.

List, Gerry van der, “Overdaad aan ambitie; Het museale leven in Nederland bloeit, maar het kan veel efficiënter. Volgens de kritische Raad voor Cultuur moet het hele bestel op de schop. Wat vast niet lukt.”, Elsevier nr. 6, 2012.

Primaire bronnen:

Blühm, Andreas, Algemeen Directeur Groninger Museum, gesproken op 29 juli 2013 en op 29 juli 2015, Groningen.

Birnie, Annabelle, Directeur Drents Museum, gesproken op 31 juli 2015, Assen Carasso, Deirdre, Hoofd Afdeling Relatiebeheer en Filantropie Museum Boijmans Van

Beuningen, gesproken en gecorrespondeerd gedurende mijn werkervaringsplek op de afdeling Relatiebeheer en Filantropie van oktober 2013- begin april 2014.

Cool, Pieter, Sponsormanager Van Lanschot, gesproken op 20 oktober 2014, Amsterdam. Dijkgraaf, Sophia, Medewerker Development Stedelijk Museum Amsterdam, gesproken op

12 juli 2013, Amsterdam.

Ex, Sjarel, Directeur Museum Boijmans Van Beuningen, gesproken gedurende mijn werkervaringsplek op de afdeling Relatiebeheer en Filantropie van oktober 2013- begin april 2014.

Friese, Linda, patron Outset Nederland, correspondentie per e-mail, december-januari 2012- 2013.

Gertler, Candida, stichtend directrice Outset, gesproken op 30 oktober 2012, Londen.

Hidding, Jolise, voormalig accountmanager KWF en accountmanager Dutch Network Group (DNG), 11 mei 2015.

Hazebroek, Martin, Financieel Controller Gemeentemuseum Den Haag, gesproken op 1 augustus 2013, Den Haag.

Marel, Diane van der, patron Outset Nederland, correspondentie per e-mail en telefoon, december-januari 2012-2013.

Neugebauer, Daniel, Hoofd marketing, bemiddeling en fondsenwervering Van Abbemuseum, gesproken op 10 juli 2013, Eindhoven.

Neumann, Gwen, directrice Outset Nederland, gesproken en correspondentie per e-mail en telefoon, december-januari 2012-2013, Amsterdam.

Amsterdam.

Rutten, Bart, Hoofd Collecties Stedelijk Museum Amsterdam, gesproken op 19 november 2014, Amsterdam. Wilt, Koos de, Outset Nederland, gesproken op 19 november 2013 en op 3 april 2015, Amsterdam.

Woerkom, Harm van, Sponsormanager Deloitte, gesproken op 24 oktober 2014, Amsterdam. Websites: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/ bijzondere_regelingen/goede_doelen/algemeen_nut_beogende_instellingen/. http://www.berenschot.nl. http://www.cultuur.nl. http://www.cultuurfonds.nl. http://www.cultuur-ondernemen.nl. http://www2.deloitte.com/nl. http://www.kunsten92.nl/debat/verslag-paradisodebat-26-augustus-2012/. http://www.mondriaanfonds.nl. http://www.museumvereniging.nl. http://www.nexis.com.proxy-ub.rug.nl http://www.outset.org.uk. http://www.rijksbegroting.nl. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/convenanten/2012/05/21/algemeen-kader- interbestuurlijke-verhoudingen-cultuur-ocw-ipo-en-vng.html. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kunst-en-cultuur/. http://www.sica.nl. http://www.stedelijk.nl. http://www.vangoghmuseum.nl. https://www.vanlanschot.nl. http://www.vsbfonds.nl. http://www.wdw.nl/nl/over/. Overige bronnen:

Advies bezuiniging cultuur 2013-2016: noodgedwongen keuzen door Raad voor Cultuur, beschikbaar op: http://www.cultuur.nl/Upload/Docs/RvC_advies2.pdf.

Brochure Het Nederlands Cultureel bestel, door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Code Cultuursponsoring: Gedragsregels, 1993. Beschikbaar op:

http://www.vng.nl/onderwerpenindex/cultuur-en-sport/cultuur-kunst-en-kunstenaars/publicaties/code-

In document MASTERTHESIS KUNSTGESCHIEDENIS (pagina 48-57)