• No results found

Financieel risicogedrag voorspeld op basis van de clusters van mogelijke beïnvloedende factoren

Risico’s en protectieve factoren

14. Attitudes over sparen en schulden en materialisme

16.3. Financieel risicogedrag voorspeld op basis van de clusters van mogelijke beïnvloedende factoren

In onderstaande tabellen worden de resultaten gepresenteerd van het toetsen van een reeks regressiemodellen waarbij in opeenvolgende stappen steeds een aantal predictor van een cluster warden toegevoegd. Eerder dan de regressiegewichten voor de afzonderlijke maten en indicatoren te presenteren, worden in Tabel 221 de veranderingen in R- squared weergegeven met de bijhorende significantie, voor elke stap. Op deze manier kan men zien in welke mate een cluster significant bijdraagt aan het voorspellen van de afhankelijke variabelen. De totale R squared van het volledige model geeft aan hoeveel % van de variantie in elke afhankelijke variabele voorspeld kon worden op basis van de verschillende clusters onafhankelijke variabelen. In de volgende reeks tabellen wordt dit weergegeven.

Ongeveer 40% van de variantie in compulsief kopen wordt voorspeld vooral dan op basis van de eigen inschatting van financiële vaardigheden, een aantal demografische kenmerken (geslacht en afkomst), levensstijl (vaker uitgaan), hoe hoger het eigen inkomen is (zakgeld), beperkte financiële vaardigheden (vooral dan om met verleidingen om te gaan en prioriteiten te stellen), impulsiviteit (minder premeditatie en hoge urgentie), attitudes tegenover geld en bezit (bezittingen centraal stellen, sparen onbelangrijker vinden en niet negatief staan tegenover schulden), de invloed van leeftijdsgenoten (vooral als informatiebron), financiële opvoeding van de ouders (de ouders niet als voorbeeld zien) en beïnvloeding van buitenaf (meer tv kijken).

Tabel 221: Financieel risicogedrag voorspeld op basis van clusters van mogelijke beïnvloedende factoren

Financiële opvoeding ouders:

Risicovolle coping, of het lenen, geld vragen of in het rood gaan wanneer je iets wil kopen waar je het geld niet voor hebt, wordt voor slechts 16% voorspeld op basis van de set onafhankelijke variabelen. Hier blijken vooral financiële vaardigheden (overzicht, omgaan met verleiddingen en besparen), levensstijl, individuele verschillen (toekomst oriëntatie op korte en niet op lange termijn), kenmerken van controle en cognitieve biases (onrealistisch optimisme) een rol te spelen.

Geld uitgeven dat men eigenlijk niet heeft wordt voor 20% voorspeld door de verschillende factoren, met name door financiële vaardigheden (bij jongeren die minder goed kunnen besparen en prioriteiten te stellen), levensstijl (jongeren die meer uitgaan), demografische factoren (vooral meer geld uitgeven dat er niet is in gezinnen waar het financieel moeilijker ligt), controle (financiële self-efficacy), individuele verschillen (impulsiviteit in de vorm van minder premeditatie, maar ook minder impulsiviteit door grotere volharding) en invloed van peers (hogere gevoeligheid voor informationele beïnvloeding).

Spaargeld aanspreken wordt slechts beperkt voorspeld door de diverse indicatoren, namelijk 12%. Hierbij zien we vooral dat dit geassocieerd is met demografische kenmerken (jongeren uit een gezin met beperktere financiële middelen, meisjes en oudere jongeren rapporteren dit vaker), een beperkte financiële vaardigheid, en financiële educatie op school.

Voor lenen, kopen op afbetaling, online kopen en sms-betalen zien we dat steeds minder dan 20% van de totale variantie voorspeld wordt door de diverse antecedenten. Dit heeft o.a. te maken met het feit dat dit indicateren zijn met een vrij beperkte range en een bijzonder scheve verdeling. Een kwart van de variantie in spelen voor geld wordt voorspeld door het geheel aan predictoren. Vooral demografische kenmerken (jongens en oudere jongeren), levensstijl (uitgaan), financiële vaardigheden, en ook de invloed van leeftijdsgenoten (vooral dan de normen die zij hebben rond geld uitgeven).

Tabel 222: Financieel risicogedrag en voorspeld op basis van clusters van mogelijke beïnvloedende factoren (vervolg)

Cognitieve biases ,01 * ,01 ** ,00 ,00 ,00 totale R²= ,17 *** ,10 *** ,24 *** ,13 *** ,10 ***

Wanneer we de componentscores bekijken zien we dat ongeveer een kwart van de variantie daarin voorspeld kan worden door de verschillende clusters.

Voor de component met hoge ladingen voor lenen, kopen op afbetaling, risicovolle coping en geld uitgeven dat je niet hebt (waarbij de kern lijkt te zijn dat er ander dan het eigen beschikbare budget wordt uitgegeven) blijkt dit geassocieerd te zijn met beperktere financiële vaardigheden om om te gaan met verleidingen en om te besparen, levensstijl (meer uitgaan), demografische factoren (waarbij jongeren uit het ASO iets hoger scoren), de ervaring van controle (minder goed gevoel van financiële self-efficacy), duidelijk pessimisme over zijn eigen financiële toekomst (kan een cognitieve bias zijn), een hoger eigen inkomen uit zakgeld, individuele verschillen in impulsiviteit (vooral dan voor premeditatie) en beïnvloeding door peers (vooral dan omdat men zijn peers als informatiebron ziet).

Wanneer we de bundeling van risicogedrag die meer te maken heeft met neigingen tot compulsief kopen, spelen om geld, en de directe toegankelijkheid van consumptie via online kopen en sms-betalen onder de loupe nemen zien we dat dit vooral samenhangt met demografische kenmerken (jongeren uit gezinnen die financieel ruimer zitten, jongens, ‘oudere’ jongeren en jongeren uit het ASO scoren hierop iets hoger), levensstijl (jongeren die vaker uitgaan, softdrugs gebruiken,

‘oudere’ jongeren of jongeren van wie de algemene gezondheid minder goed is), sterkere materialistische attitudes (vooral dan jongeren die het bezitten van dure of hippe dingen centraal stellen, maar tegelijk ook negatief staan tegenover schulden), beperkte financiële vaardigheden om met verleidingen om te gaan, individuele verschillen in impulsiviteit (beperkte premeditatie en hoger sensatie seeking) en in toekomst oriëntatie (vooral gericht op kortere termijn), hogere eigen inkomsten uit zakgeld, de ervaring van weinig controle over wat je in het leven overkomt en het hanteren van mentale rekeningen om uitgaven in te delen (cognitieve biases).

Tabel 223: Financieel risicogedrag voorspeld op basis van clusters van mogelijke beïnvloedende factoren (vervolg)

component extern geld uitgeven

component snelle bevrediging

1043 1043

Demografisch: geslacht, leeftijd, onderwijstype, afkomst, financiële achtergrond

,02 ** ,05 ***

Levensstijl: Uitgaan, middelengebruik

Controle: onzekerheid, locus of control en self-efficacy

16.4. Financieel nadelige uitkomsten voorspeld op basis van de