INTERNATIONALE FINANCIERING VAN HET KLIMAATBELEID
61 Financement international de la politique
climatique 61 Internationale financiering van het klimaatbeleid A.B. : 14 54 61 35.40.01 – Coopération multilatérale
dans le cadre du financement international de la politique climatique (cf art. 2.14.6 des dispositions légales)
B.A. : 14 54 61 35.40.01 – Multilaterale samenwerking in het kader van internationale financiering van het klimaatbeleid (cf art. 2.14.6 van de wetsbepalingen)
(en milliers
d’euros) 2019 2020 2021 2022 2023 2024 (in duizend
euro)
Engagements 35 070 40 134 76 555 80 175 175 86 475 Vastleggingen
Liquidations 52 060 42 062 52 315 42 315 52 315 42 315 Vereffeningen
Description
Les contributions au Fonds multilatéral pour l’exécution du Protocole de Montréal, au Fonds pour
Omschrijving
De bijdragen aan het Multilateraal Fonds tot uitvoering van het Protocol van Montreal, de Global Environment
l’environnement mondial (FEM) et aux autres traités relatifs à l'environnement, découlent des engagements internationaux de la Belgique en matière de protection de l'environnement et de changement climatique dans les pays en voie de développement et des dispositions du Protocole Financier du 4 octobre 2002 à l’Accord de Coopération du 5 avril 1995 entre l’Etat fédéral, la Région Flamande, la Région Wallonne et la Région de Bruxelles-Capital, relatif à la politique internationale de l’environnement.
Facility (GEF) en de andere milieuverdragen vloeien voort uit de internationale verbintenissen van België inzake bescherming van het leefmilieu en klimaatverandering in de ontwikkelingslanden en de bepalingen in het Financieel Protocol van 4 oktober 2002 bij het Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofstedelijk Gewest inzake het internationaal milieubeleid.
1. Fonds Multilatéral pour l'exécution du Protocole de Montréal (2018-2020)
Ce Fonds Multilatéral a été établi en vertu de la Convention de Vienne pour répondre aux problèmes spécifiques des pays à faible revenu afin de leur permettre également de réaliser les objectifs du Protocole de Montréal de 1987 (suppression de l'utilisation des halogènes et des chlorofluorhydrocarbones qui affectent la couche d'ozone stratosphérique).
1. Multilateraal Fonds tot uitvoering van het Protocol van Montreal (2018-2020)
Dit Multilateraal Fonds werd opgericht onder het Verdrag van Wenen om tegemoet te komen aan de specifieke problemen van de lage inkomenslanden zodat ook zij de doelstellingen van het Protocol van Montreal van 1987, namelijk de afbouw van het gebruik van halogenen en chloorfluorkoolwaterstoffen die de stratosferische ozonlaag aantasten, zouden kunnen verwezenlijken.
2. et 3. Convention-cadre des Nations Unies sur le changement climatique et Convention climatique Contribution obligatoire dans le cadre de la Convention-cadre des Nations Unies sur les changements climatiques (CCNUCC). Ceci inclut également les accords sur le Protocole de Kyoto concernant les émissions des gaz à effet de serre. Depuis 2005, le gouvernement fédéral paie 30 % de la contribution belge.
2. en 3. Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en Klimaatverdrag
Verplichte bijdrage in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). Hieronder vallen ook de afspraken inzake het Protocol van Kyoto omtrent de uitstoot van broeikasgassen. Sinds 2005 betaalt de federale overheid 30 % van de Belgische bijdrage.
4. Convention relative à la diversité biologique
La Convention sur la diversité biologique (UNCBD) a comme objectif la protection de la biodiversité, son utilisation durable et le partage juste et équitable des profits de la richesse génétique. Depuis 2005, le gouvernement fédéral paie 30 % de la contribution belge.
4. Verdrag inzake de biologische diversiteit
Het Biodiversiteitsverdrag (UNCBD) heeft de bescherming van de biodiversiteit, het duurzaam gebruik ervan en een rechtvaardige en gelijkmatige verdeling van de voordelen van de genetische rijkdom, tot doel. Sinds 2005 betaalt de federale overheid 30 % van de Belgische bijdrage.
5. Global Environment Facility (juillet 2018 – juin 2022) Le "Global Environment Facility" est un programme international de financement des surcoûts au profit de l’environnement global des projets de développement.
La Banque Mondiale gère le "Global Environment Trust Fund" qui a les terrains d’action suivants: changement climatique, conservation de la diversité biologique, prévenir et combattre la désertification et la dégradation des sols, pollution des eaux internationales et la pollution par des produits chimiques (protection de la couche d'ozone, l’élimination des substances organiques persistantes (POP’s) et le mercure. La 7ième reconstitution des fonds s’étend du 1 juillet 2018 au 30 juin 2022.
5. Global Environment Facility (juli 2018 – juni 2022) De "Global Environment Facility" is een internationaal programma voor het financieren van de meerkosten ten voordele van het globaal leefmilieu van ontwikkelingsprojecten. De Wereldbank beheert het
"Global Environment Trust Fund" dat als actieterreinen de klimaatswijziging, het behoud van de biologische diversiteit, het voorkomen en bestrijden van woestijnvorming en bodemaftakeling, de vervuiling van internationale wateren en de vervuiling door scheikundige stoffen en afval (bescherming van de ozonlaag, verwijderen van persistente organische stoffen (POP’s) en kwik). De 7de wedersamenstelling van de middelen loopt van 1 juli 2018 tot 30 juni 2022.
6. Secrétariat de la Convention de Lutte contre la Désertification
La Convention de Lutte contre la Désertification (ONU) a pour but de lutter contre la désertification et la
6. Secretariaat van het Verdrag ter bestrijding van de Desertificatie
Het VN verdrag ter bestrijding van de Desertificatie heeft tot doel de strijd tegen woestijnvorming en droogte aan te gaan in alle landen die met het probleem te
sécheresse dans tous les pays qui sont confrontés à ce problème, avec une attention particulière pour l'Afrique.
La Convention vise surtout à établir des lignes de conduite en matière de lutte contre la désertification et à remplir un rôle de coordination entre les différents acteurs. Elle prône une approche globale des problèmes d'environnement. C'est pourquoi elle incite les pays à faible revenu à établir des Programmes nationaux de lutte contre la désertification.
Les coûts du Secrétariat Permanent sont à charge des parties à la Convention.
kampen hebben, met een speciale aandacht voor Afrika.
Het Verdrag wil vooral richtlijnen verstrekken in verband met de bestrijding van de woestijnvorming en een coördinerende rol vervullen tussen de verschillende actoren. Het promoot een integrale aanpak van de leefmilieuproblemen. Daarom zet het de lage inkomenslanden aan Nationale Programma's voor de Bestrijding van de Desertificatie op te stellen.
De kosten van het Permanent Secretariaat vallen ten laste van de partijen bij het Verdrag.
7. L’accord de Copenhague de décembre 2009 et les décisions du UNFCCC COP-16 de Cancun de décembre 2010 et Durban de décembre 2011 (changement climatique – financement)
7. Het Akkoord van Kopenhagen van december 2009 en de beslissingen van de UNFCCC COP-16 in Cancun van december 2010 en Durban in december 2011 (klimaatverandering –financiering).
7.1. Le Fonds vert pour le Climat (Green Climate Fund).
Le Fonds vert pour le Climat (Green Climate Fund ou GCF) a été créé par la Conférence des Parties de la Convention pour le Climat et vise l’appui au pays en voie de développement dans leurs efforts de réduction des émissions de gaz à effets de serres et l’adaptation aux conséquences négatives du changement climatique. Ainsi le GCF contribuera au développement durable par une réduction des émissions de gaz à effets de serres et une plus grandes résilience au changement climatique, en particulier dans les pays les plus vulnérables.
Le GCF est géré par un Conseil, qui fonctionne sous les directives de la Conférences des Parties. La « Initial Resources Mobilization » couvre la période à partir de 2014 jusqu’en 2019.
7.1. Het Groene Klimaatfonds (Green Climate Fund) . Het Groen Klimaatfonds (Green Climate fund of GCF) werd opgericht door de Conferentie van de Partijen van het Klimaatverdrag om de ontwikkelingslanden te steunen in het verminderen van hun uitstoot van broeikasgassen en in het aanpassen aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering. Op deze manier wil het bijdragen tot een duurzame ontwikkeling met lage uitstoot van broeikasgassen en een grotere weerbaarheid tegenover de klimaatwijziging, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare landen.
Het GCF wordt beheerd door een Board en werkt onder de richtlijnen van de Conferentie van de Partijen. De
“Initial Resources Mobilization” periode (IRM) loopt van 2014 tot 2019.
7.2. l’adaptation au changement climatique et la réduction des impacts des catastrophes naturelles liées au climat. La contribution belge ira prioritairement à la mise en oeuvre des plans d’action nationaux d’adaptation au changement climatique et aux stratégies nationales et régionales de réduction des risques causés par les catastrophes climatiques des pays les moins avancés (pe. least developed countries fund). Le Fonds des pays les moins avancés du Fonds pour l'environnement mondial a été mis en place à cette fin en 2001 et est pleinement opérationnel. Par conséquent, une partie importante des fonds destinés au financement climatique BE sera accordée à ce fonds.
7.2. de aanpassing aan de klimaatverandering en het verminderen van de impact van klimaatgebonden natuurrampen. De Belgische bijdrage zal prioritair gaan naar de uitvoering van de nationale actieplannen voor aanpassing aan de klimaatverandering en naar de nationale en regionale strategieën voor vermindering van de risico’s die het gevolg zijn van klimaatgebonden rampen van de minst ontwikkelde landen. Het Least Developed Countries Fund van de Global Environment Facility werd met dit doel in het leven geroep in 2001 en is volledig operationeel. Een belangrijk deel van de middelen voor BE klimaatfinanciering zal daarom ook toegewezen worden aan dit fonds.
7.3. mitigation : la réduction des émissions de CO2 - résultant du changement de l’utilisation des terres, de la déforestation et de la dégradation des forêts dans les pays en développement (Land Use ; Land Use Change and Forestry). La contribution belge ira prioritairement à des programmes spécifiques des institutions internationales pour la gestion durable des forêts et du territoire ;
7.3. mitigatie; de beperking van de CO2 uitstoot - die het gevolg is van verandering van landgebruik, ontbossing en aantasting van de bossen in ontwikkelingslanden (Land Use; land Use Change and Forestry). De Belgische bijdrage zal prioritair gaan naar specifieke programma’s van de internationale instellingen rond duurzaam bos- en landbeheer;
- visant le « Développement à faible émission de carbone » dans les pays en voie de développement. Le financement des initiatives pour l’approvisionnement en énergie à faible émission de carbone et/ou le développement urbain compatible avec le climat (Climate Smart Cities) seront prioritaires.
- door het streven naar “Koolstofarme ontwikkeling” in ontwikkelingslanden. De financiering van initiatieven voor koolstofarme energievoorziening en/of ontwikkeling van klimaat compatibele steden (Climate Smart Cities) zal hierbij de voorkeur genieten.
7.4. le renforcement des capacités et des institutions et
le développement ou le transfert des technologies 7.4. capaciteitsopbouw, institutionele versterking en de ontwikkeling of de transfer van aangepaste
adaptées vers les pays en voie de développement sont des activités transversales, essentielles pour la réalisation des objectifs des plans d’adaptation et pour les initiatives visant la réduction des émissions des gaz à effet de serre.
technologieën naar ontwikkelingslanden zijn transversale activiteiten, noodzakelijk voor het realiseren van de doelstellingen van de aanpassingsplannen en van de initiatieven ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Base légale / Base réglementaire
Loi contenant le budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2021.
Loi du 19 mars 2013 relative à la Coopération belge au Développement, modifiée par la loi du 9 janvier 2014 et par la loi de 16 juin 2016.
Wettelijke basis / Reglementaire basis
Wet houdende algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021.
Wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, gewijzigd door de wet van 9 januari 2014 en door de wet van 16 juni 2016.
Arrêté royal du 29 mai 2015 déterminant les partenaires
de la coopération multilatérale. Koninklijk besluit van 29 mei 2015 tot vastlegging van de partners van de multilaterale samenwerking.
Loi du 29 décembre 1988 portant approbation du Protocole de Montréal relatif à des substances qui appauvrissent la couche d'ozone.
Loi de 1996 portant approbation de la Convention-cadre des Nations Unies sur le changement climatique (CCNUCC) et le Protocole de Kyoto.
Loi de 1997 portant approbation de la Convention relative à la diversité biologique (CDB).
Loi de 1997 portant approbation de la Convention de Lutte contre la Désertification.
Protocole Financier du 4 octobre 2002 à l’Accord de Coopération du 5 avril 1995 entre l’Etat fédéral, la Région Flamande, la Région Wallonne et la Région de Bruxelles-Capital, relatif à la politique internationale de l’environnement
L’accord de coopération du 4 décembre 2015 entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale relatif au partage des objectifs climat et énergie pour la période 2013-2020.
Wet van 29 december 1988 houdende goedkeuring van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.
Wet van 1996 houdende goedkeuring van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) en het Kyoto Protocol.
Wet van 1997 houdende goedkeuring van het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD).
Wet van 1997 houdende goedkeuring van het Verdrag ter Bestrijding van de Woestijnvorming.
Financieel Protocol van 4 oktober 2002 bij het Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofstedelijk Gewest inzake het internationaal milieubeleid.
Het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 december 2015 betreffende de verdeling van de Belgische klimaat en energiedoelstellingen voor de periode 2013-2020.
Wet van 15 juni houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de verdeling van de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen voor de periode 2013-2020.
Méthode de calcul de la dépense (répartition
indicative en milliers EUR) Berekeningsmethode van de uitgave (indicatieve verdeling in duizend EUR)
Crédits d’engagement /Vastleggingskredieten / Crédits de liquidation /Vereffeningskredieten 2019 2020 2021 2022 2019 2020 2021 2022 1. Protocole de Montréal
6 300 1 901 1 901 2 100 2 100 1. Protocol van Montreal
2. Changement climatique
64 70 70 60 64 70 70 2. Klimaatverandering
(UNFCCC) 3. Convention climatique –
protocole 9 30 30 0 9 30 30 3. Klimaatverdrag – protocol
(Kyoto) 4. Diversité biologique
70 80 34 27 40 40 4. Biologische diversiteit
(UNCBD)
5. GEF 60 000 15 000 15 000 15 000 15 000 5. GEF
6. Désertification 61 75 75 65 61 75 75 6. Desertificatie (UNCCD)
7. Post-Copenhague
Long term climate finance 35 000 40 000 70 000 20 000 35 000 25 000 35 000 25 000 7. Post-Kopenhagen Long term climate finance 7.1. Green Climate Fund 20 000 20 000 60 000 20 000 20 000 20 000 20 000 7.1. Green Climate Fund 7.2. LDCF – Climate
change 15 000 20 000 10 000 20 000 15 000 5 000 15 000 5 000 7.2. LDCF – Climate change Total 35 070 40 134 76 555 80 175 52 060 42 062 52 315 42 315 Totaal
A.B. 14 54 61 54.52.01 - Coopération bi-multilatérale dans le cadre du financement international de la politique climatique (cf art. 2.14.6 des dispositions légales).
B.A. 14 54 61 54.52.01 – Bi-multilaterale samenwerking in het kader van internationale financiering van het klimaatbeleid (cf art. 2.14.6 van de wetsbepalingen)
(en milliers
d’euros) 2019 2020 2021 2022 2023 2024 (in duizend euro)
Engagements 0 6 750 15 000 15 000 15 000 15 000 Vastleggingen
Liquidations 0 0 10 000 25 000 25 000 5 000 Vereffeningen
Description
Dès que l’Accord de Paris entre en vigueur en 2020, les pays en voie de développement seront aussi tenus de respecter leurs obligations vers un développement bas-carbone et de rapportage. La contribution de chaque pays pour atteindre les objectifs de l’accord de Paris figure dans les « Nationally Determined Contributions ».
Pendant la préparation des commissions mixtes, programmées pour 2019 cet aspect sera examiné et, le cas échéant, un budget supplémentaire sera ajouté à leur enveloppe.
La préférence sera donnée aux initiatives qui contribuent à l’opérationnalisation des obligations de la Convention Climat Unosienne relatif à la transparence, le renforcement des capacités et le renforcement des institutions nationales et locales. En même temps ces initiatives contribueront à la bonne gouvernance du pays partenaire.
Les programmes qui visent la mise en œuvre des actions prévues dans les ‘Nationally Determined Contributions’, peuvent aussi être financés.
Omschrijving
Vanaf het in voege treden van het Akkoord van Parijs in 2020 zullen ook de ontwikkelingslanden verplichtingen op het vlak van een koolstofarme ontwikkeling en rapportering moeten nakomen. De bijdrage van elk land om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te behalen, wordt beschreven in de “Nationally Determined Contributions”.
Bij de voorbereiding van de Gemengde Commissies gepland voor 2019 zal dit aspect onderzocht worden en desgevallend zal hiervoor een extra budget toegevoegd worden aan hun enveloppe.
Voorkeur zal gegeven worden aan initiatieven die bijdragen tot het operationaliseren van de verplichtingen in het VN-klimaatverdrag betreffende transparantie, capaciteitsopbouw en institutionele versterking van nationale en lokale instellingen. Tegelijk zullen deze initiatieven bijdragen tot het goed bestuur van het partnerland.
Programma’s voor de uitvoering van de acties opgenomen in de “Nationally Determined Contributions”, komen ook in aanmerking.
Base légale / Base réglementaire
Loi contenant le budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2021.
Loi du 19 mars 2013 relative à la Coopération belge au Développement, modifiée par la loi du 9 janvier 2014 et par la loi de 16 juin 2016.
Protocole de collaboration entre DGD et Belspo relatif aux activités de la Coopération belge au Développement dans le cadre du développement durable et de la lutte contre la pauvreté du 1er avril 2014.
Loi du 23 novembre 2017 portant modification du nom de la Coopération technique belge et définition des missions et du fonctionnement d’Enabel, Agence belge de Développement, et les arrêtés royaux d'exécution.
Arrêté royal du 17 décembre 2017 portant assentiment au premier contrat de gestion entre l’Etat belge et la société anonyme de droit public à finalité sociale Enabel, Agence belge de Développement.
Accords avec un bailleur de fonds bilatéral, multilatéral ou internationale ou avec la Commission européenne.
Wettelijke basis / Reglementaire basis
Wet houdende algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021.
Wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, gewijzigd door de wet van 9 januari 2014 en door de wet van 16 juni 2016.
Samenwerkingsprotocol tussen DGD en Belspo inzake
activiteiten van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in het kader van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding van 1 april 2014.
Wet van 23 november 2017 tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch ontwikkelingsagentschap, en de koninklijke uitvoeringsbesluiten.
Koninklijk besluit van 17 december 2017 houdende instemming met het eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk Enabel, Belgisch ontwikkelingsagentschap.
Akkoorden met een bilaterale, multilaterale of internationale donor of met de Europese Commissie.
Méthode de calcul de la dépense (répartition indicative en milliers EUR)
Estimation
Berekeningsmethode van de uitgave (indicatieve verdeling in duizend EUR)
Raming
A.B. 14 54 61 85.61.01 - Participations dans le secteur public – investissements dans la Société belge d’Investissement pour les Pays en Développement (BIO) dans le cadre du financement international de la politique climatique
B.A. 14 54 61 85.61.01 - Deelnemingen binnen de overheidssector - investeringen in de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) in het kader van internationale financiering van het klimaatbeleid Meeting’ » de la Conférences des Parties de la Convention du Climat, tenue à Paris, le Premier Ministre a annoncé une contribution annuelle de 50 millions d’euros.
La répartition de cet engagement est reprise dans l’Accord conclu entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale du 4 décembre 2015.
Suivant cet accord, l’Etat fédéral doit contribuer chaque année, jusqu’en 2020 compris, à concurrence de 25 millions d’euros au financement climatique international, cette somme étant en partie financée par les revenus ETS (moins le bonus pour les régions).
Les revenus ETS seront principalement utilisés pour favoriser le développement à faible émission de carbone dans les pays en voie de développement par des investissements ou l’octroi de prêts aux entreprises des pays en voie de développement. Le choix de l’investissement devra explicitement visé à réduire ou éviter des émissions de gaz à effet de serre.
Une attention particulière sera accordée au transfert de technologies et de procédés de transformation respectueux de l’environnement et avec de faibles émissions de gaz à effet de serre.
En outre, ces fonds peuvent également être utilisés pour soutenir l’adaptation au changement climatique dans les pays en voie de développement.
Conformément aux dispositions de l’accord de Paris sur le climat et du règlement (UE) N°525/2013 du 21 mai 2013 relatif à un mécanisme pour la surveillance et la déclaration des émissions de gaz à effet de serre et pour la déclaration, au niveau national et au niveau de l’Union, d’autres informations ayant trait au changement climatique ; BIO transmettra annuellement un rapport détaillé sur les investissements visant spécifiquement le climat.
Omschrijving
Tijdens de “High Level Meeting” van de Conferentie van de Partijen van het Klimaatverdrag in december 2015 van in Parijs heeft de eerste Minister een jaarlijkse bijdrage van 50 miljoen EURO aangekondigd.
De verdeling van deze toezegging werd opgenomen in het akkoord dat gesloten werd tussen de federale Staat, het Vlaams gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 december 2015.
Als gevolg van dit akkoord moet de federale overheid tot en met 2020 jaarlijks 25 miljoen EURO bijdragen aan de internationale klimaatfinanciering, deels te financieren met de ETS inkomsten (verminderd met de
Als gevolg van dit akkoord moet de federale overheid tot en met 2020 jaarlijks 25 miljoen EURO bijdragen aan de internationale klimaatfinanciering, deels te financieren met de ETS inkomsten (verminderd met de