• No results found

Bijlage B Het belang van Cultuurhistorie & Beleid

Figuur 22 De Markt te Delft

Bron:  rondleidingindelft.nl/welkom/rondleiding‐ binnenstad‐delft/ 

1.2 Sociaal‐economisch oogpunt  

In tegenstelling tot de financiële waarde van cultuurhistorie, omvat de sociaal‐economische waarde  niet  alleen  geldinkomsten,  maar  levert  cultuurhistorie  andere  voordelen  op.  Zoals  de  beleving  van  recreanten,  die  gebruik  maken  van  het  erfgoed.  Ook  kan  het  niet‐gebruik  van  erfgoed  indirect  voordelen  opleveren.    Het  is  een  voorkomend  verschijnsel  dat  mensen/omwonenden  waarde  hechten aan cultuurhistorie zonder er gebruik van te maken.  

Zowel  de  financiële  als  de  sociaal‐economische  waarden  worden  in  principe  vertaald  naar  geld,  afwegingen  met  kosten  en  baten  etc.  Daar  waar  de  financiële  waarde  wordt  afgeleid  uit  het  potentiële  winstpercentage  in  euro’s,  wordt    de  sociaal‐economische  waarde  afgeleid  uit  de  (mogelijke) milieu‐economische voordelen.  

 

Landschappelijke elementen zoals boomlanen en  houtwallen  kunnen  zorgen  voor  onverwachte  baten.  Door  hun  beschuttende  werking  kunnen  bomenlanen  zorgen  voor  een  afname  van  het  energiegebruik  van  nabij  gelegen  woningen.  De  karakteristieke  schermbeplanting  rond  boerenerven  in open weidelandschappen is ooit  vanuit  diezelfde  gedachte  aangelegd  door  de  agrariërs.  Houtwallen  kunnen  daarbij  zorgen  voor  biologische  plaagbestrijding  waardoor  het  gebruik  van  bestrijdingsmiddelen  vermindert.  Een ander voorbeeld is wanneer bij herstel van de  authenticiteit  van  gebouwde  monumenten  kan  leiden tot een stijging van de vastgoedwaarde. Ook als de gebouwen niet verkocht worden is er toch  een welvaartseffect: een  toename van  het woonplezier voor  bewoners en omwonenden  die op  de  gebouwen  uitkijken.  Hoewel  het  onderhoud  van  een  leegstaand  monument  goed  onderhouden  moeten worden want een verloederd tast de beleving aan.  

Vaak  wordt  opgemerkt  dat  erfgoed  naast  financiële  en  economische  waarden  ook  een  intrinsieke  waarde  heeft.  Echter  valt  deze  waarde  buiten  het  economische  domein  en  is  het  minder  te  onderbouwen  omdat  de  meningen  over  de  intrinsieke  waarde  van  een  monument  kunnen  verschillen. De economische waarde is een puur antropocentrisch begrip dat alleen betrekking heeft  op  de  materiële  en  immateriële  welvaart  van  de  burgers.  Bron:  (Ruijgrok,  essaybundel:  Het  Cultuurhistorisch Argument, 2009) 

Dit waren de argumenten van de professionals, in opdracht van het Rijk (projectbureau Belvedère)  die  zich  in  de  voordelen  van  het  behoud‐  en  gebruik  van  cultuurhistorie  hebben  verdiept.  In  de  volgende twee paragrafen wordt beschreven hoe het Rijk en de provincie tegenover het behoud en  gebruik van Cultuurhistorie staan en welk beleid ze evt. daarop toespitsen.  

Figuur  24.  Bomenrij  te  Steengroeve  e.o.  Foto:  Daan Bouten 

    2. Beleidsvoering voor de cultuurhistorie van ‘Winterswijk‐Plateau’   Zowel de provincie als het Rijk hanteert een beleid om het bijzondere gebied Winterswijk‐Plateau te  behouden en te gebruiken. Onder dit gebied valt het projectgebied Steengroeve e.o., dus ook onder  hetzelfde beleid.   2.1 Beleid provincie  

De  provincie  Gelderland  hanteert  het  beleidsprogramma  Belvoir  3.  Dit  programma  is  een  actualisering van het cultuurhistorisch beleidsprogramma. Het karakter van deze nota wijkt daarom  af  van  zijn  voorgangers.  De  provincie  heeft  met  Belvoir  3  als  centrale  doelstelling:   Het  realiseren  van  betekenisvolle  plekken  en  daarmee  een  duurzame  leefomgeving.   Met betekenisvolle plekken bedoelen ze wenselijke, zich onderscheidende‐, sociaal‐ en economisch  succesvolle plaatsen. Ze hebben  niet alleen aandacht voor cultuurhistorie, maar ook een duidelijke  missie op dit gebied. Bovendien, op de manier hoe overheden, burgers, instellingen en organisaties  omgaan met  het  cultuurhistorische erfgoed heeft de provincie  wel degelijk invloed op. In Belvoir 2  hebben  ze  het  cultuurhistorisch  belang  geïdentificeerd  en  ingekaderd  en  de  identiteiten  van  de  10  Belvoir‐gebieden  op  de  cultuurhistorische  beleidskaart  vastgelegd,  waaronder  het  Winterswijk‐ plateau. Hieronder valt tevens het projectgebied Steengroeve e.o.  

De  provincie  richt  zich  met  Belvoir  3  op  de  uitvoering.  Om  de  centrale  doelstelling  te  realiseren  hanteren ze de volgende strategie:  

1. Begrijpen: draagvlak en besef voor cultuurhistorische waarden creëren; Het Belvoirconcept in de  praktijk brengen; (Belvoir 1)  

2. Identificeren en waarderen: vervolgens het identificeren en waarderen van deze cultuurhistorische  waarden  zodat  mensen  en  organisaties  er  voor  willen  zorgen  en  er  bij  betrokken  willen  zijn;  duurzame instandhouding en ontwikkeling van deze waarden moet op agenda’s komen of gehouden  worden; kaderstellend en vastleggen van de identiteiten als belang; (Belvoir 2)  

3.  Zorgen  en  borgen:  in  de  uitvoering  sec:  er  voor  zorgen  dat  mensen  en  organisaties  die  cultuurhistorische  waarden,  zo  nodig  met  onze  hulp,  duurzaam  instandhouden  en  ontwikkelen;  (Belvoir 3)  

4.  Genieten:  er  voor  zorgen  dan  men  in  Gelderland  ook  daadwerkelijk  kan  genieten  van  die  fraaie  gebouwen, landschappen en archeologische parels als onlosmakelijk deel van de eigen leefomgeving.  Dit  levert  een  daadwerkelijke  maatschappelijke  verankering  op,  wat  vervolgens  weer  bijdraagt  aan  de verbetering van draagvlak en besef. (Belvoir 1)  

Voor elk Belvoirgebied is een streefbeeld opgesteld.  Streefbeeld Winterswijks Plateau 2016  

De historische kleinschaligheid met zijn typerende karakter is nog altijd herkenbaar. Het Winterswijks  Plateau is door Groenlo met de Circumvallatie (verdedigingslinie rond Groenlo) op de kaart gezet. De 

Scholtegoederen  vormen  de  landgoederen  met  recreatieve  functie  van  deze  regio.  De  Saksische  cultuur bloeit tierig met verhalen en sages.  

Winterswijks plateau: Scholtengoederen  

De  omgeving  van  Winterswijk  heeft  met  de  Scholten  en  Scholtegoederen  een  uniek  karakter.  De  Scholtegoederen  zijn  uitgestrekte  landgoederen  met  bescheiden  landhuizen  die  hun  economische  basis in land‐ en  bosbouw vonden.  Met gemeente  en particuliere eigenaren  van Scholtengoederen  wordt  een  reeks  van  projecten  uitgevoerd  om  de  economische  basis  te  versterken  met  duurzame  instandhouding  van  de  ensembles  van  gebouwen  en  omgeving.  De  belangrijkste  verschuiving  van  functie is die naar recreatieve en zorgdoeleinden. Zorg op maat in het vertrouwde land. (Gelderland,  2009)  2.2 Beleid Rijk   In het kader van de Nota Belvedere is een aantal cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden en  steden in Nederland geselecteerd. Deze gebieden en steden worden gekenmerkt door het feit dat er  naar  verhouding  tot  andere  gebieden  en  steden  veel  cultuurhistorische  waarden  in  onderlinge  samenhang  en/of  waarden  van  bijzondere  betekenis  aanwezig  zijn.  Winterswijk  is  door  het  Rijk  gekozen als een waardevol gebied. Het landschap herbergt een aantal kenmerkende fysieke dragers  die als zeer waardevol worden beschouwd: 

Fysieke dragers (o.a.) 

Gave es complexen, de essen langs de beekdalen die een hoge archeologische verwachtingswaarde  hebben 

Oude,  waardevolle  scholtehoeven  in  samenhang  met  kleinschalige  beplantingen  en  verkavelingspatronen  Havezaten uit de Late Middeleeuwen en/of nieuwe tijd,  Vestingstadje Bredevoort,  (restanten van) watermolens, grachten, steengroeve, kerken, kapellen en kloosters,  Terreinen met hoge archeologische waarde en/of betekenis  Het Rijk wil dat dit uniek Nederlands landschap behouden blijft door:   Integrale gebiedsgerichte acties 

WCL  en  Strategisch  Actiegebied:    zijn  een  stimulans  voor  behoud  en  herstel  van  cultuurhistorische  waarden 

Kansen  benutten  voor  de  instandhouding  en  ontwikkeling  van  cultuurhistorische  waarden  in  de  herinrichting Winterswijk‐Oost. 

    Inrichting, inpassing, herstel en visualisatie  Uitvoeren herstelplan voor wallen, schansen en grachten  Beekherstel aansluiten bij behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden.  Beheer en gebruik 

Functieverandering  van  het  landelijk  gebied  positief  oppakken  als  economische  drager  voor  het  gebied  met  behoud  van  de  huidige  beeldkwaliteiten.  Nastreven  geïntegreerde  en  streekeigen(duurzame) ontwikkeling van land bouw, bosbouw, natuur en landschap, cultuurhistorie  en recreatie en toerisme. Er loopt een proefproject voor grensoverschrijdend cultuurtoerisme. 

Middelen  zoeken  voor  het  beheer  van  beeldbepalende  elementen  die  geen  economische  functie  meer  hebben,  maar  wel  sfeerbepalend  zijn,  zoals  waterputten,  hooibergen,  duiventillen,  boom  gaarden, boerentuinen en monumentale bomen.  Onderzoek, voorlichting en erkenning  Instellen gebied coördinator,  gemeenten permanent ondersteunen in voorlichting, met name vanuit  de provincie, draagvlak voor cultuurhistorie vergroten. Voorstel beleidsstrategie  Instandhouden cultuurhistorische identiteit  Op grond van streek‐ en bestemmingsplannen.  Ontwikkeling cultuurhistorische identiteit 

Aansluiten  bij  bestaande  initiatieven,  met  name  WCL,  landinrichting,  waterbeheer,  recreatie  en  cultuurtoerisme (grensoverschrijdend) en natuur en landschapsbeheer. (Feddes, 1999) 

Bijlage C. Flora, fauna en abiotiek