• No results found

Fataal ongeval als gevolg van vliegen boven een conflictgebied

Zoals al eerder aangegeven, is de oorzaak van een (fataal) ongeval minder relevant voor de inzet van hulpverleners op de grond. Zij zijn in principe bezig met de incidentbestrijding.

Maar voor een heleboel andere partijen die verbonden zijn aan de luchtvaart is dat anders.

Dat is mede de aanleiding geweest om deze handreiking te actualiseren, want ongeacht de oorzaak van een crisis hebben partijen met elkaar te maken en zullen zij al bij de

voorbereiding op een crisis moeten samenwerken. Of, zoals de OvV het treffend verwoordt:

“Safety en security zijn in de luchtvaart van oudsher gescheiden werelden, werelden met eigen wet- en regelgeving, waarvoor de verantwoordelijkheden bij verschillende partijen of afdelingen binnen een organisatie zijn belegd. Zoals de crash van vlucht MH17 heeft laten zien, zijn safety en security echter met elkaar vervlochten. Om de risico’s die gepaard gaan met het vliegen over conflictgebieden en andere risico’s op het snijvlak van safety en security zo goed mogelijk te beheersen, is nauwere samenwerking tussen beide werelden noodzakelijk.” (OvV, 2019)

Een handreiking die geschreven is voor hulpverleners in Nederland heeft in de regel een werkingsgebied dat samenvalt met de landsgrenzen. Het neerhalen van de MH17 heeft echter duidelijk gemaakt dat er sprake kan zijn van een ingrijpende crisis zonder één brokstuk op ons grondgebied. Na dit incident zijn er stappen gezet door EASA en ICAO om de informatievoorziening tussen staten onderling en tussen staten en relevante partijen binnen die staat (zoals luchtvaartmaatschappijen) te verbeteren en de risicobeoordeling beter te structuren. Zo zijn luchtvaartmaatschappijen nu beter in staat om een goede risicobeoordeling uit te voeren. Luchtvaartmaatschappijen zijn verantwoordelijk voor een veilige vluchtuitvoering102 en nemen vanuit deze verantwoordelijkheid besluiten over de te nemen vliegroutes. De overheid en Nederlandse luchtvaartmaatschappijen delen en bespreken dreigingsinformatie, zodat luchtvaartmaatschappijen, mede gebaseerd op deze informatie, een zo goed mogelijke risicoanalyse kunnen maken voor een veilige

vluchtuitvoering buiten het Nederlandse luchtruim. Het incident in Iran (zie tabel B7.3 hieronder) heeft laten zien dat dit soort fatale ongevallen niet zijn uit te sluiten, al was het alleen maar omdat mensen niet foutloos zijn: zo wijzen de meest bekende voorbeelden op een inschattingsfout van militairen op de grond.

Tabel B7.3 Voorbeelden van het incidenttype ‘vliegen boven conflictgebied’.

Vlucht Jaar Incident

Boeing 737 Ukraine International Airlines

2020 Crasht kort na de start in Iran na geraakt te zijn door een luchtdoelraket. Alle 176 inzittenden komen om het leven.

Boeing 777 Malaysia Airlines 2014 Het neerschieten van MH-17 met een Russische BUK-raket. Aan boord waren 298 mensen, van wie 193 met de Nederlandse nationaliteit. Geen overlevenden.

102 ICAO Annex 6, deel I, Tenth Edition, July 2016.

Airbus A300 Iran Air 1988 Wordt met een luchtdoelraket vanaf de USS Vincennes boven de Perzische golf neergeschoten. Alle 290 inzittenden komen om het leven.

Concrete aandachtspunten voor de hulpverlening

> Dit incidenttype gaat over incidenten (kaping, sabotage, vliegen boven conflictgebieden) waarover bij aanvang van het incident nog heel weinig bekend is. Een toestel is

misschien gekaapt of van de radar verdwenen; veel meer wordt pas duidelijk na verloop van tijd. Dit maakt een precieze alarmering en opschaling lastig, omdat het gros van de alarmeringen gekoppeld is aan een incidenttype. Zolang de aard van het incident niet duidelijk is, kan ook de respons niet gestart worden.

> De vraag of het incident al dan niet bewust veroorzaakt is, maakt voor de hulpverlening in beginsel geen verschil. Zeker bij het neerstorten van een vliegtuig zal het beeld hetzelfde zijn als bij de scenario´s die vallen onder `luchtvaartongeval´ en de daar beschreven varianten.

> Het advies is, om al bij de planvorming de partners via scenario’s meer met elkaar vertrouwd te laten raken. Met name op de raakvlakken van safety en security moeten partners via oefening onderzoeken welke aspecten een effectieve hulpverlening in de weg kunnen staan. Eventuele tegenstellingen in belangen moeten geadresseerd worden en (pragmatisch) opgelost. De respons van alle betrokkenen bij kaping is bijvoorbeeld wezenlijk anders dan bij sabotage. Het (samen) denken in scenario´s helpt bij de (mentale) voorbereiding op (nog) onbekende situaties.

> Alle partijen die betrokken zijn bij de hulpverlening op de grond moeten zich ervan bewust zijn dat de ongevalslocatie zo snel mogelijk moet worden beveiligd en dat eventuele brokstukken niet verplaatst mogen worden, tenzij dit voor de acute hulpverlening noodzakelijk is.

> De kans is om meerdere redenen groot dat dit soort incidenttype in het buitenland plaats vindt. Dit heeft als gevolg dat verwanten van (Nederlandse) passagiers, pers en media naar de luchthaven (van vertrek / aankomst) komen voor meer informatie. Dit kan betekenen dat er snel een ontvangstplek moet worden ingericht, nog voordat er meer details bekend zijn.

Bijlage 8 Openbare orde en (vlieg)veiligheid

Het incidenttype ‘Openbare Orde en (vlieg)veiligheid’ is toegevoegd aan deze handreiking vanwege een toenemend aantal incidenten op of rondom een luchthaven die effecten hebben op de openbare orde en veiligheid op die luchthaven en op haar directe omgeving.

In aansluiting op paragraaf 2.7 geeft deze bijlage achtergrondinformatie over de drie daar besproken categorieën, te weten:

1

. Incidenten die invloed hebben op de vliegveiligheid

Factoren die de vliegveiligheid beïnvloeden zijn heel divers. Ze kunnen technisch van aard zijn, maar ook een natuurlijk karakter hebben, zoals sneeuw of ijs en vogels. Dit zijn

oorzaken die een vliegtuigongeval kunnen veroorzaken zoals bijvoorbeeld beschreven onder het incidenttype: ‘Vliegtuigongeval binnen zone 1 en zone 2’. Bij dit OOV-incidenttype gaat het om acties van personen die onbewust van de mogelijke effecten dan wel moedwillig de (vlieg-)veiligheid op of rondom een luchthaven in gevaar brengen. Dit kan door bijvoorbeeld een drone te laten vliegen boven de luchthaven of het schijnen met een laserpen in de cockpit.

2.

Procesverstoring op de luchthaven met effecten op en buiten het luchthaventerrein Een luchthaven verwerkt dagelijks passagiers en vracht. Dat verloopt alleen soepel als alle (deel)processen goed op elkaar zijn afgestemd. Een procesverstoring leidt al snel tot vertraging en een ‘ophoping’ van passagiers. In het ergste geval dreigt die ophoping de capaciteit van de luchthaven te overstijgen en zijn er maatregelen nodig om het probleem beheersbaar te houden, zoals crowd management, communicatie, verkeersregulatie, et cetera. Voorbeelden die in deze bijlage worden toegelicht, zijn: brandstofstoring en stroomstoring.

3.

(Bewuste) bedreiging van de veiligheid op een luchthaven

Onder deze categorie vallen bijvoorbeeld een bomdreiging en het daadwerkelijk laten afgaan van een explosief op een luchthaventerrein. Maar ook een grote demonstratie brengt in theorie risico’s met zich mee. ‘(Bom)dreiging’ en ‘explosie’ hadden ook ingevoegd kunnen worden bij paragraaf 2.6, Securitygerelateerd incident. Een relatie met terrorisme en sabotage is namelijk goed denkbaar. Een belangrijke reden voor het onderscheid, is dat paragraaf 2.6 betrekking heeft op een vliegtuig en het hier gaat over safety- en security- effecten binnen de infrastructuur van een luchthaven. Zo zal een bommelding op een specifieke vlucht vooral effect hebben op die ene vlucht, terwijl een bommelding in de terminal een effect kan hebben op meerdere vluchten en ook effecten tot gevolg zal hebben buiten de luchthaven.

In tabel 8.1 op de volgende pagina staan enkele voorbeelden van de bovengenoemde drie categorieën in chronologische volgorde.

Tabel 8.1 Voorbeelden van het incidenttype ‘Openbare orde en Veiligheid’

Plaats / luchthaven Jaar Incident

Haarlemmermeer - Schiphol

2019 Verstoring van de brandstofvoorziening. Vliegverkeer van en naar de luchthaven verstoord.

Haarlemmermeer - Schiphol

2018 Stroomstoring buiten de luchthaven met initiële effecten op de luchthaven en secundaire effecten op de openbare orde en veiligheid.

Gatwick (UK) 2018 Dreiging door de aanwezigheid van drones rond de luchthaven.

Hierdoor een ernstige verstoring van het vliegverkeer.

Brussel (Zaventem) 2016 Een terroristische daad op een luchthaven: de bomaanslagen in Brussel in maart 2016.

Zaandijk 2015 Drie mannen zijn door de politie aangehouden omdat ze een politiehelikopter beschenen met een laserpen.

Haarlemmermeer - Schiphol

2012 Bommelding in 2012. De vondst van een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog.