• No results found

Factoren die verband houden met de tevredenheid van partijen

In document rechtelijke bestuurs (pagina 90-93)

5.3.1 Partijkenmerken

Een al dan niet blijvende relatie

Bij kleine vorderingen blijken partijen die een blijvende relatie met elkaar hebben, significant vaker tevreden te zijn over de gang van zaken bij hun mediation dan partijen tussen wie de relatie niet blijvend is (McEwen en Maiman, 2001).90

Achterstandspositie

Uit Amerikaans onderzoek naar mediation in civiele zaken blijkt dat partijen door hun etnische achtergrond of sekse ook bij mediation in een

bevoorrechte of nadelige positie kunnen verkeren. Bovendien zijn in de VS verschillen in tevredenheid over mediation gevonden tussen partijen die tot etnische minderheden behoren en blanken, en tussen mannen en vrouwen. Een bevoorrechte of achterstandspositie van een partij bij mediation blijkt echter geen verband te houden met diens tevredenheid (Hermann e.a., zie Galanter en Cahill, 1994).

Galanter en Cahill (1994) plaatsen bij deze bevindingen echter de volgende kanttekening. De verschillen in tevredenheid over mediation van diverse categorieën partijen behoeven niet alleen verband te houden met verschillen in het verloop en het resultaat van mediation. Deze verschillen in

tevredenheid kunnen ook samenhangen met verschillen in het type conflicten waarin de diverse categorieën partijen zijn verwikkeld en met verschillen in hun relatie met hun wederpartij.

90 Van de partijen in Maine die een blijvende relatie met elkaar hadden, gaf 80% aan dat zij overwegend of helemaal tevreden waren over hun ervaringen met mediation, tegenover 65% van de partijen die een eenmalig contact hadden met hun wederpartij of van wie de relatie met hun wederpartij inmiddels was beëindigd. Dit verschil is significant (McEwen en Maiman, 2001).

5.3.2 Fase van procedure waarin mediation plaatsvindt Voorlopige voorziening

Uit Nederlandse experimenten met mediation in scheidings- en

omgangszaken blijkt dat partijen die een voorlopige voorziening hebben aangevraagd minder vaak tevreden zijn over mediation dan degenen die dat niet hebben gedaan (Chin-A-Fat en Steketee, 2001).

5.3.3 Context en kenmerken van mediation

Er zijn – indirect – aanwijzingen dat er een negatief verband is tussen enerzijds evaluatieve mediation en de aanwezigheid van advocaten en anderzijds de tevredenheid van partijen. Uit een Amerikaanse

overzichtsstudie blijkt namelijk dat partijen van grote civiele zaken (meer dan $ 5000) significant minder vaak tevreden zijn over de gang van zaken bij mediation en over de oplossing van hun geschil dan partijen van andere civiele zaken, zoals kleine vorderingen en familiezaken (Shack, 2002).91

Mogelijke verklaringen zijn dat advocaten in de VS veel vaker aanwezig zijn bij mediation in grote civiele zaken dan bij die in andere zaken. Bovendien wordt bij grote zaken vaker gebruik gemaakt van evaluatieve mediations dan bij de overige zaken waarbij mediation gewoonlijk louter faciliterend is (zie paragraaf 1.4).92

Introductiebijeenkomst vooraf

Bij echtscheidingszaken blijken partijen die een introductiebijeenkomst voorafgaand aan hun mediation hebben bijgewoond, significant vaker tevreden te zijn over de gang van zaken (Keilitz e.a., 1992). Keilitz e.a. leiden daaruit af dat voorlichting vooraf van invloed kan zijn op de attitude van partijen tegenover het mediationproces. Voorlichting vooraf blijkt echter geen verband te houden met de tevredenheid van partijen over de oplossing van hun geschil (Keilitz e.a., zie Pearson, 1994, p. 75).

Vrijwillige of verplichte mediation

Bij kleine vorderingen en gezags- en omgangszaken blijken partijen die (min of meer) verplicht aan mediation deelnamen even vaak als partijen die dat

91 Uit deze overzichtsstudie blijkt dat het percentage mediations waarbij partijen tevreden zijn bij grote civiele zaken varieert tussen de 48% en 82% met een mediaan van 55%. Bij alle andere typen civiele zaken varieert het percentage mediations waarover partijen tevreden zijn tussen de 64% en 90% met een mediaan van 82% (Shack, 2002).

92 informatie verstrekt aan de auteur door mrs. Jennifer Shack, director of Research Center for analysis of ADR systems.

geheel vrijwillig doen tevreden te zijn over mediation (Pearson en Thoennes, 1989; McEwen en Maiman, 2001). 93

Besproken onderwerpen

Bij echtscheidingszaken maakt het voor de tevredenheid van partijen weinig uit of de mediation slechts op gezags- en omgangskwesties of ook op de verdeling van de eigendommen en de alimentatie betrekking heeft (Keilitz e.a., zie Pearson, 1994).

5.3.4 De mediator

Ervaring

Bij de Nederlandse evaluaties van mediation in echtscheidings- en

omgangszaken is geen verband gevonden tussen de ervaring van de mediator en de tevredenheid van partijen over mediation (Chin-A-Fat en Steketee, 2001, p. 213 en 221).

Meldingsplicht tegenover het gerecht

Soms heeft de mediator meldingsplicht tegenover het gerecht. Dit houdt in dat de mediator bij afgebroken mediations aan het gerecht moet melden waarom partijen niet tot een akkoord zijn gekomen. Bij een Amerikaans onderzoek van Depner (zie Pearson, 1994) naar mediation in

echtscheidingszaken is geen samenhang gevonden tussen een dergelijke meldingsplicht van de mediator en de tevredenheid van partijen over mediation. (Depner e.a., zie Pearson, 1994).

Mediator in dienst van het gerecht

Uit het Amerikaanse onderzoek van het NCSC naar echtscheidingsmediation blijkt dat partijen die gebruik maken van een externe mediator, dat wil zeggen een mediator die niet aan het gerecht is verbonden, even vaak tevreden zijn over de gang van zaken bij hun mediation als partijen die gebruik maken van een aan het gerecht verbonden mediator. Partijen met een externe mediator zijn echter vaker tevreden over de oplossing van hun geschil dan partijen met een mediator die bij het gerecht in dienst is (Keilitz e.a., 1992; Keilitz e.a., zie Pearson, 1994). Keilitz e.a. komen op grond daarvan tot de conclusie dat het inschakelen door het gerecht van een externe

instantie die de mediation voor zijn rekening neemt, uitvoerbaar is. Het is daarbij, aldus Keilitz e.a. (1992), wél van belang dat de externe instantie het gerecht kan garanderen dat de mediators voldoende zijn gekwalificeerd. Bovendien moet het gerecht duidelijke procedures vaststellen voor

93 Bij het Denver Custody Mediation Project vond deelname aan mediation in gezags- en omgangszaken op basis van vrijwilligheid plaats en bij het Conciliation Court in Los Angeles was deelname daaraan verplicht. Zowel in Denver als in Los Angeles was drie kwart van de deelnemers tevreden over de mediation. In beide plaatsen gaf namelijk drie kwart van de partijen aan dat zij anderen, zo nodig zouden aanraden aan mediation deel te nemen en gaf drie kwart te kennen voorstander te zijn van verplichte mediation (Pearson en Thoennes, 1989).

doorverwijzing en feedback, en over de mogelijkheden beschikken om toe te zien op de effectiviteit van de mediation, aldus Keilitz e.a.

Partijen onder druk zetten

Zoals vermeld in paragraaf 4.1.4 is bij onderzoek naar mediation in

vorderingen en echtscheidingszaken gebleken dat partijen die ontevreden zijn over hun vaststellingsovereenkomst vaker melden dat zij door de mediator onder druk zijn gezet om tot een compromis te komen (Pearson en

Thoennes, 1989; Vidmar, zie Kressel en Pruitt, 1989; Vidmar, zie Galanter en Cahill, 1994).

In document rechtelijke bestuurs (pagina 90-93)