• No results found

F ISCALE ASPECTEN

11.7 (JAAR)VERGADERING VAN DE PARTICIPANTEN

12. F ISCALE ASPECTEN

De belastingwetgeving, jurisprudentie en de dagelijkse praktijk zijn aan verandering onderhevig. Daarom is het belangrijk notie te nemen van de fiscale aspecten met betrekking tot deelname in het Fonds. De informatie in dit hoofdstuk is opgesteld naar de stand van de wetgeving, jurisprudentie en beleidsregels op 1 oktober 2019 en geldt daarom onder voorbehoud van latere wijzigingen – die al dan niet met terugwerkende kracht door de wetgever kunnen worden doorgevoerd.

De informatie in dit hoofdstuk is algemeen van aard en mag niet worden opgevat als advies. De fiscale behandeling van de Participaties in het Fonds is onder meer afhankelijk van de fiscale positie van de Participant. Belastingwetgeving uit hoofde van het woonland van de Participant dan wel het land waarin de Participaties worden uitgegeven kan invloed hebben op de inkomsten uit de Participaties. Potentiële beleggers in het Fonds wordt dan ook aangeraden een professionele belastingadviseur te raadplegen alvorens te participeren in het Fonds. Uitgangspunt bij het opstellen van de algemene informatie in dit hoofdstuk is de deelname in het Fonds voor een voor fiscale doeleinden in Nederland gevestigde/woonachtige vennootschap/natuurlijk persoon.

12.1 BELASTINGPOSITIE FONDS

In de Fondsvoorwaarden wordt bepaald dat Participaties uitsluitend aan het Fonds kunnen worden overgedragen, waarvoor de toestemming van de Beheerder is vereist. Hierdoor wordt het Fonds als fiscaal transparant aangemerkt. De Belastingdienst heeft bevestigd dat het Fonds voor de heffing van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en dividendbelasting transparant is.

Fiscale transparantie houdt in dat het Fonds niet zelfstandig belastingplichtig is: iedere Participant wordt afzonderlijk belast voor zijn aandeel in de bezittingen, schulden en resultaten van het Fonds op basis van zijn deelgerechtigheid in het Fonds. De wijze waarop een Participant wordt belast is afhankelijk van zijn persoonlijke fiscale positie. De fiscale transparantie brengt met zich mee dat waar wordt gesproken van Participatie voor fiscale doeleinden kan worden gelezen: het pro rata gedeelte in de bezittingen en schulden van het Fonds. Toetsing van de fiscale transparantie geschiedt uitdrukkelijk niet uitsluitend aan de hand van de Fondsvoorwaarden, maar mede aan de hand van de feiten. Aan de fiscale transparantie kan afbreuk worden gedaan, indien in strijd met de Fondsvoorwaarden wordt gehandeld.

Op grond van de Fondsvoorwaarden kunnen Participaties in het Fonds uitsluitend worden overgedragen aan het Fonds (ten titel van inkoop) en de bloed- en aanverwanten in de rechte lijn van de Participant.

Voor de inkoop en uitgifte van Participaties door het Fonds is de toestemming van alle Participanten, alsmede de Beheerder vereist. De overdracht van Participaties aan bloed- en aanverwanten in de rechte lijn van de Participant kan evenwel plaatsvinden zonder toestemming van de Participanten en de Beheerder.

85 12.2 FISCALE BEHANDELING VAN DE PARTICIPANTEN

In beginsel valt de Participatie voor particulieren in Box 3. Neemt de particuliere Participant echter als ondernemer of resultaatgenieter (van resultaat uit overige werkzaamheden) deel, dan behoort de Participatie mogelijk tot Box 1. Participanten waarbij de Participatie niet in Box 3 valt worden geadviseerd de eigen belastingadviseur te raadplegen omtrent de eventuele fiscale voordelen.

Het belastbare inkomen in box 3 wordt bepaald middels een forfaitair rendement. De hoogte van het forfaitaire rendement is afhankelijk van de rendementsgrondslag. De rendementsgrondslag is de waarde van de bezittingen gesaldeerd met de schulden, rekening houdend met het heffingsvrije vermogen en de schuldendrempel. Het heffingsvrije vermogen bedraagt € 30.360. Het belastbare inkomen c.q. forfaitaire rendement wordt belast tegen 30%. Daadwerkelijk gerealiseerde rendementen blijven in box 3 onbelast, hoewel ze in het jaar erop onderdeel van de rendementsgrondslag uit kunnen gaan maken als ze op 1 januari (peildatum) nog in enige vorm in bezit zijn.

Schijf Grondslag sparen en beleggen Forfaitair rendement Effectief belastingpercentage

1 Tot en met € 71.650 1,94% 0,58%

2 Van € 71.651 tot en met € 989.736 4,45% 1,33%

3 Vanaf € 989.737 5,60% 1,68%

Het forfaitaire rendement zal jaarlijks kunnen worden aangepast op basis van gerealiseerde rendementen en de gemiddelde rentestand.

Participanten/rechtspersonen

Voor fiscale doeleinden in Nederland gevestigde en aan Nederlandse vennootschapsbelasting onderworpen

rechtspersonen zoals de NV en de BV betalen vooralsnog 19% vennootschapsbelasting over de eerste

€ 200.000 aan belastbare winst en 25% vennootschapsbelasting over het meerdere. De fiscale wetgever is voornemens deze tarieven stapsgewijs te verlagen naar 15% respectievelijk 20,5% in 2021.

Het aandeel van de participerende rechtspersoon in een positief resultaat van het Fonds, waaronder begrepen eventuele vermogenswinsten bij vervreemding van het vastgoed, wordt begrepen in de belastbare winst en aldus belast tegen (vooralsnog) maximaal 25% vennootschapsbelasting. Het aandeel van een participerende rechtspersoon in een negatief resultaat van het Fonds, waaronder begrepen een verlies bij vervreemding van het vastgoed, is aftrekbaar van de belastbare winst, maar tot maximaal het bedrag van de Deelnamesom van de door de participerende rechtspersoon gehouden Participaties.

Herinvesteringsreserve

Onder bepaalde voorwaarden kan een reeds door een Participant gevormde herinvesteringsreserve worden afgeboekt op de aan de Participaties toerekenbare fiscale boekwaarde van de Woningportefeuille. Voor het aanwenden van een herinvesteringsreserve gelden bepaalde voorwaarden. Participanten worden geadviseerd in voorkomende gevallen de eigen belastingadviseur te raadplegen.

86 12.3 OVERDRACHTSBELASTING

Met de verkrijging van Participaties in het Fonds wordt een aandeel in de Woningportefeuille verkregen.

Aldus kan de verkrijging van Participaties in beginsel als een voor de overdrachtsbelasting belastbare verkrijging van de economische eigendom van het onderliggende vastgoed worden aangemerkt. Indien echter sprake is van een verkrijging van rechten van deelneming in een beleggingsfonds of een fonds voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 Wft, is slechts overdrachtsbelasting verschuldigd als aan enkele voorwaarden is voldaan.

De belangrijkste voorwaarde is – kort gezegd – dat de verkrijger een belang van ten minste één derde verkrijgt in het beleggingsfonds of een fonds voor collectieve belegging in effecten. Bij dit laatste geldt dat Participaties gehouden door verbonden lichamen en natuurlijke personen, inclusief bepaalde bloed- en aanverwanten, meetellen bij het bepalen van het één derde belang. Ook verkrijgingen ingevolge samenhangende overeenkomsten en verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren tellen mee.

Uit de wet vloeit derhalve voort dat een Participant in het Fonds alleen overdrachtsbelasting verschuldigd is bij de verkrijging van een totaal belang in het Fonds van ten minste één derde deel. In alle andere gevallen resulteert de overdracht van een Participatie niet in de heffing van overdrachtsbelasting.

12.4 ERFBELASTING

In geval van overlijden van een particuliere Participant maakt de waarde in het economische verkeer van de Participatie onderdeel uit van de nalatenschap en is daarmee onderworpen aan de heffing van erfbelasting.

De hoogte van het tarief, variërend van 10% tot 40%, alsmede de toepassing van eventuele vrijstellingen, is afhankelijk van de mate van verwantschap.

12.5 DIVIDENDBELASTING

Het Fonds is fiscaal transparant en belegt niet in effecten of andere financiële instrumenten die zijn onderworpen aan dividendbelasting. Er zal zodoende geen sprake zijn van inhouden dan wel verrekening van enige bronheffing.

12.6 INVULINSTRUCTIE

Na afloop van ieder kalenderjaar ontvangen de Participanten van de Beheerder een invulinstructie voor het doen van de aangifte inkomsten- of vennootschapsbelasting.

87