• No results found

Externe maatregelen

en de reactie op incidenten

5.4 De reactie van bedrijven op individuele normovertredingen De mate van beveiliging is, zoals wij al hebben gezien, mede

5.4.2 Externe maatregelen

Als het gaat om externe maatregelen, kan een bedrijf ervoor kiezen aangifte te doen, een extern recherchebureau, een verzekeraar of andere deskundigen in te schakelen, of bijvoorbeeld omwonenden of brancheor-ganisaties in te lichten. Bij veel incidenten zal men echter ervoor kiezen om deze vooral intern af te handelen. De belangrijkste reden hiervoor is dat bedrijven willen voorkómen dat ze imagoschade oplopen. Alleen wanneer dit nodig is, zullen bedrijven met incidenten naar buiten treden. Het meest voor de hand ligt hierbij het inschakelen van de politie door het doen van aangifte.

Aangifte

In geval van inbraak geeft 93% van de bedrijven aan hiervan aangifte te doen. Het is niet vreemd dat dit minder vaak gebeurt in het geval van verduistering (in 61% van de gevallen). Dit beeld wordt ook bevestigd door verzekeraars en de politie. Bij een claim richting de verzekeraar is het bedrijf immers verplicht om aangifte te doen. Bij een verduistering zal het echter vaak om kleinere hoeveelheden gaan, zal lang niet altijd een verdachte in beeld zijn en weegt het doen van aangifte en het indienen van een claim mogelijk niet op tegen de opbrengst, de imagoschade en de rompslomp eromheen.

Op Schiphol (80%) en in Rotterdam (77%) zeggen de bedrijven echter vaker aangifte te doen van een geval van verduistering dan in de rest van de Randstad (62%), Noord-Brabant/Limburg (52%) en de rest van Nederland (50%). Het maakt daarbij weinig uit om wat voor bedrijf het

WODC_235_5.indd Sec8:138

139

Preventieve maatregelen en de reactie op incidenten

gaat. Wel is het soort goederen van invloed. Van de bedrijven met goede-ren met een hoog risico doet 71% aangifte tegenover 43% van de bedrijven met goederen met een gemiddeld risico. Vaker dan uit informatie van de opsporingsdiensten kan worden opgemaakt, geven bedrijven dus aan aangifte te doen. Hierbij zal meespelen dat gevallen van verduistering die niet aan politie en verzekering zijn gemeld, mogelijk ook minder tijdens het interview werden gerapporteerd. Angst voor imagoschade kan hierbij een rol hebben gespeeld.

Van de andere normovertredingen wordt relatief heel weinig aangifte gedaan. Alleen bij overvallen (met interne betrokkenheid) en bij illegale handel werd bijna altijd aangifte gedaan. In het geval van geweld op de werkvloer gebeurde dit in 5 van de 15 gevallen. Bij vervalsing deed men in 5 van de 22 gevallen aangifte. Bij alle overige normovertredingen doet men zelden aangifte en kiest men ervoor de problemen intern op te lossen. Dit kan drie dingen betekenen. Enerzijds speelt zoals gezegd imagoschade een rol. Bedrijven zullen dan ook vooral bij kleine inciden-ten liever proberen zelf de problemen op te lossen. Anderzijds kan dit duiden op een gebrek aan vertrouwen in de politie. Hierop komen wij verderop nog terug. Ten slotte kunnen bedrijven ervan afzien aangifte te doen omdat er geen noodzaak is (bijvoorbeeld omdat het hen niks oplevert).

Inschakelen particulier recherchebureau of accountant

Een kwart van de bedrijven geeft aan in geval van inbraak een parti-culier recherchebureau in de arm te nemen. Volgens Van Dijk et al. (1999, p. 97) doen zij dit in gevallen van interne fraude en verduistering soms liever dan de politie in te schakelen. Het is niet gek dat dit met name wordt gedaan door de grote bedrijven omdat dit nu eenmaal een kostbare aangelegenheid is. Zij doen dit in 33% van de gevallen. Dit geldt ook voor bedrijven met risicovolle goederen. Ruim eenderde van deze bedrijven (36%) roept in geval van inbraak de hulp in van een particulier recherchebureau. In geval van verduistering doet men dit in veel minder gevallen omdat de schade gemiddeld lager is. Voor wat betreft de andere normovertredingen gaf men alleen in het geval van het doorspelen van bedrijfsgegevens aan naar een particulier recherchebureau te zijn gestapt. Daarnaast roepen bedrijven in sommige gevallen de hulp in van (foren-sisch) accountants. Het aantal keren dat dit werd gerapporteerd is echter te laag om conclusies te verbinden aan de omstandigheden waaronder bedrijven dit doen.

Inschakelen verzekeringsmaatschappij

Bedrijven schakelen in het geval van incidenten soms ook de verzeke-ring in. Indien goederen ontvreemd of vermist zijn, zal het bedrijf de eigenaar van de goederen inlichten en die zal dan een claim indienen bij de verzekeringsmaatschappij. De complexiteit van de logistieke keten die

WODC_235_5.indd Sec8:139

al eerder aan de orde is gekomen, maakt dit echter tot een ingewikkelde aangelegenheid waarbij verantwoordelijkheden worden afgeschoven. Niet alleen is vaak onduidelijk wat waar is verdwenen, maar ook is vaak ondui-delijk wie waarvoor aansprakelijk is of kan worden gesteld. Als bijvoorbeeld bij de afnemer blijkt dat bepaalde goederen ontbreken, zal de hele keten moeten worden nagelopen om te ontdekken waar iets is mis gegaan. Mocht dit een groot grijs gebied zijn, dan zal er voor het bedrijf dat weet dat het intern is misgegaan, geen enkele stimulans zijn om dit kenbaar te maken. Erkenning dat de fout intern ligt, zal immers leiden tot imagoschade en aansprakelijkstel-ling. Een bedrijf zal dan ook alles eraan doen om dergelijke zaken intern te houden en geen aangifte te doen bij de politie.

De praktijk is dat bedrijven elkaar en hun eventuele onderaannemers aansprakelijk proberen te stellen. De bedragen die de verzekering uitkeert, liggen immers vaak veel lager dan de werkelijke waarde van de goederen omdat een verzekeringsmaatschappij de goederen slechts tot een bepaald bedrag per kilo vergoedt. De complexiteit van de keten zorgde ervoor dat in het verleden in veel gevallen de verlader gedupeerd werd of dat hij zijn aanvullende goederenverzekering moest aanspre-ken. Recentelijk zien bedrijven echter meer en meer een claimcultuur ontstaan, waarbij verladers of hun verzekeringsmaatschappijen probe-ren de logistiek dienstverleners of andeprobe-ren in de keten aansprakelijk te stellen. De verzekeringsmaatschappij is immers veel eraan gelegen om niet te hoeven uitkeren. In het geval sprake is van een grote schade door verduistering of inbraak, zal een expertisebureau namens de verzekeraar langskomen om te controleren of aan alle eisen voor het vervoer en de opslag van goederen is voldaan.53 Alleen dan kan een logistiek dienst-verlener zich beroepen op overmacht. Al onze bedrijven geven weliswaar aan goed te zijn verzekerd54, maar dit is alleen zo indien zij alle procedu-res strikt hebben gevolgd. In die gevallen dat de vervoerder zelf schade veroorzaakt of dit had kunnen voorkomen, is hij aansprakelijk. Het gevolg van deze ingewikkelde claimcultuur is dat verzekeringsmaatschappijen steeds hogere eisen gaan stellen aan het beveiligingsniveau van logis-tiek dienstverleners. Behalve het feit dat steeds hogere premies moeten worden betaald, nemen hierdoor ook de kosten voor het treffen van bevei-ligingsmaatregelen navenant toe.

Waar door logistiek dienstverleners onderaannemers worden ingescha-keld voor het transport, zullen ook deze transportbedrijven aan alle eisen moeten voldoen (waarbij de vraag kan rijzen wie voor deze maatregelen moet betalen). Hier zijn met name de kleinere transportbedrijven soms de dupe. De marges in het transport zijn immers klein, de beveiliging ervan is problematisch en de risico’s zijn groot. In het geval dat kleinere

53 Deze eisen verschillen afhankelijk van het soort goederen dat wordt verwerkt of vervoerd. 54 Hierbij moet wel vermeld worden dat het eigen risico soms zo hoog is dat dit door kleinere bedrijven

nauwelijks kan worden opgebracht.

WODC_235_5.indd Sec8:140

141

Preventieve maatregelen en de reactie op incidenten

transportbedrijven voor incidenten aansprakelijk worden gesteld, bestaat een gerede kans dat zij over de kop gaan.

Samenvattend kunnen wij stellen dat bedrijven vaker aangifte zeggen te doen dan wij op grond van onze expertinterviews zouden verwachten. Zeker in geval van een inbraak, overval of de handel in illegale goederen, geven bedrijven aan dit vaak te doen. Bij de motieven voor het doen van aangifte bij een inbraak spelen de omvang van de schade, de hoogwaar-digheid van de goederen en eisen van verzekeraars een belangrijke rol. In geval van verduistering geldt dit minder. Daarvan wordt door de relatief lagere schade en de afwezigheid van bekende daders veel minder vaak aangifte gedaan. Door de complexiteit van de keten is ook vaak onduidelijk bij wie de verantwoordelijkheid voor een vermissing ligt. Om een claim te voorkomen proberen bedrijven dan ook de schuld af dan wel door te schui-ven. Verzekeraars en verladers reageren hierop door steeds hogere eisen te stellen en strikt te controleren of procedures wel goed zijn gevolgd. Andere externe maatregelen worden minder genomen. Het inschakelen van een particulier recherchebureau gebeurt met name door de grotere bedrijven met risicovolle goederen.