• No results found

Dat zijn ex-vrouw heeft geprobeerd hem op diverse manieren te be-

be-heksen verbaast hem niet. Dat hoort bij haar manier van leven. Maar hoe heeft ze

het klaargespeeld talismannen en amuletten onder zijn bed en in de kast te krijgen?

Alleen de werkster zou Malika die dienst hebben kunnen bewijzen. Dat zou verklaren

waarom ze is weggegaan. Wat de ‘achtervolging’ betreft, daar kan hij maar moeilijk

in geloven, ook al weet hij dat het merendeel van zijn collega's jaloers op hem is en

hem niet kan uitstaan. Hoe kan de wens om kwaad te doen rechtstreeks op iemand

inwerken? Hij stelt zich voor dat zijn vijanden zich hebben verenigd met maar één

doel voor ogen: hem schade toebrengen en verhinderen dat hij voortgang boekt bij

zijn onderzoek. Maar dan moet die wens nog concreet worden gemaakt, worden

omgezet in feiten, in daden. Zijn vader zei altijd: ‘Het boze oog bestaat, zelfs de

Profeet zegt het’.

Hij zet al die gedachten uit zijn hoofd en gaat weer aan het werk. Ineens denkt

hij aan Bouazza. Hij ziet hem in zijn wollen djellaba, met zijn bril en zijn sikje die

hem op Trotsky doen lijken, en zegt bij zichzelf: ‘dat is waar ook, hij heeft niets meer

van zich laten horen.’ Hij maakt zich niet te veel zorgen over dat zwijgen en denkt

weer aan de reacties van zijn vrienden als die iets zouden horen over de stappen

die hij de laatste tijd heeft ondernomen. Hij stelt zichzelf gerust met het idee dat het

een gok is waar hij zich geen buil aan kan vallen. Het bovennatuurlijke bestaat.

Hekserij ook. Alle culturen bevatten ook een deel irrationaliteit. Als het inschakelen

van een charlatan hem kan beschermen tegen de haat van jaloerse collega's, zal

hij daar geen nee tegen zeggen. Natuurlijk rekent hij niet op Bouazza als het erom

gaat zijn wiskundig onderzoek tot een goed einde te brengen, of om Noufissa over

te halen hun relatie weer op te pakken, of om de werkster terug te laten komen, en

nog minder om hem sympathieker te maken in de ogen van al degenen die hem

zijn succes misgunnen. Het consult heeft voor hem de werking van een placebo.

Hij doet net of hij erin gelooft, maar tegelijkertijd laat hij twijfel in zichzelf toe. Eigenlijk

zou hij best graag willen weten of Bouazza werkelijk de macht heeft om de loop der

dingen te veranderen. Hij vraagt aan de informaticus of die zijn vriend eens wil

bellen. Hij schaamt zich. Hij voelt dat hij bezig is zijn principes te verloochenen,

maar tegelijkertijd is hij in verwarring en heeft hij er behoefte aan gerustgesteld te

worden. De reis naar Amerika staat voor de deur. Bouazza belt terug en stelt hem

een afspraak voor op donderdagavond, de dag dat hij het vliegtuig neemt.

‘Ik vertrek donderdagmorgen, kunnen we elkaar niet de dag ervoor zien?’

‘Dat wordt moeilijk. Dan ben ik nog niet klaar met uw geval, weet u, u bent een

gecompliceerd man, er lopen allerlei tegenstrijdige stromen

door u heen, u bent het mikpunt van steeds heftiger negatieve golven, ik heb zelden

zo'n gecompliceerd geval bij de hand gehad. Maar ik zal de nacht van dinsdag op

woensdag doorwerken, hopelijk heb ik dan het hele zuiveringssysteem voor elkaar

dat u nodig hebt...’

‘Wat voor ‘zuiveringssysteem’?’

‘Ik moet alle schadelijke invloeden die op u inwerken onschadelijk maken. Daarvoor

is het essentieel dat u onkwetsbaar wordt; tot nu toe was u namelijk een man onder

invloed. De duivel zit niet stil. U moet een serieuze bescherming hebben voordat u

vertrekt. De negatieve golven van uw tegenstanders worden verschrikkelijk op het

moment dat u iets doet wat u een nog grotere erkenning zal bezorgen.’

‘U hebt gelijk, dat symposium in Amerika is erg belangrijk. Het is van

doorslaggevende betekenis. Bovendien ben ik de enige Arabier die een dergelijke

ontdekking heeft gedaan. Dus u kunt zich wel voorstellen dat mijn vijanden er ziek

van worden. Arabieren houden er niet van als andere Arabieren succes hebben,

vooral niet op internationaal niveau.’

‘Zeg dat niet! We zijn erg trots op degenen die de Arabische en islamitische natie

eer aandoen in de wereld, maar er is ook altijd jaloezie bij minder succesvolle

mensen.’

‘We zijn een zieke samenleving. We zijn er sterk in om degenen die serieus werk

leveren onderuit te halen, kapot te maken. Dat moet maar eens worden erkend, we

moeten onszelf maar eens ter discussie stellen. Dat wij een onderontwikkeld land

zijn, dat onze stem tegenwoordig niet wordt gehoord in de wereld, ligt niet aan de

anderen, maar aan onszelf, het is óns probleem. Nu ja, laten we die discussie maar

een andere keer voortzetten. Ik verwacht u woensdagavond, rond zeven uur.’

Anwar was in een ambivalente stemming. Enerzijds verwierp hij het idee dat hij

‘onder invloed’ zou zijn, anderzijds wilde hij graag het kwaad met wortel en tak

uitroeien, het irrationele vrij baan geven en zien wat dat zou opleveren. Per slot van

rekening beschouwde hij het als een experiment in de sfeer van het vreemde en

ongefundeerde. Hij was heel benieuwd. Bouazza kwam op tijd. Bij het binnengaan

van de woonkamer deed hij zijn schoenen uit en zei tegen Anwar: ‘Hebt u de rituele

wassing verricht?’

‘Nee, waarom?’

‘We gaan samen bidden voordat ik u de briefjes geef die u nodig hebt voor uw

bescherming.’

‘Het spijt me wel, maar gebed is voor mij een strikt persoonlijke aangelegenheid.

Ik hoef niet samen met u te bidden.’

‘Nee, dit is een kwestie van persoonlijke overtuiging. Godsdienst moet binnenskamers

blijven, in de harten van de mensen, met godsdienst moet je niet te koop lopen.

Iedereen is zelf verantwoordelijk voor wat hij doet.’

‘Sta me toe dat ik bid.’

Bouazza haalde een wierookvat uit zijn tas, waarin hij verschillende soorten wierook