• No results found

De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, doeltreffendheid, ontwikkeling.

4.3.1 Evaluatiepraktijk Motivering

De school neemt de algemene visie op de evaluatiepraktijk over die is uitgeschreven door de

scholengemeenschap. Deze visie is eerder een visie op rapporteren dan op evalueren. Een schoolspecifieke visie, die gedragen wordt door alle teamleden, ontbreekt momenteel nog. Wel maakten de

zorgcoördinatoren een oplijsting van alle mogelijke evaluatievormen die gehanteerd worden op schoolniveau. Zo tracht de school aan te tonen dat ze doelgericht werkt. De school evalueert haar leergebieden via diverse kanalen. Voor alle leerlingen van de lagere school neemt ze de testen van het leerlingvolgsysteem af voor wiskunde en spelling, screent ze het leesniveau, neemt ze methodegebonden toetsen af, evalueren de leerlingen van het vijfde leerjaar samen met de leerlingen van het tweede leerjaar het leesmoment aan de hand van een evaluatiefiche en nemen de leerlingen van het zesde leerjaar deel aan externe toetsen.

In de kleuterafdeling gebeurt de evaluatie in december, februari en mei en baseren de kleuterleidsters zich vooral op observaties.

De school evalueert op geregelde tijdstippen het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen.

De school biedt verschillende structuren aan om de evaluatiepraktijk te ondersteunen. Er is intern overleg tussen de zorgcoördinatoren onderling en tussen de zorgcoördinatoren en de leerkrachten met betrekking tot de resultaten op evaluatieproeven. De zorgcoördinatoren bieden de nodige ondersteuning bij

tegenvallende resultaten. Indien nodig doet de school beroep op het CLB om de evaluaties verder te bespreken en op te volgen.

De leerkrachten gebruiken zowel permanente evaluatie (formatieve evaluatie) als summatieve evaluatie (na een langere onderwijsperiode) om de leer- en ontwikkelingsprocessen van de leerlingen na te gaan.

Het evalueren richt zich vooral naar kennis, regels en technieken. In mindere mate gaan de leerkrachten de doelen naar verwerkingsniveau na die het spontaan, gevarieerd en creatief toepassen van leerinhouden in allerlei situaties beogen. Ook bepaalde vaardigheden komen in mindere mate aan bod. De toepassing van heuristieken en de ontwikkeling van wiskundige attitudes bij het leergebied wiskunde zoals gegevens structureren, je eigen aanpak (durven) wijzigen, het toetsen van hypothesen, nadenken over eigen denken en handelen en dat van medeleerlingen is in de meeste klassen nog geen verworvenheid.

Voor het leergebied wereldoriëntatie heeft men in een aantal klassen, mede door het gebruik van een onderwijsleerpakket, aandacht voor doelen van hogere orde door het gevarieerd en spontaan aanwenden en toepassen van strategieën en houdingen.

Voor het leergebied lichamelijke opvoeding richt men zich voor de evaluatie in hoofdzaak tot vormen van harde evaluatie. Aan de hand van gestandaardiseerde observaties bij concrete vaardigheidsopdrachten worden vooral de motorische vaardigheden geëvalueerd en gerapporteerd. In mindere mate worden de doelen in verband met het ontwikkelen van een positief, realistisch zelfbeeld en het sociaal functioneren geëvalueerd. Zelfevaluatie en/of het beoordelen van elkaar is nog geen verworvenheid binnen dit leergebied.

De school bespreekt met de ouders op diverse tijdstippen de resultaten van haar evaluaties. Vanuit haar resultaten op externe toetsen, methodegebonden toetsen en eigen toetsen staat de school voldoende kritisch tegenover haar resultaten en is de bereidheid groot om zich te blijven ontwikkelen.

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

De school heeft een kernteam. De zorgcoördinatoren krijgen heel wat vrijheid. De directeur houdt zich bezig met het vormingsbeleid. De directeur hanteert een democratisch en gedeeld leiderschap.

De teamleden en de directeur overleggen bij het nemen van belangrijke beslissingen. Ze houden hierbij rekening met de mate waarin anderen in de school de beslissing ondersteunen.

Het personeelsteam beschikt over voldoende draagkracht en beleidsvoerend vermogen om een effectief en efficiënt schoolbeleid te ontwikkelen. De directeur is dagelijks aanwezig in beide vestigingsplaatsen. Er heerst een sfeer van collegialiteit onder alle leerkrachten. De schoolleiding houdt rekening met diverse menselijke factoren. De professionele en persoonlijke relaties tussen de teamleden worden ervaren als ondersteunend.

De directeur stimuleert de leraren om het pedagogisch project uit te voeren en maakt hier duidelijk gebruik van de expertise van alle leraren.

De school ervaart de contacten met het schoolbestuur, de ouders, het CLB en de scholengemeenschap als ondersteunend voor de schoolwerking. Zij doet dit via diverse kanalen.

Er is een gezamenlijke doelgerichtheid vanuit een richtinggevende visie die door de verschillende betrokkenen van de twee vestigingsplaatsen wordt gedragen.

De school volgt de onderwijsontwikkelingen en heeft een visie die door de teamleden wordt gedragen.

In deze school communiceert men stimulerend en ondersteunend via interne en externe communicatie- en overlegorganen. Er is voldoende ruimte voor informele communicatie. De communicatie met ouders is laagdrempelig. In deze school zijn de contacten met ouders dan ook zo ingericht dat men ze als

ondersteunend ervaart. Als leerkracht heeft men voldoende mogelijkheden om inbreng te hebben in besluitvormingsprocessen. De personeelsvergaderingen, overlegmomenten en werkgroepen verlopen doelgericht en leiden tot een besluitvorming die participatief tot stand komt.

De directie houdt bij beslissingen rekening met de mate waarin de leerkrachten beslissingen ondersteunen.

Kwaliteit wordt nagekeken op de verschillende leergebieden. De directeur houdt een aantal klasbezoeken bij de leerkrachten. Ze beperkt zich echter hierbij tot het inkijken van de documenten, bekijken van de klaswand … Leerkrachten die nog geen TADD (Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur) zijn krijgen een kort klasbezoek en daar wordt er wel een verslag gemaakt van de bijgewoonde activiteit.

De evaluatiepraktijk leidt vooral tot ondersteuning op niveau van de leerlingen en occasioneel tot herhaling van bepaalde leerinhouden op groepsniveau. Momenteel zijn er weinig initiatieven om beschikbare

leerresultaten te benutten op schoolniveau om sterke en verbeterpunten op te sporen.

De instroom van anderstalige leerlingen en van enkele anderstalige nieuwkomers is de aanzet om binnen de school bewuster na te denken over een talenbeleid. Om een kwaliteitsvol talenbeleid te ontwikkelen doet de school o.a. een beroep op de pedagogische begeleidingsdienst. Daarnaast zijn leerresultaten voor Nederlands en bevragingen bij leerlingen soms de aanleiding om het onderwijsaanbod en/of-organisatie bij te sturen. Initiatieven om het leesplezier bij te sturen, zijn hiervoor illustratief.

De school beschikt over een planning waarin de klemtonen staan rond de realisatie van gelijke

onderwijskansen. Het GOK-beleid is ook ingebed in het geheel van het zorgbeleid van de school. De school heeft een duidelijk beeld van de beginsituatie van de zorgleerlingen. De beeldvorming grijpt ze aan om leerlingspecifieke maatregelen te nemen zoals werken op basis van een individueel handelingsplan of op basis van een individueel curriculum. De SES-lestijden zelf benut de school om de oudste kleutergroepen of de eerste graad te ontdubbelen. Zo wil de school tegemoet komen aan het nastreven van gelijke

onderwijskansen voor de leerlingen.

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL