• No results found

De evaluatie van de projectinrichting i s g rotendeels gebaseerd o p gespre k k e n met de voo rzitter e n drie leden v a n h et Topberaad en de projectleider. Daar­

naast is gebruik gemaakt van schriftelij ke stukken die betre kking hebben o p d e projectinrichting e n vergaderstukken v a n h e t Topberaad.

I n d i t onde rdeel van de eva l uatie wordt gebruik g emaakt van het modulair basismodel uit de organisatietheorie van Kastele i n . De toevoegi n g modulair a a n het basismodel refereert aan h et uitgangspunt van de aute u r dat alle g rotere organisaties of interorga nisationele netwerken zijn samen gestel d uit i n principe complete en overeenkomstige organisatori sche modules van een beperkte omvang ( Kaste lein, J., Modulair organise ren . Tussen autonomie en c entrale beheersi n g . G ro ningen , 1 99 0 ) . Het is als evalu atiemodel ontwikkeld e n system atisch toegepast op ruim 60 p rojectorga nisaties.

Betreffende het basismodel heeft d e auteur vier soorten hypothesen

geformuleerd over de effectiviteit van p rojecto rgan isaties . In feite betreft het d e succes- en faa lfactoren voor projectorga n isaties .

I n het model zijn de factoren g eg roepeerd naar:

minimum vo o rwaarden waaraan p rojecten (o n geacht projecto pdracht of p rojectcondities) moeten volrJoen o m effectief te zij n ;

risico factoren die de effectiviteit n egatief k u n nen beïnvloeden;

middelen met behulp waa rvan de risic o ' s kunnen worden gecom penseerd ;

co ngruentievo o rwaarden d i e zorgen voor evenwicht tussen projectorga n i ­ s a t i e aan de ene k a n t , en d e p rojectopgave e n projectomstandig heden a a n d e andere .

6 . 1 Minimumvoorwaarden

Pagina 52

Projecten moeten volgens Kastelei n , ongeacht d e projectopdracht of projec­

to m sta ndigheden mi nimaal voldoen aan de volgende voorwaarden om effec­

tief te k u n ne n zij n :

toegang voor de p rojectorganisatie tot h et gea utoriseerde machtscentrum (-centra ) i n de staande organisati e ( s ) ;

besc h i k baarheid van een gegarandee rd minimum aan a rbeidscapaciteit e n middelen ;

h et besch i kken over elementaire samenwerkingsvaardigheden;

een ongeblo kkeerd g roepsproces;

een zekere urgentietoeken n i n g aan het project door betrokken machtscen­

tra , deelnemende specialisten e n h et betro kken vel d .

D o o r d e sa menstelling van h et To pberaad beschi kte de p rojectorganisatie over toegang tot de relevante machtsce ntra bij de betro kken departem enten , het Parket Generaal en de Raad voor de K i n d e rbeschermi n g .

I n mind ere mate geldt d i t voor de politie o mdat de politiefu nctio n a ris die deel uitmaa kte van het Topberaad, geen lid was van de raad van Hoofdcom mi ssa­

rissen . Daarbij komt dat voor d e politie i n feite geen sprake i s van een duide­

lijk m achtscentrum met hiërarchische bevoegdhede n . Dit geldt evenzeer voor d e H a lt-organisati e .

Aangezien h et projectbureau rechtstreeks onder d e voorzitter van h et Topbe­

raad va lt, h eeft het projectbureau over het alge meen slagvaardig kunnen operere n .

Voorts besch i kte het projectbureau over e e n gegarandeerd m i n i m u m aan arbeidsca paciteit en middelen .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Overigens zijn voor h et veld (de a rrondissementen) geen extra middelen be­

schikbaar. Daar bestaat i n het veld over het algemeen begrip voor, maar het wordt soms als belemmering voor het boeken van resultaten gezien. Met name het gebre k aan zitti ngscapaciteit bij de ZM wordt gezien als een knel­

punt waar extra middelen uitkomst zouden bieden .

De samenwerking srelaties van h et proj ectbureau zijn zowel i ntern als extern over h et algemeen van goede kwaliteit e n er is dan ook s p ra ke van een on­

geblokkeerd groepsproces.

Aan d e voorwaarde van u rgentie toekenning wordt zonder meer voldaan . Dit komt n iet alleen tot uitdrukking in de i nterviews d i e met leden van Topbe­

raad , projectbureau en in h et veld zijn g evoerd , maar ook in de doelstel ling die door d e staatssecretaris in de brief van 23 april 200 1 i s vastgeleg d . Bij h et bepalen v a n de doe lstelling i s er v o o r g ekozen de lat h o o g te leggen, met a l s belang rij kste ac hterliggend argum ent dat daarmee d e u rg entie van de problematiek zo d uidelij k mogelij k werd neergezet . In het Topberaad was men het e r mee eens dat voor een a m bitieuze doelstel l i n g is gekoze n . Volgens een van d e respo ndenten is " een politieke zweepslag " een bela ngrijke voorwaar­

de om d e keten partners prioriteit te laten toeken nen aan h et verkorten van doorlooptijd e n . Alle g eïnterviewden waren en zijn nog steeds van mening dat de Kalsbeeknorm i n p ri n c i pe haalbaar m oet zij n .

Samenvatten d k a n worden vastgesteld dat a a n d e minimale voorwaarden van de effectiviteit over h et alg emeen voldaan is. Een zwak punt is de toe­

gang tot h et m a c htscentrum bij de politie; overigens heeft dit meer te maken met d e i n richting van d e Nederlandse politie d a n met d e projectinrichti n g .

6 . 2 Risicofactoren

In algemene zin stelt Kastelein dat de effectiviteit van projecten wordt be­

d reigd door de volgende risicofactore n :

e e n lange doorlooptij d ;

g rote omvang van h et veld waarvoor h et p roject conseq uenties kan heb­

ben;

een omvangrijke projectorga n isatie;

g rote samengesteld heid : een g rote i nterne d ifferentiatie (verwevenheid van veel elementen binnen h et project) en een grote externe differentiatie (verwevenheid van veel elementen bin nen h et veld ) ;

meervou d i g h eid van het project (de mate waari n het project wordt ge­

kenme rkt door meerdere facetten a l s tec hnisc h , administrati ef, sociaa l ) ;

hardheid van h et project (de m ate waarin h et te rea li seren product con­

c reet, stoffelijk e n tastbaar is, of moeilijk g rijpbaar e n aan wijsbaa r) .

De doorlooptijd van h et ' project doorlooptijden ' is ongeveer twee jaar en daarmee, i n vergelij ki n g tot andere projecten, beperkt. Dit is ook een uitvloei­

sel van de hoge u rgentie die aan het project is toegeken d : er moet snel resul­

taat worden geboekt. Overigens is door versc h i l l ende respondenten aa ngete­

kend dat het p roject te vroeg is beëindigd en tot eind 2003 had m oeten doorlo pen .

Pagina 53 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Het veld waar h et project zich o p richt is breed . Een bela ngrij ke risicofactor dus, die sterk h eeft doorg e we rkt i n de werkwijze van het projectbure a u . Ge­

let op de omvang van het vel d , is de keuze van een ta melij k uniforme werk­

wijze voor d e versc hillende arrondissementen beg rijpe lij k .

De o mvang v a n d e projectorganisatie is beperkt e n hier i s duidelij k g e e n spra­

ke van een risicofactor .

De factor samengesteld heid i s , ondanks e e n g rote interne en externe diffe­

rentiatie, in dit p roject n iet als risicofactor aan te merke n . H et project is on­

derverdeeld i n twee hoofdlij n e n , die ieder weer onderverdeeld zijn i n meerde­

re projectonderdelen en d it ana lytische o nd ersc heid heeft i n de projectu itvoering goed gewerkt.

De m ee rvoudigheid is evenals d e samengesteldheid groot, maar h eeft de succesfactoren meer beïnvloed dan de samengesteldheid . Met name h et IT­

facet van het p roject h eeft pro blemen opgeleverd . Daa rbij kan worden aange­

tekend dat noch i n het projectbureau , noch i n h et Topberaad specifieke des­

kundigheid op IT-gebied aanwezig i s .

De activiteiten gericht o p h et u niformeren en verhogen v a n de betrou wbaar­

heid van i nformatie hebben weinig resultaat opgeleverd . Voor h et project doorlooptijden was h et te a m bitieus om landeli j ke automatiseringssyste men te willen verbetere n . E r i s onvoldoende rekening gehouden met h et feit dat aan passen va n deze systemen een zelfsta ndig project vereist waa rbij niet alleen reken i n g wordt gehouden m et h et belang meer zicht te krijgen op de doorlooptijden i n de jeugdstrafrechtkete n . H et Topberaad en het projectbu­

reau hadden er verstandig aan gedaan de meervoudigheid van het project in dit opzicht i n te perke n .

O p basis van de hoofddoelste l l i n g i s het ' project verkorti n g doorlooptijden ' een h a rd project. De i n stru menten die door het projectbureau zijn ontwikkel d , zijn e r o o k duidelij k op g ericht bij t e d ragen a a n het rea lise ren van de hoofd­

doelstelling.

Same nvatten d kan worden g esteld dat het beeld ten aanzien van de risico­

factoren duide lijk minçler g un stig is dan ten aanzien van de

m i n i m u mvoo rwaard e n . Belan g rij kste risi cofactoren zij n de omvang van het veld e n de meervoudigheid van het project.

6 . 3 Risicobeheersing

Pagina 54

K astelein vero nderstelt dat naa rmate de risi cofactoren g roter zij n , het ha nte­

ren van system e n voor p rojectbeheersing meer vereist i s o m toch een redelij­

ke kans op effectiviteit te behoud e n .

Instrumenten voor risicobeheersing zij n planning, budgettering, voortgangs­

controle en agendering/notu leri n g . De projectorganisatie h eeft i n d eze een aanpak gevolgd, waarin voortg a ngscontrole i n combinatie met u itgebreide schriftelijke verslaglegging van d e activiteite n , centraal hebben gesta a n . In het Topberaad i s steeds de voortg ang van de verschillende projectonderdelen besproken aan d e hand van notities en voortgangsrapportages van d e

p rojectleider e n medewerkers van h e t projecttea m . Ook extern wordt deze strategie van u itgebreide schriftelijke rapportage van de activiteiten gevolgd : de resultaten van de visitaties worden duidelijk vastgelegd en teruggekoppeld op d e betreffende orga n i satie s . Er heeft vanuit h et proj ectbureau geen

formele controle plaatsgevonden of voo rnemens van keten partners op arro ndissementaal niveau o o k daadwerkelij k zijn uitgevoerd . Va n u it het Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

mentaal niveau ook daadwerkelijk zij n u itgevoe rd . Vanuit het Pa rket G en eraal heeft richting de parketten wel formele controle plaatsgevonden, en h etzelfde geldt voor d e Raad van de K i n derbescherm i n g . De positi eve resu ltaten binnen deze orga nisaties ten aanzien van het verkorten van de doorlooptijden, dui­

den e rop dat deze formele controle een positief effect h eeft.

S a menvattend kan worden geconstateerd dat d e gekozen systematiek van de p rojectbeheersing i ntern goed h eeft gefunctioneerd .

T e n aanzien van d e ketenpa rt ners op a rro ndissementaal niveau kan worden geconstateerd dat d e combinatie van ' zachte ' voortgangscontrole door het p rojectbureau met een formele voortgangsco ntrole door het Pa rket Generaal en het hoofdka ntoor van d e Raad van d e Kinderbescherming, een beter te­

g enwicht vormt tegen de risicofactore n , dan alleen de ' zachte' voortgangs­

c on tro l e vanuit het projectbureau .

E e n i nteressante, maar helaas een niet te bea ntwoorden vraag is tot welke resultaten alleen formele voortgangscontrole geleid zou hebben .

6 . 4 Congruentie of passendheid

Noot 1 6

Pagina 55

H et modulaire basismodel vertrekt vanuit d e gedachte dat een p rojectorgani­

satie congruent of passend moet zijn m et de projectopgave en projectom­

standigheden in die zin dat naarmate :

de afstand tussen h et autoriserend machtscentrum en het veld groter is, d e projecto rganisatie meer voorzieningen moet bevatten o m die afsta nd te overbrug g e n ;

de afstand tussen de voor het binnen de beschi kbare tijd vervu llen van de opdracht benodigde deskundigheid e n d e beschi kbare deskundigheid i n h e t v e l d g roter is, de projectorganisatie m e e r voorzieningen moet bevatten o m die a fsta nd te overbruggen;

de i m p l icaties van het project voor het veld groter zij n , de p rojectorganisa­

tie meer voorzieni ngen moet bevatten voor het inschakelen van het veld bij h et project.

H et overbruggen van de ' afsta n d ' tussen d e torens i n Den Haag en het veld is een centraal element geweest i n d e aanpak van het p roject: wat men van­

uit Den Haag wilde i s via de visitaties op een directe e n persoonlijke wijze in het project gecommuniceerd . Hier ligt zonder twijfel één van d e belangrij kste voordelen van de ge kozen aanpak.

D e besc h i k ba re deskundigheid i n het veld va rieert i n sterke mate. Het pro­

jectbureau h eeft mede met het oog hierop g ekozen voor een strategie waarbij h et de bedoe l i n g was om best-practices uit arrondissementen te i n ventarise­

ren e n die voor andere arrondissementen ter beschikking te stellen . Deze aanpak is d u s vooral op informatie-overdracht gericht g eweest en niet of n a u welij ks o p h et verg roten van deskundig heid 1 6 .

Door mensen uit het veld in h et p rojecttea m te zetten is er zeker oog ge­

w eest voor d e betro kkenheid van h et veld bij h et project. Aangezien d e im­

p l icaties van h et project voor h et veld g root zijn ( i . c . verandering van

traditio-Een voorbeeld ter verduidelijking. De visitaties hebben onder meer geleid tot

aanbevelingen/richtlijnen voor samenstelling en functioneren van het APJ; hier is dus sprake geweest van mondelinge en schriftelijke informatie-overdracht. Om APJ ' s goed te laten functio­

neren zou het in sommige a rrondissementen ook zinvol geweest kunnen zijn om bepaalde vaar­

digheden bij voorzitters van APJ ' s te vergroten.

Evaluatie project verkorting doorlooptijd en jeugdstrafrechtketen DSP -groep

nele werkwijzen en ontwi kkelen van betere samenwerking met a ndere orga­

nisaties), zou het wenselijk geweest zijn dat de betrokkenheid van het veld ook op andere m a ni eren gestalte had gekregen; bijvoorbeeld door arrondis­

sementen zelf een rol te geven i n i nformatie-u itwisseling e n /of kenn isover­

dracht over verkorting va n doorlooptijd e n .

Daarnaast zijn i nformati seringsdeskundigen die bij de keten partners zelf wer­

ken opvallende afwezigen binnen de projecten .

Samenvatte n d kan worden vastgesteld dat vooral tegemoet is gekomen aan het overbruggen va n de afsta nd tussen H a agse mac htsce ntra en het veld . De congruentie had aanzienlijk g roter kunnen zijn als in de a a n pak meer rui mte was geweest voor maatwerk, waarbij goed presterende a rrondi ssementen een ro l i n de overdracht van kennis en ervari n g hadden k u n nen spelen en minder goed presterende arrondissementen ook gebruik hadden k unnen ma­

ken van a ctiviteiten gericht op deskundigheid sbevorderi n g .

6 . 5 Conclusies

De eerste twee onderzoeksvragen hebben betre kking op de randvoorwaarden waaraan het p roject m oet voldoen o m effectief te kunnen zij n . Uit de ana lyse aan de hand van het modulair basismodel van Kastelein b l ijkt dat aan mini­

mum voorwaarden voor effectiviteit g rotendeels is vol d a a n .

E e n kwetsbaar p u n t voor het p roject i s h e t ontbreken van e e n d uidelijk m ac htscentrum voor de politie , waardoor het voor het project m oeilijk i s o m invl oed op de politie u i t te oefenen .

De derde onderzoeksvraag luidt i n hoeverre de projectop d racht, gegeven de probleemanalyse en ra nd voorwaarden verta ald is naar de j u iste lijnen van aanpa k . Terugkij kend kan worden vastgesteld dat de wijze waarop i n het projectplan de arro n d i ssementale en orga nisatorische lijn is uitgewerkt, goed heeft aangesloten bij de probleemana lyse en randvoorwaarden .

Dit geldt i n veel m i n d ere mate voor de uitwerki n g van de l ijn van informatie­

voorzi ening. De subdoelstel l i n g , om o p landelij k ni veau tot verbetering te komen van de w ijze waarop gegevens over doo rlooptijden worden geregi­

streerd en o p elkaar aansluiten , was te hoog gegrepen. Er had beter gekozen kunnen worden o m het p roces van inzic htelijk maken van doorlooptijden door de ketenpartners op arrondissementaal n i veau te faci l iteren .

Op grond van de anal yse aan de hand van het model van K astelein kan ook de tiende onderzoeksvraag worden beantwoord , die betrekking heeft op de mate waarin de p rojectinrichting passend i s o m het proces dat op arrondis­

sementaai niveau m oet leiden tot verkorting van de doorlooptijden in gang te zetten en te faciliteren .

Door te kiezen voor een h a rde doelstelli n g , een relatief korte doorlooptijd en een beperkte omvang van de projecto rgan isatie, waar f u n ctionarissen uit het veld als deelprojectleider deel vanuit maakten , zijn gu nstige voorwaarden voor effectiviteit gec reëerd . Op twee mogelij ke risicofactoren i s bij de pro­

jectinrichting m i nder goed geanti cipeerd :

het veld waar het proj ect zich op richt is breed .

de meervoudigheid van het p roject en d a n met name h et I-traject.

De invloed van risic ofactoren kan worden beperkt door de toepassing van controle-mech anismen . De p roj ectorganisatie heeft gekozen voor een aanpak waarin voortg angscontrole in com bi natie met uitgebreide sch rifte l ijke verslag­

legging van d e activiteiten centraal stonden . Deze aanpak heeft i ntern

(bin-Pagina 56 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Pagina 57

nen Topberaad en projectbureau) goed gefunction eerd . Ten aanzien van de ketenpartners o p arro ndissementaal ni vea u kan worden geconstateerd dat de combi natie van " zachte" voortga ngscontrole i n combinatie met formele voortga ngscontrole door Parket Generaal en het hoofdkantoor voor de Raad voor de Ki nderbesc herming een beter tegenwicht vormt tegen de risicofacto­

ren dan alleen de zachte voortga ngscontrole vanuit het p rojectburea u . Als de geringe centra le sturingsm ogelijk heden ten opzic hte van de andere keten­

partners als een fait a compli wordt besc houwd, kan worden geconcl udeerd dat de gekozen risicobesc hermingstrateg i e passend is geweest .

Tenslotte is vastgesteld dat met de gevo lgde projecta anpak - en dan met name door middel van de vis itaties - in belangrijke m ate tegemoet is geko­

men aan het overbruggen van de afstand tussen Haagse machtscentra en het vel d .

D e congruentie had g roter kun nen zijn a l s er meer ruimte w a s geweest voor maatwerk voor d e arrondissementen . Dit had gerealiseerd kunnen worden door:

Naast informatie-overd racht m et name voor minder goed presterende a r­

ro ndissementen ook deskundigheidsbevo rderi ng als i n strument i n te zet­

ten .

Waar mogelijk deskundigen uit goed presterende arrond issementen in te zetten in overd racht van i nformatie en deskundigheid sbevordering aan m i nder goed presterende arrondissemente n .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep