• No results found

01-07-2003    Bram van Dijk, Pepijn van Amersfoort, Yvonne van Heerwaarden Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen – Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-07-2003    Bram van Dijk, Pepijn van Amersfoort, Yvonne van Heerwaarden Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen – Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen"

Copied!
71
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen

Amsterd a m , j u li 2003

Bram van Dijk

Yvonne van Heerwaarden P ep ij n van Amersfoort

(2)

Inhoudsopgave

Samenvatting

Evaluatie project "Verkorting doorlooptijden"

1 Inleiding

1 . 1 Aanleiding

1 . 2 Onde rzoe kso pzet

1 . 3 P robleemstelling en onderzoeksvragen 1 .4 O nderzoeksi nstr u menten

2 Hoofdlijnen project verkorting doorlooptijd en 2 .1 Or g a n isatiestructuur

2 . 2 Doelstell i ngen

2. 3 Uitwerking organ i satorische en arrondissementale lijn 2 . 4 D e i n formati evoorzieningsl ijn

2 . 5 Instrumenten

2 . 6 Concl usies

3 De ontwikkeling van de doorlooptijden 3 . 1 La ndelijke g egevens

3 . 2 Doo rlooptijden per arro ndissement e n per o rg a n i satie 3 . 3 Concl usies

4 Analyse resultaten van zes arrondissementen 4 . 1 I n leiding

4 . 2 D e z e s c a sussen 4 . 3 Concl usies

5 Evaluatie instrumenten

5 . 1 Draagvlak voor beoogde veranderingen 5 . 2 Toepassing in strumenten

5 . 3 Waardering visitaties e n nieuwsbrief 5 . 4 Concl usies

6 Evaluatie projectinrichting

6 . 1 M i n i m u mvoorwaarden

6 . 2 Risi cofactoren

6 . 3 Risicobeheersing

6 . 4 Congruentie o f passendheid

6 . 5 Conclusies

7 Conclusies en aanbevelingen 7 . 4 Aanbeveli n g en

Bijlagen

Bijlage 1 Samenstelling begel e i d i ngscomm issie Bijlage 2 Doorlooptij d en Bureau Halt

Bijlage 3 Lijst met a fkorti ngen

Bijlage 4 Lijst met g eïnterviewde personen

Pagina 2 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen

3

7 7 7 8 8

10 1 0 1 1 1 3 1 3 1 5 2 1

22 22 2 5 3 1

33 3 3 3 3 4 1

44 44 44 48 50

52 52 5 3 5 4 5 5 5 6

58 6 1

64 6 5 6 7 6 8

DSP - groep

(3)

Samenvatting

Evaluatie project "Verkorting doorlooptijden"

Hoofdlijnen project

In o pd racht van het W O D C van het Ministerie van Justitie heeft een evaluatie plaatsgevonden van het project " Verkorting doo rlooptijd en jeugdstrafrechtke­

ten " . De probleemstelling van dit onderzoek luidt: In hoeverre i s het project

" Verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtkete n " adequaat geweest in het bevorderen van het door de kete npartners behalen van de gestelde doel e n . H o e k a n verder worden gewerkt a a n het realiseren v a n de normtijden gedu­

rende de eindfase e n n a afloop van het project?

Het project is voorjaar 2001 gesta rt o m de snelheid van de j ustitiële reactie op strafbare feiten, gepleegd door m i nderja rigen, te verhogen . In con creto moet het project bevorderen dat in 2003 de no rmtijden zoals geste ld door de Staatssec reta ris va n Justitie (de 'Kalsbeeknorm') i n 80% van de zaken wordt gehaald .

Daarbij kunnen drie trajecten worden onderschei den:

1 Jongeren die een H alt-afdoening krijgen : 80% van hen moet binnen 60 dagen met de H a lt-vJerkzaamh edsn gest�Ht zijn,

2 Jong eren wiens zaak door het OM worden afgedaan ; 8 0 % moet binnen 3 maanden zijn afg e h a ndeld;

3 Jong eren die uitein delijk voor de rechter moeten versc hijne n : 80% moet bi nnen 6 maanden een vo n n i s toegewezen hebben gekreg e n .

Het project verkorting doorlooptijd e n wo rdt aangestuurd d o o r e e n Topberaad waarin de betrokken organisaties op manageme ntni vea u vertegenwo ordigd zij n . De uitvoering i s in handen van een projectleider van het Ministerie van Justitie en een p rojectbu reau, bestaande uit medewerkers (deel projectleiders) afkomstig uit ketenpartners : O M , politie, Raad voor de K i nderbesc herming, H a lt en Raad voor d e Rechtspraak.

Hoofddoelstelling van het project i s dat de keten partners d e Ka lsbeeknormen rea l i seren. I n het projectplan wordt aa ngegeven langs wel ke l ijnen deze doel­

stel l i ngen gerealiseerd m oeten word e n :

1 De organisatorische en arrond issementale lij n :

Verbeteren van de stroomlijning van (werk) processen binnen o rganisa­

ties en tussen o rganisaties op arrondi ssementaal n i vea u .

Verbeteren van de samen werking tussen alle betro k ken keten partners op arrondissementaal nivea u .

2 De lijn van de informatievoorziening :

U n iformeren e n verhogen van de betrouw baarheid van informatie, ten aanzien van de reg istratie, de onderlinge u itwisse l i n g en de oplevering van operationele stuurgegevens;

Landelijke periodieke ra pportages over de gerea l i seerde doorlooptijden per keten en per regio.

Centrale onderdelen i n het project zijn de horizontale en verticale visitaties geweest.

Tijdens de verticale visitaties hebben de deel projectleiders de eigen achterban i n de arrondissementen bezoc ht. De eerste ro nde van bezoeken i s gericht ge weest op het benad rukken van het belang van het ve rkorten van de door­

loo ptij den, het i nventari seren van good practices en knel p u nten , en het doen van aan bevel i ngen voor te realiseren verbeteri ngen . De tweede en derde ron-

Pagina 3 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(4)

de hebben vooral i n het teken g estaan van voortgangsbew a ki n g en i nventari ­ satie v a n resultaten . A l s vervol g o p d e verticale vi sitaties zij n door h et pro­

jectbureau ook 3 rondes van bezoeken (hori zonta le visitaties) afgelegd aan de Arrondi ssementale P latforms Jeugdcri m inali teit (APJ' s ) . Binnen deze A P J ' s staa n afstemmi ng en samenwerki ng tussen de keten partners centraa l . Daarn aast i s het periodiek ra p porteren over d e gereali seerde doorlooptijden gedurende de gehele proj ectperiode één van de kernacti viteiten van h et pro­

jectburea u geweest . Er zijn tot dusver d ri e zogenoemde factsheets ui tge­

bra c h t .

Er zij n d rie i n stru m enten ing ezet, d i e geri cht zijn op het u ni formeren e n stroomlijnen v a n werkprocessen op a rrondi ssementaal nivea u : ri chtlijn e n voor d e i n ri c hti ng e n samenste l li n g van het A P J , h et Justitieel Casusoverleg Jeugd (bedoeld om snel na het eerste verhoor een beslissi ng over de afdoening te kunnen nemen) en het La ndelij k O ve rd racht Form uli e r ( LO F ) , dat als basisi n ­ formatie voor het Justitieel Casusoverleg Jeugd moet di e n e n .

Hoofddoelstelling niet gerealiseerd, wel verkorting o p doorlooptijden

Op basi s van de cijfers van het p rojectbureau blijkt dat de hoofddoe lstelling niet gehaald is; geen van de d ri e K a lsbeeknormen wordt gereal iseerd :

Voor jongeren die een H a lt-afdoeni ng krijge n , geldt dat h et percentage dat bi n ne n 60 dagen met d e H a lt- werkzaam heden sta rt si nds 200 1 weli s­

waar stijgt, maar dat met 60,9 % over de eerste maanden van 2003 de norm nog niet gehaald wordt. De voor Ha lt-bureaus geldende norm dat 8 0 % van de jongeren binnen 55 dagen aan de slag m oeten zijn , wordt over d e eerste vier maanden van 2003 m et 77, 1 % di cht benad erd . H et p robleem li gt hi er dan o o k d ui delijk bij de politie, die er slechts voor 29, 4 % van de geva llen i n slaagt d e H a lt verwijzing bi n nen 5 dagen na ee rste verhoor rond te hebben .

Voor de jong eren wiens zaa k door h et O M worden afgedaan, geldt dat er sprake is van een d u idelijke p rogressi e , maar dat de norm nog niet wo rdt behaald. Over de eerste vier maanden van 2003 ligt h et percentage zaken dat binnen 3 maanden i s beoordeeld ten behoeve van de afdoening door h et O M op 62, 0 %.

Voor jongeren die voor de rechter m oeten verschijnen geldt dat h et beha­

len van de Kalsbeek-norm nog lang niet in zi cht is. I n 2002 wordt 39 , 5 % van h et aantal zaken binnen 6 maanden wordt afgehandeld; i n d e eerste maanden van 2003 stijgt dit verder n a a r 44, 3 % .

Gel et o p h et feit dat d e verkorti ng van d e doorlooptijden i n 2002 e n d e eer­

ste maanden van 2003 sterker is dan i n voorgaande jaren mag worden aan­

genomen dat het project heeft bijgedragen aan de gerea liseerde verkorting van d e doo rlooptijde n .

Aan de voorkant van de keten vormen de prestaties van de poli ti e e e n be­

langrijk stru i kelblok voor het rea liseren van de normen . Daarbij speelt een rol dat d e politi e ( met 25 regi o ' s die niet c entraal worden aang estu u rd ) moei lij k door een landelijke projectorgani s ati e te beïnvloeden i s .

E e n tweede belangrij k k n e l p u n t i s d a t d e R a a d voor de Ki nderbeschermi n g nog tamelijk v e r verwijderd i s v a n de norm voor de uitvoering v a n h e t basi s­

onderzo e k .

V o o r jo ngeren die voor d e rechter m oeten versch ijnen speelt n o g e e n derde vertragende factor een rol: d e (afgelei d e ) norm voor het zitting sgereed m a ken wordt niet gehaald; daa rbij kan worden a a ngetekend dat verkorti ng van door­

loo ptijden i n dit traject afha n kelijk i s van stroom lijnen van admini strati eve p roced u res, verbetering van de afste m m i n g tussen O M en Z M e n h et ter beschi k king stellen van meer zittingscapaciteit voor jeugdza ken door de Z M .

Pagina 4 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

(5)

Pagina 5

Samenwerking en sturing

Om de doorlooptijden binnen de a rro n d i ssementen te verkorten zijn samen­

werking en stu ring essentieel . Uit de evaluatie blijkt dat zonder same n wer­

king i n itiatieven van individuele keten partners zelden erg effectief zijn. Een goed fu nctionerend APJ is een belang rijke voorwaarde voor afstemming en samenwerking tussen ketenpartners.

De e rvari ngen in Alkmaar en Den Bosc h laten zien dat het d riestro menmodel (waarin er slechts d rie mogelijkheden zijn een zaak af te doen : via Halt , via het officiersmodel of via voorgeleiden) een goed u itg angspunt voor samen­

werking vormt . De c o m binatie met een Ju stitieel casusoverleg jeugd, dat frequent bij 'elkaar komt zoals i n Alkmaar en Dordrecht en waar de verdere gang van za ken ro ndom de afd oening volgens een van de drie modal iteiten afgestemd wordt, vormt een belang rij ke sleutel tot succes bij het verkorten van doorlooptijden m et name als het gaat om jongeren wiens zaak b uiten de Z M w ordt afgedaan .

Na a st samenwerking is sturing essentieel. I n zicht in gegevens over doorloop­

tijden is in de ee rste plaats voor de afzonderlijke ketenpartn ers van belang o m binnen de eigen organisatie te stu ren. In de tweede plaats kunn en de gegevens door de ketenpartners w orden gebru i kt om onderling afspraken te ma ken en elkaar erop aan te spreken als uit d e c ijfers blijkt dat de afspraken n iet gerea liseerd worden .

In de geana lyseerde arro ndissementen worden i n Alkmaar, Den Bosch en Dordrecht de c ijfers over doorlooptijden zowel door afzonderlijke partners a l s d o o r partners onderling a l s stu ringsi nstrument gebrui kt . D i t werpt ook d u id e­

l ij k vruchten af.

Bijdrage project

Het project heeft een bijdrage geleverd aan het verkorten van de doorlooptij­

d e n :

H et p roject heeft een stimulans betekend om binnen d e arro n d issementen meer aandacht aan het verkorten van doorlooptijde n te gaan besteden .

Versc hill ende initiatieven die op arrondi ssem entaal n i veau tot verkorten van doorlooptijden hebben geleid, zijn mede onder invloed van richtlijnen en adviezen van het p roject b u reau tot stand gekomen.

Onder i nvloed van het project heeft vanuit het Parket-Genera a l en het landelijk burea u voor de Raad voor de Ki nderbescherming meer sturing plaatsgevonden om doorloo ptijden bij parketten en vestigingen van de Raad te verkorten.

De volgende elementen zijn te benoemen als succesfactoren in de i n richting en werkwijze van het project:

Een beperkte looptijd van het p roject in combinatie met een hoge u rgentie toeken ning aan het verkorten van doorlooptijden en een harde doelstelli ng.

Een slagvaardige projectorganis atie; door middel van het Topberaad heeft het projectbu rea u toegang tot de mac htcentra van de m eeste betrokken organ i saties . Ook de bepe rkte omvang en de samenstell ing ( met desk u n ­ d i g e n u i t het vel d ) v a n h e t projectbu reau zijn succesfactoren .

Een he ldere versl aglegging zowel voor het Topberaad a l s de ketenpartners i n het veld over de voortgang van de acti viteiten van het projectbu rea u .

Over het algemeen zijn door het projectbureau goede i n strumenten inge­

zet.

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(6)

Pagina 6

Er kan ook een aantal k ritische kantteken ingen bij de aanpak van h et p roject worden geplaatst . De effectiviteit van het p roject had waarschijnlijk g rote r kunnen zijn· a l s bij de ui tvoering ervan meer reken ing was gehouden m et d e fase waarin de ar rondissem enten zich i n het verbetering sproces bevonden; er had na de eerste visitatie ro nde meer energie gesto ken kunn en worden in arrondissementen waar veel te verbeteren viel e n m inder e nergie i n d e arron­

d issementen waar het verbeteringsproces goed op gang was gekomen.

I n de aanpak van het p roj ectbu reau had meer rui mte k u n nen zijn voor maat­

werk waarbij goed presterende arrondi ssementen een rol i n overd racht van kennis en ervaring hadden kun nen spelen. Bovendien hadden min der goed presterende arrondissementen gebru i k moeten kunnen maken van acti viteiten gericht op deskundig heidsbevorderi n g .

Tenslotte is geconstateerd dat activiteiten gericht op het u n iformeren en ver­

hogen van de betrou wbaarheid weinig resultaat heb ben opge leve rd. In plaats van deze acti viteiten had het projectbureau zich beter kunn en richten op het ondersteunen van arro n dissem enten bij de ontwi kkel ing van i nstru m enten waarmee op basis van arrondi ssementale gegevens over doorlooptijden ge­

stu u rd kan worden .

Aanbevelingen

Kern van de aan bevel i n g en is dat intensieve aandacht voor het verkorten van doorlooptijden noodzakelijk blijft om de doorlooptijden verder te verkore n .

Ketenpartners op lan delij k niveau moeten d uidelijk o p h e t belang v a n het verkorten van doorlooptijden blijven wijzen en (waar mogelij k) sture n . De belangrijkste versto ppingen in de jeugdstra frec htketen moeten daa rbij ex­

tra aandacht krijgen.

Teve ns m oeten zij streven naar landelijke invoering van gestandaardiseer­

de werkprocessen, zoals het d riestromen model .

Vanuit h et p rogra m m a Effecti eve keten d i ent een aantal acti viteiten te worden voortgezet : de productie van fac tsheets (om landelijk te kunnen stu ren ) en horizontale visitaties bij arrond isse menten die onder het lande­

lijk gemiddelde scoren .

De knelpunten die zich voordoen i n de versc hillende systemen die gebruikt worden o m doorlooptijden te monitoren, ma ken het moeilij k om goed te kun­

nen sturen en vormen i n die zin een belemmering bij het verkorten van door­

looptijden.

Het i s van belang dat een duidelijke keuze wordt gemaakt ten aanzie n van de te volgen strateg ie; w o rdt er nog energie gestoken in aan passingen i n de huidige systemen of wordt de aandacht gericht op het formuleren van ge­

bruikersei sen voor de systemen die nieuw ontwikkeld gaan worden .

Bij die gebrui kersei sen dient u n iform iteit voor wat betreft de basisgegevens die voor a l le ketenpartn ers van belang zij n c entraal te sta a n . Tevens dienen in de systemen eenduidige m eetmo menten voor de doorlooptijden te worden geha nteerd .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(7)

1 Inleiding

1 .1 Aanleiding

H et project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtsketen is voorjaa r 200 1 gestart om de snelheid van de justiti ë l e reactie op strafbare feiten, gepleegd door mind erjarigen, te verh ogen . In concreto m oet het project bevo rderen dat in 2003 de normtijden zoals gesteld door de Staatssec reta ris van J u stitie (de 'Kalsbeeknorm') in 80% van de zaken wordt gehaald . Dit omdat, in het ver­

lengde van de advi ezen van de commissie van Montfra n s , de snelheid van de j ustiti ële reactie op jeugdcri minaliteit é é n van de bepalende factoren is voor de effectiviteit ervan.

De opdrachtgever van het project binnen het M i n isterie van Justitie i s de d i recte u r-generaal Preventie Jeugd en Sancties. Door de versc heiden heid aan organ isaties i n de jeugdstrafrechtsketen en een gedeelde bevoeg dheid en vera ntwoordelijkheid is een Topberaad samengesteld bestaande uit verant­

woordelijke leidinggevenden van de betro kken organisaties in de jeugdstraf­

rec htketen .

De u itvoe ring van het project verko rti n g doorlooptijden jeugdstrafrecht keten is in handen van een landelij ke projectmanager en een projectbureau dat uit 7 l eden besta at. De einddatum van het p roject en daa rmee ook voor het be­

staa n van het projectbureau is op 1 augu stus 2003.

In opdracht van het WODC van het M i n isterie van J ustitie voert DSP-g roep de eva l u atie uit van het project verkorting doorl ooptijd en . Het WODC heeft een begeleidi ngsco m missie ingeste l d ; de samenstel ling van deze commissie is opgenomen in bijlage 1 .

1 . 2 Onderzoeksopzet

Pagina 7

H et doel van de eva luatie i s drieled i g :

Het (aan - of bij)sturen van de laatste fase van het p roject .

Het i n itiëren van activiteiten om te borgen dat behaalde resu ltaten na af­

loop van het p roject n iet verloren gaan en verder worden verbeterd .

De verantwoord i n g aan de Tweede Kamer na afloop van het project.

Deze doe lstelling leidt ertoe dat het gevraagde on derzoek in twee delen is geknipt. H et eerste onderdeel i s een quick scan, een eerste evaluatie van het project tot dan toe, zodat de ei ndfase van het p roject kan worden benut voor bijsturing en borg i n g (eerste twee bul lets ) . Deze quick scan is u itgebracht op 2 1 januari 2003 door middel van een n i et open bare rapportage, bestemd voor het p rojectbureau, het Topberaad en de begeleid i n gscommissie van het onderzoek.

Het tweede onderdeel is de bredere eindeva l u atie waarin moet worden nage­

gaan of aan nemelij k i s dat de gerea l i seerde ve rsnelling d a n kzij het project tot sta n d gebracht is en welke werkwijzen daa rbij m et name succesvol zijn ge­

weest.

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSp · groep

(8)

1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen

De probleemstelling van h et onderzoek l u idt: In hoeverre is het project " Ver­

korti ng doorlooptijde n jeugdstrafrechtketen" adeq uaat geweest i n het bevor­

dere n van h et door de ketenpartners behalen van de geste lde doelen . Hoe kan verder worden gewerkt aan h et rea liseren van de no rmtijden gedurende de ei ndfase e n na afloop van h et project?

De probleemste l l i n g i s u itgewerkt in 1 1 onderzoeksvrage n .

D e onderzoeksvragen zijn onder t e verdelen i n drie cl usters; het eerste c l u ster ( 1 t/m 5) h eeft betre k k i ng op d e projectinrichting en p l a n evaluatie, het twee­

de c l uster (6 t/m 7) op de toegepaste i nstrumenten en het derde cluster ( 8 t/m 1 0) op d e effecten van h et p roject. D e laatste onderzoeksvraag heeft betrekking op de aan bevelinge n .

1 Aa n welke randvoorwaarden moet bij een project als h et ond erhavige zijn voldaan om effectief te k u n n e n zij n ?

2 I n wel ke m ate is bij dit p roject aan die voorwaarden voldaan?

3 I n hoeverre is de p rojectopdracht, g egeven probleemana lyse en randvoor­

waarden, vertaald naar de juiste 'l ijnen van aanpak' ? 4 I n hoeverre zijn de plannen feitelijk u itgevoerd ?

5 I n hoeverre zij n su bdoelstellingen van de ondersc heiden lijnen van aanpak (en daarbi nnen deel projecten) gereal iseerd ?

6 Hoe wo rdt de kwa liteit van de ingezette i nstru menten door r:l e gebru i kers g ewaard ee rd ?

7 Zijn vanuit h et p rojecttea m de juiste instru menten i ng ezet om de beoogde o rga nisatorische veranderi ngen (su bdoelste lli ngen) en versnelling door­

looptijden ( hoofddoelstelli ng) binnen de arrondissementen te rea lisere n ? 8 Is de hoofddoelste l l i n g , h et rea liseren van de Kalsbee knormen , gereali­

seerd ?

9 I n hoeverre is het aan nemelijk dat h et p roject heeft bijgedragen tot d e g erea liseerde versnelling? Welke werkwijzen zijn daa rbij vooral succesvol gebleken?

1 0 Is de projectinrichting (stu ring e n organi satie) passend o m h et proces dat o p arrondissementaal niveau moet leiden tot verkorten van doorlooptijden i n gang te zette n e n te faci litere n ?

1 1 Welke aanbevelingen zijn te g even m . b .t . het verde r verkorten v a n d e doorlooptijden e n gericht op borging na afloop v a n h et project?

1 .4 Onderzoeksinstrumenten

Voo r de beantwoording van de onderzoeksvragen wordt van de volgende onderzoeksi nstru menten gebruik gemaa kt:

docu menta na lyse; h et betreft stu kken die door het p rojectbureau zijn op­

gesteld e n verspreid onder de arrondissementen en de vergaderstu kken van het To pberaad;

i nterviews met de voorzitter en drie leden van het Topberaad , de project­

leider en medewerkers van het projectburea u ;

.. i nterviews met functionarissen van de ketenpartners i n zes a rrondisse­

mente n ; Alkmaar, Amsterda m , Breda, Den Bosc h , Dordrecht en Zutphen . Deze 6 arrondissementen zij n geselecteerd o p g rond van de volgende overweging en : geografische spreiding, verdeling naar g rote , middel g rote en kleine arrondissementen en verschillen in de mate waarin de doorloop­

tijden zijn verkort. I n tota a l zijn twintig i nterviews geho uden . Deze i nter­

views zijn vooral bedoeld om een beeld te krijgen van de activiteiten die op arrondissementaal niveau een bijdrage leve ren aan h et verkorten van doorlooptijden . I n vier van deze zes arrondi ssementen (Alkma ar, Amster- Pagina 8 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

(9)

d a m , Breda en Zutphen ) is bovendien aandacht besteed aan de waarde­

ring van het instrumentari u m dat door het projectbureau i s i ngezet;

een schrifte lij ke vragenlijst onder alle voorzitters van de APJ ' s (Arro ndis­

sementale Platforms Jeugdcrimina liteit); i n deze vragenlijst staat de waar­

dering van het i n stru menta rium en de commun icatiemiddelen centraa l .

Leeswijzer

I n hoofdstuk 2 worden de proj ectopzet en de grote lijnen van het verloop van het project bespro k e n . Ook de beantwoording van de vierde ond erzoeksvraag (in hoeverre zijn de plannen feitelijk u itgevoerd ) komt aan de ord e . H oofdstuk 3 bevat de c ijfers over de doorlooptijde n , die door het landelijk projectbureau zijn aangeleverd . Deze gegevens geven i n zicht in de ontwikkeling van de doorlooptijden sinds 1 9 9 7 , zowel landelijk a l s voor de negentien arrondisse­

mente n .

I n hoofdstuk 4 wordt aan de h a n d v a n beschrijvingen v a n activiteiten i n zes arrondissemente n , een beeld g egeven van de activiteiten die bijdragen aan de verkorting van doorlooptijden binnen deze a rrondisseme nten . H oofdst u k 5 bevat de evaluatie van de i n strumenten die door het projectburea u zijn i nge­

zet. Daarbij worden de zesde en zevende onderzoeksvra ag beantwoo rd . I n hoofdstuk 6 wordt, aan de hand van het modulaire basismodel van Kaste­

lein , de projectinrichting beoordeeld . In dit hoofdstuk worden de onderzoeks­

vragen 1 t/m 3 en 1 0 beantwoord .

Tot besl uit volÇJen in hoofdstuk 7 de concl usies en aanbevelingen . Hier worrlt aan de hand van d e belang rijkste onderzoeksvragen de pro bleemstelling be­

a ntwoord .

Pagina 9 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(10)

2 Hoofdlijnen project verkorting doorlooptijden

2.1 Organisatiestructuur

Noot 1

Pagina 10

Topberaad

Vanwege de versc heidenheid aan organisaties in de jeugdstrafrechtsketen e n een gedeelde bevoegdheid en vera ntwoordelij k h eid is een Topberaad samen­

gesteld bestaande uit verantwoordelij k e lei d inggevende van de betrokken organisaties i n d e jeugdstrafrechtketen . In d e b ri ef van d e Staatssecretaris van Ju stitie aan de Tweede Kamer van 2 3 ap ril 200 1 is aangegeven dat de leden van h et Topberaad bi nnen hun respecti evelijke verantwoo rdelij kheden en bevoegdheden, zich gezamenlij k zullen i nzetten voor het welslagen van de rea lisatie van d e gestelde uitgangspunten ( zi e p a ragraaf 2 . 2) i n dezelfde brief.

I n dit Topberaad hebben de op d rachtnemers van de verschillende betrokken organisaties zitting . De voorzitter van h et Top beraad is d e opdrac htgever van het p roject : de d i recteu r-generaal PJ S . H et Top beraad bestaat verder uit ver­

tegenwoordigers van h et Parket-generaa l , d e politie, de Raad voor de Kinder­

bescherming, Ha lt-Nederland, de Raad voor de Rechtspraak, DJ I ( Dienst J us­

titië l e I n richti ngen ) , het Ministerie van BZK e n d e NVv R .

Gezien sommige bijzonde re ' sturingsrel aties' waarbij n iet o f nauwelijks sp ra ke is van hiërarc hische bevoegdheden, wordt van de leden van het Topberaad verwacht om binnen de grenzen van d e ' stu ringsrelatie' h et maximal e te doen o m d e a chterba n te mobiliseren voor het bereiken van de gestel d e re­

su ltate n . H et Topberaad d raagt daarbij de verantwoordelij kheid voor h et tot sta n d komen en i mp l e menteren van de daadwerkelijke verbeteri ngen om de doorlooptijden in de jeugdstrafrechts keten in o ve reenstemming te brengen met d e gefo rmulee rde uitgangspunte n . Het To pberaad i s tevens verant­

woordelijk voor d e gezamenlijke aansturing op hoofd lijnen van het project en daa rmee voor d e aansturing van d e projectleider.

Uit d e i nterviews, met leden van het Topbera a d , blijkt dat de vertegen­

woord igers van de politie, het Parket-genera a l , d e Raad voor de Kind er­

bescherming en d e Raad voor de Rec htspraak zich hebben ingezet om de deeltrajecten binnen h u n eigen orga n i satie goed te laten verlopen . De verte­

genwoordigers van het Pa rket-generaal en de Raad voor de Kinderbescher­

ming hebben g elet op de bevoegdheden waar zij ten opzichte van hun ach­

terban over besc h i kken er m et name voor g e kozen om parketten c . q . raadsvestigingen aan t e spreken op d e resu ltaten die ten aanzien van de doorlooptijden worden behaald .

Aangezien de vertegenwoordigers van de politie en de Raad voor de Recht­

spra a k over geen en kele bevoegd heid te n op zichte van h u n achterban be­

s c h i k ke n , hebben zij h et belang van h et verkorten van de doorlooptijden zo­

veel m ogelijk onder de aandacht gebracht. De vertegenwoordiger van de politie via sch riftelijke en mondelinge c ontacten met de p o rtefeuil lehouders jeugd e n hoofdc o m m issarissen e n de vertegenwoordiger van de Raad voor de Rechtspraak via deelname aan d e visitatieronde bij de rechtbank e n .

Gedurende d e looptijd v a n h et p roject h eeft h et Topberaad vijf m a a l verga­

derd : één keer i n 200 1 , drie keer in 2002 e n één keer i n 2003' . Projectleider en projectbureau

Overigens is het Topberaad najaar 2000, dus nog voor de start van het project, voor de eerste maal bijeengekomen. Tijdens deze vergadering worden de grote lijnen van het ' project verkorting doorlooptijden' besproken.

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(11)

Voor de uitvoering van het project is een landelijk projectleider aang esteld . Hij coördineert de werkzaam heden van het landelijke projectbureau en rappor­

teert aan h et Topberaad . Het landelijk projectbureau bestaat uit één vaste medewerker van D P J S van het Ministerie van J ustitie en een trainee van Ormit die ful l-ti me voor h et project werke n . Voo rts m a k e n een Officier van J ustiti e, een Commissaris van Polit i e, een beleid sonderz o eker van H a lt N eder­

land, een pl aatsverva ngend d i recteur van een van de d i stricten van de Raad voor de K i nderbesc h erming en een beleidsmedewerker van de Raad voor de Rechtspraak deel uit van het projectbure a u . Deze functionarissen worden verder aangeduid als deelprojectleider voor d e betreffen d e orga n isati e . Alleen d e Commissaris van politie is ful l-time aan h et p roject verbonden .

2.2 Doelstellingen

Pagina 1 1

Bij de start v a n h et project zij n n a a r aanleiding v a n e e n b rief van de Staatsse­

c retaris van J ustitie (d . d . 23 april 200 1 ) de volgende doelstellingen geform u­

leerd :

1 Bevorderen van de daadwerkelijke realisatie van de genoemde streefdoor­

looptijden door de verschillende betrokken organisaties.

2 H et formuleren van u itzonderingen die nu eenmaa l , n oodgedwongen meer tijd dan doorsnee zaken verg e n .

3 H et vaststellen van gewenste doorlooptijden van zaken in hoger beroep voor eind 200 1 .

4 Verhogen van de betrouwbaarheid van de c ijfers over de doorlooptijden en h et komen tot landelijk geï ntegreerde rapportag e s .

5 H et creëren van de condities, voorwaarden en voorstellen per organ isatie e n arrondi ssementale jeugd keten om de uitgangspu nten ten aanzien van d e doorlooptijden begin 2003 te rea lisere n .

Voor versc hillende ond erdelen van d e jeugdstrafrechtketen zijn streefdoor­

looptijden geform u l ee rd . De streef tijden hebben betre k k i n g op d e periode tussen het eerste verhoor door d e politie e n h et eindvo n n i s door d e kinder­

rec hte r .

D e volgende streeftijden zijn d o o r de Staatssec retaris van J ustitie t e n aanzien van d e jeugdstrafrechtketen geformu leerd :

1 Tussen het eerste . ve rhoor door de politie en de ontvangst van de Ha lt­

verwijzing door een Halt-bureau geldt een maximale d u u r van 5 dagen;

2 H et Ha lt-traject tussen het eerste verhoor door de politie en het daadwer­

kelijk beg i n van de werkzaamheden door de jongere i n h et kader van de H altafdoening geldt een maximale duur van 2 maa n d e n .

3 H et Pol itie-trajec t : tussen het eerste verhoor en inzending van h et proces­

verbaai naar het OM g eldt een periode van maximaal één maand .

4 H et O M-traject: tussen het eerste verhoor door de politie en de beslissing van het O M , i n die gevallen waarin de zaak door h et OM wordt afgedaan, g eldt een maximale duur van drie maanden .

5 I n de gestelde periode voor h et O M-traject d i ent ook d e Raad zijn onder­

zoek- e n adviesta a k te hebben vervu l d .

6 H et rechtba n k-traject: tussen het eerste verhoor door de politie en de be­

s lissing van de ( ki nder)rechter in eerste aanleg (geen hoger beroe psza ken) geldt een maximale d u u r van zes maand e n .

7 Voor de d u u r van de periode tussen h et o n he rroepelijk worden van een opgelegde taa kstraf , detentie of P IJ-maatrege l (plaatsing in i n richting voor jeugdigen) e n d e daadwerkelij ke start van d e ten u itvoe rl egging geldt een maximale periode van één maand .

Binnen de g estelde doorlooptijde n dient 8 0 % van de zaken te zijn afgedaan .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

(12)

Dit staat bekend a l s de Kal sbee knorm .

De overige streefgeta llen (van de K a rls beeknorm afgeleide normen per orga­

nisatie) hebben betrekking o p :

Po liti e : ontvangst procesverbaal bij parket een maand n a e erste verhoor.

Politie:

H alt:

Halt-verwijzing binnen 5 dagen na eerste verhoor.

Start Ha lt-werkzaa mheden door jongere binnen 5 5 dagen na i nstroom bij H a l t .

R a a d voor d e Kinde rbesc herm i n g : Uitvoer Basisonderzoe k b i n n e n 4 0 dagen na ontva ngst melding.

Raad voor d e K i nderbescherm i n g : Taa kstraf uitg evoerd bin nen 1 60 dagen n a ontvangst meld i n g .

O M : I nstroom tot e erste b eoordeling binnen twee maanden .

O M-Z M : Zitti ngsgereedheid2 van de eerste zitting voor de E n kelvoudige Kamer binnen zes weken en voor de Meervoudige Kamer binnen twaalf weke n .

ZM :

Z M :

Het eindvonn i s voor d e En kelvoudige Kamer o p ee rste zitting ( pe rcentage kinde rrec hterzaken waarin op d e ee rste zitting von­

nis is g eweze n ) .

H et eindvon n i s voor d e En kelvoudige kamer binnen zes weken e n voor d e Meervoudig e Kamer binnen twaalf weken na eerste zitti n g .

O p grond van h et voorgaande k u n n e n d rie trajecten worden onderscheiden :

Jongeren die een Haltafdoening k rijgen : 80% van hen moet bin nen 60 dagen met de Halt-werkzaa m h eden gestart zijn;

Jon geren wiens zaak via h et O M worden afgedaan; 80% moet binnen 3 maanden zijn afgehandeld;

Jo ngeren d i e uiteind elij k voor de rechter moeten verschij n e n : 80 % moet bin nen 6 maanden een von n i s toegewezen hebben gekregen .

In dit rapport wordt het begrip K a ls beeknormen gebruikt om de normen voor deze drie trajecten aan te duiden .

Medio 200 1 i s een projectplan ( d e d efinitieve versie is gedateerd op 7-8- 200 1 ) opgesteld waarin wordt a a n g egeven langs wel ke lijnen d eze doelstel­

lingen gerea liseerd moeten word e n . Er wordt onderscheid gemaakt3 i n : 1 De organisatorische en a rron d issementale lij n :

Verbeteren van de stroomlijning van (werk) processen bin nen o rga nisa­

ties en tussen o rga n i saties o p arrondissementaal nivea u .

Verbeteren van de samenwerking tussen alle betro k ke n ketenpartn ers op arrondissementa a l n i ve a u .

3 De lijn van de i nformatievoorziening :

U niformeren en verhogen van de betrouwbaarheid van i nformatie, ten aanzien van de registrati e , d e onderlinge u itwissel i n g en d e o plevering van ope rationele stuurgegevens;

Landelijke periodieke rapportages over de gerealiseerde doorlooptijden per keten en per reg i o .

Noot 2 Zittingsgerede zaken zijn zaken waarin zowel de beoordeling dagvaarden als de tenlastelegging zijn geaccordeerd, dan wel volgens de AU procedure een dagvaarding werd uitgereikt. Een korte doorlooptijd wijst op voldoende zittingscapaciteit.

Noot 3 In het projectplan wordt als derde lijn een wetenschappelijke studie genoemd; dat is deze evaluatie geworden.

Pagina 12 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

(13)

2.3 Uitwerking organisatorische en arrondissementale lijn

I n het projectplan worde n in deze l ijn een aantal dee lprojecten onderscheid e n . Centraal in de uitwerking van d e z e lijn staat het inventariseren van ' good practices' i n ied ere organisatie e n van samenwerking tussen de verschillende keten partners e n vervolgens h et ontw i kkelen van verbetervoorstellen per a rrondissement en arrondissementale keten partner .

Als m ethode om dit te realisere n , wordt gekozen voor de zogenaa m d e verti­

cale e n horizontale visitaties, die in paragraaf 2 .5 worden besproke n . Deze visitaties spelen ook een belangrij k e rol bij d e ontw i kkel ing van w erkw ij­

zen/instrumenten die h et projectbureau in d e arrondissementen i ng evoerd w i l zie n . Deze instru me nten worde n eveneens i n pa ragraaf 2 .5 besproken .

Binnen de organisatorische en arrondissementale lijn worden nog drie andere deelprojecten onderscheiden :

e e n onderzoek naar de vormgeving e n betrouw baarheid van interfaces tussen de o rganisaties;

formuleren van kenmerken van zaken d ie meer tijd mogen vergen dan d e vastgestelde streef tijden;

h et bepa len van de gewenste doo rlooptijde n in hoger beroep.

V a n d eze drie deel projecten worden het eerste en derde conform planni ng u itgevoerd . Het tw eede deel project w ordt n i et u itgevoerd , omdat er volgef'1 s h e t projectbureau g e e n aanleiding is o m de zaken d i e m e e r tijd verg e n , te benoemen . In een notitie van de landelijk projectleider ( a lgemene verant­

w o o rding project eerste zes maanden 2002) w ordt d it a l s volgt bearg umen­

teerd : "In d e najaa rsro nde 2002 (bedoeld wordt: de visitaties die het project­

b u re a u aan de kete npartners h eeft afgelegd) is g evraagd naar de zaken die meer tijd verg e n . Genoemd zijn A M A ' s , schaderegelingen, groepsdelicte n , persoonlijkheidsonderzoeken, mislu kkingen en OTS-ki nderen. N a a r één van de m eest genoemde knelpunten ( persoonlijkheidsonderzoek) zou een onder­

zoek kunne n worden u itgevoerd . Echter, door P rice Waterhouse Coo pers is kort geleden een onderzoek u itgevoerd . Naar aanleiding van dit o nd erzoek i s besloten d a t d iagnostiek, inclusief civiel , voortaan wordt verricht d o o r FP D . D e overige genoemde knelpunten l ijken vooralsnog, gezien de omvang e n d e i m pact, n i et te moeten wo rden benoemd . " H et Topberaad stemt vervolgens i n met het voorstel dit onderdeel van het project te laten ruste n . Samenvat­

tend kan worden g este ld dat d e activiteiten , die het projectbureau i n het ka­

der van de arrondissementale e n organi satorische lijn h eeft uitgevoerd, over het algemeen logisch voortvloeien uit h et projectpla n .

I n één geval is bearg u menteerd afgeweken v a n h et projectplan .

2 .4 De informatievoorzieningslijn

Het eerste onderdeel van deze lij n , h et i nformeren en verhogen van de betrouw baarheid van i nformatie (etcetera) , wo rdt ook wel aangeduid als het I-traject. Als eerste onderdeel van het I-traject is najaar 200 1 door Deloitte &

Touche een vooronderzoek naar de in de J eugdstrafrechtketen in gebruik zijnde i nformatiesystemen u itgevoerd . Dit heeft g eresu lteerd i n het rapport

" D e K eten Meten" . Mede naar aan leiding van dit rapport doet h et projectbu­

reau het voorstel een a udit te l aten u itvoeren naar de betro uw baarheid van de i nformatie i n de verschillende geauto matiseerde systemen . Dit voorstel w o rdt door h et Topberaad in de vergadering van janu ari 2002 niet overge­

n o m e n . Wel w ordt besloten h et o nd erzoek voort te zetten en i n het daaro p volgende Topberaad van juli 2002 staat de " I ntegrale samenvatti ng vervolg­

onderzoek I-component P roject verkorten Doorlooptijden Jeugdstrafrechtke- Pagina 13 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

(14)

ten " op de agend a . Naar aanleiding van de a a n bevelingen die in dit rapp ort zijn op genomen krijgt h et Top beraad drie beslisp u nten voorgelegd . Voorge­

steld wordt o m :

CVS-JC a l s centrale verwijsindex te laten g a a n dienen; daarmee samen­

hangend wordt voorgesteld een verder onderzoek te laten doen naar de daa rvoor noodza kelijke aanpass ingen van CVS- J C e n d e versc hillende bronsystemen .

H et verrichten van een ond erzoek naar de betrouwbaarheid van de regi­

stratie i n d e p ri maire systemen van a l l e p a rtners.

H et p rojectbureau een voorstel uit te laten werken voor het ontwi kkelen van een structuur voor de coördinatie voor de i nformatiehuishouding bin­

nen d e jeugdstrafrechtketen .

Ten aanzien van de e erste twee voorstellen bestaan binnen het Top beraad verschillende i nzichten en uiteind elijk worden deze beide voorstellen n iet overgenomen .

Een van de a c hterliggende overwegingen is dat de meeste p ri m a i re systemen vero uderd zijn e n binnen afzienbare tijd zwaar gereviseerd of verva ngen zuI­

len worden e n het dus onverstandig is o m daar nog i n te i nveste re n . De be­

sluitvorm ing rond h et derde p u nt l eidt er uiteindelijk toe dat op h et volgende Top be raad (oktober 2002) wordt besloten o m een stu u rg roep

kete ni nfo rmatievoo rzi ening Jeugd i n te stelle n . Deze stu u rg roep is

samengesteld uit d e betrok ken orga nisaties (die ook ve rtegeJ'1 woord i!J d zij n in het Top beraad) met daarin materiedeskundigen met

manageme ntvera ntwoordelijkheid op h et gebied van i nfo rmatievoorziening.

H et tweede onderdeel van deze lij n , d e landelijke p eriodieke rapp ortages over d e g erea liseerde doo rlooptijde n , is gedurende d e gehele p rojectp eriode één van de kernactiviteiten van het p rojectbureau g eweest .

De c ijfers die worden vervaardigd staan tijdens e l ke bijee n komst van het Top beraad centraa l . Vervolgens worden de gegevens met betre kking tot d e doorlooptijden gebu ndeld i n zogenaamde ' factsheets' . De eerste factsheet dateert van september 2001 , de tweede factsheet is in j u l i 2002 sa menge­

steld en d e derde factsheet is i n ap ri l 2003 versp reid. H a l f juli 2003 zal een vierd e factsheet worden uitgebrac ht.

Deze factsheets zijn i n veelvoud versp reid onder d e leden van d e APJ's i n de 1 9 a rrondissemente n . Overigens bevatte d e eerste factsheet a l leen cijfers die i n zicht bieden i n d e doorlooptijden; de tweede factsheet ook p roductiegege­

vens (aanta l len afgeha ndelde jongere n ); i n d e d e rd e factsheet zijn ook de cijfers van d e ZM op genomen .

De doelste l l i n g van h et p roduceren van deze cijfers kunnen als volgt worden samengevat :

H et geven van i nzicht in de doorlooptijden e n p roductieaanta llen per ar­

ro ndissement.

H et sti m u leren van de samenwerking op a rron d issementaal niveau tu ssen de versc h i l lende organisati es in de jeugdstrafrechtkete n .

H et op starten van concrete acties binnen d e eigen orga nisatie om de door­

looptijden terug te brengen en om tot p rod uctie afsp ra ke n te komen.

H et aanzetten tot dialoog en h et maken van afsp raken over doorlooptijden en p roducti e .

Samenvattend k a n worden vastgeste ld dat h et p rojectbureau het tweede onderdeel van d e informatievoorzieningslijn gerealiseerd h eeft. Ten aanzien van het eerste ond erdeel is echter na uwelij ks p rogressie geboekt. Uit de be­

sl uitvorming ten aanzien van de lijn van de informatievoorziening komt naar voren dat h et Top b eraad de voorstellen van het p rojectbureau ten aanzien Pagina 14 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP · groep

(15)

van de verbetering va n de regi stratie en de verbetering van de betrou wbaa r­

heid van de systemen die informatie over doorlooptijden g enerere n , n iet heeft overgenomen.

2.5 Instrumenten

Bij de uitwerking van de genoemde lijnen van aanpak hebben voor het pro­

jectb u reau twee uitgangspunten centraal gestaan:

I n de eerste plaats i s zoveel mogelijk benadr u kt dat het verkorten van doo rlooptijden ook bin nen de a rrondissementen een gezamen lijke vera nt­

woordelij kheid v a n de ketenpartners i s .

I n de tweede plaats is i n beperkte mate gebruik gemaakt van h i ërarchi­

sche bevoegdheden o m bepaalde vera nderingen bin nen de a rrondissemen­

ten te bewerkste l l igen. Aangezien de sturing srelaties tussen l a ndelijk en a rrondissementa a l niveau binnen de o rgan isaties van de keten partners nogal uiteen lopen i s het verpli cht stel len van bepaalde m aatregelen ook moeilij k te realiseren .

Uiteinde l ij k zijn tot op heden de volgende instru menten ontwi k keld en inge­

zet:

Verticale visitaties;

H o rizontale visi taties;

Richtlijnen voo r A PJ ' s ;

J ustitieel casuso verleg jeugd;

Doorlooptijden i n zichtelijk maken;

Landelijk Overd rachtsform ulier (LOF);

Nieuwsbrief.

Van deze instrumenten hebber e r drie een verplicht kara kte r : het J ustitieel casu soverleg jeugd Jeugd, de richtlijnen voor het APJ en h et LOF. Daarbij dient evenwel di rect te w o rden aangetekend dat de ric htlij nen voo r het APJ niet in alle arrond issementen worden gevo lgd en het LOF per 1 mei 2003 i n de meeste a rrondissementen n o g n iet i s i ngevoerd .

Verticale visitaties

Met verticale visitatie wordt bedoeld, dat leden van het p rojectbureau de eigen 'achterba n ' in de versc hi llende a rrondi ssementen hebben bezocht. Deze vi sitaties hadden vie r f u ncties:

1 Het benadrukken van het belang van het verkorten van doo rlooptijde n . 2 Een beeld krijgen van de stand van zaken per ketenpartner, zowel wat

betreft knel punten en good practices als ten aanzien v a n verkorting van doorlooptijden .

3 Het overdragen van good p ractices.

4 Het doen van aanbevelingen om ve rbeteringen te realise ren .

I n totaal zijn bij de politie, het O M , de Raad voor de Kinderbescherming en de ZM drie visitatierondes gehouden . Bij Halt heeft één visitatieronde plaatsge­

vonden4• De eerste visitatie is gehouden in het najaar van 200 1 . Deze visita­

tieronde heeft geleid tot een i n venta risatie, die inzichtgeve n d is qua knelpun­

ten, oplossingsrichti n g e n , good-practices en waarin specifieke aan beveli ngen

Noot 4 In verband met persoonlijke omstandigheden bij de deelprojectleider heeft het visitatietraject vertraging opgelopen. Onduidelijk is of de tweede (geplande) visitatieronde in de laatste fase van het project nog zal plaatsvinden .

Pagina 15 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrec htketen DSP - groep

(16)

Pagina 1 6

p e r organisatie zijn opgenome n . Tijdens d e tweede vi sitatieronde i n 2002 sto n d de i m plementatie van de i nstru me nten om de doo rlooptijden te verkor­

ten centra a l . Deze vi sitatiero nde had daa rmee het kara kter van een procese­

va l u atie. In de laatste vi sitatieronde (voorjaar 2003) is de nadruk gelegd o p de streefnormen e n i s bekeken i n hoeverre deze beha ald zijn (effecteva l u atie) . Aangezien de u itvoering van deze visitatie nog niet was afgerond tijdens d e ui tvoeri ng v a n de onderzoeksacti viteiten, valt deze laatste visitatieronde bui­

ten de eva luatie.

OM

Voorjaar 200 1 is de deelprojectleider O M begonnen met de eerste visitatie­

ronde langs de parkette n . Daarbij maakte zij dui delijk dat de gedac hte o m via vi sitaties het belang van verkorten van doorlooptijden te onderstrepen ook duid elij k door het College van PG ' s werd ondersteu n d . Tijdens de eerste ro n­

de we rd zowel gesproken met de Hoofdofficier als de jeugdoffi cier. De H oofdofficier speelt i m mers een belangrijke rol bij het bepalen van de rui mte voor jeugdofficiere n . Het was dus van belang o m ook bij de Hoofdofficieren d raagvlak te verkrijg en voor het verkorten van doorloo ptijden . De aanbevel in­

gen d i e uit de eerste ronde zijn gedesti lleerd zijn teruggekoppeld aan de par­

ketten en het Topberaad .

Tijdens de tweede ronde, die voorjaar 2002 heeft plaatsgevonden , is a l l een met de jeug dofficieren gespro ken . Er i s vooral nagegaan i n hoeverre de aan­

bevel ing en die i n de eerste ronde zijn ged aan i n middels gerea l iseerd waren . De deelproj ectleider OM heeft haar rol tijdens de visitatierondes vooral ook opg evat als die van ken n i smakelaar; ze heeft ook gesti m u leerd dat jeu gdoffi­

c i eren bij elkaar op bezoek zouden gaan o m i d eeën op te doen voor het ver­

korten van doorlooptijden .

Daa rnaast is er een gesprek gevoerd tussen de PG, die deel uitmaa kt van het Topberaad, en een aantal Hoofdofficieren op basis van de gegevens over de ee rste vier maande n van 2002 over de vord eringen binnen hun pa rket .

Politie

De deel projectleider is voorjaar 200 1 gesta rt met het benaderen van de por­

tefeu il lehouders jeugd en reg ionale coörd i natoren bij de 2 5 politieregio ' s . Er i s een schriftelijke vra genlijst gestu u rd aan de hand waarmee de actuele situatie en voornemens ten aanzien va n het versnellen van doorlooptijden i n beeld is gebracht. De resu ltaten hierva n zijn in het LPPJ (Landelijk Platform Politiële J eugdtaak) besproke n .

Vervolgens heeft d e deel projectleider politie e e n bezoek gebracht aan a l l e 2 5 regi o ' s . Deze gesprekken verl iepen over het al gemeen i n goede sfeer, slec hts in en kele geva l l e n was men k ritisch ten aanzien van de status van het be­

zoe k . Op basis van de eerste vis itatie zijn aan bevel ingen gedaan gericht o p verbeteren v a n werkprocessen i n relatie tot verkorting v a n doorlooptijden . I n decem ber 200 1 i s h i e r een ra pportage (Tussenrap porta ge deel project Po litie), over u itgebracht waarin 6 alge mene aan bevelingen zijn opgenomen voor de politie. Vanuit het Topberaad zijn deze aan bevel i ngen onder de aandacht ge­

bra c ht van de regiochefs .

De bevi n d i ngen uit de eerste visitatieronde gevoegd bij actueel cijfermateri aal over d e doorlooptijd zijn als gesprekstof gebruikt bij de tweede visitatiero nde, die zomer 2002 heeft plaatsgevonden . Tevens werden de naar aanleiding van de aan bevelingen ondernomen activiteiten aan de o rde geste l d . Van a l d e z e gesp rekken i s e e n verslag gemaakt en d e z e verslagen zijn gebundeld in de rapportage Deelproject Po litie, visitatieronde j u n i , juli, aug ustus 2002 .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(17)

Pagina 1 7

Raad voor de Kinderbescherming

De deel projectleider voor de Raad voor de Kinderbescherming heeft alle ves­

tig ingen in de eerste visitatieronde bezocht. H i erbij heeft h ij ges proken met de vestiging sm anager , de praktijkleider en een raadsmedewerker . Door de deelprojectleider i s het verband tu ssen de productie (verwerken van aantal za ken) en het werken aan de doorlooptijden tijdens de gesprek ken sterk be­

nadrukt. Van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt die voorgelegd zijn a an de vestigingen met a l s doel om het onderwerp onder de a anda cht te brengen en bes p reekbaar te maken. Uit de samenvatting die is opgesteld zijn aanbe­

vel ingen afgelei d .

Deze aanbevel ingen zijn door het Landelij k Management Team geaccordeerd en opgenomen in de Pl anning and Control cyclus van de Raad .

De tweede ronde h eeft op een andere w ijze plaatsgevonden. Op basis van de resu ltaten uit de eerste ronde hebben vestig ingen van de Raad in het voorjaar van 2002 verbeterplannen ontwi k kel d . Bij w ijze van proceseva luatie zijn a l l e plannen door d e deelprojectleider beoordeeld op h un realiteitsgeh alte e n b e ­ sproken o p ressortel ij k niveau .

In de tweede he lft van 2002 zijn naar aanleid ing van de beoordeling en de real i satie in de eerste zes maanden van hetzelfde jaar vestigingen bezocht die d u idelij k a c htergebleven zijn qua resu ltaten en daa rbij een niet toerei kend verbeterplan he bben . Daarnaast zijn op de vijf d i rectiebureaus gesprek ken gevoerd m et de vestigingsmanagers en beleidsmedewerkers over de behaal­

de resu ltaten.

Halt

In het kader van de eerste vi sitatie ronde is door de deel projectleider een onderzoek u itgevoerd naar de stand van za ken rond de doorlooptijden. Dit is via een vragenlijst g edaan die naar de 62 Ha lt-bureaus is g estu urd . Hierin i s d e aandacht gevestigd op d e doorlooptijdencijfers en gevraagd n a a r d e reden waarom deze zijn zoals ze zijn. Verder is a an de orde geko men hoe gedacht werd over de haalbaarheid van de normen. Dit onderzoek heeft geresu lteerd in afzonderlijke verslagen voor de 1 9 arrondi ssementen. De aanbevel ingen die op basis van deze ronde zijn opgesteld zijn bespro ken in h et Regio beraad en via H a lt Nederland teruggekoppeld aan de afzonderlijke H a lt-bureaus.

Uit de visitati eronde bleek dat voor veel (met name kleine re) Halt-burea us het verkorten van doorlooptijden nauwelijks een issue i s . Bovendien zijn er veel bureaus die (bijna ) aan de no rmen voor de doorlooptijden voor Halt voldoen.

Daaro m is er voor ge kozen om de tweede visitatieronde te beper ken tot het voeren van gesprek ken met 1 0 Halt-bureaus waar de doorlooptijden het minst g unstig zijn . Mei 2003 is onduidelijk of deze visitatie ronde in de laatste fase van het p roject nog gestart gaat worden.

Raad voor de Rech tspraak/ Zittende Magistra tuur

Binnen d e Z M is in 200 1 beg onnen met een schriftelijke interview ronde waa rover eind 200 1 is gerapporteerd . H ierin is een inventa risatie van verbe­

teractiviteiten bij de rec htbanken opgeno men. In de maanden j uni/j u l i zijn bezoeken (b innen de ZM aangeduid a l s consu ltatierond es) aan alle rechtban­

ken afgelegd door een commissie bestaande uit drie leden van de rechtspre-­

kende m acht, te weten een rechtbankpresident en twee strafsectorvoorzit­

ters . De c o m m i ssie w erd bijgestaan door twee p rojectsecretarissen van de Raad voor de rec htspra a k .

D e consu ltatiebezoe ken bestonden uit een gesprek met in ieder geval de voorzitter van de strafsector of plaatsvervanger en een kinderrechter van elke rec htbank . Tijdens de gesprekken werd de stand van za ken medio 2002 vergeleken met de situ atie najaar 200 1 en de verbeteractiviteiten besproken.

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrecht keten DSp · g roep

(18)

Noot 5

Pagina 18

Va n elk bezoek i s per rechtba n k een verslag gemaakt, u itsluitend bedoeld voor de rechtba n k e n . Mede op basis van d eze verslagen is de rapp ortage P roject Verkorting Doorlooptijden O nderdeel ZM januari-juli 2002 op gesteld, waarin meer algemene aanbevelingen zijn op genomen .

Horizontale visitaties

Met de hori zontale visitaties w orden de bezoeken bedoeld die h et p rojectbu­

reau aan d e Arro n d i ssementale P latfo rms Jeugdcrimina liteit heeft gebrac ht.

Binnen h et APJ dat sturing g eeft aan de jeugdstrafrechtketen, staan onder andere afstemming e n samenwerking tussen d e ketenp a rtners centra a l . H et APJ biedt de mogelij kheid om knelp u nten op te sp oren ten aanzien van d e aanp a k jeugdcri m i n a l iteit, deelnem ers aan t e sp reken op d e p restaties van de organisatie e n structureel op doo rlooptijden te sturen .

H et p rojectbureau h eeft i n h et voorjaar van 2002 alle A P J ' s bezocht . Tijdens deze eerste horizontale visitatiero nde zijn de volgende o n derwerpen bespro­

ken :

De bevi ndingen uit de eerste verticale visitatie bij de ketenp a rtners in het betreffende arrondissement;

De p roblematiek m et betre kking tot de overdracht en reg istratie van za­

ken, d e verantwoordelij kheid voor een zaa k en het uitgangsp u nt V'3n brengp l icht;

De voortgang bij h et realiseren van de verkorting van de doo rlooptijden .

I n h et najaar van 2002 heeft de tweede hori zontale visitatie p laatsgevonden bij alle AP J ' s . H et doel van deze visitati eronde besto nd uit het vernemen van de vorderingen van de versch illende A P J ' s met betrekking tot de vo lgende asp ecte n :

I n richting van het APJ c onform de aanbevelingen van h et College van p rocureurs-generaa l ;

Verkorten van d e doorlooptijd e n ;

In voering van het Ju stitieel casu soverleg jeugd Jeugd;

Landelij k O verdrachtsformulier Jeugd .

Van deze bezoeken ( zowel de ee rste als tweede horizonta le visitatie) zijn verslagen gemaakt die teruggekopp eld z ijn naar de verschi llende ketenp a rt­

ners in het arrondissement.

Mei/juni 2003 vindt een derde horizontale visitatie ronde p l aats . Evenals de d erde verticale visitatieronde valt de derde horizontale visitatiero nde buiten het bestek van het eval uatie-ond erzoek.

Richtlijnen voor A PJ ' s

Naar aanleiding v a n d e bezoeken ( i n h et kader v a n d e eerste horizo nta le visi­

tatie) aan alle Arrondissementale P latforms Jeugdcrimina liteit, zijn aanbeve­

lingen '; op gesteld om h et A P J zo goed mogelijk in te ric hten . Deze aan beve­

lingen zijn op genomen i n h et verslag (voorjaar 2002) van d e eerste

Overigens is bij het opstellen van deze aanbevelingen ook rekening gehouden met een notitie Idd.

22 maart 2002) van de voorzitter van het Landelijk Platform Jeugdcriminaliteit, met als onder·

werp: "Taakafbakening arrondissementale platforms en onderlinge relatie ".

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

(19)

horizontale vi sitati e en hebben betre k king o p de volgende aandac htsgebie­

d e n :

Doel van h et APJ m . b . t . samenwerki ng, doorlooptijden en volume- afspra ken .

Relatie tussen het APJ en h et AJ B (Arro ndi ssementaal Justitieel Beraad ) .

Freq uenti e en samenstelli n g APJ

K n el punten e n oplossi n g e n .

Relatie tussen verkorten doorlooptijd en en kwalitei t .

Bovendi en zijn de aanbeve l i ngen ook d o o r m iddel v a n e e n b rief ( d d . 4 j u ni 2002) van h et College van P rocureurs-Generaal, onder de aandacht ge bracht van de Hoofdofficieren van J u sti ti e .

Justitieel casusoverleg jeugd

Het p roj ectbureau h eeft de aanbeveli ng gedaan om h et J u stiti eel casusover­

leg jeugd (JCO-Jeugd) landelij k in te voere n . Doel van h et justitieel casus­

overleg jeugd i s de verhogi n g van d e kwal iteit van de bestrijding e n beheer­

si ng van jeugdcri mi n a liteit.

I n de besch rijvi ng van h et p rojectbureau over de samenstel li ng e n het functi­

oneren van het J u sti ti eel casusoverleg jeugd wordt onder meer het volgende opgeno m p. n :

I n h et overleg staat h et d eli ctged rag van strafrechtelij k mi nderjarigen cen­

traa l .

Het gaat om zowel afste m m i n g van de werkprocessen als om een kwali­

tatief betere overheidsreacti e op deli ctgedrag van jongere n . Hi e r i s n iet al­

leen het belang van repressi e ri chti nggevend . Het gedrag wordt ook ge­

zien vanuit preventief oogpu nt, waa rbij vroegsigna leri n g e n doo rverwijzing naar hulpverleni n g van belang zij n .

H et periodieke overleg staat onder vera ntwoordelij k hei d van h et O M e n wordt gevoerd tussen d e vertegenwoordi gers v a n h et O M, d e Raad voor d e Ki nderbesc hermi n g e n de P o liti e .

I n h et J u stitieel c asusoverleg jeugd worden alle zaken bespro ken met u it­

zonderi ng van de H a lt- en de voorgelei di ngszaken .

De poli ti e brengt de zaken mi ddels het landelij k meldi n g sformuli e r j eugd­

strafzaken in h et J ustitieel casusoverleg j eugd .

De stuk ken zij n i n januari 2002 i n h et Topberaad bespro ken en vervolgens door d e meest betro kken keten partners (politie O M en Raad) verder uitge­

werkt. Dit heeft g eresulteerd in een besch rijvi n g van de m i n i m a l e vari a nt van h et J u stitieel casu soverleg j eugd . Het Topberaad heeft op 1 8 o ktober 2002 i ng estemd met deze ri chtlij n .

Si nds janu ari 2003 dient h et J u stitieel casusoverleg jeugd lande l ij k (dat wi l zeggen i n alle arrondi ssementen) i n g evoerd te zij n . Door mi ddel van het J usti­

ti eel casusoverleg j eugd waar i n ieder g eval politie, OM e n d e Raad bij be­

trokken zij n, wordt vroeg na h et eerste verhoor door het O M d e afdoeni n gs­

besli ssing bepaa l d en worden afspraken gemaakt over wi e wat gaat doe n . De betro kken ketenpartners k u n n e n vervo lgens gelij ktijdig werken aan een j eugdzaak in plaats van volgtijdelij k . Voor d e i n ri chting van het J u stitieel ca­

susoverleg jeugd gelden d e volgende richtlij nen:

E r m oet voldoende rui mte worden gelaten aan de arrondi ssementale part­

n ers om te komen tot een J u sti tieel casusoverleg jeugd dat aansluit bij de lokale situati e e n behoefte .

Pagina 19 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP · groep

(20)

Ingecalculee rd moet worden dat h et e nige tijd zal duren, voordat een d ergelijk overleg goed zal functionere n .

Sam e nstel ling van het Justitieel casu soverleg jeugd zal moeten aansluiten bij d e situatie en behoefte bi nnen e l k arro n dissement. Uit oogp u nt van kwaliteit van de afdoeni n g en vanuit het streven naar een i ntegrale aanp a k is een b rede samenstelling (zowel rep ressieve als p reventieve ketenpart­

n e rs ) van h et J ustitieel casusoverleg jeugd toe te juiche n .

De frequenti e van h et overleg zal voor een deel bep a a ld worden door d e mogelij k h eden en behoeften die bi n n e n h e t a rrondissement zijn . Gestreefd zou m oeten worden naar een overlegfrequentie van minimaal eenmaal per week.

Doorlooptijden inzichtelijk maken

Dit i nstrument is reeds i n paragraaf 2 . 4 besp roken .

Landelijk Overdrachtsformulier ( LOF)

Op i niti atief van het p roject verkorti n g doorlooptijden is een lan delijk over­

d ra c htsfor m u li e r (h et LOF) ontwikkel d . De volgende uitgangsp u nten zij n bij d e ontwi k keli n g van het overd rachtsfo rmulier geh anteerd :

U niforme landelijke brui kbaarhei d ;

G e b rui k van formulier bij misdrijven g ep leegd door strafrechtelijk mi nderja­

ri g e n ;

Toezendi n g bi n nen 5 dagen na e erste verhoor aan zowel OM/ Halt/ Raad (ook bij Haltwaardige resp ecti eve lij k STOP deli cten LOF aan Raad zend e n ) ;

I nteg rati e van zowel vragen gericht op de verdenking van het strafbare feit als vragen gericht op de sociale situati e van de jongere waardoor H a lt en de Raad op basis van de besc hikbare gegevens kunnen bepalen of eventuele verdere h u lpverlening i n gang gezet kan worden;

Formulier is gelij ktijdig brui k baar voor het afdoen door O M in OM-model;

Formulier die nt als basis voor h et J ustitieel casusoverleg jeug d .

De ontwi k keling e n i nvoering v a n h et LOF is e e n moeizaam p roces onder meer o mdat h et formulier i n d rie verschi llende geautom atiseerde p o litiesys­

temen gebruikt moet kunnen word e n . Per 1 januari 2003 is het LOF landelijk verp li c ht g esteld e n vanaf dat moment wordt in 4 arrondissementen op exp e­

ri mentele basis met het form u lier gewerkt. Op 1 6 mei 2003 is het formulier voor a l l e arrondissementen beschi kbaar gesteld, hetgeen o verigens niet wil zeggen dat h et LOF vanaf dat moment in alle arrondissementen wordt ge­

brui k t .

N ieuwsbrief

Het p rojectbureau heeft vijf keer een nieuwsbrief uitgebracht (j uli , septem ber e n november 2002, maart en j u ni 200 3 ) , waari n de ketenp a rtners over h et p roject verkorti n g doorlooptijden worden g eïnformeerd . Hie ri n worden tevens

landelij ke doorlooptijdencijfers gep resenteerd e n wordt in tekst (dus niet cij­

fermati g ) ingegaan op de realisatie van de K a lsbee knorm per arrondissement.

Pagina 20 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

(21)

2.6 Conclusies

Pagina 2 1

O p grond v a n d e besch rijvi ng van de hoofdlijnen van h e t project kan, ten aanzien van d e vierde onderzoe ksvraag (in hoeverre zijn d e plannen feitelijk uitgevoerd ) , worden geconstateerd dat d e activiteiten die zijn ondernomen, logisch voortvloeien uit het projectplan . De hoof d l ijnen u i t het projectplan zijn

ook g erea liseerd, met u itzondering van h et u nifo rm eren e n verhogen van de betro u w baarheid van i nformati e, ten aanzien van de registratie , d e onderl i n g e uitwisseling e n d e oplevering van operationel e stuu rgeg evens .

Voorts kan worden geco nstateerd , dat de activiteite n , g ericht op de Z M , l ater op gang kwamen dan voor d e overige keten partners.

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er is geïnventariseerd of mensen voldoende op de hoogte zijn van instanties die verschillende vormen van tijdsbesteding aanbieden of kunnen helpen bij het uitbreiden van de

Er is door de verte- genwoordiger van het OM in de begeleidingscommissie van het project eenmalig binnen beide parket- ten (en gericht aan de medewerkers met een specifieke focus

Van de zijde van jeugdrechters werd alleen in de pilotregio Rotterdam over het LIJ geoordeeld (in Utrecht zijn er wel pilotzaken voor de rechter geko- men, maar de Rechtbank

Ten eerste is voor de start van de pilots door de project- groep besloten dat het spoorbesluit van de politie een proces-verbaal op te maken dan wel door te verwijzen naar Halt niet

Zoals beschreven in de voorgaande paragraaf beoogt het Landelijk K ader dat het LIJ door de politie gebruikt wordt voor het besluit of de jongere het strafrechtelijk traject

Het boekje is bedoeld voor alle personen en onderdelen binnen de Nederlandse politie die te maken hebben met de aanpak van overlast door jeugd en jeugdgroepen.. Daarnaast geeft

De rol die het l andelijk project speelt in het boven tafel krijgen van de cijfers met betrekking tot de doorlooptijden en het a anbieden van deze gegevens

drukking komend in de zeer specialistische analyses die zijn toegepast in de rapportage Inbraa1kanalyse, het experiment met de pocketcomputers en de veelheid van