• No results found

Pagina 58

De pro blee mstelling van het onderzoek, die in dit slothoofdstuk beantwoord wordt, luidt als volgt: I n hoeverre i s het project " Verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen " adequaat geweest in het bevorderen van het door de kete n pa rtners beha len van de gestelde doelen . Hoe kan verder worden ge­

werkt aan het rea li se ren van de no rmtijden gedurende de ei ndfase en na af­

loop van het project?

Deze pro bleemstelling wordt aan de hand van de volgende onderzoeksvragen beantwoord :

I n hoeverre is de hoofddoelstelling van het project gereali seerd ?

I n hoeverre zijn su bdoelstellin gen van de onderscheiden l ijnen van aanpak (en daarbinnen deelprojecte n ) gereal ise erd ?

I n hoeverre is het aannemelijk dat het project heeft bijgedragen tot de gereali seerde versnelling? Welke werkwijzen zijn daa rbij vooral succesvol gebleken?

Welke aanbevelingen zijn te geven met betrekking tot h et verder verkorten van de doorloo ptijden na afloop van het project.

Realiseren hoofddoelstelling

De hoofddoelstelling is n iet gehaald, geen van de d rie Kalsbeeknormen wordt gerea l i seerd :

Voor jongeren die een Ha lt-afd oening krij gen, geldt dat het percentage dat binnen 60 dagen met de Ha lt-werkzaamheden start , sinds 200 1 welis­

waar stijgt, m a a r dat met 60, 9 % over de eerste maanden van 2003 de n o rm nog niet gehaald wo rdt . De voor Hal t-bureaus gel dende norm dat 80% van de jon g eren binnen 55 dagen aan de slag moeten zij n , wordt over de eerste vier maanden van 2003 met 7 7 , 1 % dicht benaderd (zie ta­

bel 3 . 2 ) . H et probleem ligt hier dan ook duidelijk bij de politie, die er slechts voor 2 9 , 4 % van de geva llen in slaagt de Halt verwijzing binnen 5 dagen na ee rste verhoor rond te hebben .

Voor de jongeren wiens zaa k door het O M worden afgedaa n , geldt dat er sprake is van een duidelijke progressie, maar dat de norm nog n iet wordt beh a a l d . Over de eerste vier maanden van 2003 ligt het percentage zaken dat binn en 3 maanden is beoordeeld ten beh oeve van de afdoening door het O M op 6 2 , 0 % .

Voor jong eren die voor de rechter moeten verschijnen ge ldt dat het beha­

len van de Kalsbeek-norm nog lang niet in zicht is. In 2002 wordt 39 , 5 % van het aantal zaken binnen 6 maanden wordt afgehandeld; i n de eerste maanden van 2003 stijgt dit verder naar 44, 3 % .

Gelet o p het feit dat d e verkorting van d e doorlooptijden i n 2002 e n d e eer­

ste maanden van 2003 sterker is dan in voorgaande jaren mag worden aan­

genomen dat het project heeft bijgedragen aan de gerealiseerde verkorting van de doorlooptijd en .

Er zij n vier verstoppinge n , die het rea l i seren van de Kalsbeeknormen verhin­

deren :

de politie s laagt e r niet i n om 80% van de zaken binnen een maand na ee rste verhoor bij het O M te krijgen;

de politie voldoet niet aan de norm om 80% van de Halt-waa rdige jon ge­

ren binnen 5 dagen bij Halt aan te melden;

de (afgeleide) norm voor het zittingsgereed maken wordt niet gehaald;

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP -groep

Pagina 59

daarbij kan worden aa ngetekend dat verkorting van doo rloo ptijden in dit traject afhan kelij k is va n stroo m l ijning van administratieve procedures, verbete ring van afstemming tussen O M en ZM en het ter besc hikking stel­

len van meer zitti ngscapaciteit voor jeugdzaken door d e ZM;

de Raad is nog tamelijk ver verwijderd van de norm voor de u itvoering van h et basisonderzoek .

Realiseren subdoelstellingen

De eerste subdoelstelling van het project is het stroomlijnen van werkproces­

sen en verbetering van samenwerking op a rrondissementaal n ivea u . De nade­

re ana lyse i n zes a rrondissementen laat zien dat hier veel aandacht aan is bestee d . O o k i n verslagen die het projectbureau van de vi sitaties heeft ge­

maa kt, komt dit tot uitd ru k king . Er kan zonder meer geconstateerd worden dat aan d eze doelstelling beantwoord is . Ook kan worden vastgesteld dat het projectbureau daar een belang rij ke bijdrag e aan heeft geleverd door daar i n ­ strumenten v o o r aan t e bieden ( ri c htlijnen APJ e n verplicht stellen casus­

overleg) e n e r i n d e visitaties veel aandacht aan te schen ken.

Hierbij past evenwel de ka ntte kening dat afstemming van werkprocessen tussen OM e n ZM inza ke het zittingsg ereed ma ken van zaken nog aanzien lij­

ke verbetering beh oeft. H ierbij speelt een rol dat d e activiteiten vanuit het p rojectburea u richting Z M later op gang zijn gekomen . Ook het rApport Za­

ken , zitti ngen e n cellen (oktober 2002), dat i n opdracht van het projectbu­

rea u door d e Accountants Dienst van het Ministerie van Justitie is opgeste ld, m a a kt duid elij k dat i n dit traject nog d e nodige tijdswinst te boeken i s . O o k h et t e r beschikking stellen van extra zitti n gscapaciteit zal i n veel arron­

dissementen noodzakelijk zijn o m d e doorloo ptijd en voor jongeren die voor de rec htbank m oeten versc hijnen verder te verkorte n .

De tweede su bdoelstelling heeft betrekking op de lijn van de informatievoor­

ziening en valt i n twee onderdelen uiteen .

La ndelij k e periodieke rapportages over de doorlooptijden per keten en a r­

rondissement.

U n iformere n en verhogen van de betro uwbaarheid van i nformatie, ten aan zien van d e regi stratie , de onderlinge uitwisseling en de oplevering van o pe rationele stu u rgegevens.

Ten aanzien van het eerste onderdeel va n d eze subdoelstelling kan worden geconstateerd dat daar door h et p rojectbureau zonder meer aan voldaan i s . D e cijfers die door het projectbureau zijn geproduceerd hebben de informatie­

positie zonder meer verbeterd .

Tegelij ke rtijd k l eefden aan deze cijfers o o k beperki ngen :

Pas voorjaar 2003 zijn g egevens besch i k baar gekomen, die inzicht geven i n d e doorlooptijden ten aanzien van h et zittingsgereed maken van zake n . H ie rdoo r is e e n belang rij k knelpunt lange tijd o nvoldoende zichtbaar ge­

m a a kt .

De cijfers waren niet gesc h i kt om op a rrondissementaal niveau als stu­

ringsi nstrument te dienen .

Van h et tweede onderdeel van deze subdoelste l l i n g . Het zogeheten I-traject i s op landelijk niveau weinig terecht gekomen. In feite zijn alleen activiteiten (met name onderzoek door Deloitte & To uche) uitgevoerd, die bedoeld waren als voorbereiding op het uniformeren en verhogen van d e betrou wbaarheid van i n formati e . O p basis van het onderzoek van Deloitte & Touche h eeft h et p rojectbureau een aantal voorstellen gedaan die door het Topberaad zijn a f­

geweze n . Daarmee kwam het I-traject g rotendeels stil te ligge n .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Evaluatie projectopzet

Het project heeft een bijdrage ge leverd a a n het verkorten van de doorlooptij­

den :

Het project heeft een sti m u l a n s bete kend om binnen de arro n d issementen meer aandacht aan het verkorten van doorlooptijden te gaan besteden .

Er zijn verschi llende i niti atieven die op a rrondi ssementaal niveau tot ver­

korten van doorlooptijd en hebben geleid mede onder i nvl oed van richtlij ­ nen en adviezen van h e t projectbureau t o t stand gekomen.

Onder invloed van h et project heeft vanuit het Parket-G eneraal en het landelij k bureau voo r de Raad voor de K i nder beschermi n g meer sturing plaatsg evo nden o m d o o rl ooptijden bij par ketten en vestigingen van de Raad te verkorten .

De volgende elementen zijn te benoemen als succ esfactoren i n de inrichting en werkwijze van het p roject:

Een beperkte looptijd van het p roject i n combinatie met een hoge urgentie toeken ning aan het verkorten van doorlooptijden en een harde doelstel l i n g .

Een slagvaardige p rojectorganisatie; door middel van het Topberaad heeft het projectbureau toegang tot de mac htcentra van de meeste betro kken organisaties . Ook de beperkte omvang en de samenstelling ( met deskun­

digen uit het vel d ) van het projectbureau zijn succesfactoren .

Een hel dere verslaglegging zowel voor het Topberaar:! ,:,Is de ketenrartners i n het veld over de voortgang van de acti viteiten van het projectburea u .

Over het algemeen zijn door het p rojectbureau de j u i ste instrumenten in­

gezet.

Er kan ook een aantal k ritische ka ntte keni ng en bij de aanpak van het project worden geplaatst . De e ffectiviteit va n het project had waa rsch ij n l ij k g roter kunnen zijn a l s bij de uitvoering ervan m eer rekening was gehouden met de fase waarin de arro ndi ssementen zich i n het verbeteri ngsproces bevo nden; er had na de eerste visitatieronde meer energie gestoken kunnen worden in a rro ndissementen waar veel te verbeteren viel en minder energ i e in de arron­

d issementen waar het verbeteringsproces goed o p gang was gekomen.

In de aanpak van het p rojectbureau had bovendien meer ruimte kunnen zijn voor maatwerk waarb ij goed presterende arrondi ssementen een rol in over­

d racht van kennis en ervaring hadden kun nen spelen en m inder goed preste­

rende ar rondissem enten ook gebru i k hadden kunnen ma ken va n activiteiten gericht op deskundigheidsbevorderi n g .

Tenslotte i s geconstateerd d a t activiteiten gericht op h e t u n iformeren en ver­

hogen van de betro u wbaarheid weinig resu ltaat hebben opgeleverd . In plaats van deze activiteiten had het projectbureau zich beter kunnen richten op het ondersteunen van a rron d i ssementen bij de ontwikkeling van instru menten waarmee op basis van a rrondisse mentale gegevens over doorlooptijden ge­

stu u rd kan word e n .

Succesvolle werkwijzen

In hoofdstu k 4 is een o verzicht gegeven van 4 typen activiteite n /maatregelen die binnen a rrondissementen bijdragen aan het verkorten van d oorlooptijden :

Afstemming en samenwerking kete n pa rtners;

Sturi n g op doorlooptijden ;

Stroomlijnen in terne werkprocessen en extra capaciteit;

Pagina 60 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Besch rijvi n g werkprocessen .

Uit dit overzicht kunnen de vo lgende conclusies worden getrokken :

Centraal i n het verkorten van doorlooptijden staat de samenwerking tus­

sen partners. Zonder de samenwerking zijn goedbedoelde initiatieven van ind ividuele keten partners zelden erg effectief in het verkorten van door­

loo ptijd e n .

Een goed functionerend APJ i s een belangrijke voorwaarde voor afstem­

m i ng en samenwerking tussen keten pa rtners .

De erva ringen in Alkmaar en Den Bosc h laten zien dat het d ri estromen mo­

del (waarin er slechts drie mogelijkheden zijn een zaak a f te doen : via Halt, via het officiersmodel of via voorgeleiden) een effectief middel voor samenwerking is. De combinatie met een J ustitieel casusoverleg jeugd, dat frequent bij elkaar komt zoals in Alkmaar en Dordrecht en waar de verdere gang van zaken rondom de afdoen ing volgens een van de d rie modal iteiten a fgestemd wordt, vormt een bela ngrij ke s leutel tot succes bij het verkorten van doorlooptijden m et name als het gaat om jo ngeren wiens zaak buiten de Z M wordt afgeda a n .

2 Naast samenwerking is sturing essenti eel . Inzicht i n g egevens over door­

looptijden is i n d e eerste plaats voor de afzonderlijke ketenpartners van belang o m binnen de eigen organisatie te stu ren . I n de tweede plaats kun­

nen de gegevens door de kete npartners worden gebru i kt o m onderling af­

spraken te maken en elkaar erop aan te spreke!1 a l s uit de r.ijfers hlijkt dFlt de afspraken n i et gerea l i seerd worden .

I n de door ons geana lyseerde arrondi ssementen worden in Alkmaar, Den Bosch en Dordrecht de cijfers over doorlooptij den zowel door afzon­

derlijke pa rtners als door partners onderl i ng als stu ringsinstrument ge­

bruikt. Dit werpt ook d uidelij k vruc hten af.

7 .4 Aanbevelingen

Pagina 61

De conclusies maken d u idelijk dat april 2003 de Kalsbeeknorm ni et gerea li­

seerd is, maar dat er mede onder i nvloed van het project verkorti n g doorloo p­

tijden wel sprake is van verkorting van doorlooptijden .

De resu ltaten geven aan dat verdere verkorti ng van doorlooptijden zonder twijfel mogelijk i s . O nderstaande aanbevelingen geven aan welke acti viteiten ondernomen dienen te worden o m dit alsnog te realiseren .

Uitgangspunt daarbij is dat het p roject per 1 augustus is beëindigd en een follow-up krijgt in het deelprogra m m a ' Effectieve kete n ' van het actiepro­

gramma Jeugd Terec ht van het M i ni sterie van Justiti e . Aansturing v a n d i t progra m m a berust bij het Topberaad .

E r moet door d e ketenpartners o p landelijk ni veau d uidelijk gecommuni­

c eerd blijven worden dat het real iseren van de Kalsbeeknorm prioriteit heeft .

2 Er moet eveneens landelijk getoetst blijven worden hoe de doorlooptijden zich op a rrondissementaal niveau verder ontwikkelen .

::3 Er moet gestreefd blijven worden om gestan daardiseerde werkprocessen , die effectief blijken te zij n , zoals het driestromenmodel landelijk in te voe­

ren .

4 Met het oog o p de eerste drie aanbevelingen is het noodzakelij k dat een aantal activiteiten van het projectb ureau vanuit het deel prog ramma ' Effec­

ti eve kete n ' worden voortgezet . H et betreft :

Periodiek (eens per kwartaal) blijven genereren van cijfers over door­

looptijden u itgesplitst naar a rrond issement en ketenpartner volgens de systematiek van de i n 2003 door het projectbureau geprod uceerde

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep

Pagina 62

overz i c hte n . Deze overzichten zijn bestemd voor het Topberaad en de deelne mers van de APJ ' s .

Voortzetting horizontale visitaties; t e houden najaar 2003 e n voorjaar 2004. Daa rbij ad viseren wij de visitaties u itsluitend te richten op de ar­

ro ndi ssementen die ten aanzien van het verkorten van de doorlooptij­

den o nder het l a ndelijk gemiddelde score n .

De visitatie dient er op gericht te zijn concrete adviezen te verstre kken over h et o plossen van knelpu nten die bin nen h et betreffende arrondis­

sement spelen . Er dient i n ieder geval duidelij k gecommuni ceerd te worden dat de vi sitaties een i n itiatief zij n van het Topberaad ; het be­

l a n g van de visitaties kan verder onderstreept w orden door leden van h et To pberaad te laten deel nemen.

5 Naast voortzetting van de i n aanbeveling 4 genoemde activiteiten is het van belang dat vanuit het deelprogra mma Effectieve keten door regel ma­

tige informele co ntacten i n het veld eveneens aandacht geschonken blijft worden aan effectieve initiatieven en i n strumente n , die in arrond issemen­

ten worden i n gezet . I nform atie hi erover kan via de vis itaties en een elek­

tronische nieu wsbrief aan alle arrondissem enten worden overgedragen.

Een eerste prio riteit is overd racht van i nformatie over in Dordrecht en Alkmaar ontwikkelde instrum enten die toegepast w orden om te sturen o p c ijfers over doorlooptijden . Daa rnaast dient de invoering en toepassing van het landelij k overdrachtsformulier nauwlettend gevolgd te worden . Eind 2 003 dient te worden nagegaan of het LOF een bijdrage levert '3an de verkort i n g van doorlooptijden .

6 Gelet op d e vierde en vijfde aanbeveling is het noodza kelijk dat kennis­

overd racht plaatsvi ndt door de leden van het projectbureau naar mede­

werkers van het progra m m a Effectieve kete n .

D o o r h et vertrek v a n de projectleider en zij n rechterhand b i n n e n het pro ­ jectbureau dreigt veel k e n n i s en ervaring verloren te gaan en dient hoge prioriteit aan de kenn isoverd racht te worden toe ge kend .

7 Voor d e la nde lijke o rgani saties die vertegenwoordigd zijn in het Topberaad d i e nt perma nente aandacht te zijn voor de bela ngrij kste verstoppingen

binnen d e jeugdstrafrechtketen :

Bij het min isterie van BZk en de Raad van Hoofdcommi ssa rissen voor verdere versnelling i n het traject van eerste verhoor tot o ntvangst PV door het OM a lsmede i n het traject van eerste verhoor tot aanmelding bij Halt.

Bij de Raad voor de Kinderbesc herming voor verdere versnelling bij de uitvoeri ng van de raadso nderzoeken .

Bij het Parket Ge neraal en de Raad voor de Rechtspraak voor versnel­

ling van het traject van het zittingsgereed maken van za ken.

8 I n h et onderzoek is geco nstateerd dat de knelpu nten die zich voordoen in de versc hi llende systemen die gebruikt worden om doorloo ptijden te monitore n , een remmende i nvloed hebben op verko rti ng van de doorloop­

tijden .

Het is van belang dat een d uidelijke keuze wordt gemaakt ten aanzien van de te volgen strategie; wo rdt er nog energie gesto ken in aanpassingen in de h u idige syste men of wordt de aandacht gericht o p het formu leren van gebrui kerseisen voor de systemen die nieuw ontwi kkeld gaan woràe n . Bij die gebrui kerseisen dient u niform iteit voor wat betreft de basisgege­

vens die voor alle ketenpartners van belang zijn centraal te staa n . Teve n s dienen i n de syste men eenduidige meetmomenten voor de doorlooptijden te worden geha nteerd .

Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP · groep

Bijlagen

Pagina 63 Evaluatie project verkorting doorlooptijden jeugdstrafrechtketen DSP - groep