• No results found

‘You need another forty years before we can forget what you have done’ zo zei Thatcher tegen een voormalig Duits ambassadeur tijdens een diner ter ere van de Brits-Duitse relatie.89 Behalve het feit dat de feeststemming duidelijk niet aanwezig was tijdens dit diner, is de uitspraak ook een voorbeeld van een groter probleem. In tegenstelling tot de pro-Europese houding van de premier in haar beginjaren was Thatcher vanaf eind jaren 1980 steeds feller geworden in haar anti-Europeanisme.90 Dit kwam onder andere door institutionele hervormingen binnen de Europese Gemeenschappen en economische initiatieven op Europees niveau. In een poging Thatchers euroscepticisme te verklaren zal in dit hoofdstuk ten eerste de Single European Act (SEA), ten tweede de quality majority voting en de European Economic and Monetary Union (EMU), besproken worden. Het euroscepticisme van Thatcher werd niet geholpen door de reguleringen die uit deze initiatieven voortkwamen, ze was hier duidelijk niet over te spreken:

88 Chequers Seminar on Germany, ‘Summary Record’, via: www.margaretthatcher.org (bezocht op: 5 juni 2019).

89 Denman, 259. 90 May, 76.

31

‘The community is not an end in itself, nor is it an institutional device to be constantly modified according to the dictates of some abstract intellectual concept. Nor must it be ossified by endless regulation.’91

Hoewel de premier in Brugge stelde dat: ‘Britain doesn’t dream of some cozy, isolated existence on the fringes of the EU community. Our destiny is in Europe, as part of the community’, waren er voor haar wel voorwaarden verbonden aan Britse deelname aan de Europese Gemeenschappen.92 Zo wilde Thatcher niet te veel bemoeienis van het vaste land, zeker niet op economisch gebied. Het Verenigd Koninkrijk moest het eigen (economische) beleid kunnen bepalen.93 Echter zag Thatcher dat ze, in tegenstelling tot geopolitieke kwesties, op economisch gebied wel iets kon hebben aan de Europese Gemeenschappen. Met het aantreden van Jaques Delors, die in 1985 was aangesteld als voorzitter van de Europese Commissie, leek dit wel wat lastiger te worden. Onder leiding van Delors werden veel nieuwe regels geïntroduceerd met, in Thatchers opinie, als doel om van Europa een conglomeraat te maken, waarbij de macht in Brussel lag.

De omslag in het enthousiasme van de premier met betrekking tot Europa blijkt ook uit de reactie van Thatcher op de introductie van de plannen voor de EMU en het ondertekenen van de SEA. Met name de SEA was een belangrijk moment in de carrière Thatcher. Volgens haar biograaf, Moore, is dit namelijk één van de oorzaken van Thatchers politieke ondergang geweest. De reden hiervoor was dat de SEA voor meer economische integratie tussen de lidstaten zorgde dan Thatcher dacht. 94 Voor dit duidelijk werd had Thatcher weinig over het ondertekenen van de SEA getwijfeld. De SEA was de eerste serieuze herziening van het Verdrag van Rome (1957), dat de basis vormde voor de Europese Unie.95 In Europa in alle staten stellen W. Meurs e.a. dat een belangrijk doel van het Verdrag van Rome het economisch belang van de Europese lidstaten was. De overweging was dat grotere welvaart het machtsevenwicht tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten zou bewaren. Daarnaast waren welvarende landen minder vatbaar voor communistische

91 M. Thatcher, ‘The Bruges Speech’ (20 september 1988) via: https://www.margaretthatcher.org (25 mei 2019).

92 Idem.

93 D. Willets, ‘How Thatchers Bruges speech put Britain on the road to Brexit’ The Financial Times (31 augustus

2018).

94 Moore, 380.

95 M. Green Cowles, The Single European Act., in (Ed.) The Oxford Handbook of the European Union (Oxford

32

propaganda.96 De doelstelling van het weghalen van de economische- en handelsbarrières tussen de lidstaten was voor Thatcher ook van belang. Hierdoor moest onderlinge economische strijd voorkomen worden en zou de concurrentiepositie van lidstaten verbeterd worden.97

Behalve economische doelstellingen werden er met de SEA ook verschillende (institutionele) veranderingen doorgevoerd. In zijn boek Missed Chances: Britain and Europe in the Twentieth Century stelt auteur Roy Denman (1924 – 2006), dat Thatcher zich bij het ondertekenen van de SEA niet realiseerde dat de Europese Gemeenschappen, vooral door deze aanpassingen, nog sterker zouden worden.98 Thatcher noemde de SEA zelfs een “een triomf voor diplomatie”.99 Daarnaast zei de premier er ook het volgende over:

‘The Single Market – which Britain pioneered – was intended to give real substance to the Treaty of Rome and to revive its liberal, free trade, deregulatory purpose. I realized how important it was to lay the groundwork in advance for this new stage in the Community’s development’100

Een voorbeeld van één van de institutionele aanpassingen die in de SEA werd vastgelegd was de manier van besluitvorming van de Raad van Ministers: deze werd verruimd en het vetorecht beperkt. De reden hiervoor was onder andere dat het vetorecht eerder voor veel belemmeringen van Europese plannen had gezorgd. Thatcher had tegen deze institutionele aanpassing gestemd maar was in de minderheid, de zogenaamde qualified majority voting werd dan ook doorgevoerd.101 Behalve beperking van het vetorecht kon met deze nieuwe manier van stemmen op verschillende gebieden met een ‘gekwalificeerde meerderheid’ worden besloten.102 Dit hield in dat een voorstel kon worden aangenomen wanneer ongeveer twee derde van de Raad voor stemde. Belangrijk op te merken is dat de zwaarte van de stem gebaseerd was op het aantal inwoners van het land dat het stemmende lid van de Raad vertegenwoordigde.103

Desalniettemin werden er door de qualified majority voting enkele economische hervormingen die in de SEA stonden, doorgevoerd. De SEA, en deze hervormingen, werden eind jaren 1980 geïntroduceerd. Omdat het in deze periode in verschillende lidstaten economisch niet zo goed ging, zo ook in het Verenigd Koninkrijk, was het het goede moment

96 Meurs e.a., 82.

97 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=LEGISSUM:xy0026 (bezocht op: 8 april 2019).

98 Denman, 264. 99 May, 72. 100 Thatcher, 547. 101 Idem.

102 https://www.europa-nu.nl/id/vh7dosvaukzw/europese_akte (bezocht op 8 april 2019).

33

maatregelen ter bevordering van de economie te introduceren. Met het nieuwe systeem van stemmen kon voorkomen worden dat een lidstaat besluitvorming rondom dit plan, zou proberen te blokkeren.104 Volgens Conservative, David Willets, die zijn politieke carrière onder Thatchers bewindvoering begon, bleek dit Thatcher al snel tegen te werken. Zo werd de majority voting ook regelmatig ingezet om nieuwe reguleringen door te voeren die de economische regelgeving minder flexibel maakte en met name tegemoet kwamen aan sociale initiatieven. Dit tot grote frustratie van Thatcher, die met majority voting juist een sterkere economische samenwerking had willen bereiken.105 Zo werd de invoering van de qualified majority voting een belangrijk moment in de toenemende teleurstelling van Thatcher in de Europese Gemeenschappen. Toch lijkt Thatcher met ondertekening van de SEA grotendeels mee te gaan in de voorstellen die Europa nog sterker verbinden dan al het geval was. Historicus David Reynolds verklaart deze ‘Euro-politics’ van Thatcher als een reactie op de mogelijkheid dat het Verenigd Koninkrijk aan de zijlijn zou komen te staan in het zogenaamde ‘two-speed Europe’.106 Dit begrip hield in dat verschillende delen van de Europese gemeenschappen het beleid per land aanpaste. Volgens Alex May, auteur van Britain and Europe since 1945 (1996), leek ondertekening van de SEA voor het Verenigd Koninkrijk in de eerste instantie echter van weinig betekenis. De in de SEA vastgelegde plannen kwamen immers grotendeels overeen met onder meer Brits beleid op het gebied van deregulering en mogelijkheden voor grotere corporaties.107 Het waren voor Thatcher dus geen onbekende ideeën. Een aantal jaar voor ondertekening van de SEA in 1986 waren er ook plannen geschreven voor de EMU. In de EMU stonden wel ideeën waar Thatcher moeite mee had. De eerste plannen voor de EMU werden in 1970 gepresenteerd en zouden volgens experts tien jaar later gerealiseerd kunnen worden. Dit bleek uiteindelijk pas met de invoering van de euro, in 2002, het geval te zijn. De commissie die de plannen had opgesteld werd geleid door Pierre Werner (1913 – 2002), minister-president van Luxemburg.108 Het zogenaamde Werner-plan beschreef drie fases om de EMU te kunnen realiseren: ten eerste zou vrij kapitaalverkeer mogelijk worden waardoor er ook een intensievere samenwerking van de banken ontstond. Ten tweede het vastleggen van wisselkoersen van de verschillende Europese munten en ten derde het invoeren van een gemeenschappelijk

104 https://www.europa-nu.nl/id/vg9hk8zrn2qz/raad_van_de_europese_unie_raad (bezocht op 8 april 2019).

105 D. Willetts, ‘The summer of 1988 marked Thatchers epiphany on Europe’, The Financial Times (2018).

106 May,71. 107 Idem.

34

bankensysteem. In het Werner-plan werden er geen verdere uitspraken gedaan over een gemeenschappelijk munt.109

‘This was the issue of sovereignty’ zei Thatcher in haar memoires over de plannen voor de EMU.110 De Europese Gemeenschappen waren voor Thatcher vooral interessant vanwege de economische voordelen en ze was dan ook in de eerste instantie enthousiast over de plannen achter de EMU. Dit veranderde toen Delors voorzitter van de Europese Commissie werd. Delors was de voormalig minister van Financiën in Frankrijk en dacht dat de sociaaleconomische problemen van de jaren 1980 het beste op te lossen waren wanneer de Europese Gemeenschappen nog meer zouden samenwerken.111 Het Delors-plan werd de opvolger van het Werner-plan en had duidelijke doelstellingen: een gemeenschappelijk monetair beleid met een gezamenlijke munt, een geïntegreerd economisch en sociaal beleid en een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid.112 Met name het idee van één Europese munt was voor Thatcher een zorgelijk punt. Dit werd in het Verenigd Koninkrijk gezien als het uit handen geven van de controle over het eigen monetaire beleid om het vervolgens te laten bepalen door de Duitse Bundesbank.113 Te veel macht voor de Duitsers bleef voor Thatcher een groot bezwaar, ook volgens één van haar belangrijkste adviseurs, Nicolas Ridley (1929 - 1993): ‘handing over power to the Community is the equivalent of giving it to Adolf Hitler’. Hoewel Ridley het had gezegd wisten velen dat dit precies was wat Thatcher achter gesloten deuren ook zei.114

Het eerdere enthousiasme van Thatcher over economische integratie werd dus al wat minder. Behalve de kans op meer Duitse invloed had dit ook te maken met het Delors-plan voor een geïntegreerd sociaal- en economisch beleid. Toen dit in 1988 concreter werd stelde Thatcher tijdens haar toespraak in Brugge het volgende:

‘We have not successfully rolled back the frontiers of the state in Britain, only to see them reimposed at a European level.’115

De manier waarop Thatcher reageerde op de SEA en vervolgens op de plannen voor de EMU, laat de tegenstrijdigheid zien in haar politieke beleid zien. Zolang het enkel over economische

109 Meurs e.a., 105. 110 Thatcher, 690. 111 Meurs e.a., 156. 112 Idem. 113 Thatcher, 690. 114 May, 77.

35

integratie en het makkelijker maken van onderling handel voeren ging, was Thatcher voorstander van de Europese plannen. Tijdens haar haar toespraak in Fontainebleau had Thatcher zich immers ook uitgesproken voor verdere, economische samenwerking. Maar, zoals in Europa in alle staten door W. Meurs e.a. wordt benadrukt, wilde Thatcher deze afspraken liever niet in een Verdrag laten vastleggen maar via intergouvermentele afspraken.116 Volgens politicus en academicus Shirley Williams, is Thatchers houding goed te verklaren. Zij stelt dat Britse premiers de vraag over hoeveel het Verenigd Koninkrijk moest samenwerking met Europa vaak meer als een economische kwestie zagen dan als een politieke kwestie, zo ook Thatcher. 117 Daarnaast zagen ook veel andere Britse politici de Europese Gemeenschappen als een economische gemeenschap met als doel de integratie van economische en handelssamenwerking.118. De plannen voor de EMU gingen Thatcher dus net te ver:

‘EMU itself – which involves the loss of the power to issue your own currency and acceptance of one European currency, once central bank and one set of interest rates – means the end of a country’s economic independence and thus the increasing irrelevance of its parliamentary democracy.’119

Het idee dat economische beslissingen door de EMU in Brussel werden genomen betekende volgens Thatcher dat de controle over de economie van het Britse kabinet verplaats werd naar een supranationaal orgaan als de Europese Gemeenschappen.120 Dit maakt de paradox in het politieke beleid van Thatcher ten opzichte van Europa duidelijk. Zolang Europees beleid over economische integratie ging, of het Thatcher anderszins van pas kwam was ze voorstander. Was het echter zo dat integratie verder ging dan economie, of kwam er te veel macht in Brussen te liggen, dan was Thatcher tegenstander van de Europese Gemeenschappen:

‘There was a requirement for a new treaty and for work to start on it immediately. There was also plenty of material in the treaty about regional and social policy – costly, Delorsian socialism on a continental scale. None of these was acceptable to me.’121 Volgens Moore was Thatchers mening over de EMU te verklaren door de onderhandelingen die vooraf gingen aan het tekenen van de SEA. Na het tekenen van dit Verdrag raakte Thatcher steeds meer gedesillusioneerd over wat de plannen voor economische integratie in de praktijk

116 Meurs e.a., 156.

117 O. Daddow, Britain and Europe since 1945 (Manchester University Press, 2004), 204. 118 Idem.

119 Thatcher, 691. 120 Idem.

36

bleken in te houden.122 Zeker toen deze verder werden uitgewerkt door de commissie van Delors. De omslag in Thatchers beleid ten opzichte van de Europese Gemeenschappen, van voorstander naar tegenstander vanaf halverwege de jaren 1980, was volgens Moore dan ook deels te verklaren door Delors’ plannen.123

Behalve over het Delors-plan, was Thatcher over de binnenlandse politieke situatie ook niet te spreken. De premier kreeg op het gebied van Europees beleid tegengestelde adviezen en de kwestie Europa zorgde voor steeds meer verdeeldheid binnen het Lagerhuis. Daarnaast was er de aanstelling van Lord Cockfield als Europees commissaris in de commissie van Delors. Thatcher had de Europese Commissie overgehaald Cockfield aan te stellen voor de opmaak van het zogenaamde ‘white paper’. Dit was een inhoudelijk document dat als handleiding zou dienen voor het voltooien van de interne markt die Delors in gedachten had.124 De premier vertrouwde er echter op dat onder leiding van Cockfield in dit document alle moeilijkheden van Delor’s plannen benadrukt zouden worden. Echter kwam de eurocommissaris uiteindelijk met het tegenovergestelde. De white paper van Cockfield bestond uit plannen ter unificatie van de twaalf verschillende (economische) markten. Om dit te bereiken was het volgens hem nodig om meer dan 300 fiscale, fysieke en technische grenzen op te heffen, dit moest in 1992 bereikt zijn. Met deze white Paper had Cockfield Delors niet de problemen van zijn plannen aangetoond maar juist verteld hoe Delors’ ideeën waargemaakt kon worden.125 Zo zorgden de commissies van Delors en Cockfield ervoor dat er niet alleen concrete plannen voor de EMU kwamen maar dat er ook verdere institutionele hervormingen werden doorgevoerd om te veel invloed door een lidstaat te voorkomen.126 Dit was voor Thatcher moeilijk uit leggen aan haar kabinet en ze gaf Cockfield dan ook de schuld:

‘Arthur Cockfield was a natural technocrat of great ability and problem-solving outlook. Unfortunately, he tended to disregard the larger questions of politics – constitutional sovereignty, national sentiment, and the promptings of liberty. He was the prisoner as well as the master of his subject. It was all too easy for him, therefore, to go native and to move from deregulation the market to reregulating it under the rubric of harmonization.’127 122 Moore, 380. 123 Idem. 124 Meurs e.a., 156. 125 Idem 126 Grob-Fitzgibbon, 435. 127 Thatcher, 547.

37

Zoals ook Grob-Fitzgibbon beschrijft in zijn boek Continental Drift. Britain and Europe from the End of Empire to the Rise of Eurosceptism, is het taalgebruik van Thatcher in dit citaat veelzeggend. Zo noemt ze Cockfield bijvoorbeeld een ‘native’, dat suggereert volgens Grob- Fitzgibbon dat Europa door Thatcher nog altijd gezien werd als “anders” dan Groot-Brittannië. Thatcher noemde in dit citaat bovendien nogmaals het belang van constitutionele soevereiniteit en nationaal sentiment. De plannen van Delors en Cockfield zag ze als belemmering hiervan. Zoals eerder bleek uit haar eigen memoires ging het voor Thatcher bij de EMU met name om een ‘issue of sovereignty’.128 Het was inmiddels duidelijk voor Thatcher dat de Europese Gemeenschappen steeds minder diende als middel in haar politieke beleid en steeds meer een bezwaar begon te worden voor wat de premier belangrijk vond: constitutionele soevereiniteit. De plannen van Delors voor een EMU maakte van Europa steeds meer een punt van discussie in het kabinet Thatcher van eind jaren 1980.129 Een goed voorbeeld hiervan zijn de verschillende adviezen die Thatcher in 1978 krijg van de conservatieve politici Nigel Lawson (1932) en Geoffrey Howe (1926 – 2015) over eventuele deelname aan de EMU. Lawson was duidelijk sceptisch over de plannen van Delors:

‘We have to decide first whether it would work or not; then if terms were right, if we should join.’130

Howe, daarentegen, was altijd erg pro-Europa en stelde dat door niet mee te weken aan de EMU, het Verenigd Koninkrijk eventueel recht tegenover Frankrijk en Duitsland kon komen te staan. Binnen de Europese Gemeenschappen was halverwege de jaren 1980 immers sprake van steeds sterker wordend Frans-Duits leiderschap. Volgens Meurs e.a. te verklaren door een gedeeld idealisme en eigenbelang van de Duitsers en de Fransen bij Europese samenwerking.131 Een voordeel aan de EMU kon volgens Lawson wel zijn dat het een steeds minder populair idee was en zo ook t het lidmaatschap van de EEG minder aantrekkelijk zou maken. Tegelijkertijd erkende Lawson dat het Verenigd Koninkrijk het risico zou lopen de samenwerking met Europa moeizamer te maken door niet mee te werken aan de EMU. Zijn collega Howe was een stuk meer overtuigd van de inhoudelijke potentie van EMU. Zowel economisch als politiek zag hij de voordelen van dit type samenwerking. De eventuele dreiging van Duitsland, dat voor Thatcher wel degelijk een zorgelijk punt was, was dit voor hem niet:

128 Thatcher, 690. 129 Moore, 381. 130 Idem, 379. 131 Meurs e.a., 155.

38

‘Fundamentally, we do believe in German principles of economic management and should be able to get ourselves alongside them.’ 132

Thatcher kreeg dus, per brief, twee zeer uiteenlopende adviezen. Hoewel ze Lawson en Howe niet terug schreef, maakte ze wel verschillende aantekeningen bij de brief van Howe. Hier blijkt uit dat ze het met zijn advies niet eens was. Howe had gesuggereerd dat Duitsland en Frankrijk nog meer invloed zouden hebben op het beleid binnen de Europese Gemeenschappen wanneer het Verenigd Koninkrijk niet deel zou nemen aan de plannen van Delors. Volgens Howe zouden de Britten juist meer invloed kunnen hebben door wel deel te nemen. Thatchers commentaar bij deze suggestie was een duidelijk: ‘No’.133 Behalve over de EMU was Thatcher ook over plannen voor European Exchange Rate niet te spreken:

‘I said that I was not convinced that there would be solid advantage in joining the ERM. I did not believe that in practice it would provide and effective discipline on our economic management. Rather, it removed our freedom of manoeuvre.’134

Net als Thatchers eerdere uitspraak over Lord Cockfield blijkt ook uit dit citaat hoe belangrijk de premier economische vrijheid vond, dit was zowel voor Thatcher als voor Lawson van belang. Beiden hoopten dat ideeën voor de EMU hun momentum zouden verliezen waardoor