ERKENNING VAN CLASSIFICATIEBUREAUS

1.15.1 Algemeen

Indien een internationale overeenkomst wordt afgesloten die meer algemene voorschriften bevat betreffende het vervoer over de binnenwateren en meer bepaald betreffende het volledig gamma van de activiteiten van classificatiebureaus en hun erkenning, zal elke bepaling in dit hoofdstuk die in tegenspraak is met de bepalingen van de betrokken internationale overeenkomst, in de betrekkingen tussen de partijen van onderhavige overeenkomst die verdragspartijen van de internationale overeenkomst zouden geworden zijn, vanaf de inwerkingtreding van de internationale overeenkomst automatisch geschrapt en vervangen worden door de desbetreffende bepaling van de internationale overeenkomst. Dit hoofdstuk vervalt van zodra de internationale overeenkomst in werking treedt, indien alle partijen van onderhavige overeenkomst verdragspartijen van de internationale overeenkomst geworden zijn.

1.15.2 Procedure van erkenning van classificatiebureaus

1.15.2.1 Een classificatiebureau dat wenst aanbevolen te worden om erkend te worden in het kader van dit Verdrag, stelt haar kandidatuur tot erkenning bij de bevoegde overheid van een verdragspartij in overeenstemming met de bepalingen van dit hoofdstuk.

Het classificatiebureau stelt de nodige informatie conform de bepaling van dit hoofdstuk op. Ze moet de aanvraag opstellen in ten minste een officiële taal van de verdragspartij waar de de aanvraag wordt ingediend en bovendien in het Engels.

De verdragspartij stuurt deze aanvraag door aan het Administratief Comité, tenzij de aanvraag duidelijk niet voldoen aan de voorwaarden en de criteria waarnaar verwezen in afdeling 1.15.3.

1.15.2.2 Het Administratief Comité stelt een Comité van deskundigen aan en bepaalt de samenstelling ervan en bepaalt tevens haar werkprocedures. Dit Comité van deskundigen onderzoekt de aanvraag, bepaalt of het classificatiebureaus beantwoordt aan de voorwaarden en criteria van 1.15.3 en formuleert een aanbeveling aan het Administratief Comité binnen een termijn van zes maand.

1.15.2.3 Het Administratief Comité onderzoekt het rapport van de deskundigen. Het beslist volgens de bepalingen van de procedure als omschreven in Artikel 17.7 c) binnen een termijn van maximaal één jaar te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag, teneinde het classificatiebureau al of niet te erkennen. Het Administratief Comité stelt een lijst op van classificatiebureaus die door de verdragspartijen aanbevolen worden tot erkenning.

1.15.2.4 Elke verdragspartij kan slechts op basis van de lijst waarnaar verwezen in afdeling 1.15.2.3 beslissen om het betreffende classificatiebureau al of niet te erkennen. De verdragspartij dient het Administratief Comité en de andere verdragpartijen op de hoogte te stellen van haar beslissing.

Het Administratief Comité dient de lijst van de erkenningen, afgegeven door de verdragsparijen, actueel te houden.

1.15.2.5 Wanneer een verdragspartij van mening is dat een classificatiebureau niet meer voldoet aan de voorwaarden zoals bepaalt in afdeling 1.15.2.3, kan ze aan het Administratief Comité voorstellen tot schrappen van de lijst van aanbevolen classificatiebureaus. Dergelijk voorstel dient gegrond te zijn met bewijsmateriaal waarom niet meer aan de voorwaarden is voldaan.

Het Administratief Comité dient de lijst van de erkenning door de verdragsparijen actueel te houden.

1.15.2.6 Het Administratief Comité moet volgens de procedure genoemd in 1.15.2.2 een nieuwe Commissie van Deskundigen oprichten die binnen een termijn van 6 maanden rapporteert aan het Comité. Het classificatiebureau wordt door de Commissie van Deskundigen geïnformeerd en uitgenodigd commentaar te leveren op de bevindingen.

1.15.2.7 Het Administratief Comité kan, indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden en criteria genoemd in 1.15.3, besluiten het classificatiebureau in de gelegenheid te stellen een plan voor te leggen om de vastgestelde tekortkoming(en) binnen een termijn van 6 maanden te verhelpen en ieder verder in gebreke blijven te voorkomen, of, overeenkomstig artikel 17, 7 c), de naam van het betreffende classificatiebureau te verwijderen van de lijst van voor erkenning aanbevolen bureaus.

In dat geval moet het betreffende bureau onmiddellijk op de hoogte worden gesteld. Het Administratief Comité moet ook alle Overeenkomstsluitende Partijen op de hoogte stellen, dat het betreffende classificatiebureau niet langer voldoet aan de voorschriften om als erkend classificatiebureau te fungeren in de context van de Overeenkomst en moet hen uitnodigen om de noodzakelijke stappen te ondernemen om in overeenstemming te blijven met de voorschriften van de Overeenkomst.

1.15.3 Voorwaarden en criteria voor de erkenning van een classificatiebureau dat een erkenning aanvraagt onder deze Overeenkomst

Een classificatiebureau dat een erkening aanvraagt in het kader van deze overeenkomst moet voldoen aan alle volgende voorwaarden en criteria

1.15.3.1 Het classificatiebureau is in staat om kennis en ervaring in het domein van de evaluatie, ontwerpen en constructie van binnenvaartschepen aan te tonen. het bureau moet beschikken over uitgebreide regels en reglementen over het ontwerpen, de constructie en de periodieke inspectie van schepen. Deze regels en voorschriften moeten zijn gepubliceerd, voortdurend actueel worden gehouden en door middel van onderzoek en ontwikkeling worden verbeterd.

1.15.3.2 Het register van de door het classificatiebureau geclasseerde schepen wordt jaarlijks gepubliceerd.

1.15.3.3 Het classificatiebureau mag niet worden bestuurd door eigenaren of constructeurs van schepen, of van andere personen die commerciële activiteiten uitoefenen op het vlak van de bouw, de uitrusting, de reparatie of de exploitatie van schepen. De inkomsten van de het classificatiebureaus mogen niet significant afhangen van één enkele commerciële onderneming.

1.15.3.4 De zetel of een vestiging van het classificatiebureau dat bevoegd en gerechtigd is om beslissingen uit te voeren en te handelen in alle domeinen die nodig zijn in het kader van de heersende reglementering in de binnenvaart, moet zijn gevestigd in één van de verdragspartijen.

1.15.3.5 Het classificatiebureau en haar deskundigen moeten een goede reputatie hebben in de binnenvaart, de deskundigen moeten in staat zijn hun professionele bekwaamheid aan te tonen.

1.15.3.6 Het classificatiebureau:

- beschikt over voldoende vakkundige personeel en ingenieurs voor de technische taken van toezicht en inspectie evenals voor de taken van beheer, ondersteuning en onderzoek, in verhouding tot de taken en het aantal geclasseerde schepen en voldoende om de voorschriften te moderniseren en ontwikkelen conform de kwaliteitseisen.

- heeft deskundigen in ten minste twee lidstaten van de verdragspartijen.

1.15.3.7 Een ethische code is van kracht binnen het classificatiebureau.

1.15.3.8 Het classificatiebureau moet een efficiënt intern kwaliteitssysteem hebben opgesteld en geïmplementeerd, dat is gebaseerd op de relevante aspecten van internationale kwaliteitsnormen en voldoen aan de normen EN ISO/IEC 17020:2012 (behalve clausule 8.1.3) (inspectie instantiesj) en ISO 9001:2015. Het classificatiebureau is onderworpen aan het certificeren van zijn kwaliteitssysteem door een onafhankelijk controleorganisme van auditoren, erkend door de administratie van de Staat waarin het is gevestigdt.

Deel 1 – Pagina 117

1.15.4 Verplichtingen van de aanbevolen classificatiebureaus

1.15.4.1 Aanbevolen classificatiebureaus moeten ervoor instaan met elkaar samen te werken ter waarborging van de gelijkwaardigheid in termen van veiligheid van hun technische normen die van belang zijn voor de implementatie van de voorschriften van deze Overeenkomst.

1.15.4.2 Zij moeten ten minste eenmaal per jaar ervaringen uitwisselen tijdens gezamenlijke bijeenkomsten en jaarlijks verslag uitbrengen aan de Veiligheidscommissie. Het secretariaat van de Veiligheidscommissie moet van deze bijeenkomsten op de hoogte worden gesteld.

Overeenkomstsluitende Partijen worden in de gelegenheid gesteld de bijeenkomsten als waarnemers bij te wonen.

1.15.4.3 Aanbevolen classificatiebureaus moeten ervoor instaan de huidige en toekomstige bepalingen van deze Overeenkomst toe te passen, rekening houdend met de datum van inwerkingtreding ervan. Indien de bevoegde autoriteit daarom verzoekt, moeten zij alle relevante informatie omtrent hun technische voorschriften overleggen.

HOOFDSTUK 1.16 PROCEDURE BETREFFENDE HET AFLEVEREN VAN EEN