• No results found

3.3.1 Algemeen

In 1995 is de Energie Prestatie Normering (EPN) geïntroduceerd door de overheid met als doel de energiebesparing te bevorderen en zo de CO2-uitstoot te reduceren. De

mate van energiezuinigheid, oftewel de energetische kwaliteit van een gebouw, wordt uitgedrukt in de Energie Prestatie Coëfficiënt, beter bekend als de EPC. In het bouwbesluit zijn normeringen aangewezen waar woningen en andere gebouwen aan moeten voldoen. Naast de eisen voor thermische isolatie en luchtdoorlatendheid van de gebouwschil, gelden er ook eisen voor de energetische kwaliteit van een gebouw, of een gedeelte hiervan.

Het totale energiegebruik van een bouwwerk bestaat, zoals te zien in figuur 6 uit het energiegebruik voor:

Verwarming; Koeling; Ventilatoren; Verlichting; Bevochtiging; Pompen; Warm tapwater.

Verminderd met de energieopbrengst van: Photovoltaïsche cellen (PV);

Compensatie voor elektriciteitslevering van WKK.

In figuur 6 wordt gesproken over “De compensatie voor elektriciteitslevering van WKK”. Een Warmte-krachtkoppeling, ook bekend als de WKK, is een elektriciteitscentrale. De micro-WKK, de installatie waarop in dit onderzoek gedoeld wordt, is een kleine elektriciteitscentrale waarbij de opgewekte warmte wordt gebruikt voor de verwarming van de woning of warm tapwater.

Voor nieuwe woningen geldt sinds 1 januari 2011 een EPC-grenswaarde van 0,6. Voor nieuwe utiliteitsgebouwen als kantoren, scholen en ziekenhuizen gelden verschillende waarden per gebouwfunctie.35

3.3.2 Berekenen Energie Prestatie Coëfficiënt

De Energie Prestatie Coëfficiënt wordt berekend met behulp van de formule uit figuur 7. In tabel 1 staat weergegeven waar de afkortingen voor staan.

Tabel 1: Betekenis afkortingen EPC-formule

De formule berekend de EPC door de totale energiebehoefte van een bouwwerk te delen door de som van de invloed van het geveloppervlak van een woning en de invloed van het gebruiksoppervlak van de woning. Vervolgens wordt deze uitkomst vermenigvuldigd met een correctiefactor om te komen tot de daadwerkelijke EPC-waarde van een woning.36

3.3.3 Kritiek op Energie Prestatie Coëfficiënt

De EPC-berekening wordt regelmatig bekritiseerd, mede door het niet goed meerekenen van de nieuwste technologieën. Dit heeft als gevolg dat door de gebreken van de normering innovatieve producten minder aantrekkelijk zijn om toe te passen. De relatief hoge investering leidt dan volgens de berekeningsmethodiek niet tot de gewenste besparing bij het Energie Prestatie Coëfficiënt.

Een goed voorbeeld zijn de PV-panelen. Doordat de panelen niet waarheidsgetrouw worden meegenomen in de berekening van de EPC heeft dit als gevolg dat het moeilijk is voor een ontwikkelaar om energieneutrale woningen neer te zetten. In de praktijk worden deze hoge doelstellingen vervolgens naast zich neer gelegd waarna men genoegen neemt met “mindere” woningen.

35Senter Novem. (z.d.). EPN en nieuwbouw. “www.senternovem.nl”. URL bezocht op 29 december 2010 36Senter Novem. (z.d.). EPN en nieuwbouw. “www.senternovem.nl”. URL bezocht op 29 december 2010

Afkortingen uit de EPC-formule

EPC Energie Prestatie Coëfficiënt

Qpres;tot Totaal energiegebruik van een bouwwerk [MJ]

Averlies Verliesoppervlakte van de woonfunctie (geveloppervlak) [m2]

Ag Gebruiksoppervlakte [m2]

Cepc Correctiefactor: 1.12 Figuur 7: Formule EPC-berekening

3.3.4 EPG-methodiek als vervanging EPC-methodiek

De genoemde kritiek op de EPC-methodiek is door de NEN opgepakt en heeft geleid tot de ontwikkeling van de verbeterde normering “Energie Prestatie voor Gebouwen”. Deze nieuwe regelgeving, inclusief rekenmethode, zou in januari 2011 worden geïntroduceerd. Echter is de rekenmethodiek nog niet voldoende ontwikkeld om het openbaar te maken met uitstel tot juli 2011 als gevolg.37

Met het uitstel is de installatiebranche niet blij! “Maar als het dan toch gebeurt, raadt brancheorganisatie Uneto-VNI aan ook naar andere zaken te kijken.“38. Ook raadt de

brancheorganisatie aan te kijken naar bijvoorbeeld technieken die het mogelijk maken om installaties slim aan te sturen en dus minder energie te gebruiken.

3.3.5 Gebruikte rekenmethodiek voor afstudeeronderzoek

Het uitstellen van de introductie van de EPG-normerming heeft ertoe geleid dat de EPC- berekening gebruikt zal worden om de verschillende installaties te beoordelen met daarbij de kritische kanttekening dat deze normering de nodige mankementen vertoond.

Het grote voordeel van het gebruik van de EPC-normering is dat deze methodiek nog steeds wordt gehanteerd in Nederland en dat iedereen ermee bekend is.

3.3.6 Energievraag in EPC-methodiek

De rekenmethode die in de EPC-methodiek wordt gehanteerd is op dit moment de meest geschikte variant om te gebruiken voor dit onderzoek. Beter zou zijn om per installatieconcept een uitgebreide simulatie uit te voeren om zodoende de energievraag te bepalen, echter is dit tijdtechnisch onmogelijk! Bij het trekken van conclusies zal dit worden meegenomen. Daarnaast is besloten om de energievraag op te nemen in de gevoeligheidsanalyse zodat gekeken kan worden wat de invloed is van deze parameter.

Aangezien de energievraag in de EPC-berekening wordt uitgedrukt in megajoule (MJ) is het belangrijk om de uitkomsten om te rekenen en uit te drukken in kWh elektra en m3 aardgas.

Het aantal kWh elektra wordt berekend door de energievraag in megajoule te delen door 3,6. Voor de vraag naar m3 aardgas dient de energievraag in megajoule te worden gedeeld door

31,65.39

3.3.7 CO2-emissie

Om het broeikasprobleem tegen te gaan zal de CO2-uitstoot teruggedrongen moeten worden.

Om dit probleem tegen te gaan moet steeds meer gebruik worden gemaakt van duurzame energiebronnen als zonne-energie of andere brandstofbesparende technieken.

De noodzaak van CO2-reductie wordt pas duidelijk wanneer de CO2-uitstoot per huishouden

wordt uitgedrukt in het aantal bomen dat één jaar lang moet groeien in de tropen. Per huishouden komt er jaarlijks ongeveer 9.000 kg koolstofdioxide vrij. Om dit te compenseren moeten 450 bomen één jaar lang in de tropen groeien.40

Energieprestatienormering

Om een indruk te krijgen van de CO2-uitstoot door de verschillende installatieconcepten zal

een analyse gemaakt worden op basis van de uitkomsten uit de EPC-berekening. De CO2-

37Rijksoverheid. (6 oktober 2010). Voorlopig geen nieuwe energienorm. “www.rijksoverheid.nl”. URL bezocht op 29

december 2010

38Heijbrock, F. (2010). Installatiebranche verbolgen over uitstel van energienorm. Cobouw. 7 oktober 2010 39Wikipedia. (z.d.). Energetische waarde. “www.nl.wikipedia.org”. URL bezocht op 29 december 2010 40Milieu Centraal. (z.d.). Klimaatcompensatie. “www.milieucentraal.nl”. URL bezocht op 29 december 2010

emissie wordt in deze berekening bepaald door het karakteristieke energiegebruik te splitsen naar brandstofgroep.

In het rekenprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen: Elektriciteit

Aardgas Kolen/ Olie Afvalverbranding.

De totale CO2-emissie wordt bepaald door het totale karakteristieke energiegebruik per

brandstofgroep te vermenigvuldigen met de CO2-emissiefactor welke afhankelijk is van de

brandstofgroep. Voor de CO2-emissiefactor is bij afvalverbranding uitgegaan van 50%

duurzame uitstoot en 50% CO2-afgifte. Voor de CO2-emissiefactor voor externe

warmtelevering is uitgegaan van 70% kolen en 30% olie.

Gelijke EPC’s kunnen dus verschillende CO2-emissies geven. De CO2-emissie is afhankelijk van

de brandstofgroep en daarmee van de geselecteerde installatie.41

Total Cost of Ownership berekening

In deze scriptie wordt slechts een conclusie getrokken op basis van de CO2-uitstoot van de

verschillende installatieconcepten. In de TCO-berekening zal worden verwezen naar de koolstofdioxide uitstoot volgens de EPC berekening. Aan de uitstoot van deze broeikasgassen wordt vervolgens een bedrag van €50/1000kg verbonden, zoals voorgesteld door Ruud Lubbers42. De CO

2-tax zal verder niet worden meegenomen in de Total Cost of Ownership

berekening of de gevoeligheidsanalyse.