Zienswijzen raden en Staten op Ontwerpbegroting OFGV 2022
B. Financiële begroting 2022
B.2. Financiële positie en toelichting
B.2.7. EMU-saldo
Het EMU-saldo is het totaal van inkomsten minus uitgaven. Conform het Europese stabiliteits- en groeipact is de macronorm voor lidstaat Nederland een maximaal EMU-saldo van -0,5%
van het bruto binnenlands product. Decentrale overheden moeten inzicht geven in de
berekening van hun aandeel in dit EMU-saldo. Alle gemeenten, provincies en waterschappen moeten deze informatie aanleveren bij het CBS. Bij gemeenschappelijke regelingen vindt een steekproef plaats wanneer deze een exploitatie van € 20 mln of meer hebben. De OFGV valt hier buiten.
Berekening EMU saldo 2020 2021 2022 2022 2023 2024 2025
Exploitatiesaldo € 450.610 € -0 € -0 € 0 € 0 € 0 € 0
Datum 16 juni 2021 Kenmerk Van Dagelijks Bestuur
Aan Algemeen Bestuur Bijlage
Artikel 33 van de GR Spelregels terugtrekken taken
Afschrift Betreft
Voorstel tot regeling van de gevolgen van de uittreding van de gemeente Weesp uit de Gemeenschappelijke regeling OFGV met ingang van 1 januari 2022
Beslispunt
1 Beslispunt Het voorstel tot regeling van de gevolgen van de uittreding van de gemeente Weesp uit de Gemeenschappelijke regeling van de OFGV vast te stellen.
Argument Als gevolg van de bestuurlijk fusie met de gemeente Amsterdam heeft de gemeente Weesp aangegeven met ingang van 1 januari 2022 uit de Gemeenschappelijke regeling (GR) van de OFGV te willen treden. Dat heeft de gemeente Weesp in haar brief van 17 december 2020 definitief bevestigd. Artikel 33 van de GR voorziet in een uittreedregeling waarin het Algemeen Bestuur OFGV een voorstel doet tot het regelen van de gevolgen. Het gaat hierbij om de volgende gevolgen:
a. de gevolgen voor het personeel zoals de toewijzing, terugname of overname van medewerkers;
b. de financiële gevolgen zoals het schema voor afbouw van de bijdrage.
Kanttekening De financiële gevolgen voor het uittreden van de gemeente Weesp uit de GR worden in de begroting 2022 verwerkt via een begrotingswijziging. Het proces inclusief tijdlijn ziet er als volgt uit:
1. Voorstel in de AB-vergadering – 16 juni 2021
2. Begrotingswijziging 2022 n.a.v. het voorstel voor zienswijzen aan raden en Staten - voor 1 juli 2021
3. Sluitingsdatum zienswijzen – 27 september 2021
4. Begrotingswijzing 2022 inclusief reacties op de zienswijzen in het DB – 27 oktober 2021
5. Definitief vaststelling Begrotingswijziging 2022 in het AB - 24 november 2021
Argument Zowel de uitgangspunten als de berekening bij dit voorstel zijn in nauwe samenwerking met de gemeente Weesp tot stand
gekomen.
2 Beslispunt Het uittreden van Weesp als volgt af te handelen: de geleverde inspanningen om de kosten te beperken in mindering brengen bij
de financiële waarde van het uittreden (zie tabel onder dit voorstel), en het verschil afhankelijk van de hoogte van het bedrag in meerdere termijnen in rekening te brengen bij de gemeente Weesp.
Met de splitsing van de rekening in meerdere termijnen wordt onnodige meerjarige voorfinanciering voorkomen. De kans wordt klein geacht dat er sprake zal zijn van de uitkeringsperiode.
Daarbij kunnen alle kosten aan de voorkant worden beperkt door het overplaatsten van personen en niet invullen van de
toekomstige vacatures, met uitzondering van de
instandhoudingskosten, circa 71.300 per jaar, zie gedetailleerd uitleg en onderbouwing van de kosten onder dit voorstel.
Voor het uitsturen van elke rekening worden de kosten
geëvalueerd en indien er meer personeel wordt overgeplaatst, worden de kosten bijgesteld. De gemeente Weesp wordt hier voorafgaand van op de hoogte gesteld.
Mochten de werkelijke kosten lager uitvallen dan aan de voorkant begroot (begroting gaat op basis van een maximaal bedrag in worst case scenario), wordt het verschil aan het einde van de frictiekostenperiode teruggestort aan de gemeente Weesp.
Argument Om de financiële gevolgen van de uittreding te concretiseren zijn artikel 3 uit de GR-OFGV en de Spelregels terugtrekken en toevoegen taken gebruikt.
In artikel 33 van de GR van de OFGV zijn de basis richtlijnen rondom het afhandelen van de gevolgen van het uittreden uit de GR vastgelegd. De belangrijkste daarvan zijn:
• Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de kosten van uittreding zo beperkt mogelijk blijven.
• De financiële gevolgen van de uittreding worden door het uittredende bestuursorgaan gedragen.
• Het algemeen bestuur kan algemene regels stellen met betrekking tot de gevolgen van de uittreding.
De Spelregels terugtrekken en toevoegen nieuwe taken zijn in het AB van 5 februari 2020 vastgesteld (zie bijlage bij dit voorstel voor de volledige spelregels). Deze zijn geformuleerd ter nadere invulling van de afspraken in de GR.
Kanttekening De kosten in rekening brengen betekent in de praktijk het vormen van de Frictiekosten reserve uittreden Weesp, waaraan jaarlijks de werkelijke kosten worden onttrokken. Aan het eind van de periode wordt het mogelijke verschil tussen de werkelijke- en begrootte kosten teruggestort aan Weesp (Amsterdam).
Kanttekening Als basis voor de berekening van de financiële gevolgen van het uittreden uit de GR-OFGV is de bijdrage van de gemeente Weesp
genomen uit de begroting 2022 die ter vaststelling bij het AB ligt op hetzelfde moment als dit voorstel. De mogelijke wijzigingen in de begroting kunnen van invloed zijn op de hieronder
weergegeven berekening.
Bijdrage Weesp
Het totaal aandeel van de gemeente Weesp in de OFGV begroting bedraagt in 2022
€ 363.722 inclusief indexatie en het aandeel van Weesp aan de overdracht bodemtaken en exclusief frictiekosten.
Personele gevolgen versus inspanningen om de gevolgen te beperken Het takenpakket van de gemeente Weesp is vrij gevarieerd waarbij het grootste deel milieucontroles betreft. Door deze takendiversiteit is het niet mogelijk om concreet medewerkers aan te wijzen die alleen of grotendeels met de werkzaamheden voor de gemeente Weesp bezig zijn. Om een vertaalslag te kunnen maken naar een aantal hiermee gemoeid zijnde fte’s, is gerekend met de kosten van een schaal 9 functie (gemiddelde schaal toezichthouder).
Om de gevolgen voor het personeel te beperken is door middel van een vrije open oproep aan de medewerkers van de OFGV een mogelijkheid aangeboden om een
overstap te maken naar de gemeente Amsterdam of OD-NZKG. Hierbij is in overleg een brede mogelijkheid geboden om zowel naar een vergelijkbare functie als naar een andere baan te mogen overgaan. Naar aanleiding van deze oproep gaan vooralsnog twee
medewerkers over naar Amsterdam en OD-NZKG. Daarnaast worden voorlichtings-bijeenkomsten georganiseerd om medewerkers kennis te laten maken met de gemeente Amsterdam en de OD-NZKG als werkgevers. Mocht daaruit blijken dat meer
medewerkers de overstap willen maken, en wordt daarover een akkoord bereikt, dan worden de financiële gevolgen hiermee gecorrigeerd.
Begrootte financiële gevolgen - Worst case scenario
Het totaalaandeel van de gemeente Weesp in de OFGV begroting 2022 van € 363.722, bevat de volgende kostensoorten:
• Directe kosten (salariskosten primaire formatie) inclusief personele overhead;
• Instandhoudingskosten (of indirecte kosten) = materiele overhead (zoals
gebouwgebonden kosten) en de kosten voor het randvoorwaardelijke takenpakket (vaste deel).
De maximale duur van deze kosten is twee jaar (maximale periode voor herplaatsing).
Al deze kosten kunnen worden beperkt met de uitzondering van de
instandhoudingskosten. De instandhoudingskosten, een deel van de materiele overhead (zoals de huur van het pand en ICT-kosten) en een vaste deel van de
randvoorwaardelijke kosten wijzigt niet bij kleine wijziging in de formatie, zoals hier het geval is, en dienen door de uittredende partij te worden gedragen voor de periode van de verdere looptijd van de KVS-periode. In dit geval gaat het om de periode van twee jaar:
2022 en 2023. Bij een nieuwe KVS-periode (2024-2025-2026) worden deze kosten integraal in het KPS-model herrekend.
Daarnaast komen er de volgende kosten bij:
• kosten voor een werk-naar-werk-traject naar schatting 10.000 per jaar per fte gedurende de herplaatsingsperiode;
• kosten voor de dataoverdracht, die bestaan uit:
- kosten Genetics voor export uit PB (bodem en bedrijfsdossier);
- kosten intern voor het uitzoeken archiefdossiers;
- kosten bodemdata (kaartmateriaal en bodemdossiers, zowel provinciaal als gemeentelijk).
• frictiekosten, die bestaan uit:
- een WW-uitkering (uitgegaan van de duur van maximaal 2 jaar en 75% van een laatst verdiende loon);
- ABP pensioenpremie bij WW (gemiddeld 10.7% boven een WW-uitkering, duur is gelijk aan de duur van een WW-uitkering);
Begrootte financiële gevolgen verrekend met de geleverde inspanningen Het resultaat van de tot nu toe geleverde inspanningen door de overgang van 2
medewerkers naar gemeente Amsterdam en OD-NZKG, is hieronder verrekend met de begrootte frictiekosten.
Scenario I - volledige frictiekosten of 0-scenario Algemene uitgangspunten
Bijdrage Weesp begroting 2022 363.722
Instandhoudingskosten -71.264
Verschil (basis voor frictiekosten berekening) 292.458
Loonkosten schaal 9 peildatum 2022 1 fte 75.394 * inclusief werkgeverslasten en een IKB-budget Jaarlijkse kosten voor een werk naar werk 10.000 * jaarlijks per fte
Aantal fte's frictiekosten 3,88
Totale duur frictiekosten 4 jaar * 2 jaar herplaatsing periode plus 2 jaar max. WW periode
WW-uitkering 24 maanden maximaal 75% * gemiddeld
ABP pensioen premie bij WW-uitkering 10,7% * boven op een WW-uitkering
Indexatie loonkosten 2% * jaarlijkse gemiddelde
Kostensoort 2022 2023 2024 2025 Maximale frictiekosten over 4 jaar scenario I 1.322.598
Scenario II - frictiekosten gemitigeerd door gezamenlijke inspanningen rondom de overplaatsing van de personeel Algemene uitgangspunten
Bijdrage Weesp begroting 2022 363.722
Overplaatsing personeel NZKG -41.672
Overplaatsing personeel Amsterdam -50.790
Instandhoudingskosten -71.264
Verschil (basis voor frictiekosten berekening) 199.996
Loonkosten schaal 9 peildatum 2022 1fte 75.394 * inclusief werkgeverslasten en een IKB-budget Jaarlijkse kosten voor een werk naar werk 10.000 * jaarlijks per fte
Aantal fte's frictiekosten 2,65
Totale duur frictiekosten 4 jaar * 2 jaar herplaatsing periode plus 2 jaar max. WW periode
WW-uitkering 24 maanden maximaal 75% * gemiddeld
ABP pensioen premie bij WW-uitkering 10,7% * boven op een WW-uitkering
Indexatie loonkosten 2% * jaarlijkse gemiddelde
Kostensoort 2022 2023 2024 2025
Citaat Artikel 33, Gemeenschappelijke regeling OFGV, versie 4.0, 7 april 2020 Artikel 33 Uittreding
1. Het algemeen bestuur doet naar aanleiding van een verzoek tot uittreding van een van de deelnemers een voorstel tot regeling van de gevolgen van de uittreding aan de colleges en Gedeputeerde Staten.
2. Uittreding vindt plaats na een daartoe strekkend besluit van het uittredende bestuursorgaan. De gevolgen van uittreding worden vastgesteld bij daartoe
strekkende besluiten van de bevoegde bestuursorganen van tenminste twee derde van de deelnemers, onverminderd het bepaalde in artikel 51, tweede en derde lid van de wet.
3. De feitelijke uittreding kan eerst plaatsvinden per 1 januari van het tweede jaar volgend op het jaar waarin het algemeen bestuur heeft ingestemd met de uittreding, tenzij het algemeen bestuur een eerdere datum heeft bepaald.
4. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van uittreding waartoe in ieder geval behoren:
a. de gevolgen voor het personeel zoals de toewijzing, terugname of overname van medewerkers;
b. de financiële gevolgen zoals het schema voor afbouw van de bijdrage.
De financiële gevolgen van de uittreding worden door het uittredende bestuursorgaan gedragen.
5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op het beëindigen of verminderen van een bepaalde taak of dienst van de Omgevingsdienst.
6. Het algemeen bestuur kan algemene regels stellen met betrekking tot het vierde en vijfde lid.
7. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de kosten van uittreding zo beperkt mogelijk blijven.