• No results found

Mentorschap en kinderen volgen in hun ontwikkeling

In document Pedagogisch beleidsplan BSO (pagina 15-0)

5 Samenwerking met Ouders

4.3 Mentorschap en kinderen volgen in hun ontwikkeling

In onze missie hebben we gezegd dat we ieder kind een stapje verder willen brengen in zijn of haar ontwikkeling. Daarvoor is het nodig dat ieder kind voldoende individuele aandacht krijgt.

Daarom wordt aan ieder kind een mentor toegewezen. Een mentor is altijd een vaste beroepskracht op de groep, die werkzaam is op minimaal 1 van de dagen waarop het kind naar de opvang komt.

De mentor is aanspreekpunt voor ouders en voor het kind, als het gaat om de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Maar ook als het gaat om meer praktische zaken, als regelen van verjaardag en afscheid, overdracht naar een nieuwe groep, of basisschool.

Tijdens het intake gesprek horen ouders wie de mentor van het kind is en wat de taken van de mentor zijn. In Bitcare is ook terug te vinden wie de mentor van het kind is onder het kopje relaties/

overige.

Tijdens de wenperiode krijgt het kind ook zelf te horen wie de mentor is, en met welke zaken hij/ zij bij de mentor terecht kan.

Op het moment dat het kind een nieuwe mentor krijgt, b.v omdat de huidige mentor langdurig afwezig is, worden ouders en kind hiervan op de hoogte gebracht.

Wij vinden het belangrijk om te weten of een kind zicht prettig voelt bij onze opvang en zich

daardoor goed kan ontwikkelen. Hiervoor hebben wij minimaal 1 keer per jaar een gesprek met het kind aan de hand van vragenlijsten die afgeleid zijn van het kindvolgsyteem “werken aan

welbevinden” Door met de kinderen in gesprek te gaan aan de hand van deze vragenlijsten krijgen wij hier zicht op, want wie beter dan het kind zelf kan hier antwoord op geven. Een kind voelt zich dan ook echt even gezien.

We houden hierbij rekening met de leeftijd van de kinderen. De vragenlijsten zijn hierop afgestemd.

De uitkomst van het gesprek koppelen we terug aan de ouders. Zo weten we gelijk of de ouders hetzelfde beeld hebben.

Er is een apart mentorbeleid opgesteld voor de pedagogisch medewerkers, waarin de taken en verantwoordelijkheden van de mentor beschreven worden. Ook staat hierin beschreven hoe er gewerkt wordt met de vragenlijsten van de kinderen.

Dit beleid is door ouders op te vragen via info@kinderopvangderondevenen.nl 5.2 Individuele gesprekken

Om de kinderen goed te begeleiden, heb je als pm-er informatie nodig van de ouders.

Informatie over de belevenissen van het kind, gewoontes, (b.v eetgewoontes), gezondheid enz.

Deze informatie wordt vaak, op een informele wijze, tijdens het halen en brengen besproken tussen jou als Pm-er en de ouders. Daarnaast is er af en toe tijd nodig om rustig met ouders te kunnen praten, zonder kinderen en andere ouders in de buurt. Dit kan door een individuele gesprek af te spreken. Individuele gesprekken zijn gewenst als je je zorgen maakt over een kind of niet goed raad weet met bepaald gedrag. Dan zijn de ouders de aangewezen personen om advies te vragen. Hoe is het gedrag van het kind thuis? Hoe gaan de ouders daar mee om? Het komt ook voor dat de ouders jou als pm-er om advies vragen. Er kan dan gezamenlijk naar oplossingen gezocht worden op basis van de ervaringen van zowel de ouders als van jou als pm-er. Minimaal een keer per jaar bieden we een oudergesprek aan waarin we bespreken hoe het met het welbevinden van het kind gaat. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van het observatieformulier welbevinden.

4.5 Bitcare

Kinderopvang de Ronde Venen maakt gebruik van Bitcare. Dit is een software systeem dat de kind planning en facturatie regelt. Voor op de groep vertaalt zich dat in een app op de iPad, met het overzicht van alle aanwezige kinderen, waar bij eenvoudig aanwezigheids- en activiteiten ingevoerd kunnen worden, foto`s geplaatst en berichtjes over en weer uitgewisseld kunnen worden met ouders. Ouders kunnen een account aanmaken waarmee ze toegang hebben tot de gegevens van hun kind en ook gebruik kunnen maken van het digitale overdracht schriftje. Bitcare is zowel via internet als via een app op mobiel of tablet te bereiken. Tijdens een opvang dag noteer je in Bitcare wat een kind doet of meemaakt en plaatst foto`s. Ouders kunnen zelf ook een berichtje in het digitale overdracht schriftje zetten en bijvoorbeeld afwezigheid doorgeven of ziekmelden.

5.3 Zorgen over de ontwikkeling van een kind

Een kind dat zich prettig en op zijn gemak voelt is open, nieuwsgierig, levenslustig, tevreden, ontspannen, vol zelfvertrouwen en evenwichtig. Soms, door verschillende redenen, gaat de ontwikkeling van het kind niet goed. De ontwikkeling kan door omgevingsfactoren, karakter of (medische) afwijking een achterstand oplopen. Kinderen kunnen dit op verschillende manieren laten zien. Kenmerken kunnen zijn: gesloten, afwerend, lusteloos, ontevreden, gespannen, onzeker of onevenwichtig gedrag. Wij kunnen deze signaleren bij alledaagse activiteiten. Maar ook het

observeren van het welbevinden en betrokkenheid van het kind kan een goed instrument zijn om het functioneren van het kind op de BSO beter en prettiger te laten verlopen. Als wij een bijzondere ontwikkeling of andere problemen signaleren bij het kind, bespreken wij deze zorgen met de ouders.

Vanuit de kinderopvang worden geen deskundigen van buiten ingeschakeld als de ouders daar niet mee instemmen. Zij blijven immers de verantwoordelijken voor hun kind. Wel kan het voorkomen dat geadviseerd wordt om er een deskundige bij te betrekken in het belang van het kind. De Pm-er mag geen diagnose stellen, maar kan wel haar zorg over het kind delen met de ouder. Voor de pm-ers is een stappenplan opgesteld over hoe te handelen bij zorgen over ontwikkeling van een kind. Dit stappen plan is onderdeel van het mentorbeleid.

Als er een duidelijk vermoeden is van kindermishandeling, en de ouders zijn hierop niet aanspreekbaar, dan moet de kinderopvang in het belang van het kind de ouders passeren en deskundige hulp inschakelen. Wij hanteren hiervoor een protocol waarin is aangegeven welke stappen door wie gezet moeten worden. De pm-ers hebben hierin een duidelijke taak. Zij zien de kinderen regelmatig en kunnen opvallend of afwijkend gedrag signaleren. De leidinggevende steunt

pm-ers in deze taak en geeft sturing aan de uitvoering van het protocol kindermishandeling. Dit protocol is terug te vinden op de website (www.kinderopvangderondevenen.nl)

5.4 Manieren om ouders te informeren over de organisatie

Kinderopvang De Ronde Venen heeft een eigen website ( www.kinderopvangderondevenen.nl) Op de website zijn alle belangrijke beleidstukken te vinden, zoals het pedagogisch beleid en het algemeen beleid. Maar ook de protocollen zoals het wiegendoodprotocol, zijn na te lezen op de website. Nieuwe ouders kunnen alle benodigde informatie over onze opvang vinden op de website, waaronder verschillende beleidstukken, een inschrijfformulier en de tarievenlijst.

Daarnaast versturen we veel informatie via de email. Bijvoorbeeld over wijzigingen in het beleid, of de notulen van de oudercommissie.

Belangrijke mededelingen worden op het prikbord in de hal gehangen.

Te denken valt aan informatie over besmettelijke ziektes die heersen, het bezoek van de logopedist, sluitingsdagen enz. Ouders kunnen, na overleg met de pm-ers, ook mededelingen op het prikbord hangen.

5.5 Oudercommissie

In de Wet kinderopvang is geregeld dat ouders er recht op hebben om invloed uit te oefenen op het beleid van de kinderopvang. De oudercommissie van Kinderopvang De Ronde Venen biedt die mogelijkheid. Iedere locatie heeft zijn eigen oudercommissie.

De oudercommissie kan advies uit brengen over elk voorgenomen besluit dat te maken heeft met:

• Aantal kinderen per Pm-er

• Groepsgrootte

• Opleidingseisen beroepskrachten

• Inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding

• Pedagogisch beleidsplan

• Het algemene beleid op het gebied van opvoeding

• Het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen;

• Voedingsaangelegenheden

• Risico inventarisatie veiligheid en gezondheid;

• Openingstijden

• Vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie

• Wijziging van de prijs van de kinderopvang.

Daarnaast kan de oudercommissie ook ongevraagd adviseren over de onderwerpen waarop de oudercommissie adviesrecht heeft.

De oudercommissie vergaderd ongeveer 4 tot 5 keer per jaar. De notulen van de oudercommissie vergaderingen zijn inzichtelijk voor alle ouders en worden via e-mail verzonden.

Het complete reglement van de oudercommissie staat op de website.

(www.kinderopvangderondevenen.nl)

5.6 Ouderavonden

Minimaal 1 keer per jaar wordt er een ouderavond georganiseerd. Deze ouderavond wordt mede georganiseerd door de ouderraad. De ouderavonden zijn informatief, maar zeker ook bedoelt als mogelijkheid voor ouders om elkaar eens op een andere wijze te spreken.

5.7 Extra activiteiten

Regelmatig organiseren we extra activiteiten voor kinderen en hun ouders (familie). Een leuke manier om te zien wie de vriendjes zijn van de kinderen, en ouders (of familie) te leren kennen en spreken. Zo is er de jaarlijkse paasactiviteit, waarbij de kinderen eieren kunnen komen zoeken. Of de jaarlijkse Modderdag, waarbij kinderen zich heerlijk uit kunnen leven bij allerlei ‘modderige’

activiteiten.

5.8 Klachtenregeling

Bij kinderopvang De Ronde Venen doen we ons best om naar tevredenheid van alle betrokkenen met elkaar om te gaan.

Wij beschouwen een klacht als een kans om onze kwaliteit en dienstverlening te verbeteren. Dat betekent dat we niet alleen de klacht willen verhelpen, maar ook willen bekijken hoe dergelijke klachten in de toekomst voorkomen kunnen worden. Het formulier waarop de klacht ingediend kan worden heet dan ook kansenformulier i.p.v. klachtenformulier.

Als ouders het niet eens zijn met de manier waarop er met hun kind omgegaan word of met beslissingen die zijn genomen, kan dit met jou als pm-er besproken worden. Als Jullie er onderling niet uitkomen, dan kan de hulp van de leidinggevende ingeroepen worden. Als ouders het niet eens zijn met de dagelijkse organisatie van Kinderopvang De Ronde Venen, dan kunnen zij zich direct wenden tot de leidinggevende. Ook kunnen zij hun punt bij de ouderraad neerleggen met de vraag of er misschien meerdere ouders zijn die het zo ervaren. Daarnaast zijn we aangesloten bij de

geschillencommissie kinderopvang.

Tijdens het intakegesprek ontvangen ouders informatie over de interne en externe klachtenprocedure. Ook staat de klachtenprocedure vermeld op de website.

(www.kinderopvangderondevenen.nl)

Bijlage Pm-ers Samenwerken met ouders

Bijlage 10: Gebruik van Bitcare

5 Communicatie tussen Pm-ers en kinderen

In de communicatie en omgang met de kinderen gaat de pm-er uit van de 6 interactievaardigheden zoals beschreven in het pedagogisch kader kinderopvang en door het NCKO.

Sensitieve responsiviteit (emotionele steun bieden)

Sensitieve responsiviteit betekent dat de pm-er gevoelig is voor wat een kind bezig houdt. Ze neemt signalen van het kind waar en reageert daarop. Vraagt door, om duidelijk te krijgen wat er aan de hand is, en brengt onder woorden wat een kind bedoelt. Ze laat merken dat ze het kind gezien heeft, waardeert, rekening houdt met het kind en helpt als dat nodig is. Een kind voelt zich hierdoor

gehoord en begrepen wat bijdraagt aan een veilig en vertrouwd gevoel. Een pm-er moet steeds weer uitvinden wat dit bijzondere kind of deze bijzondere groep nodig heeft. Daarvoor is het nodig dat ze zich in leeft in het kind, denkt vanuit het kind.

Respect voor de autonomie

Ieder kind heeft een eigen temperament en laat op eigen wijze zijn behoefte aan autonomie blijken.

Een kind is ook afhankelijk van de volwassene met betrekking tot zijn of haar basisbehoeften.

Naarmate het kind ouder wordt, treedt er een verschuiving op van afhankelijkheid naar autonomie. De pm-er geeft het kind de gelegenheid om zelf problemen op te lossen. Ze luistert naar de ideeën van kinderen en laat ze zelf keuzes en plannen maken, en helpt hen daarbij. Ze volgt daarbij het kind en geeft het kind de leiding. Ze geeft kinderen de gelegenheid om te helpen en bij te dragen aan de groep. De Pm-er past het dagprogramma of de dagelijkse routines aan als dat even in het belang van het kind is.

Structureren en grenzen stellen

De pm-er maakt kinderen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en zorgt dat ze zich daar aan houden. De pm-er organiseert de situatie of activiteit zo dat kinderen er optimaal van kunnen profiteren. Ze geeft positieve gedragsaanwijzingen om negatief gedrag om te buigen. Ze leert de kinderen wat ze moeten doen door rituelen en door zelf het goede voorbeeld te geven. Ze voorkomt gedragsproblemen door een goede inrichting van de ruimte en een goed dagritme dat aansluit bij de behoefte van kinderen.

Praten en uitleggen (luisteren)

De pm-er makt de buitenwereld en de gevoelswereld voor de kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en naar de kinderen te luisteren. Dit doet ze door te verwoorden wat er feitelijk gebeurt en te verwoorden wat de pm-er zelf gaat doen. Daarnaast kijkt ze goed waar de belangstelling van kinderen ligt en probeert te snappen waar het kind mee bezig is, zodat ze kan verwoorden vanuit het perspectief van het kind. De pm-er vergroot het inzicht van het kind in zichzelf en andere kinderen door gevoelens te verwoorden en uit te leggen.

Ze leest voor en vertelt verhalen die jonge kinderen interesseren en helpt kinderen hierdoor samen te praten over belangrijke ervaringen.

Begeleiden van (positieve) interacties tussen de kinderen

De pm-er zorgt ervoor dat kinderen zich veilig en vertrouwd met elkaar voelen. Ze stimuleert

verbondenheid in de groep en een wij gevoel door rituelen en positieve aandacht voor alle kinderen.

Ze stimuleert positieve interactie tussen de kinderen en plezier in samenspelen. Ze laat de kinderen spelen in kleine groepjes en zorgt voor privacy.

Ontwikkelingsstimulering

De Pm-ers hebben aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden zoals de motorische-, cognitieve- en taalontwikkeling, creativiteit enz. Ze laten de kinderen ontdekkingen doen over zichzelf en hun kwaliteiten. Dit doen ze o.a. door het aanbieden van activiteiten en spelmateriaal. Maar ook door op

nieuwe mogelijkheden van bekend spelmateriaal te wijzen. de Pm-ers houden hierbij rekening met het kind. (tempo, timing, ontwikkelingsniveau, toestand, aandachtsrichting en begripsniveau)

6 Aankleding van de ruimtes

De aankleding van de ruimte en het aanbod van spelmateriaal zijn belangrijke pedagogische hulpmiddelen om kinderen te ondersteunen bij de emotionele en lichamelijke veiligheid en het aanleren van de verschillende competenties. De variatie in speelplekken en spelmateriaal moet tegemoetkomen aan de behoeftes van alle leeftijden uit de groep.

Inrichting en aankleding van de ruimte

Wij letten bij het inrichten van de ruimte op de volgende zaken:

• Kunnen kinderen er zich thuis voelen

• Is er privacy mogelijk

• Ondersteunt de ruimte positief sociaal gedrag

• Ondersteunt de ruimte zelfstandigheid

• Komen jongens en meisjes aan hun trekken

• Komen alle leeftijden aan bod

• Komen de verschillende soorten spel aan bod

De volgende uitgangspunten zijn leidraad bij het indelen en inrichten

• Duidelijke structuur

• Activiteiten plekken maken

• Variatie in grootte

• Druk en rustig spel gescheiden

• Rekening houden met looproutes

Meer over de inrichting van de ruimte in hoofdstuk 16 van het pedagogisch kader 4-13 jaar.

http://www.stichtingbkk.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/PDF/Peka_4-13_jaar_def_pdf_270411.pdf

Wij willen graag een huiselijke sfeer uitstralen. Er is daarom gekozen voor meubilair van hout. Er staan banken en er liggen kleden op de grond. Ook in de keuze van de verlichting is hier rekening mee gehouden. De lampen zorgen voor een intieme huiselijke sfeer.

Er zijn vier BSO-ruimtes. De ruimtes zijn ingedeeld in hoeken, waar met verschillend speelgoed gespeeld kan worden. In de grootste ruimte, die ook een keuken heeft, staan 2 grote tafels, waar we gezamenlijk kunnen eten en drinken. De kinderen kunnen er een spel doen, puzzelen of tekenen.

Ook is er een zithoek, met een tv, de spelcomputer en een boekenkast. In de 2e ruimte staat verschillend speelgoed (verkleedkleding, kapla, lego, barbies, enz) waar in een aantal hoeken mee gespeeld kan worden. Er is een gordijn opgehangen, waarachter de kinderen b.v een huisje kunnen maken, of ze kunnen het gordijn gebruiken als theater. In de 3e ruimte is het atelier. Hier kunnen de kinderen zich uitleven met verschillende knutselmaterialen. Op de beneden verdieping hebben we de 8+ ruimte. Hiermee komen we tegemoet aan de behoefte tot meer zelfstandigheid en privacy van de oudere kinderen. De kinderen kunnen hier rustig, zonder gestoord te worden door de jongste kinderen computeren, kletsen enz.

Het speelgoed wordt opgeborgen op vaste plekken. Om overzichtelijk te maken waar alles ligt, zijn er foto`s van de speelmaterialen op de buitenkant van de kasten bevestigd. Hierdoor kan het ook gemakkelijk weer op de juiste plek worden opgeruimd door de kinderen.

De buitenruimte is opgedeeld in drie gedeeltes. In de voorste twee gedeeltes van de tuin spelen ook de kinderen van 0-4. Hier staan o.a de zandbak, banden om op te klimmen, een speelbootje en het konijnenhok.

Op momenten dat de kinderen van 0-4 daar spelen mogen de BSO-ers alleen in overleg met de

pm-ers in deze tuin spelen. Het derde gedeelte is specifiek bedoeld voor de BSO kinderen. Ze kunnen hier o.a voetballen, trampoline springen, spelen op het duikelrek. Ook staat de moestuin hier. In de zomer kunnen de kinderen er lekker met water spelen.

Er kan ook op het erf gespeeld worden. Een gedeelte kan afgesloten worden met een laag hekje.

Zowel de binnen- als buitenruimtes moeten voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Door de risico’s voor veiligheid en gezondheid in kaart te brengen en actiepunten op uit te zetten, kijken we of hier nog op voldoende wijze aan voldaan word, of wat er gedaan moet worden om risico`s in te perken.

6.1 Aanschaf en onderhoud spelmateriaal

Spelmateriaal is een hulpmiddel bij het spelen. Elke leeftijdscategorie heeft zijn eigen spelmateriaal nodig. Kijk bij het aanschaffen van spelmateriaal goed naar wat kinderen van verschillende leeftijden interesseert.

Het spel materiaal moet bestand zijn tegen het veelvuldig gebruik door veel verschillende kinderen en moet daarom van goede kwaliteit zijn.

Het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van de kinderen wordt versterkt als ze zelf met het spelmateriaal aan de gang kunnen. Speelgoed moet dus aansluiten op de mogelijkheden van de kinderen.

Van de verschillende spel materialen moet voldoende aanwezig zijn, zodat minimaal een aantal kinderen tegelijk er mee kan spelen.

Door meerdere exemplaren aan te schaffen van speelgoed dat erg geliefd is ontstaan er minder conflicten. Anderzijds zal kinderen geleerd worden om het favoriete speelgoed te delen of er om de beurt mee te spelen.

Ook willen we altijd wat ` echte ` speelmaterialen hebben waar de kinderen mee kunnen spelen.

Bijvoorbeeld huishoudelijke voorwerpen zoals, een echte pan, beker of telefoon. Of oude schoenen, een hoed of tas voor in de verkleedkist. Kinderen kunnen hier levensechter mee spelen, en dat vergroot de leermogelijkheden van het spelen.

Daarnaast maken wij gebruik van kosteloos materiaal. B.v om te knutselen, of om te bouwen. Verder is er `doelloos` materiaal aanwezig. Dit is speelgoed zonder directe speelfunctie. Kinderen kunnen hun fantasie gebruiken en het zelf een functie geven binnen hun spel. B.v takken, touw, dopjes, enz.

Daarnaast maken wij gebruik van kosteloos materiaal. B.v om te knutselen, of om te bouwen. Verder is er `doelloos` materiaal aanwezig. Dit is speelgoed zonder directe speelfunctie. Kinderen kunnen hun fantasie gebruiken en het zelf een functie geven binnen hun spel. B.v takken, touw, dopjes, enz.

In document Pedagogisch beleidsplan BSO (pagina 15-0)