• No results found

3. Marokko en Migratie

3.8 Emigratie en remigratie

Naast de migratiestromen vanuit Marokko naar Nederland en de natuurlijke aanwas van tweede en nieuwere generaties, is er nog een andere factor van invloed op de populatie Marokkanen in Nederland. Er zijn immers ook nog Marokkanen die kiezen voor een terugkeer naar het land van herkomst, de zogenaamde remigranten, dan wel migreren naar een willekeurig ander land, de overige emigranten. In figuur 3.47 valt af te lezen dat het aantal emigranten vanaf het jaar 2000 een sterke

stijging laat zien, nadat diezelfde groep vanaf 1996 een sterke daling had laten zien. Ongeveer de helft van deze emigranten bestaat uit remigranten en keert terug naar Marokko (Barendse e.a. 2006, p. 30). Wel kan geconcludeerd worden dat de stijging van remigranten zowel voor de eerste als voor de tweede generatie Marokkaanse migranten op gaat. Opvallend is wel dat gepensioneerde migranten vaker de neiging hebben om in Nederland te blijven. Het zijn steeds vaker de relatief jonge Marokkaanse migranten tussen de 30 en 50 jaar die besluiten terug te keren naar Marokko. Wellicht is dit een aanwijzing dat meer Marokkanen terugkeren met de bedoeling daar zelf iets op te zetten in de vorm van een bedrijfje. De werkloosheid in Marokko is immers erg hoog en de kans op het vinden van een baan aldaar is vaak klein.

7 Het CBS en het onderzoek ‘The Remittance Corridor Nehtherlands­Morocco’ beschikken niet over desbetreffende data

Figuur 3.5: Voornaamste herkomstgebieden van Marokkaanse migranten woonachtig in Europa (de Haas, 2007a)

Ondanks de stijging van het aantal emigranten en remigranten naar Marokko, is deze groep nog steeds heel klein vergeleken met de totale populatie Marokkanen in Nederland. Het is dan ook nog te vroeg om te concluderen of deze stijging als een structurele verandering gezien kan worden (Barendse e.a. 2006, p. 31). Het totale aantal Marokkaanse remigranten behoort tot de laagste van alle migrantengroepen in Europa. Het aantal Turkse remigranten bijvoorbeeld is veel groter. Daar is de kans op het krijgen van een betaalde baan veel groter en daar heerst een veel gunstiger investeringsklimaat dan in Marokko met minder corruptie (De Mas, pers. comm. 23­03­2010). De kans op een geslaagde terugkeer, en de drang om de beslissing daadwerkelijk te nemen, is dan ook veel groter.

3.9 Geografie

Het is niet alleen zaak de demografische component van de Marokkaanse populatie in Nederland te behandelen, het is ook interessant om te kijken naar de geografische kant van het migratieverhaal. Oftewel, waar komen de Marokkanen in Nederland vandaan en waar vestigt men zich? Migratie wordt over het algemeen niet beschouwd als een proces waarbij migranten afkomstig uit verschillende regio’s van het herkomstland evenredig veel aanspraak maken op daadwerkelijke migratie. Integendeel, migratie wordt gezien als een selectief en ruimtelijk geclusterd fenomeen:

“There are distinct patterns of spatial clustering and specialization in migration, resulting in a concentration of migration from particular sending regions within Morocco towards specific countries, regions and even cities within Europe.”

(de Haas, 2007a, p. 4)

3.9.1 Herkomst

In het geval van Marokko resulteert deze ruimtelijke clustering in een aantal gebieden, door de Haas ook wel ‘Migration belts’ genoemd, waar het merendeel van de Marokkaanse migranten

Figuur 3.6: Belangrijkste concentraties Marokkaanse migranten in Nederland (Barendse e.a. 2006)

woonachtig in West­Europa vandaan komt. Deze drie dominante ‘migration belts’ zijn het Oostelijke gedeelte van het Rifgebergte, de Sous­regio in het Zuidwesten van Marokko rondom Agadir en het gebied ten zuidwesten van de Hoge Atlas. Deze traditionele of oude migratiegebieden zijn in figuur 3.5 aangegeven als ‘zones anciennes’. De overige gearceerde gebieden, ‘zones récentes’ worden beschouwd als de voornaamste regio’s waar meer recente migratiestromen richting Italië en Spanje hun oorsprong kennen (de Haas, 2007a, p. 4).

Ondanks het ontbreken van exacte cijfers aangaande de afkomst van de Marokkaanse populatie in Nederland, wordt er in de literatuur vanuit gegaan dat het merendeel afkomstig is uit het Noordelijk gelegen Rifgebergte. Het overgrote deel van de Marokkaanse Nederlanders is, of stamt af van, een Berber afkomstig uit rurale en onherbergzame gebieden in het Noorden van Marokko. Daarnaast komt ook nog een belangrijk deel van de Marokkaanse Nederlanders uit Casablanca en omstreken (Barendse e.a. 2006, p. 33). Deze ruimtelijke concentratie van Marokkaanse Nederlanders uit het Rifgebergte is met name te danken aan het wervingsbeleid van de Marokkaanse overheid. Gastarbeiders werden vooral geworven in deze Noordelijk gelegen regio omdat de streek een hoge bevolkingsdichtheid kende die niet in verhouding stond tot haar agrarische productiecapaciteit, economisch achtergebleven was en een traditie van autonomie ten opzichte van centraal gezag kende (Obdeijn e.a. 2002, p. 214). Vandaar dat ongeveer 70% van de Marokkaanse Nederlanders van Rifijnse afkomst is.

Het feit dat migratie vanuit Marokko zich geconcentreerd heeft op een aantal regio’s, betekent dat ook remittances vanuit het buitenland onevenredig worden verdeeld over Marokko. De directe impact van geldovermakingen zal dan ook voornamelijk ervaren worden in de belangrijkste ‘migration belts’ (Taylor, 1999, p. 78). Dat wil echter niet zeggen dat enkel en alleen de herkomstgebieden van migranten profiteren van de economische en sociale impact van remittances. Indirect kunnen remittances, door middel van handel en inkomensdistributie, ook effect hebben op omliggende regio’s en zelfs op nationaal niveau voor economische vooruitgang zorgen (Taylor, 1999, p. 78).

3.9.2 Bestemming

Niet alleen bij een analyse van de herkomstgebieden van Marokkaanse Nederlanders stuit je op ruimtelijke clustering. Ook wanneer er wordt gekeken naar de bestemmingsgebieden van de Marokkaanse populatie in Nederland valt een onevenredige verdeling op. Marokkanen wonen voornamelijk in de provincies Noord­Holland, Zuid­Holland en Utrecht (Barendse e.a. 2006, p. 31).

Op stedelijk niveau kun je stellen dat Marokkanen de voorkeur geven aan wonen in de grote stad. Terwijl van de Nederlandse bevolking in totaal slechts 13% in de vier grote steden woont, geldt

dat voor maar liefst 48% van de Marokkanen (van Praag, 2006, p. 11). In Noord­Holland is de Marokkaanse populatie geconcentreerd in Amsterdam, in Zuid­Holland in Rotterdam en Den Haag en in de provincie Utrecht woont het merendeel in de stad Utrecht (zie figuur 3.6). Kijk je naar verschillen tussen eerste en tweede generatie migranten, dan zijn er geen al te grote verschillen waar te nemen (zie figuur 3.6). Wel zie je dat tweede generatie migranten, vooral in de leeftijdscategorie 25­34 jaar, het laatste decennia een lichte voorkeur krijgen voor wonen in Noord­Brabant en Flevoland (van Praag, 2006, p. 12). Steden als Eindhoven, Breda en Almere kennen dan ook grote concentraties Marokkaanse migranten. De prognose voor de periode tot 2025, gemaakt door het ministerie van VROM, geeft een verwachte groei van de Marokkaanse populatie aan in de provincies Noord­Holland, Zuid­Holland en Flevoland aan. Anders dan andere migrantengroepen in Nederland lijken Marokkanen ook in de nabije toekomst het wonen in de grote steden te verkiezen boven het verhuizen naar kleinere provinciale agglomeraties (Barendse e.a. 2006, p. 31).

Zoom je nog verder in en kijk je op wijkniveau, dan kom je wederom een duidelijke clustering van de Marokkaanse bevolking tegen. Binnen de grote steden wonen Marokkanen geconcentreerd in een aantal wijken en buurten en deze concentratie is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen (van Praag, 2006, p. 12). Het Amsterdamse Slotervaart, het Utrechtse Kanaleneiland en de Haagse Schilderswijk zijn voorbeelden van wijken met een zeer hoge concentratie Marokkaanse Nederlanders. Deze concentratie wordt door het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) onder andere gemeten aan de hand van zogenaamde statistische ontmoetingskansen. “De kans om autochtonen te ontmoeten domineert, maar in de periode 1995­2004 zijn de ontmoetingskansen tussen Marokkanen onderling toegenomen en die met autochtonen afgenomen” (van Praag, 2006, p. 12). De verwachting is dat deze trend van stedelijke clustering van de Marokkaanse populatie in de nabije toekomst doorzet. Blijkbaar zoeken Marokkanen elkaar graag op en wonen ze graag in elkaars nabijheid. Wellicht duidt dit op sterke en intensieve banden met familie en vrienden van Marokkaanse afkomst.

Figuur 4.1: Totale remittances wereldwijd en totale remittances naar ontwikkelingslanden (World Bank, 2010)

4. Marokko en remittances

In dit hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan de Marokkaanse migranten, met name die zich in Nederland hebben gevestigd, en de bijdrage die zij leveren aan Marokko in de vorm van remittances. Daarbij wordt zowel gekeken naar de cijfers uit het verleden als naar de prognose voor de nabije toekomst.