• No results found

Eindopdracht | De muziekavond

In document Bredero en RTTI-onderwijs (pagina 101-123)

In de afgelopen lessen heb je geleerd hoe de mensen in de zeventiende eeuw met literatuur omgaan. Net als jij zoeken ze in muziek een manier om dagelijkse beslommeringen, de liefde en levensvragen te verwerken. Liederen brengen vermaak en lering.

Een avondje uit hield in dat mensen met elkaar muziek maakten en zo’n avond verliep altijd op dezelfde manier. Eerst werden de boertige liederen gezongen, die overgingen in de amoureuze liederen. Een muziekavond werd afgesloten met aandachtige liederen.

Als afsluitende opdracht van deze lessenserie ga je nu, samen met medeleerlingen in een groepje, de muziekavond tot leven wekken. Iedereen in de klas kiest één van de zeven liederen uit dit boekje die we de afgelopen lessen hebben behandeld. De zeven groepjes die ontstaan, voeren op … juni hun interpretatie van het gekozen liedje op tijdens onze eigen muziekavond in de les.

De muziekavond wordt ook één of twee van jullie gepresenteerd door een eigen invulling aan Bredero te geven; het is dus ook mogelijk om je hiervoor in te schrijven in plaats van het opvoeren van een lied.

Opdracht

De eerste stap is je in te schrijven op een van de liedjes of op de rol van presentator. Dit kan door je naam in te vullen in het schema van je docent. Let op: er geldt een maximum van vier leerlingen per liedje en er is plek voor maximaal twee leerlingen als presentator: vol = vol.

Vervolgens ga je met je groepje bij elkaar zitten en bespreek je met elkaar op welke manier jullie het liedje willen gaan opvoeren. Je kunt denken aan een toneelstuk, een film, een muzikale opvoering, een voordracht, een combinatie van deze manieren, of misschien hebben jullie zelf een nog beter idee. Denk ook aan het genre van je stuk, bijvoorbeeld hiphop, horror, mime, singer-songwriter of iets anders. Ook hier geldt een maximum; om te voorkomen dat we tijdens de muziekavond naar zeven rapuitvoeringen kijken, kunnen er maar twee groepjes hetzelfde genre kiezen.

Dit idee werken jullie uit in het onderstaande formulier. Je denkt na over je uitvoering: welke muziek is er nodig, welke kleding trek je aan, wie vertolkt welke rol, welke tekst spreek je uit, enzovoort. Je laat het formulier ter goedkeuring aan je docent zien.

Je krijgt voor bovenstaande één lesuur de tijd. Ook krijgen jullie een lesuur om te repeteren. Hieronder vind je een schema waarin alle stappen staan uitgeschreven. Je houdt ook een logboek (of blog) bij, waarin je aangeeft wie wat wanneer

102

Plan van aanpak

Deelnemers groepje: Deel muziekavond: Lied: Kunstvorm: Genre: Kleding: Muziek: Overige attributen:

Korte beschrijving van het idee:

Stappenplan

Datum Taken

In de les:

- Groepsindeling - Brainstorm

- Invullen plan van aanpak Buiten de les:

- Actielijst maken: wat moet er allemaal gebeuren en wanneer? - Taken verdelen

 In deze les laten zien. Buiten de les:

- Taken uitvoeren

 In deze les tussenstand laten zien. In de les:

- Repeteren

- Wat werkt wel, wat niet? In en buiten de les:

- Benodigdheden inleveren

- Doorgeven wat er nodig is voor de uitvoering In de les:

104

Actielijst

Beoordelingsformulier Naam artiest: Naam beoordelaar: Lied: Kunstvorm: Inhoud Opbouw/spanningsboog Originaliteit Goed voorbereid Interpretatie Betrokken Presentatie Verstaanbaarheid Contact publiek Enthousiasme Kleding/attributen Tijdbeheer

Omcirkelen wat van toepassing is: aemulatio / imitatio / translatio

Tip en top: _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________

Cijfer:

5 g o ed 4 ru im v ol do e nd e 3 v ol d oe n de 2 m at ig 1 o nv o ldo en d e O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O

Beoordelingsformulier Naam artiest: Naam beoordelaar: Lied: Kunstvorm: Inhoud Opbouw/spanningsboog Originaliteit Goed voorbereid Interpretatie Betrokken Presentatie Verstaanbaarheid Contact publiek Enthousiasme Kleding/attributen Tijdbeheer

Omcirkelen wat van toepassing is: aemulatio / imitatio / translatio

Tip en top: _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________

Cijfer:

5 g o ed 4 rui m v ol do e nd e 3 v ol d oe n de 2 m at ig 1 o nv o ldo en d e O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O

Reactie

Na afloop van het hele lessenpakket, dus ook na de muziekavond, wil ik je vragen om een reactie te schrijven op dit lesmateriaal. Wat vond je ervan? Waren de vragen moeilijk/makkelijk? Waren de liedjes vermakelijk of saai? Was het wat je van tevoren had verwacht? Heb je veel geleerd, en wat dan? Wat vond je van de muziekavond? Wat is je tip en je top voor de lessenserie? Schrijf alles op wat in je opkomt, maar bovenal, leg uit waarom je iets in vindt!

___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________

Begrippenlijst

aandachtig: godsdienstig, vroom aemulatio: het overtreffen van het werk van de kunstenaar die wordt nagedaan.

amoureus: iets wat met liefde te maken heeft.

antithese: stijlfiguur waar twee tegenovergestelde dingen naast elkaar worden geplaatst.

bekeringsverhaal: verhaal waarin de lezer/toehoorder overtuigd wordt voor een bepaald geloof te kiezen. boertig: grappig

contrafact: een liedtekst die

gemaakt is op een bestaande melodie.

conventie: afspraak, regel,

gewoonte

fabel: de inhoud van een verhaal in chronologische volgorde

geestig: godsdienstig, vroom genre: kunststijl, -vorm, -soort imitatio: het navolgen van een kunstenaar.

lering en vermaak: het verenigen van het nuttige met het aangename liedcultuur: de manier waarop men in een samenleving met liederen omgaat

motief: verschijnsel in (literaire) teksten dat veel wordt herhaald en een symbolische betekenis heeft. motto: citaat voorafgaand aan een tekst dat bij de inhoud van het verhaal past

petrarkisme: literaire stroming in de renaissance genoemd naar Petrarca, waarin de onbereikbare liefde centraal staat.

rederijkerskamer: literaire

vereniging voor het beoefenen van toneel-, schrijf- en dichtkunst.

renaissance: culturele stroming in de Gouden Eeuw waarin de wedergeboorte van de klassieke cultuur (van de Grieken en Romeinen) centraal staat.

stijlfiguur: kunstmatige ingreep in taal om een bepaald effect te creëren.

stokregel: refreinregel die de

moraal van een lied weergeeft. strofe: couplet

thema: onderwerp of boodschap van een (literaire) tekst.

translatio: het letterlijk vertalen van het werk van een kunstenaar.

Verantwoording

De teksten en vertalingen zijn ontleend aan onderstaande bronnen.

Barend-van Haeften, M., Boestoen, K., Gemert, L. van en Meijer Drees, M.,

Wilhelmus en de anderen. Nederlandse liedjes 1500-1700. Tekst in context.

Amsterdam University Press, 2007.

Bredero, G.A., Boertigh, Amoreus, en Aendachtigh Groot Lied-Boeck. Ed. G. Stuiveling. Culemborg, 1975.

Schenkeveld-van der Dussen, M.A., Bredero. Groningen, Wolters Noordhoff, 1985. Slings, H., Van Stipriaan, R. & Van Gemert (red.), L. (2009a). Gerbrand

Adriaanszoon Bredero - rusteloze Amsterdammer. Retrieved, 2014, Retrieved from http://literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/auteurs/lgge030.html

Slings, H., Van Stipriaan, R. & Van Gemert (red.), L. (2009b). De geschiedenis in een notendop - over de vrijheidsstijd. Retrieved, 2014, Retrieved from

http://literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/thema/lgge022.html

Slings, H., Van Stipriaan, R. & Van Gemert (red.), L. (2009c). Leven en sterven voor het geloof - over geloofstwisten. Retrieved, 2014, Retrieved from

http://literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/thema/lgge021.html

Slings, H., Van Stipriaan, R. & Van Gemert (red.), L. (2009d). De statenvertaling - over een nieuwe bijbel voor de republiek. Retrieved, 2014, Retrieved from

http://literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/thema/lgge024.html

Slings, H., Van Stipriaan, R. & Van Gemert (red.), L. (2009e). Van godsdienst naar tolerantie. Retrieved, 2014, Retrieved from

http://literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/literatuurgeschiedenis/lgge003.ht ml

Stipriaan, R. van, Het volle leven. Nederlandse literatuur en cultuur ten tijde van de

Republiek (circa 1550-1800). Amsterdam: Prometheus, 2007.

De afbeelding op de voorpagina komt van: www.literatuurgeschiedenis.nl

De gebruikte muziek is van Camerata Trajectina en is beschikbaar via Spotify of de cd bij Wilhelmus en de anderen.

Bijlage 3

Docentenhandleiding

Beginsituatie

Dit lessenpakket is geschikt voor leerlingen in de bovenbouw van het havo/vwo. Afhankelijk van de voorkennis is het mogelijk de stof in de vierde of de vijfde klas te behandelen. Kennis van (een gedeelte van) het literaire begrippenapparaat wordt veronderstelt; het leerlingenboekje bevat een begrippenlijst met definities van de behandelde begrippen binnen dit materiaal.

Het pakket sluit aan bij het RTTI-systeem en geeft hiermee inzicht in de cognitieve ontwikkeling van de leerling. Daarnaast sluit de keuze van het materiaal aan bij de belevingswereld van leerling.

Door de thematische indeling van de muziekavond en de bijbehorende context van de zeventiende eeuw wordt aangesloten bij de historisch-sociologische en de actualiserende benadering van het historisch literatuuronderwijs.

Het lessenpakket bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel die ertoe aanzetten de stof via individueel en samenwerkend leren te vergaren.

De liederen binnen dit pakket zijn geordend op basis van de volgorde van een zeventiende-eeuwse muziekavond: boertig (over humor), amoureus (over liefde) en aandachtig (over godsdienst). Elke les bevat een zeventiende-eeuws lied en een moderne tegenhanger. De liederen uit de Gouden Eeuw zijn van G.A. Bredero en komen uit het Groot lied-boeck. De zeventiende-eeuwse liedjes zijn op één na voorzien van een vertaling.

Lesopbouw

Het pakket bestaat uit twee onderdelen. Het is aan te raden het theoretische gedeelte over drie lessen te verspreiden en het praktische deel over twee (voorbereidings)weken.

Bij de start van het theoretische deel is het aan te raden te beginnen met een klassengesprek waarin de vraag naar de muziekbeleving van de leerlingen centraal staat. Daarnaast moet vast vooruit worden gewezen naar het praktische deel: de muziekavond.

Om iedere les op een activerende les te starten kan bij binnenkomst van de leerlingen aan het begin van de les een van de liederen worden opgezet om vervolgens de leerlingen kort te vragen naar hun indruk van de beluisterde muziek.

Daarna moet worden gewezen op het doel van iedere les. Gezamenlijk wordt de theorie besproken, te vinden in het leerlingenboekje, en naar een van de liederen van de les geluisterd. Eventueel kan de inhoud van het lied voorafgaand aan de opdrachten worden doorgenomen en een opdracht klassiekaal worden gemaakt of voorgedaan.

116

Leerlingen kunnen nu zelfstandig of in (kleine) groepjes de opdrachten maken. Het is aan te raden tussendoor opdrachten te bespreken zodat er geen gaten vallen in de leerlijn.

Tot slot wordt de les afgesloten met een herhaling (door de leerlingen) van de doelen en wordt vooruitgewezen naar de volgende les.

Het praktische deel bestaat uit het aanpassen van een van de behandelde liederen tot een geheel andere en nieuwe versie. Deze nieuwe versie wordt uitgevoerd op een muziekavond op school. Naar eigen inzicht kan dit zo groot (of klein) worden gemaakt als de klas toelaat.

Dit deel wordt grotendeels zelfstandig door de leerlingen voorbereid. Schema’s en tabellen die de leerlingen kunnen gebruiken bij hun planning en stappenplan zijn te vinden in het leerlingenboekje, alsmede een beoordelingsmodel.

Het is aan te raden twee keer een moment in te plannen om de vorderingen met de leerlingen te bespreken en een generale repetitie te houden.

Antwoordmodel les 1:

Deze les staat het boertige lied centraal. Begin bij binnenkomst met Zwaar leven en een klassengesprek over de muziekbeleving van de leerlingen. De theorie bij deze les gaat enerzijds in op de liedcultuur in de zeventiende eeuw en de kenmerken van de liederen in die tijd, anderzijds worden de specifieke eigenschappen van boertige liederen behandeld. Het is belangrijk dit onderscheid voor de leerlingen helder te maken.

1 [R]: Het is herkenbaar voor het publiek, je kan op die manier situaties makkelijker

relativeren, je kunt je beter inleven, je leert ervan en het is vermakelijk.

2a [T1]: Couplet 1: Niets gaat vanzelf, veel is moeilijk, niks wordt gewaardeerd, alles

gaat verkeerd.

Couplet 2: Andere mensen niet kunnen helpen.

Couplet 3: Afspraak afzeggen terwijl er op je wordt gerekend. Couplet 4: Afrekenen bij de kassa en iets vergeten zijn.

Couplet 5: Het gevoel hebben dat iedereen dingen in de schoot geworpen krijgt, behalve jijzelf.

Couplet 6: Praatjes tijdens een begrafenis.

2b [T2]: Vereist eigen invulling door de leerlingen. Voorbeelden kunnen zijn: te laat

thuis voor het eten, huiswerk niet maken omdat het ‘te moeilijk’ is, geen waardering krijgen van docenten, onbeantwoorde liefde, ouders die ruzie maken, problemen door scheiding ouders, geen vrijheid krijgen van ouders. De voorbeelden kunnen ook relativerend zijn, dus dingen die niet zo erg zijn, zoals te laat in de kantine zijn waardoor de pizza’s al op zijn, verliezen met een spelletje, een lekke band.

3 [I]: Nee, met dit liedje laat Brigitte Kaandorp zien dat iedereen wel eens vindt dat hij

of zij het zwaar heeft, maar dat die redenen vaak eigenlijk helemaal niks voorstellen. Brigitte Kaandorp zingt het erg overdreven waardoor het lacherig wordt en het publiek reageert op de achtergrond ook door te lachen.

NB: Het merendeel van de leerlingen weet niet wat ironie is.

4a [R]: Een refreinregel. Een regel die in elke strofe wordt herhaald en waaruit de

moraal van het lied spreekt.

NB: Nadruk leggen op de moraal, leerlingen nemen dit gedeelte niet automatisch mee in hun antwoord.

4b [T2]: Ja, je zou het refrein kunnen vergelijken met een stokregel, want een refrein

is als het ware een aantal stokregels achter elkaar gezet.

‘Nee’ kan ook een antwoord zijn, omdat een refrein anders is dan een stokregel. Een refrein bestaat uit meerdere dezelfde regels en wordt tussen de coupletten door herhaald. Een stokregel komt voor in elke strofe.

5 [R]: Van een tekst moet je iets opsteken, maar tegelijkertijd moet het ook amusant

zijn. Een levensles in een aantrekkelijk jasje.

6 [R]: Het is een grappig lied, het gaat over dommige mensen in knullige situaties, de

personages krijgen overdreven eigenschappen mee en spreken in dialect en vaak is er een verteller.

7 [R]: De inhoud van het verhaal in chronologische volgorde. 8 [T2]: I: Gijsje gaat goed gekleed naar de kermis.

II: Gijsje neemt het mooiste meisje van het land, Trijn Luls, mee. III: Gijsje wordt belaagd door de marktkramers.

IV: Gijsje koopt toch een koek en deelt die met Trijn Luls. V: Gijsje propt de hele koek in een keer in zijn mond.

VI: Nu wil Gijsje bier, maar Trijn vindt dat hij geen manieren heeft. VII: Gijsje probeert Trijntje te verleiden met complimentjes.

VIII: Na enig tegenstribbelen mag Gijsje toch zachtjes Trijntje aanraken. IX: Gijsje en Trijntje zijn inmiddels aan het rollebollen.

X: De vrijpartij komt tot een zoet einde en Trijntje verliest haar eer. XI: De verteller spreekt schande: vrome meisjes geven zich niet bloot.

9a [T1]: De eer is het waardste goed.

9b [T2]: Je eer is het meest waardevolle wat je hebt, ga er zorgvuldig mee om. 10a [T1]: Contrafact

118

10c [T2]: De eerste twee op www.liederenbank.nl zijn:

- Een bedrouffde clacht te dichten - Waer u liefde alsoo pure

11a [R]: Citaat voorafgaand aan een tekst dat bij de inhoud van het verhaal past. 11b [T2]: Een motto geeft het thema van een tekst aan en staat voorin een boek. In

dit geval geeft de melodie ook aan waar het lied over gaat.

11c [I]: Als het om mijn maagdelijkheid gaat. Ja, want in Van Gijsje en Trijn Luls gaat

het om de maagdelijkheid van Trijntje.

12a [T1]: Wat jij zoekt, zoek ik ook.

12b [T2]: Iedereen is op zoek naar hetzelfde, namelijk wederzijdse liefde.

13a [T2]: I: Hij wil dat Janneke blijft staan en hij probeert haar om te kopen met geld.

II: Hij probeert Janneke te overtuigen door op zijn bezit te wijzen en te benadrukken dat geld gelukkig maakt.

III: Hij wil een zoen en trouwen met Janneke, dan krijgt ze geld. IV: Hij zal alles voor Janneke doen.

V: [In deze strofe komt alleen het meisje aan het woord]

VI: Hij beledigt de jonge jongen en benadrukt hoe ervaren hij is. VII: Hij doet een laatste poging door God erbij te halen.

Een samenvatting van bovenstaande voldoet ook als antwoord.

13b [T2]: I: Ze beledigt Bertus en wil dat hij haar met rust laat.

II: Ze wil geen bezittingen en een oude man, maar een man die bij haar past.

III: Ze wil dat Bertus weggaat en zegt weer dat ze voor jongere (arme) mannen gaat. IV: Ze zegt dat Bertus haar niet bevalt omdat hij geen twintig is maar oud en koud. V: Ze wijst aan wat ze wel wil: een vrolijke jonge kerel. Bertus is in haar ogen al dood.

VI: Ze stelt zich voor hoe het met Bertus zou zijn: geen seks en geen man. VII: Ze geeft een wijze levensles: dat je blij moet zijn met wat je hebt.

Antwoordmodel les 2

Start deze les met Een beetje verliefd van André Hazes. Deze les handelt over de renaissance en het petrarkisme. Het begrip genre is voor veel leerlingen onduidelijk, dus het is ook zaak de hedendaagse muziekgenres de revue te laten passeren. Naast de voorbeelden in de theorie bij de begrippen translatio, imitatio en aemulatio maakt een aanvulling met eigen voorbeelden het voor de leerlingen duidelijker en levendiger.

1a [T1]: Smartlap, het levenslied, volksmuziek. Het is in het Nederlands, in

Amsterdams accent. gezongen. Vaak zijn liedjes van dit genre sentimenteel, de zanger zwijmelt naar een geliefde.

NB: In de instructie voorbeelden van hedendaagse muziekgenres (laten) opnoemen. Het begrip smartlap is onbekend voor veel leerlingen.

1b [T2]: De zanger is populair, het onderwerp is herkenbaar, het refrein blijft hangen. 2a [R]: Vereist eigen invulling door de leerlingen. Een antwoord zal vermoedelijk

richting vrolijk en opzwepend gaan vanwege de fluitmuziek.

2b [I]: Als je alleen bent, heb je geen geluk.

(Alleen is maar alleen5)

3 [T1]: I: Macht en een groot huis betekent niks als je alleen bent.

II: Vriendschap met leuke dames en belangrijke mensen is niets, als je alleen bent. III: Luxe producten zoals dure parfum en wijn stellen niks voor als je alleen bent. IV: De beste plek aan tafel en duur servies zijn niet belangrijk als je alleen bent. V: Schoonheid is onbelangrijk als je alleen bent.

VI: Kennis en onsterfelijkheid hebben geen waarde als je alleen bent.

VII: Het belangrijkste is om met je geliefde te slapen. Ook al bezit je nog zoveel, je bent ongelukkig als je alleen bent.

4a [T1]: Wat baat … als gij des nachts alleen in ’t bedde slapen moet.

(Wat heb je aan … als je ’s nachts alleen in je bed slapen moet.)

4b [I]: Dat de grootte van je bezit niet uitmaakt als je niemand hebt om je liefde mee

te delen.

4c [I]: Vereist eigen invulling door de leerlingen. Leerlingen moeten voorbeelden

noemen van zaken die voor hun belangrijk zijn, zoals hun telefoon, computerspelletjes en make-up.

5a [T2]: Dat is de melodie van Enigheid is armoe. 5b [T1]: Contrafact

5c [T2]: Veel artiesten maken een eigen versie van een al bestaand lied. Een

verschil tussen een contrafact en een cover is dat er bij een contrafact een nieuwe tekst wordt geschreven. Dit kan weer worden vergeleken met liedjes die gezongen worden op feesten en partijen van familie en vrienden. Van tevoren is een lied geschreven door een enkeling op de melodie van bijvoorbeeld Ik heb een tante in

Marokko. Iedereen kan dan zonder problemen meezingen.

Een voorbeeld van een cover is Umbrella van Rihanna dat ook wordt gezongen door de Baseball players.

6 [I]: Aan de ene kant is het lied tragisch te noemen: het leven stelt niks voor

wanneer je geen geliefde hebt. Aan de andere kant is het een vrolijk liefdeslied, wanneer je wel een liefde in je leven hebt, is alles prachtig en heeft het leven zin. Het

120

hangt er dus vanaf hoe je de ‘ik’ invult, namelijk als alleenstaande en zoekende of als iemand die de liefde al heeft gevonden. Hoe dan ook, rijkdom maakt niets uit.

7 [T1]: Een man zit in zijn eentje in een discotheek. Hij probeert een vrouw te

versieren. Dat lijkt te lukken, maar ze gaat zonder iets te zeggen weg, zodat de man de nacht alleen moet doorbrengen.

8 [T1]: Nee, maar er is wel een refrein.

In document Bredero en RTTI-onderwijs (pagina 101-123)