• No results found

De flater van die eigenwijze pastoor is op zichzelf maar een kleinigheid; is 't niet? En verklaarbaar! Normale bruidjes zijn meestal beter op de hoogte dan meneer pastoor

In document A. Roothaert, Doctor Vlimmen · dbnl (pagina 150-153)

zelf... Maar even zo vrolijk komen ze je later vertellen, dat het ongeluk niet gebeurd

zou zijn, àls ze op de hoogte was gebracht...

De verdere bizonderheden doen er niet veel toe. Het resultaat ken je, en jij bent

gelukkig een van de weinigen, die nooit achteraf met een advies is komen aanzetten...

Kun je je voorstellen, hoe verschrikkelijk dat was?... Zodra ik haar thuis had gebracht,

begonnen de familie-palavers. De lui, die ik moest inlichten omtrent de gang van

zaken op onze huwelijksreis, kon ik wel alles naar het hoofd gooien, wat er onder

m'n handen viel. Ze spanden hun borst, maakten een dikke biceps en trokken het

bakkes van de leeuwentemmer uit circus Gleich... Als het mij te doen had gestaan!...

Als ik in jouw plaats was geweest!... Om van te spuwen!

En je moet weten, dat ik er me nu nog over verwonder, dat ik daar in Parijs niet

op het politiebureau ben terechtgekomen. Ze gilde moord en brand. Ik ben de

kamer uitgevlucht, toen ze op de ijzeren grille voor het raam klom, en het laatste

ogenblikje, voordat ik de deur dichttrok, zag ik haar springen!... Nooit zal ik vergeten,

hoe ik daar op de corridor stond, ik weet niet hoe lang, in de volste overtuiging, dat

ze te pletter lag op de boulevard... Misschien kun je je ook voorstellen, dat je na zo'n

gewaarwording grondig genezen bent van je libido sexualis?’

‘Zelfs post matrimonium’, knikt Dacka.

‘Ik hield me vast aan een radiator en zag alles draaien. Ten slotte meende ik binnen

haar stem te horen, verzamelde al m'n moed en deed heel voorzichtig de deur open...

Ja, ik ben ervan overtuigd, dat die dokter daar volkomen gelijk heeft. Wat ik toen

zag, was totale krankzinnigheid, aanschouwelijk voorgesteld. Ze zat als een bal in

elkaar gedrukt op haar knieën in een hoek, hardop te bidden, met een gezicht! Nee,

dat gezicht moet je gezien hebben, gewoonweg 'n nachtmerrie... Ik durf je eerlijk

bekennen, dat ik er bang van was. Misschien tot nog toe de enige keer in m'n leven,

dat ik ècht bang was... En dan kom je thuis en krijg je niets anders te horen dan: Als

ik in jouw plaats was geweest!... Als het mij te doen had gestaan!... Ik zou het heel

anders aangelegd hebben!... Ha-ha! Heerbroer begon er waarachtig ook al mee, tot

ik hem de mond snoerde met te vragen, hoe dikwijls hij zelf dan al zo'n gevalletje

bij de hand had gehad.’

‘Maar hoe was ze dan in haar gewone doen? Ik bedoel overdag, als er geen gevaar

was?’

‘Heel normaal! We zijn die dagen natuurlijk uit geweest en ze was nogal opgetogen

over alles wat ze te zien kreeg... Je weet wel: de gewone keukenpraatjes van 'n net

dorpsmeisje van twintig jaar dat voor 't eerst in Parijs is... Alles bijeengenomen is

het een ziel; niet? Was het maar een kwaadaardig canaille, dan stond ik er

heel wat vrijer tegenover. Nu was 't altijd: Ssst! en op je tenen loopen. Deze kant van

de zaak werd door de familie natuurlijk sluw uitgebuit... 't Is toch zó'n braaf meiske...

Jawel! En er moet zó voorzichtig mee omgesprongen worden!... En laat haar toch

vooràl niet schrikken!... Ze overdreven het zó lomp, dat ik in plaats van medelijden

te voelen, het brave meiske soms wel kon doodschieten en de hele familie erbij, op

de eerste plaats de leider, en dat was heerbroer. Er gebeurde niets zonder zijn fiat.

Eerst moest ze bij een tante gaan logeren, die non was in een soort sanatorium, en

daar zou ze gauw helemaal beter zijn... Dat was de grootste nonsens, want zodra ik

me maar niet te dicht in de buurt vertoonde, was ze even normaal als ooit tevoren.

Het werd een rekken van je welste. Intussen zou een hele serie krachtpatsers eens

met haar praten, praten, praten. Eerst praatte heerbroer, toen allerlei hogere omes.

De pastoor van 't dorp dekte zich langs alle kanten en beweerde, dat hij haar behoorlijk

op de hoogte had gebracht. Onder ons gezegd: dat liegt die meneer, daar ben ik van

overtuigd. Het meisje vertelde precies en woordelijk, wat er in de sacristie verhandeld

was, wist zich de kleinste bizonderheden te herinneren, en ze loog nooit. Maar de

pastoor kon er natuurlijk dadelijk mee uit, dat zijn verklaring niet tegenover die van

een halve gek te stellen was...

Dus: uit alle oorden des rijks werden de kampioenpraters naar Vlierendijk

opgestuurd. Ten slotte kwam er een heel beroemde, 'n soort superkampioen, zo een

met een hoge witte boord aan en een groot houten kruisbeeld op z'n buik... Hoe heten

ze ook weer?... Remonstranten? - Nee, redemptoristen! Als hij het niet voor elkaar

kreeg, hielp niets meer. Hij praatte Gonda de blaren op het gezicht, maar 't gaf geen

zier. Ze voelde, dat het slecht was, dus het wàs slecht en niemand ter wereld zou

haar ertoe kunnen brengen om haar geweten geweld aan te doen. Daar bleef het bij

In document A. Roothaert, Doctor Vlimmen · dbnl (pagina 150-153)