• No results found

Deze roman is eigenlijk een vervolg op Ochtendnevel, want het trieste leven van den psychopatistisch aangelegden Reinier wordt hierin verder behandeld. Reinier is thans

In document De Nieuwe Gids. Jaargang 53 · dbnl (pagina 91-94)

volwassen, en daar hij alleen staat op de wereld, moet hij voor zichzelf zorgen. De

ongetwijfeld aandachtige Nieuwe-Gids-lezer herinnert zich misschien nog, dat ik

het debuut van dezen jongen auteur met groot enthousiasme begroet heb. Onmiddellijk

kan ik reeds zeggen, dat ook deze roman wederom voortreffelijke kwaliteiten bezit.

Dezelfde eerbied voor het leven, dezelfde oprechtheid en ernst, die hem in dit

eenvoudig verhaal het juiste suggestieve woord doet kiezen. Aan deze oprechtheid

en uitstekenden stijl dankt dit boek zijn waarde. Eerlijk gezegd drukt dit laatste ook

mijn teleurstellng uit. Ik had meer van Peter van Steen verwacht.

Het is geen fout dat het leven van Reinier, trots zijn vriendschap met Peter en Else,

triest blijft. Deze, triestheid is echter niet voldoende verantwoord. De vriendschap

op zichzelf heeft iets onwezenlijks en het verdriet erover, wanneer deze vriendschap

te niet gaat heeft dit vage, hinderlijk weeke in nog sterkere mate. Vooral bij deze

bladzijden maakt Peter van Steen de fout waarvoor een kunstenaar zich altijd moet

behoeden: hij

laat zich in dit gedeelte van zijn boek en ook nog op andere plaatsen door zijn

stemmingen bespelen. Hij deelt de lakens niet meer uit, hij dirigeert niet meer, maar

de figuren krijgen de overhand. In een volgend werk zal Peter van Steen met het

talent en de taalmacht waarover hij beschikt zeker kunnen slagen, wanneer hij zich

tenminste niet laat meedrijven door vage voorstellingen, maar zuiver objectief zijn

figuren nuchter en volledig doorschouwt. Alleen daardoor plaatst hij zich voldoende

boven zijn onderwerp om het gaaf en verantwoord te voorschijn te brengen.

J. Heuff van Houweninge. Droesem. - Rotterdam 1936. W.L. & J. Brusse

N.V.

Een roman is dit boek niet. Toch heb ik me met dit uitstekend geschreven verhaal

kostelijk geamuseerd. Het vertelt van de mondaine wereld, van spel, dans en flirt

aan de Côte d'Azur. Een Hollandsch schilder verdoet er zijn laatste geld aan een

poppevrouwtje en aan Baccarat. Heel dit laag bij de grondsche gedoe is door den

schrijver op uitstekende wijze verteld. Vlot, geestig en amusant. En toch is het niet

oppervlakkig, want de jonge auteur laat ons de schrijnende tragiek voelen, die zich

achter dezen schoonen schijn bevindt. Ik hoop spoedig meer van dezen boeienden

verteller te mogen lezen.

Hance Nyn. Van Gouden Last Ontheven. - Amsterdam 1936. N.V.

Uitgevers-Maatschappij ENUM.

Een nogal verwarde geschiedenis, die begint te Amsterdam en zich verder afspeelt

in Br. Indië en.... op het eiland Urk. Zonder kwaliteiten is dit boek niet. Het is een

soort tusschenproduct van een detective-roman, een amusant jongensverhaal en

triviale pogingen tot mystiek. Wanneer deze auteur over veel meer beheersching gaat

beschikken en zijn stof zal weten uit te kiezen, heeft hij hoogstwaarschijnlijk fantasie

genoeg om een aantrekkelijk verhaal te componeeren. Thans overtreft de dwaze

fantasterij de zinvolle fantasie.

G.H. Streuman. Goethe De Universeele Mensch. - Amsterdam 1936. N.V.

Uitgevers-Mij. ‘Elsevier’.

Goethe als homo universalis. Een heel uitgebreid maar prachtig probleem. Vooral

uit zijn gesprekken met Eckermann en uit de Faust blijkt, dat Goethe werkte met

eeuwigheidswaarden. De auteur van dit boek toont een eigen visie te bezitten. De

citaten zijn uitnemend gekozen. Een aanwinst voor onze Goethe-literatuur.

Herman de Man. De Barre Winter Van Negentig. - Baarn 1936. Bosch &

Keuning.

Herman de Man is een voortreffelijk verteller, daar valt niet aan te tornen. Toch heeft

hij voor mij van zijn charme verloren. Hij herhaalt zich in motief en in uitwerking.

Deze beschrijvingen van boeren tusschen Gouda en Schoonhoven gaan op den langen

duur vervelen. De auteur boeide mij vroeger dikwijls door iets heel persoonlijks in

zijn kijk op menschen en toestanden en in zijn verwoording ervan. Dit typische,

waardoor het werk van Herman de Man iets grootsch verkreeg, vind ik in dit boek

niet terug. De sinistere figuur van Houten Gert evenwel is met opmerkelijk

typeertalent geschreven. Ik hoop op een spoedige ontmoeting met werkelijk ‘nieuw’

werk van dezen begaafden kunstenaar, waaruit weer eens duidelijk blijken moge dat

hij van zijn oude kracht nog niets heeft ingeboet.

Aar van de Werfhorst. De grote, stille knecht. - Amsterdam 1936. N.V. De

Arbeiderspers.

Een aangrijpend boek dat men vooral moet lezen. Ik zal den naam van dezen

voortreffelijken verteller niet meer vergeten. Er is meer subliem werk van dezen

auteur te verwachten. Een boerenroman, die aan de grootsche visie van Knut Hamsun

verwant is. Het legendarische en de evocatieve kracht die van het werk van de groote

Russen uitgaan, vindt men in het verhaal van Aar van de Werfhorst terug.

De groote, stille knecht, zelf kind van het veen, komt bij de boeren terecht. Een

vreemd, kinderlijk mensch, verjaagd en weer geduld. Een enorme slagschaduw zich

voortbewegend in de ruimte. Na zijn huwelijk met Christiene komt de ontreddering.

Zijn vrouw verliest hij, zijn huis wordt verwoest. Nog maakt men de kleine kinderen

bang met het noemen van zijn naam.

Prachtig, atmosferisch werk, waar vele arrivisten met hun papieren scheppingen

In document De Nieuwe Gids. Jaargang 53 · dbnl (pagina 91-94)