• No results found

In de Kamerstukken wordt meerdere malen verwezen naar het onderzoek van Netwerk Notarissen84. Aangezien dit onderzoek werd gehouden door een notariskantoor, zullen de

ondervraagden waarschijnlijk juist diegenen zijn geweest, die voor de notaris verschijnen om bijvoorbeeld huwelijkse voorwaarden op te laten stellen. In dat geval geeft het onderzoek een vertekend beeld van hetgeen de gemiddelde persoon vindt. Subelack heeft dit ook reeds benadrukt85. Gezien het voorgaande heb ik zelf onderzoek gedaan naar de meningen over de

afschaffing van de gemeenschap van goederen en de invoeringen van de beperkte gemeenschap. Dit heb ik middels een enquête gedaan. Deze steekproef heeft ervoor gezorgd dat er goed inzicht is verkregen in de onderzoeksvragen. Het aantal respondenten bedraagt 307. De steekproef is opgebouwd uit diverse leeftijdscategorieën, opleidingsniveau, geslacht en relatiestatus en geeft hierdoor een heldere indicatie van de totale populatie.

Gemeenschap van goederen

In de enquête heb ik allereerst onderzocht of men voor afschaffing van de gemeenschap van goederen is. Uit de resultaten bleek dat 72,73% voor de afschaffing van de gemeenschap van goederen is. 45,52% Van de ondervraagde is van mening dat aanstaande echtgenoten zich niet bewust zijn van de juridische gevolgen van de gemeenschap van goederen. Slechts 34,38% van de ondervraagden zou in gemeenschap van goederen willen trouwen indien zij (opnieuw) zouden trouwen. De overige 65,52% zou voor huwelijkse voorwaarden kiezen. Uit eerdere cijfers bleek dat slechts 25% van de gehuwden onder huwelijkse voorwaarden is gehuwd86. Dit zou betekenen dat men tegenwoordig sneller zou kiezen voor huwelijkse

voorwaarden. Een andere vraag uit de enquête kan dit wellicht verklaren. Uit de enquête blijkt namelijk dat 75,53% van de ondervraagden van mening is dat de lotsverbondenheid en daarmee de kijk op het huwelijk is veranderd. Daartegenover staat dat 63,96% van de ondervraagden die zouden kiezen voor de gemeenschap van goederen, aangaf dat zij voor de gemeenschap van goederen hebben gekozen/zouden kiezen omdat zij alles willen delen met hun partner. Een andere reden om voor de gemeenschap van goederen te kiezen, is voor 84 Advies Netwerk Notarissen m.b.t. wetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen, Baarn 22 november 2013

85 T.M. Subelack, ‘Nieuw huwelijksvermogensrecht vanuit het perspectief van een echtscheiding(sadvocaat)’,

WPNR 2014, afl. 7043, p. 1181-1188

86 F.W.J.M. Schols, CNR-Huwelijksvoorwaardenonderzoek, deel I: algemeen en koude voorwaarden, WPNR 2012, 6956, tabel 3

9,30% van de ondervraagden dat de kosten van de notaris voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden te hoog zouden zijn en voor 16,37% dat het de makkelijkste weg is nu de gemeenschap van goederen de standaard is.

Huwelijkse voorwaarden

Een andere opvallende uitkomst was die van de soort huwelijkse voorwaarden. Zo koos 52,49% van de ondervraagden voor de beperkte gemeenschap. De verrekenstelsels eindigde op de tweede plaats met 25,53%. Dit is opvallend aangezien er door verschillende rechtsgeleerden wordt bepleit dat er juist géén behoefte bestaat aan een beperkte gemeenschap.

De nieuwe wet

De grondslag van het wetsvoorstel dat enkel hetgeen door de inspanning van beide echtgenoten tijdens het huwelijk wordt verworden, aan beiden toekomt, wordt door 80,09% als rechtvaardig beschouwd. De ondervraagden zijn het ook eens met de initiatiefnemers op het gebied van de erfenissen en giften. 66,52% Beschouwt het namelijk als onrechtvaardig om een erfenis of gift met de echtgenoot te moeten delen. Deze cijfers komen niet overeen met die van het onderzoek van Netwerk Notarissen87, waaruit bleek dat 91% de giften en

erfenissen niet wil delen. Hier wordt het eerdergenoemde vertekende beeld duidelijk zichtbaar.

Het delen van voorhuwelijkse schulden wordt door 74,78% van de ondervraagden ook als onrechtvaardig beschouwt. De ondervraagden zijn dan ook met 65,33% van mening dat echtgenoten door de wetgever beschermd moeten worden tegen de voorhuwelijkse schulden van de partner.

Middels twee vragen heb ik onderzoek gedaan naar de bewijsregeling die het wetsvoorstel met zich mee brengt. De ondervraagden zijn met 79,02% duidelijk van mening dat echtgenoten in de praktijk geen administratie zullen bijhouden. Ruim 81% van de ondervraagden is dan ook van mening dat dit wél verplicht gesteld had moeten worden. Van

87 Advies Netwerk Notarissen m.b.t. wetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen, Baarn 22 november 2013

deze 81% was 41,63% van mening dat deze administratieverplichting via de notaris moest en 39,37% was van mening dat dit juist niet via de notaris moest. Tenslotte heb ik onderzocht of men van mening is dat de afwikkelingsproblemen af zouden nemen door invoering van de beperkte gemeenschap. Hiermee is 68,04% van de ondervraagden het eens, hetgeen mijns inziens opvallend is, nu de ondervraagden massaal aan hebben gegeven dat de echtgenoten naar verwachting géén administratie zullen voeren en dit daarom verplicht gesteld had moeten worden.

Conclusie enquête

Uit de door mij gehouden enquête blijkt dat men wel degelijk af wil van de gemeenschap van goederen. Men is ook van mening dat de beperkte gemeenschap een goede vervanger is, met name doordat voorhuwelijks vermogen en voorhuwelijkse schulden voortaan buiten de gemeenschap vallen. Men realiseert zich echter wel dat echtgenoten in praktijk waarschijnlijk geen administratie zullen voeren en zij menen dan ook dat dit beter verplicht gesteld had moeten worden. Wel is men optimistisch wat betreft de afwikkelingsproblemen, de ondervraagden zijn namelijk van mening dat deze af zullen nemen na invoering van de beperkte gemeenschap.