• No results found

14 Bodem en water

14.3 Effecten .1 Bodem

Bodemopbouw

Er zijn geen ontwikkelingen voorzien met op voorhand al effecten op de bodemopbouw. Lokaal kunnen wel wijzigingen plaatsvinden, onder meer als gevolg van de funderingen van nieuwe gebouwen of andere objecten. Deze zullen echter veelal in het pakket ophoogzand worden aangelegd. Dit leidt niet tot aantasting van de grootschalige structuur, omdat deze beperkt blijven tot de bovenste aard (ophoog)laag. Het effect is derhalve neutraal (0) beoordeeld.

Bodemkwaliteit

Voor alle gronden waar in de toekomst bouw is voorzien en waar nu nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal (aanvullend) bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en

eventueel gesaneerd moeten worden. Deze ontwikkelingen zullen geen negatieve effecten op de bodemkwaliteit hebben, maar mogelijk (licht) positieve effecten, omdat de bodemkwaliteit moet voldoen aan de gestelde bodemkwaliteitseisen. Het effect is vooralsnog neutraal (0) beoordeeld.

14.3.2 Water

In het volgende tekstkader zijn de aandachtspunten van het waterschap Brabantse Delta weergegeven voor het windpark. Uitgangspunt is dat voor het ZIM dezelfde uitgangspunten aan de orde zijn.

Grondwater

Het industrieterrein is gezien de bodemopbouw en het gebruik van het terrein niet geschikt voor infiltratie van hemelwater. Het effect op het grondwater is neutraal beoordeeld (0).

Oppervlaktewater

Voor de oppervlaktewateren geldt dat het huidige oppervlaktewatersysteem in stand gehouden moet worden (geen dempingen of nieuwe verbindingen), inclusief de bescherming van aan-wezige infrastructuur.

Het industrieterrein wordt bij herinrichting uitgevoerd met een verbeterd gescheiden rioolstelsel of gelijkwaardig. De aanleg van een verbeterd gescheiden stelsel en het afkoppelen van verhard oppervlak zorgen ervoor dat er minder vaak riooloverstorten plaats vinden. Hierdoor wordt de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater verbeterd. Bovendien zorgt het ervoor dat er

Uitgangspunten watertoets van het waterschap Brabantse Delta

Onderstaand zijn de belangrijkste uitgangspunten ten aanzien van het toekomstige windpark wee-rgegeven. :

- Het industrieterrein is voor een groot deel buitendijks gelegen, een klein deel is binnendijks gelegen.

- Het industrieterrein wordt bij herinrichting uitgevoerd met een verbeterd gescheiden rioolstelsel of gelijkwaardig. Het afvalwater wordt behandeld conform de voorkeursvolgorde uit de Wet

Milieubeheer. Bij lozingen op oppervlaktewateren is mogelijk een vergunning van de waterbeheerder of melding bij de waterbeheerder nodig.

- De Sassenplaat betreft een Natura 2000 gebied;

- Wanneer geen bebouwing in het Hollands Diep of de insteekhavens plaatsvindt is compensatie in het kader van Ruimte voor de Rivier niet nodig;

- Wanneer nieuwe bedrijvigheid overslag op het Hollands Diep of de insteekhavens vereist zijn hiervoor mogelijk aanvullende voorwaarden en vergunningen benodigd;

- Als binnen de plangrenzen nieuw oppervlaktewater wordt aangelegd moet bekeken worden wie dit gaat onderhouden. Wanneer overdracht van het onderhoud plaatsvindt aan het waterschap dient het oppervlaktewater te voldoen aan de "beleidsregel waterlopen op orde" van waterschap Brabantse Delta.

- In het buitendijks gelegen plangebied wordt bij toename van verhard oppervlak geen retentie geëist door het waterschap indien wordt aangetoond dat de ontvangende waterlopen voldoende bergings- en afvoercapaciteit hebben.

- Voor verschillende werkzaamheden in- op of nabij waterlopen en waterkeringen is een

watervergunning of melding benodigd in het kader van de Waterwet. De aanvraag van de vergunning of melding dient bij de betreffende waterbeheerder (waterschap of Rijkswaterstaat) gedaan te worden. Daarnaast is voor verschillende onttrekkingen en lozingen op het oppervlaktewater en grondwater tevens een melding of vergunning in het kader van de Waterwet.

- Vanaf 1 maart 2015 is de Keur waterschap Brabantse Delta 2015 in werking getreden met de daarbij behorende algemene regels en beleidsregels.

meer doorstroming in de watergangen plaats vindt, wat eveneens de waterkwaliteit ten goede komt.

Voor de waterkwaliteit is het van belang dat de bestaande en toekomstige bebouwing geen uitlogende materialen bevatten. Er moet ook voor zorg voor gedragen worden dat er geen milieuvervuilende materialen en stoffen in het oppervlaktewater terecht komen.

Beheer en onderhoud

De watergangen moeten onderhouden worden zoals in de legger van het waterschap Brabantse Delta is opgenomen. Wanneer overdracht van het onderhoud plaatsvindt aan het waterschap dient het oppervlaktewater te voldoen aan de “beleidsregel waterlopen op orde” van waterschap Brabantse Delta.

Het Hollandsch Diep is een rijkswater en wordt beheerd en onderhouden door Rijkswaterstaat.

De insteekhavens worden echter door het Havenbedrijf Moerdijk gebaggerd en onderhouden.

Het effect op het oppervlaktewater is neutraal beoordeeld (0).

Waterveiligheid

Waterschappen leggen conform de Waterwet in een Keur regels vast omtrent de toelaatbaarheid van werken op, of in de nabijheid van dijklichamen die de waterkerende functie hiervan kunnen verstoren. Bij werken binnen de beschermingszone dient een watervergunning aangevraagd te worden bij het Waterschap.

Vanaf 1 maart 2015 is de Keur waterschap Brabantse Delta 2015 in werking getreden met de daarbij behorende algemene regels en beleidsregels. Binnen de beschermingszone zijn als gevolg van het voornemen geen ontwikkeling voorzien. Het effect op waterveiligheid is neutraal (0) beoordeeld.

14.4 Beoordeling

De effecten op de thema’s bodem en water zijn in onderstaande tabel samengevat:

tabel 14.2 Beoordeling thema ’s bodem en water

Aspect Criterium Alternatief

industrie

Bodem Effecten op bodemopbouw 0

Effecten op bodemkwaliteit 0

Water Effecten op grondwater 0

Effecten op oppervlaktewater 0

Effecten op waterveiligheid 0

15 Natuur

In dit hoofdstuk zijn de effecten op de natuur beschreven. De varianten zijn beoordeeld voor de verschillende (beschermde) natuurwaarden in de directe en wijdere omgeving en voor de effecten op natuurwaarden binnen het plangebied.

15.1 Beoordelingskader