• No results found

Een nieuw sociaal contract?

‘Zeitgeist’ vraagt om polyfone overheid

4.5 Een nieuw sociaal contract?

En daarmee leggen zij op riskante wijze de bijl aan de wortel van het sociaal contract waarop de staat ten diepste berust. Volgens politiek filosofen als Locke en Rousseau is de staat ‘natuurrechtelijk’ voort-gekomen uit een contract tussen de burgers, waarbij zij een aantal van hun vrijheden opgaven in ruil voor bescherming door de staat tegen interne en externe bedreigingen. Wanneer nu een aanzienlijk deel van de burgers zich niet meer beschermd weet of voelt door een ‘diplomademocratische’ overheid (een overheid en politiek met een overduidelijke bias ten gunste van de mondige ‘moderniserings-winnaars’), dan betekent dat een aanzienlijk risico voor de legitimi-teit, continuïteit en stabiliteit van de politieke orde. In die zin, moet

de opstand van het populisme uiterst ernstig worden genomen. Als alarmsignaal van een dieperliggende representatie- en vertrouwens-crisis.

Dat is precies wat de Franse politiek theoreticus Pierre Rosanvallon doet, wanneer hij recent op het populisme reflecteert.13 Rosanval-lon analyseert populisme als alarmerende waarschuwing voor de staat van onze democratie, maar ook als riskante simplificatie van de democratie. ‘If we believe that populism is based on a simplifica-tion of democracy – a simplified understanding of what is meant by

“the people”; a simplified vision of those procedures that are likely to support democracy; a simplified idea of what is shared – then overcoming the drift towards populism requires us to reflect on the way in which democracy can be fully realized. For no one can claim to combat or halt populism by limiting himself to defending the current state of affairs, or defending democracy in its present form. In order to criticize populism, it is therefore necessary to have a plan for reinventing and rebuilding democracy.’ Rosanvallon stelt dat de democratie eerder verder gecompliceerd dan versimpeld moet worden. Want ‘het volk bestaat niet’, maar bestaat uit allerlei gedaanten en stemmen en manifestaties. ‘The important thing is to make room for these different peoples: the number-based electorate, the social people, the people-as-a-principle and the random people.

For the people always tend to be brought closer together. In order to give them a voice, their means of expression must therefore be multiplied. There needs to be polyphony.’

Hij trekt een parallel met het einde van de negentiende eeuw, de eer-ste fase van de globalisering en de tijd van de ‘sociale kwestie’. Toen voerden een democratische politiek en overheid uiteindelijk tot de idee van de verzorgingsstaat, waarin ieder mens in zijn bestaan werd erkend. ‘Today, as we experience the second wave of globalization, we are in exactly the same situation. We are at a time when we, too, need to redefine and enrich democratic life by establishing a more

13 P. Rosanvallon. A Reflection on populism. 10 November 2011, http://www. laviesdes idees.fr.

interactive democracy, not just a democracy of authorization; fur-thermore, we need to redefine the social contract. The issue at stake is (…) the quest for a more egalitarian society. Nowadays, one word is universally triumphant: justice. This is true both for general pu-blic opinion and for political philosophy, with all its theories on jus-tice. However, we also need to relearn a true language of equality.

Not only in economic terms but also in terms of creating shared ex-perience. I believe this to be the task that now lies ahead of us. If we rebuild that shared experience, if we try to expand the democratic idea, then we will find an answer to the issue of populism: not sim-ply a Pavlovian rejection but a broader, deeper form of democratic life.’ De democratie moet egalitair en ‘polyfoon’ worden gemaakt,

‘just because the people do not all speak with one voice’.

De slotvraag is: zal Rosanvallons polyfone democratieopvatting afdoende tegengif zijn tegen de culturele burgeroorlog van het po-pulisme? Zoveel is zeker: de clash tussen toekomstoptimisten en toekomstpessimisten zal de komende decennia voor een belangrijk deel de gevoelstemperatuur van de samenleving bepalen, in Neder-land en daarbuiten. Dat kan een hete aangelegenheid worden.

Het zal de kerntaak van alle democratische politiek en van een over-heid die de Grondwet serieus neemt zijn om de nieuwe scover-heidslij- scheidslij-nen en centrifugale krachten in de samenleving te temperen. De loopgravenoorlog van hoogopgeleiden tegen laagopgeleiden, elite versus volk en vice versa dient permanent ontregeld te worden. Kos-mopolieten zijn een stuk minder kosmopolitisch dan ze zich voor-geven te zijn, terwijl het bij veel angstige ‘nationalen’ uiteindelijk helemaal niet om xenofobie draait.

Hoe een productieve verbinding te leggen tussen het globalise-ringsoptimisme van academische professionals en hoogopgeleide jongeren en de toekomstangst en het achteruitgangsgeloof van be-kneld geraakte lager opgeleiden en middengroepen? Hoe laten we de ondernemende, creatieve en vernieuwende kracht van de ene groep niet smoren door de andere, maar zorgen we er tegelijkertijd voor dat de kansrijke groep zich niet respectloos afkeert van de toe-komstpessimisten? Hoe het idee van rechtvaardigheid en egalitaire

gelijkwaardigheid weer terug te brengen in een wereld die door de krachten van globalisering uit elkaar wordt getrokken? Hoe te ko-men tot een overlappend vooruitgangsgeloof?

Dat lijken me dringende vragen voor politiek en openbaar bestuur in de komende tijd.

Hoofdstuk 5

Openbaar bestuur in