• No results found

Een huiselijke, ongedwongen sfeer

In document Kostbare kindertijd (pagina 59-62)

Parelen past ook in de meer algemene huiselijke sfeer van de opvang. Daar wordt niet alleen gespeeld:

het is ook een omgeving waarin kinderen zich geborgen weten. Dat de kinderopvang in de eerste plaats die sfeer van geborgenheid en huiselijkheid biedt, heeft historische redenen (Vandenbroeck 2004): de opvang werd allereerst gezien als een surrogaat voor de thuisomgeving. Maar die sfeer maakt ook integraal deel uit van hoe kinderen de opvang beleven en mee construeren. Huiselijkheid impliceert onder meer gedeelde tijd. Zo vinden kleinere kinderen geborgenheid bij de begeleidsters, maar ook bij oudere kinderen, die bij hen hun affectie kwijt kunnen. Dit gaat op een heel onnadrukkelijke, vanzelfsprekende manier: terwijl een jongen met een vriend een kwartetspel speelt, zit een kleuter op zijn schoot.

Kinderen van verschillende leeftijden spelen vaak samen. Soms doen de oudere kinderen een soort

‘optreden’ voor de jongere; ze doen wat gek voor hen of spelen een kort toneeltje. Nu eens nemen de oudere kinderen het samenspelen in handen, zoals wanneer ze jongere kinderen aan hun armen in het rond draaien. Dan weer spelen oud en jong zonder meer door elkaar, de (losse) leeftijdszones in de opvang ten spijt. Kinderen helpen of troosten ook andere kinderen.

Dat diverse soorten of groepen kinderen samenspelen zorgt zelden voor problemen en vaker voor waardevolle interacties, maar af en toe wordt het spel erdoor gehinderd. “Oh nee, saai!”, zegt een kleuter hardop tegen zichzelf, wanneer de oudere kinderen van de studie terugkomen. “Die zijn te oud”.

Die ongedwongen sfeer is er ook tijdens het middageten in Kroepoek (op woensdag en vrije dagen), zelfs al is dat een collectief en georganiseerd moment. Onder het eten wordt er ontspannen gebabbeld, zonder dat dit met veel lawaai gepaard gaat. Het is een moment van rust waarop kinderen met elkaar babbelen en spelletjes spelen uit hun gedeelde peer cultuur.

Aan de tafel voor kleuters wordt nog een stoeltje bijgezet voor iemand die naast zijn broertje wil zitten.

Kinderen babbelen ontspannen, op een heel beperkt geluidsniveau. Aan tafel spelen Charlotte en twee jongens ‘schaar steen papier’ en een soortgelijk spelletje, ‘007’. Dat kan zonder problemen, het is niet

‘alleen maar eten’. Ook jongens spelen klapspelletjes. Wie klaar is mag nu vertrekken. Een paar kinderen blijven nog achter, en ook veel kleuters zijn langer bezig.

Terwijl het eten wel met de volledige groep kleuters en de volledige groep kinderen wordt begonnen, kan iedereen na een zekere tijd van tafel wanneer hij of zij dat wil. Eten kan op het eigen tempo: ook kleuters die lang met hun maaltijd bezig zijn, moeten zich niet nodeloos haasten.

5.2. Rust en informaliteit

Ook op speelpleinen wordt niet alleen maar druk gespeeld: kinderen zoeken er ook vaak rust en geborgenheid op, en tijd om gewoon zonder meer met elkaar te delen. Op het speelplein van Overijse moeten rustpauzes tijdens de voormiddag afgedwongen worden door zich even aan het spel te onttrekken, maar de nood aan rust wordt ook ondersteund door de temporele organisatie van de voormiddag, in het wat aparte moment van het tienuurtje.

Tegen half elf zijn vele kinderen moe, is er vaak enige uitval (niet meer actief meedoen aan activiteiten) en de kinderen krijgen ook honger. De rustpauze van het tienuurtje komt vrijwel altijd goed gelegen en wordt ingevuld met iets eten en drinken, wat babbelen, kleine spelletjes en uitrusten.

De kleuters tonen wat ze mee hebben, komen op mijn schoot zitten,… Linde toont me de veer van een vogel die ze gisteren heeft gevonden en die ze in haar rugzakje bewaart. Ze kietelt ermee.

Het tienuurtje is een apart moment in de voormiddag omdat het eigenlijk gaat om een stukje eigen tijd van de kinderen. De begeleide activiteiten zijn even opgeheven en de animatoren komen weinig tussen.

De kinderen hebben aandacht voor zichzelf en voor elkaar en voor wat hen als kinderen bindt. Meisjes prutsen wat aan elkaars kleren of haar en doen hun klapspelletjes, maar evenzeer hebben de jongens hun eigen stukje folklore:

Jongens zingen tijdens het tienuurtje een liedje op de wijs van ‘Alle kleuren’ van K3: “Van Afrika tot in de cinema, lopen meisjes rond in hun blote kont. Kont op kont, mond op mond, Alle meisjes zijn gemaakt van stront”.9

Op het speelplein van Overijse zijn de informele (rust)momenten, afgezien van het tienuurtje, eigenlijk beperkt tot de ‘restperiodes’ van de ochtend, de middag, en meest uitdrukkelijk de periode na afloop van de speelpleindag. Er is een grote informaliteit na 16 uur. Iedereen doet waar hij of zij zin in heeft.

Kinderen van allerlei leeftijden zitten in groepjes rustig bijeen, in de zon of in de schaduw, en vaak eten en drinken ze nog iets. Ook broers en zussen zoeken elkaar weer op. Sommigen spelen nog, zeker in de zandbak en de betonnen buizen, maar de intensiteit van het spel is meestal beperkt.

Een dergelijke informele sfeer is karakteristiek voor speelplein Jokkebrok in Bredene: daar valt ze niet samen met specifiek daartoe bestemde ogenblikken of restperiodes, maar veeleer met welbepaalde plekken op het speelplein die meer geborgen van aard zijn. Bankjes en picknicktafels en enkele houten huisjes nodigen uit tot rustige activiteiten. Anders dan in Overijse worden kinderen niet voortdurend aangemoedigd om te ‘spelen’ en heel veel kinderen zijn regelmatig rustig bezig met babbelen, dingen aan elkaar tonen, naar voetballende kinderen kijken, gewoon in de zon liggen of op het gras zitten.

Ze creëren hun eigen vaste praatplekjes op de plaatsen die daar door hun beschutting het meest toe uitnodigen, zoals in houten speelhuisjes.

In een houten huisje, naast het betegelde (voetbal)terrein, wordt vaak gewoon gebabbeld, ook onder jongens, bijvoorbeeld over ‘wie op wie is’. Ik word gevraagd of ik al een lief heb gevonden op het speelplein. Het huisje is de plek voor roddels, mopjes, schunnige praat en dito liedjes.

In een driehoekige huisje wat verder op het terrein zitten vaker meisjes en jongere kinderen.

Na de voorstelling van de namiddagactiviteiten trekken oudere meisjes van een jaar of twaalf weer naar het driehoekige huisje, om chips te eten. Net als vlak na het eten zijn er ook wat jongere meisjes bij gekomen. Ze zullen bijna de hele namiddag daar blijven; ze babbelen, masseren elkaars rug of gezicht

9 Een dag later hoor ik ook een jongen uit een andere leeftijdsgroep datzelfde liedje precies zo zingen… en twee jaar later een jongen op straat, dertig kilometer verder, precies hetzelfde liedje.

met zonnecrème, of tekenen met een balpen tatoeages op elkaars arm of been. De jongere meisjes spelen klapspelletjes.

Onder een boom staat een picknicktafel, waar kinderen regelmatig even komen zitten: om even in de schaduw te zitten en te bedenken wat ze nu zullen doen, om skates aan te trekken die daar rondslingerden, om een snoepje te eten en te delen of te ruilen met anderen.

Dat toont hoe los het speelplein is. Dat kinderen niet hoeven te verbergen dat ze snoepjes eten en er geen beperkingen zijn over waar of wanneer ze iets mogen eten, typeert de heel informele sfeer die de kern uitmaakt van de temporele esthetiek van speelplein Jokkebrok.

Het zijn de kinderen zelf die onderling de cultuur van het speelplein vormgeven. Dat uit zich vaak in kindeigen stukjes folklore (of childlore), en bij de oudere kinderen vaak in gezellig bij elkaar rondhangen.

Meisjes spelen een kansspelletje dat hun toekomst voorspelt, door een complexe combinatie van slaan op de handpalmen, trekken aan vingers, in een vingerkootje prikken met een nagel en kriebelen op de arm, wat uiteindelijk leidt tot de voorspelling of je kind een jongen zal zijn, een meisje, een tweeling, of een doodgeboren kind.

Tijdens het vieruurtje zit iedereen rond het betonnen voetbalveld, en wordt er koek en drank uitgedeeld.

Ondertussen zingen kinderen wat schunnige liedjes, ik hoor er hier veel. Seks, puberen, wie op wie is, vieze rijmpjes en liedjes… zijn hier nogal the talk of the town.

Het speelplein lijkt, gewoon door wat de kinderen zelf doen, soms in een soort strandomgeving te veranderen.

Er zijn best veel kinderen die op blote voeten rondlopen. Wat oudere kinderen picknicken, liggen of zitten in de zon en babbelen met elkaar. Ze hebben grote handdoeken gehaald om op te liggen. Andere kinderen spelen met water.

(…)

Een achttal oudere kinderen, jongens en meisjes, beginnen een soort picknick met chips en cola in een schaduwplekje.

Het is duidelijk dat kinderen de grote keuzemogelijkheid appreciëren; zij kunnen dus gewoon gezellig babbelen en wat samen zitten om cola en chips te eten en te drinken in het gras, en wat neerliggen. Het ziet eruit als gezellig rondhangen. Tussendoor gaan drie meisjes van hen in het klimrek zitten, en ook de anderen volgen.

De informele sfeer komt ook tot uiting in het feit dat, net zoals in IBO Kroepoek, kinderen van verschillende leeftijden door elkaar spelen. De activiteiten voor kleuters en kinderen zijn op Jokkebrok verschillend en beide groepen hebben min of meer hun eigen speelzones op het terrein, maar in de praktijk is dit toch zeer los en lopen kleuters en kinderen nogal door elkaar, ook omdat kinderen op het speelplein veel over en weer lopen.10 Ook op de avontuurlijke kabelbaan achteraan het terrein zijn wel eens kleuters te zien. Die zijn in hun spel even vrij als de kinderen uit de lagere school. Vele kleuters doen wel mee aan de georganiseerde activiteiten, maar er zijn er ook altijd die in kleine groepjes het terrein rondtrekken. Veel kinderen spelen met hun broer of zus, of neefjes en nichtjes.

5.3. Organisatie en zelforganisatie

Of de dag ‘gemaakt’ wordt door een verplicht te volgen spelaanbod dan wel door de vrijheid om ook eigen spel te spelen en te organiseren, maakt een groot verschil in de temporele esthetiek van een speelplein. In Overijse konden voorbereide activiteiten een ‘wow-gevoel’ creëren dat kinderen

10 Dat zorgt ervoor dat het terrein meestal een levendige maar veeleer chaotische aanblik biedt.“Schrijf ook maar op dat er hier heel veel kleren kwijtraken”, zei een jongen me daarover. Op het einde van een speelpleindag ligt het hele terrein inderdaad vol met spulletjes van kinderen (schoenen, tassen, kleren…).

onderling moeilijk zouden kunnen creëren; anderzijds was het vooral in de aanbodsloze periodes over de middag of na 16 uur dat kinderen ertoe kwamen om hun eigen spel te organiseren – zonder de mogelijk lastige concurrentie van georganiseerd spel. Wél voortdurend aanwezig op het speelplein in Overijse, behalve dan in de voormiddagperiodes, was het bouwen van en spelen in kampen, dé manier waarop kinderen op dat speelplein hun eigen spel organiseerden.

In document Kostbare kindertijd (pagina 59-62)