• No results found

5 Voeding: verschillen in percepties

5.3 Een bredere context

In de connectie met de culturele achtergrond speelt overigens de Turkse taal een grote rol. Terwijl het in Nederland vaak als een probleem gezien wordt dat veel mensen, waaronder Turkse-Nederlanders, de Nederlandse taal ‘onvoldoende’ beheersen, is het voor veel Turkse-Nederlanders juist een belemmering wanneer de Turkse taal niet voldoende beheerst wordt. Opnieuw speelt daar de

wederzijdse loyaliteit die men ten opzichte van de familie voelt een grote rol, al helemaal wanneer de familie nog in Turkije woont. Bij STOC zijn er tijdens de weekendschool bijvoorbeeld speciale klasjes voor kinderen, meestal van de vierde generatie, waarvan er veel één Turkse en één Nederlandse ouder hebben. De kinderen krijgen daar de Turkse taal aangeleerd en ook veel van de Nederlandse partners van een Turk(se) volgen bij STOC Turkse taallessen. Wanneer de familie in Turkije namelijk wordt opgezocht of naar Nederland komt, wordt het als belangrijk ervaren dat kleinkinderen met hun grootouders kunnen communiceren zodat respect getoond kan worden. Het is daarnaast een uiting van naastenliefde wanneer de ouders en grootouders zich met de dagelijkse opvoeding van hun kinderen kunnen ‘bemoeien’ en ze kunnen vertroetelen en verwennen. Hoewel taal en voeding niet veel met elkaar te maken lijken te hebben, heeft het in dit geval wel een overeenkomst; beide zijn namelijk voertuigen om de culturele identiteit en achtergrond mee te kunnen uitdragen en de sterke sociale banden mee te bevestigen. Taal en voeding zijn echter niet ‘de Turkse cultuur’. Het zijn slechts symbolen die betekenis geven aan de dieper liggende context.

Van de mate waarin er waarde gehecht wordt aan de identiteit en achtergrond van de Turkse (eet)cultuur was ik getuige tijdens een babyshower bij STOC. Eén van de vrouwen die daar

conversatielessen volgt, zou binnenkort bevallen van een jongetje en als verassing hadden de andere vrouwen met elkaar afgesproken een verrassingsfeestje te organiseren. De zwangere vrouw was even weggelokt naar een andere kamer en gauw werden er blauwe slingers opgehangen en haalde iedereen een eigen schaal met eten tevoorschijn. Aida vertelde me: “Ja, we hebben dit vorige week zo

afgesproken, we zeiden dan neemt iedereen wat mee. En dan doet iedereen dat ook”. Tijdens deze gelegenheid kreeg ik een inkijkje in wat de Turkse keuken allemaal te bieden heeft en bovendien wat het eten voor de vrouwen betekent. Sommige vrouwen wisten van mijn onderzoek en ze konden dan ook maar niet ophouden met het volscheppen van mijn bord, terwijl ze enthousiast vertelden over de gerechten en de bereiding ervan. Eén van de stagiaires van STOC, een Nederlands meisje, kwam net binnen toen we allemaal hadden plaatsgenomen aan tafel. In haar hand had ze een zakje van de snackbar die aan de overkant van de straat zit. Dit werd door een aantal vrouwen opgemerkt en ze kwam daar niet zomaar mee weg. Ook al sloeg ze het aanbod om aan te schuiven een aantal keer af, ze moest van de vrouwen aan tafel komen want “je gaat nu toch geen friet eten! Kijk wat voor lekkers er hier allemaal op tafel staat!”. Uiteindelijk pakte één van de vrouwen het zakje van het meisje af en legde het weg, dat bewaarde ze maar voor thuis. Een bord werd voor haar neergezet en ze onderging 45 |

dezelfde behandeling als ik; eten totdat je niet meer kunt. Nadat iedereen was uitgegeten werd de traditionele Turkse volksdans door een aantal vrouwen uitgevoerd en daarbij viel het me op dat ook de jongere vrouwen zoals Zarah en Elonore die mee konden doen. Ook zij maken dus gebruik van de verschillende culturele en traditionele gebruiken en gewoontes en zetten deze in op het juiste moment, in de juiste situatie. De vrouwen lijken op geen enkele manier moeite te hebben met een vermenging van die verschillende aspecten en ze als een soort gereedschapskit met zich mee te dragen; in iedere situatie is een ander 'object' passend.

5.4

Hoe percepties het verschil kunnen maken

Tijdens dit etentje, maar ook naarmate ik vaker aanwezig was bij bijvoorbeeld de Turkse

koffieochtenden bij Vrouw en Vaart, ontdekte ik echter niet alleen steeds meer over hoe de Turkse (eet)cultuur in elkaar zit en wat binnen die context percepties zijn van voeding maar ook een veel persoonlijkere kwestie namelijk, wat mijn eigen percepties op voeding maar vooral op gezondheid eigenlijk zijn. Dat voeding en voedselbereiding een dergelijk groot onderdeel zouden zijn van de culturele achtergrond en identiteit van deze vrouwen en zoveel betekenissen met zich mee zouden dragen, was iets dat ik op voorhand niet verwacht had. Het verband tussen gezondheid en voeding en daarmee voeding als middel om de gezondheid te dienen, is voor mij zo logisch en ‘waar’ dat ik vooral met die insteek de gesprekken voerde met de vrouwen. Maar dit had als gevolg dat de

gesprekken wat oppervlakkig en formeel bleven. Naarmate ik de vrouwen wat beter leerde kennen en zij mij, werd het me bovendien duidelijk, niet alleen hoe mijn eigen percepties een rol speelden in het contact met de vrouwen en de informatie die zij mij gaven, maar dat de specifieke wijze waarop er door de vrouwen naar mij gekeken werd daar ook wel eens invloed op zou kunnen hebben. Naarmate ik de vrouwen beter leerde kennen en de sfeer wat informeler werd, kwam ik dan ook steeds meer te weten over de vele verschillende betekenissen die voeding heeft. Om hiervan een duidelijk beeld te geven, illustreer ik dat graag met een beschrijving van de wekelijkse Turkse koffieochtenden bij Vrouw en Vaart:

Tijdens de Turkse koffieochtenden die elke maandag plaats vonden bij Vrouw en Vaart, ontbijten de vrouwen gezamenlijk en drinken zij koffie en/of thee. Het is een gezellige samenkomst voor vrouwen met een Turkse achtergrond in Amsterdam Nieuw-West en bestaat uit een min of meer vaste club die varieert in grootte van ongeveer vijftien tot vijfentwintig vrouwen. Een aantal van de vrouwen gaat iedere week wandelen rond de Sloterplas voor aanvang van de koffieochtend. Het wandelen en de koffieochtend staan onder leiding van Burcu, een Turks-Nederlandse vrouw van rond de dertig jaar. Zij nodigt bovendien eens in de zoveel tijd een gastspreker uit of iemand die een workshop verzorgt met een actueel thema zoals het dragen van een hoofddoek, eerwraak en huiselijk geweld, maar ook het onderwerp gezondheid komt veel aan bod. Wanneer het wandelgroepje terug komt kan het ontbijt

beginnen. De vrouwen zitten in de gezamenlijke sfeervolle ruimte van Vrouw en Vaart aan een grote vierkante tafel. Eén van de vrouwen neemt steevast haar zoontje van twee mee. Hoewel er gratis kinderopvang aanwezig is bij Vrouw en Vaart, houdt zij hem liever bij zich zo vertelde ze mij. Er staan al verschillende borden op tafel met bruin en wit brood, kaas, olijven, sla en gesneden komkommer en tomaten. De vrouwen nemen zelf meestal ook wat te eten mee zoals zelfgemaakte jam, zelfgemaakt brood of gemarineerde olijven. De Turkse thee en de koffie worden verzorgd door Vrouw en Vaart en worden opgediend in de bijbehorende kleine theeglaasjes, meestal met veel suiker er in.

De eerste keer dat ik naar de koffieochtend kwam om kennis te maken met de vrouwen, introduceerde Burcu mij in het Turks aan de groep. Ik wist niet precies wat Burcu over mij had gezegd maar dit werd al snel duidelijker. Ik merkte namelijk hoe moeizaam het ging om simpele gesprekjes met de vrouwen aan te gaan en er waren ook niet veel vrouwen erg enthousiast om een individueel gesprek met mij aan te gaan over voeding en gezondheid. Wanneer ik probeerde om een gesprek aan te knopen met een willekeurige vrouw die naast me zat, riep ze direct Burcu erbij. In eerste instantie dacht ik dat dit kwam door de taalbarrière, en de vrouwen in kwestie misschien wat onzeker waren over hun Nederlandse taalvaardigheden om met mij het gesprek aan te gaan. Later hoorde ik diezelfde vrouwen echter vloeiend Nederlands spreken. Op een gegeven moment vroeg één van de wat minder ‘verlegen’ vrouwen aan me of ik niet eens wat mee kon nemen om te laten zien, zodat ze wat meer konden leren over gezonde voeding. ‘Van die tabellen enzo, dat we kunnen zien hoeveel calorieën we moeten nemen en welke voeding dan gezond is’. Aha, daar viel het kwartje. De vrouwen dachten dat ik een expert was op het onderwerp gezondheid en voeding en wachtten af totdat ik eindelijk eens met wat informatie zou komen. Daarnaast realiseerde ik me dat de vrouwen daardoor misschien ook liever het gesprek met mij meden aangezien ik wellicht van alles had op te merken aan hun eetpatroon. Niet alleen kwam ik zo tot de ontdekking over hoe de vrouwen naar mij keken, maar ook werd ik me meer bewust van de manier waarop ik zelf naar de vrouwen keek. Want waarom vroeg ik Burcu eigenlijk zelf niet gewoon naar hoe zij mij precies had voorgesteld? Zelf ging ik, ongeacht het feit dat ik als antropoloog prima in staat ben om zaken vanuit verschillende perspectieven te beschouwen en uit te gaan van subjectieve ervaringen, en ik daarnaast veel (voor)onderzoek gedaan had naar verschillende percepties op voeding, nog steeds uit van een voedingsparadigma waarin gezondheid de hoofdrol speelt. Bij mij gaat er altijd wel door mijn hoofd of wat ik eet ‘goed’ of ‘slecht’ voor me is en wat dat betreft pas ik typisch binnen het dominante discours van voeding, dat direct gerelateerd is aan

gezondheidskwesties. Dat het daadwerkelijk verschil maakte op welke manier de vrouwen naar mij keken en dat dit bovendien is wisselwerking staat met wat ik van de vrouwen te zien krijg, leerde ik door mee te doen met de vrouwen. Hoe vaker ik namelijk met de vrouwen mee deed, mee at en interesse toonde in het eten, hielp met de tafel dekken enzovoorts, hoe meer de vrouwen mij op leken te nemen binnen hun groep. Ik werd langzamerhand niet meer gezien als ‘de deskundige’ of ‘de controleur’ maar als iemand die gewoon gezellig mee at. Dit besefte ik vooral goed toen er tijdens een 47 |

voorlichtingsbijeenkomst die zoals gewoonlijk in het Turks was, door één van de vrouwen naar mij werd gewezen en ik daarna begreep dat zij had gevraagd of er ook voor mij in het Nederlands vertaald kon worden. Het voelde bijna alsof ik één van hen geworden was.

5.5

Melk, groenten en fruit

Tijdens mijn gesprekken met de vrouwen die zowel in groepen als één op één plaats vonden en waarin de nadruk vooral lag op het verband tussen voeding en gezondheid, benoemden de vrouwen vooral veel specifieke voorbeelden van voedingsmiddelen die zij als gezond beschouwen voor hun kinderen zoals fruit, groenten en melk. De onderstaande voorbeelden illustreren dit:

Ik: “Wat vinden je gezond voor je kinderen? Halima: “Fruit, groente, yoghurt, melk.”

Esra: “Eén broodje is veel te weinig, je moet er ook groenten en rijst bij nemen. Veel groenten eten is gezond.”

Aida: "Ja, meer groente denk ik, meer fruit, meer melk. Meer water drinken maar ze drinken geen water.”

5.6

Regelmaat, variatie en met mate

Bovendien benoemden de vrouwen aspecten met betrekking tot het voedingspatroon, welke zij bevorderlijk vinden voor de gezondheid van hun kind. Regelmaat en afwisseling in het

voedingspatroon zijn volgens de vrouwen belangrijk voor een goede gezondheid. Hamida zegt bijvoorbeeld:

“Ik zorg dat mijn kinderen altijd goed en gezond eten. Ze krijgen altijd een warme maaltijd. ’s Ochtends warme soep, vooral met koud weer en een broodje. In de zomer willen ze geen soep, dan krijgen ze gewoon een broodje met kaas of pindakaas. Pindakaas is heel belangrijk voor ons, want dat is echt gezond.”

Daarnaast hebben de vrouwen ook een duidelijke mening over wat nu juist ongezonde voeding is en op welke manier daar mee omgegaan moet worden; namelijk met mate. Hulya zegt bijvoorbeeld:

“Teveel snoepen, teveel van alles, teveel vet, wel vet maar niet te. Elke dag worst of hamburger niet. Wel alles laten eten maar alles met mate. Afwisseling is belangrijk.

(…) Ik eet zelf ook weinig zout want dat is slecht voor je bloeddruk en voor je cholesterol.” Door een aantal vrouwen wordt bovendien de nadruk gelegd op het verband tussen voeding en lichaamsgewicht:

“Zarah: Ja, ik heb dat ook, een collega. Dat is een moeder en die heeft een dochter van, hoe oud was ze ook alweer, zes ofzo. En ze weegt nu al, ze is echt zwaar obees. En die moeder 48 |

koopt elke dag een grote patatje oorlog met uitjes. Ondanks ze obees is en ze gaat elke dag naar een diëtist en weet ik veel. Aida: Die moeder is gek!”

Fatma zegt:

“Ja, dus ik denk dat moeders al het eten thuis kunnen maken en ik denk dat dat helpt [ter bevordering van de gezondheid]. Maar ze kunnen dit soort eten [fastfood] ook wel eens per week of eens per maand eten.”

Fatima zegt naar aanleiding van een foto die haar getoond werd, waarop een bord met eten te zien is: “Aardappel en rijst allebei is niet zo goed. Alle twee is niet goed. Aardappel met vlees erbij en rijst met bonen en kikkererwten”

Bovendien wordt door sommigen een vergelijking gemaakt met ‘vroeger’ en/of ‘in Turkije’ in vergelijking tot het ‘nu in Nederland’:

Soumia: “Turken waren eerst heel gezond maar nu niet meer. Eerst aten ze gedroogd fruit en nootjes bijvoorbeeld maar nu eten ze chips. Het komt doordat ze verwesterd zijn en toch veel hebben overgenomen van de Nederlandse cultuur. In Turkije is alles onbewerkt dus dat is veel gezonder.”

Halime: “In Turkije hebben alle scholen een gezonde kantine, niet roken, alleen gezond eten, niet McDonald’s, alleen maar buiten picknicken. Dit wordt door de regering in Turkije gezegd en de ouders zijn het ermee eens. (…) In Nederland werkt dit niet want iedere instantie is weer anders. Ze zeggen allemaal weer wat anders. Bijvoorbeeld bij Sinterklaas eten ze heel veel snoep.”

Soumia lijkt dus een verband te zien tussen de omgeving, oftewel de ‘obesogene samenleving’, waarin veel ongezonde voedingsmiddelen voor handen zijn, en de gezondheid van mensen. Halima benoemt dat het vooral komt doordat de regelgeving betreffende gezonde voeding in Nederland niet goed werkt, in tegenstelling tot in Turkije. Beide vrouwen lijken de situatie in Turkije als ‘gezonder’ te beschouwen dan de situatie in Nederland, net zoals dat te zien is in hoofdstuk vier waarin de vrouwen een vergelijking maakten tussen vertrouwen en veiligheid in Turkije en Nederland als een factor voor de gezondheid. Een externe factor wordt hier door de vrouwen dus aangedragen als een boosdoener voor het ontwikkelen van een minder gezonde levensstijl en eetpatroon.

5.7

Voedselbereiding

Ten slotte is de wijze van voedselbereiding een belangrijk aspect voor de mate waarin het voedsel als gezond of ongezond beschouwd wordt. Zoals dat hierboven ook al door Fatma wordt aangegeven, wordt voedsel dat thuis bereid wordt als gezonder beschouwd dan voedsel dat van ‘buiten’ komt, van bijvoorbeeld fastfood restaurants, afhaalmaaltijden en kant-en-klaar maaltijden. Een aantal

voorbeelden waarin dat naar voren komt: 49 |

Maral: “Soms zit er in het eten ook veel dingen wat ziektes uit lokt. Van die dingen die je allemaal in de winkel koopt wat al kant en klaar is. Ik maak altijd zelf loempia want als je het haalt zit er van alles in. En ik doe het ook in de oven want dat is veel beter, minder vet”. Naima: “Ik probeer thuis ook altijd wel gezond eten te koken. Dus niet dat hij gewoon elke dag buiten iets gaat eten. Af en toe is wel gezellig, wel leuk. Maar ja soms bestellen wij ook samen. Als ik geen zin heb dan een keer in de twee weken of drie weken iets bestellen van buiten. Dat is wel goed maar niet echt dagelijks dat ze gewoon buiten patat eten of donner eten want eigenlijk is dat helemaal niet goed voor je.”

Selma: “Er zijn veel gezinnen die neigen naar kant en klare gerechten. Ik bedoel er zijn ontzettend veel moeders die momenteel werken en die, voor het gemak misschien, ja ik weet het niet ik sta wel elke avond te koken maar uhm ja, dat, daar zitten ook de nodige calorieën in en koolhydraten.”

Hamida: “Soms blijft er wel wat over en dan gaat het de koelkast in. Soms eet ik het zelf wel als ik honger heb. Als er teveel overblijft vind ik het niet goed. Vers is het lekkerste. Ik doe het niet in de diepvries, dan blijft het niet lekker. Alleen soep doe ik soms in de diepvries.”

Over het algemeen hebben de vrouwen een duidelijk idee over welke specifieke voedingsstoffen gezond zijn voor hun kinderen en waaraan ze daarom de voorkeur geven in de dagelijkse

opvoedingssituatie. Daar hoort een bepaald eetpatroon bij waarin variatie centraal staat en er af en toe best iets ‘ongezonds’ gegeten mag worden mits dat met mate gebeurd.

5.8

Afvallen en diëten

Ondanks dat de vrouwen ideeën vanuit de Nederlandse en de Turkse eetcultuur met elkaar lijken te vermengen, geven zij ook aan dat het dieetadvies dat zij eventueel krijgen, niet aansluit bij hun eetpatroon.

Nilgun zegt bijvoorbeeld:

“Als je overgewicht klachten hebt, en je gaat naar een Nederlandse diëtist, het advies wat ze geeft dat past niet bij ons ”

Gulsah zegt:

“Dus Nederlandse diëtisten die kunnen dat niet doen en dat is heel begrijpelijk want ze kennen de Turkse eetcultuur niet. Dus dat is wel een groot verschil.”

Nurcan is werkzaam bij Sanitas, een gezondheidscentrum in Bos en Lommer dat zich speciaal richt op een Turkse, Marokkaanse en Surinaamse doelgroep. Op dit moment zijn er voornamelijk Turks sprekende artsen, diëtisten, tandartsen en psychologen in dienst maar de bedoeling is dat dit wordt uitgebreid met bijvoorbeeld Arabisch sprekende professionals. Nurcan stelt dat centra zoals Sanitas erg belangrijk kunnen zijn in het behandelen van bijvoorbeeld overgewicht bij volwassenen en kinderen met een migranten achtergrond omdat een aangepast dieet veel beter kan worden voorgeschreven door een arts met eenzelfde culturele achtergrond. Deze weet namelijk wat 50 |

bijvoorbeeld de Turkse eetcultuur inhoudt, in tegenstelling tot een Nederlandse diëtiste die zal uitgaan van het Nederlandse eetpatroon. Door verschillende vrouwen wordt overigens benoemd dat media zoals televisie en internet dienen als middel om informatie te verkrijgen over een gezond eetpatroon. Hamida vertelt:

“Ja, in ieder geval [de jongere generaties zijn] gezonder. In ieder geval ze kunnen wel op