• No results found

Economisch-functionele betekenis van het landschap van De Achterhoek

1 Hoe beoordeelt u het functioneren van het gebied voor:

Landbouw

Positief is dat vanuit het ondernemerschap in het gebied een sterke wil bestaat om agrariër te blijven. Toch zal naar door sommigen wordt verwacht in de komende jaar de helft van de agrarische bedrijven in dit gebied (600 gezinnen, 1200 kinderen) stoppen.

Tijdens de voorbereiding van de discussie in het LKT-team had de heer Vorage een toelichting gegeven op de resultaten van zijn onderzoek naar de

toekomstmogelijkheden van de agrarische bedrijven in het gebied. Daaruit bleek dat in een banaanvormig gebied ten westen van Eibergen, Groenlo, Lichtenvoorde en Aalten de mogelijkheden voor de landbouwontwikkeling goed waren.

Buiten die ‘banaan’ acht een groot deel van het team verbreding van de landbouw en verweving met andere functies nodig. De problematiek rond mestoverschotten, het nutriëntenprobleem en de, in de in voorbereiding zijnde wetgeving, voorgestelde zonering (250 of 500 meter) speelt hierbij een grote rol, want als die 500 meter wordt, dan wordt het voor veel agrarische bedrijfstijlen lastig, zo niet onmogelijk, om in het gebied buiten de ‘banaan’ voort te bestaan.

In de WLC-planvorming voor Winterswijk heeft de landbouw door de verweving een plek in het gebied behouden. Een kans en mogelijkheid voor de sector is het

produceren en verkopen van streekeigen producten.

Recreatie

Het Winterwijkse heeft een zeer goede recreatieve ontsluiting met veel kleine

weggetjes in tegenstelling tot de slechte ontsluiting van 'de banaan'. In Winterswijk is relatief weinig stedelijke en infrastructurele druk waardoor voor de recreatiesector het gevaar ontstaat dat er te weinig klanten op af komen. Dus is er daar alleen plaats voor een relatief extensieve recreatie.

Het middengebied is op dit moment matig aantrekkelijk in vergelijking met grote delen van Oost Nederland. Het team ziet echter ook in ‘de banaan’ veel recreatieve ontwikkelingsmogelijkeden.

vgl kerkenpadproject in Zieuwent Harreveld en plannen voor een zwerfnetwerk o.a.

H+N+S Wonen

De Achterhoek is een typisch woonlandschap. Er wordt verwacht dat steeds meer vraag zal zijn naar een ‘boerderijtje in de Achterhoek om te rentenieren’. De

mogelijkheden voor wonen in deze streek worden dan ook als erg kansrijk benoemd.

Dat zal leiden tot de verburgerlijking van het platteland. Het beleid zou zich moeten richten op het begeleiden van deze verburgerlijking zodat de deelgebieden binnen de streek hun eigen karakter behouden. Er moet bijvoorbeeld bezien worden of het wonen in de ‘banaan’ de landbouwontwikkeling remt, of dat het juist op langere termijn een economische impuls voor het gebied met een verbrede landbouw kan betekenen.

Het

Dit is een gebied aan de rand van ons land. De bedrijvigheid is rustig regionaal en lokaal gericht. Dat kan veranderen als De Liemers straks wellicht vol raakt. Als dan de A18 wordt doorgetrokken komen er voor bovenregionale bedrijvigheid grote kansen.

Stedelijk Nederland verandert wel erg sterk, dus over 20 jaar zou ook in de

Achterhoek de verstedelijking om zich heen kunnen grijpen. Voorlopig acht het team dat voor dit gebied niet wenselijk. De lokale karakter van de bedrijvigheid kenmerkt het gebied.

Infrastructuur

Op dit moment is de ontsluiting van het gebied op lokaal schaalniveau fijnmazig. Op nationaal niveau is het een gebied dat overal ver van af ligt. Doortrekken van de A18 kan hier verandering in brengen. Zeker als er een aantal afslagen naar dorpen in het gebied bij komt. Een beslissing hierover gaat waarschijnlijk langer duren dan de periode waarin de Reconstructie speelt. Het is evenwel de vraag of de reconstructie op deze mogelijke ontwikkeling moet anticiperen. Hierover zal een flinke belangenstrijd worden gevoerd. Vanuit de landschappelijke kwaliteit zou de Reconstructiecommissie volgens het team geen snelweg moeten wensen. Aandacht voor de groen-blauwe dooradering en zorg voor de eigen streek, bijvoorbeeld voor een goed openbaar vervoer, is veel belangrijker.

Waterbeheer

Belangrijke aanbeveling van de LKT is dat er bewust met het watersysteem dient te worden omgegaan. Als gekozen wordt voor waterberging en waterwinning moet niet alleen het oppervlaktewatersysteem maar ook het (diepe) grondwatersysteem in beschouwing worden genomen. De meningen zijn verdeeld over de invloed daarbij van de 'verborgen stuwwal' in de ondergrond. Het oerstroomdal dat noord-zuid loopt, langs de oostelijke kant van de rand van het plateau zal in de ontwikkeling van

deelgebieden met schoon en minder schoon water van eminent belang zijn. Wellicht is er een boterham te verdienen voor ‘waterboeren’ op het plateau.

De waterhuishouding is in het verleden aangepakt in het kader van de ruilverkaveling en de A2-werken. Een snelle waterafvoer had daarbij hoogste prioriteit. Wat er aan sponswerking in het gebied was is er uitgesloopt. Het enige wat daarvan

overgebleven is, is het Korenburgerveen. De mogelijkheid bestaat evenwel om de sponzen weer in te bouwen. Waar zou dat moeten gebeuren? In ieder geval in de buurt van Winterswijk, want dan kan dat gebied ook worden gebruikt voor de drinkwatervoorziening.

In het team wordt er op gewezen dat er vroeger in de banaan een natuurlijk kleinschalig bevloeiingssysteem bestond dat was gekoppeld aan de boerenerven langs de beekdalen. Doordat de hele natuurlijke situatie op z’n kop is gezet, is dat verdwenen. Het team adviseert te onderzoeken of een dergelijk bevloeiingssysteem weer geïntroduceerd kan worden.

Zie hiervoor onderzoeksrapportages over vloeiweidensystemen van Nic Zuurdeeg en Gert-Jan Baeyens.

2. Hoe beoordeelt u de situering van de verschillende vormen van

ruimtegebruik t.o.v. elkaar, in het licht van het te verwachten proces van landschapsvernieuwing?

Bij de beoordeling van het totale gebied zijn bij het huidige beleid allerlei conflicten te verwachten. De Reconstructie kan evenwel zorgen voor een herordening van het gebied waarbij in de ‘banaan’ de landbouw veel vrijheid kan hebben om zich te ontwikkelen en in andere delen meer gezocht dient te worden naar kansen die verweving en verbreding bieden. In de planvorming zal het watersysteem als ordenend principe genomen moeten worden. Daarbij zijn in het hele gebied slimme combinaties van natuur en waterbeheer mogelijk. Het waterschap zal daarbij een belangrijke rol kunnen spelen.

3. Hoe beoordeelt u de te verwachten economische vitaliteit van het gebied?

Voor de economische vitaliteit geeft het LKT-team een lage score. In de streek is geen hoger onderwijs, de bovenregionale ontsluiting van het gebied is slecht en er is sprake van een dubbele vergrijzing (import ouderen en export jongeren). Daarnaast heeft de Twentestad een grote zuigkracht waardoor in deze streek nog minder initiatieven ontplooid worden. Bij de verdere aantasting van de werkgelegenheid, onder andere in de landbouw zal de economische vitaliteit nog meer afnemen.

Het doortrekken van de A18 door het gebied met enkele afslagen zal een enorme economische motor voor het gebied betekenen, maar daardoor zal het gebied ook fundamenteel en onomkeerbaar van karakter veranderen. Het LKT-team acht een dergelijke ontwikkeling tot “transit-landschap” niet wenselijk.

4. Hoe beoordeelt u de te verwachten toegankelijkheid/bruikbaarheid van het landschap voor verschillende gebruikers?

De recreatieve ontsluiting van een groot deel van het gebied is minimaal. Het team acht het waterlopenpatroon zeer geschikt om te combineren met de opwaardering van het paden- en wegenstelsel.

5. Hoe beoordeelt u de mogelijkheden voor meervoudig gebruik in de toekomst?

In het landschap is nu reeds een sterke verweving van functies aanwezig. In de dorpjes is enige industrie en in het landbouwgebieden (de banaan) zal een verdere ontwikkeling van de recreatie mogelijk zijn. Wel wordt opgemerkt dat een dergelijke verweving beperkingen kan opleggen aan bepaalde bedrijfstijlen op de

landbouwbedrijven.

Meervoudig gebruik is essentieel voor dit landschap. Een te sterke opdeling van het gebied in deelgebieden met een scheiding van functies over die deelgebieden zal dit teniet doen.

De ontwikkeling van een parklandschap in het dekzandruggengebied dat doet denken aan de Engelse landschapsstijl is goed mogelijk. Het zal kunnen voortbouwen op ‘het karkas van het vroegere silhouettenlandschap’.

6. Hoe beoordeelt u de fysieke flexibiliteit, de mogelijkheden voor verandering en ontwikkeling in het gebruik in het te verwachten proces van

landschapsvernieuwing?

Het is een flexibel landschap, maar het gebied is wel op te delen in drie zones met ieder een eigen accent. Die accenten zijn niet uitwisselbaar.

Verdere verweving is binnen die zones mogelijk, maar ontmenging ook. Die

ontmenging is wellicht gewenst vanuit bepaalde intensieve landbouwbedrijfsstijlen, maar verweving geeft juist weer mogelijkheden tot verbreding van de landbouw.

Het is zaak om hier een genuanceerd evenwicht te zoeken.

In het gebied liggen voldoende vitale bedrijven. Er liggen ook nog heel wat claims, maar er is nog wel veel ruimte om bedrijven (elders in het gebied) te kunnen laten groeien.

7. Hoe beoordeelt u de te verwachten beheerbaarheid/betaalbaarheid van het gebied, bijv. van voorzieningen, schoonhouden water, beheer

recreatiegebieden?

Het bruto inkomen van de streek zal niet groot zijn. Het is nu nog geen krachtig economisch ontwikkelingsgebied. Bij de planvorming voor WCL Winterswijk blijkt er in de streek evenwel veel animo te zijn voor het instandhouden en beheren van het landschap en de elementen daarin. Er is een streekgebondenheid en aandacht voor zaken als kerkepaden. Er zijn ook voor delen van het landschap nog subsidiepotten aan te boren. Die verbondenheid met de streek en speciale subsidiepotten samen, mits goed gecoördineerd, kunnen een basis zijn voor de beheerbaarheid van het gebied.

Het LKT besprak de mogelijkheid dat de verburgerlijking van het platteland door de vestiging van mensen die oorspronkelijk niet uit de streek zelf komen die

verbondenheid en verantwoordelijkheid voor het landschap zal doen afnemen. Dat ziet men evenwel niet zo donker in.

Hoe is uw totaaloordeel over de te verwachten vernieuwing van