• No results found

Duurzaamheid en hinder tijdens de aanleg

In het MER zijn de thema’s duurzaamheid en hinder tijdens de aanleg beschreven in het deel over overige thema’s. In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de hinder tijdens de aanleg en vervolgens op het thema duurzaamheid.

5.1 Hinder tijdens de aanleg

Bij de behandeling van het aspect hinder tijdens de aanleg is in het MER ingegaan op de tijdelijke situaties die zich voordoen tijdens de realisatiefase van de Rotterdamsebaan. Daarbij is

onderscheid gemaakt in een viertal onderdelen:

 Aanleg Supernovaweg (voorheen Spoorboogweg en Verlengde Regulusweg)

 Aanleg tunnel en mogelijke zettingen

 Werkterreinen

 Verleggen kabels en leidingen

Van deze tijdelijke situaties is de aanleg van de Supernovaweg in de vorige

monitoringsrapportage (2014/2015) reeds behandeld. Daarbij is tevens ingegaan op de effecten van de aanleg. De effecten van het verkeer, de luchtkwaliteit en het geluid worden in de jaarlijkse monitoring verder meegenomen. Met name het langere termijn beeld van de verandering van de verkeersstromen is hiervoor belangrijk. De monitoring over 2016 is hierover opgenomen in hoofdstuk 3, waarin de effecten van de omgelegde weg tevens zijn beschreven en toegelicht.

De aanleg van de tunnel en de mogelijke zettingen zijn nog niet aan de orde. Hiervoor is een aparte monitoring opgezet, waarop in hoofdstuk 4 reeds is ingegaan.

De werkterreinen zijn voornamelijk in 2016 aangelegd en in gebruik genomen. In het MER zijn de mogelijke directe effecten als gevolg van de werkterreinen (effecten op ecologie en archeologie) op hoofdlijnen in beeld gebracht. Voorafgaand aan de inrichting van de werkterreinen zijn de aspecten nader onderzocht. De effecten hiervan zijn in hoofdstuk 4 bij de betreffende aspecten nader beschreven als onderdeel van het grotere geheel. Dit heeft niet geleid tot extra aantasting of nieuwe inzichten.

De indirecte effecten van de werkterreinen bestaan uit de verkeersstromen van en naar de terreinen en de daarvan afgeleide effecten op geluid, luchtkwaliteit, lichthinder, trillingen, stofhinder en barrièrewerking. In het MER zijn maatregelen benoemd die genomen kunnen worden om de hinder vanwege de bouwwerkzaamheden te voorkomen dan wel te beperken. Dit betreft generieke maatregelen en maatwerkoplossingen:

 Het uitgangspunt moet zijn om de gangbare werkzaamheden in de dagperiode te laten plaatsvinden.

 Bij heiwerkzaamheden een stille hei-installatie gebruiken, en het heien beperken tot de dagperiode tijdens werkdagen.

 In voorschriften opnemen dat zoveel mogelijk elektrisch materieel gebruikt wordt.

 Goed communicatieplan, en vooraf goed met de omgeving communiceren en oplossingen aandragen (ook klachtenlijn openstellen).

 Instellen begeleidingscommissies (sinds mei 2013 zijn deze actief) waar burgers en bedrijven zitting in hebben om mee te praten, geïnformeerd te worden en ideeën aan te dragen.

 Gebruik maken van vakantieperioden.

 Afschermen bouwplaats

 Nat houden bouwplaats (bij grote droogte kans op verstuivingen)

 Uitvoeren aanvullend onderzoek naar de geluidseffecten op de werkterreinen

 Uitvoeren aanvullend onderzoek naar trillingen door heiwerkzaamheden in de Binckhorst

De genoemde maatregelen worden toegepast in het werk. Goede voorbeelden hiervan zijn het beperken van de heiwerkzaamheden tot werkdagen. In het najaar van 2016 zijn de

werkzaamheden voor de aanleg van de bouwkuip van de startschacht in de Vlietzone gestart. De aannemer moest de uitvoeringsmethode voor het op diepte brengen van de buispalen

gaandeweg aanpassen. Na het trillen van de buispalen moest ook geheid worden om de buispalen op voldoende diepte te krijgen. Hoewel de geldende geluidsnormen niet werden overschreden, zijn er enkele klachten ontvangen toen er op zaterdag werd geheid. De klachten zijn afgehandeld en er is nadien niet meer op zaterdagen geheid.

In relatie tot communicatie met de omgeving zijn daarnaast een klachtenlijn geopend, een onafhankelijk Schadebureau opgericht en wordt regelmatig informatie gedeeld in de bewonersgroep over de werkzaamheden. Het afschermen van de bouwplaats wordt tevens toegepast, waarbij tevens rekening gehouden wordt met de verkeersveiligheid (zie ook de beschrijving in paragraaf 3.1 daarover).

De aannemer heeft een belangrijke rol in het monitoren tijdens de bouwwerkzaamheden.

Hiertoe registreert de aannemer schademeldingen, klachten en eventuele maatregelen in een systeem. Tot op heden is overigens nog geen ernstige hinder geconstateerd en zijn er weinig klachten ontvangen.

Ten aanzien van de kabels en leidingen is in de monitoringsrapportage over 2014/2015 uitgebreid gerapporteerd. De werkzaamheden zijn telkens zo uitgevoerd (/ingepast), dat hiervoor weinig overlast als afsluitingen en omleidingsroutes voor verkeer nodig waren.

5.2 Duurzaamheid

Duurzaamheid is een containerbegrip en hangt samen met de meeste van de in het MER behandelde milieuthema’s. Voor de beschouwing is gebruik gemaakt van de uitgangspunten van het Haagse duurzaamheidsbeleid, waarbij die thema’s die overlappen met de thema’s uit de voorgaande hoofdstukken niet nogmaals beschouwd zijn.

In het MER zijn globale maatregelen benoemd en aanbevelingen gedaan voor duurzaamheid.

Belangrijke reden hiervoor is de gekozen vorm van aanbesteding, waarbij de aannemer is uitgedaagd om in de aanbesteding op het gebied van duurzaamheid maatregelen aan te dragen.

Er is gekozen voor de procedure van de concurrentiegerichte dialoog. Daarom zijn in de

aanbestedingseisen de in het MER genoemde maatregelen en aanbevelingen op algemene wijze vertaald, waarbij geen nadere concrete invulling aan de maatregelen gegeven is. Wel is aan de Inschrijvers gevraagd om zich te committeren aan een bepaald niveau van de CO2

-prestatieladder. Alle inschrijvers hebben zich in hun inschrijving overigens gecommitteerd aan het hoogste niveau, trede 5. De inschrijvende partijen hebben hiervoor een plan ingediend waarin is beschreven welke maatregelen en werkwijzen zij toepassen om tot een duurzame uitvoering van de werkzaamheden te komen. De kwaliteitscriteria op het gebied van

duurzaamheid zijn op vijf aspecten onderscheiden (toekomstwaarde, geluid, luchtkwaliteit, materiaal- en grondstoffenverbruik en energie).

De aangeboden maatregelen van de winnende aannemer (Combinatie Rotterdamsebaan, CRB) zijn met het aangaan van het contract tussen beide partijen onderdeel geworden van de overeenkomst en daarmee als eisen aan de realisatie en het meerjarig onderhoud gekoppeld.

Daarmee zijn deze nu vastgelegd voor het vervolg.

Het duurzaamheidsdeel van het contract wordt op dit moment nog nader uitgewerkt in een duurzaamheidsmonitoringssysteem. De uitwerking van dit systeem wordt nader vormgegeven in de komende periode en hierover wordt in de monitoringsrapportage over 2017 nader

gerapporteerd. Op dat moment kunnen ook de eerste resultaten van de monitoring op duurzaamheid gerapporteerd worden.