• No results found

Durk Oosterhof heeft in Drachten (Friesland) een biologisch melkveebedrijf, waarbij grasland een belangrijke rol speelt. Als je het erf oprijdt, kun je eigenlijk alleen aan het bord aan de weg opmaken dat je een biologisch bedrijf bezoekt. Het erf ziet er netjes uit, de bedrijfsvoering oogt simpel. Oosterhof merkt in het gesprek op dat een gangbare boer zich waarschijnlijk op zijn bedrijf ook wel op zijn gemak zal voelen. Het bedrijf mag dan wel niet zo bijzonder zijn, de ondernemer is dit zeker wel. Zo besteedt Oosterhof veel aandacht aan de relatie met de consument, door nieuwtjes en foto’s op zijn website te zetten (www.obio.nl). Ook heeft hij mensen uit het hele land uitgenodigd om het naar buiten gaan van de koeien bij te wonen. Bijzonder is ook dat Oosterhof het bedrijf in z’n eentje runt en daarnaast nog een (0,3-0,5) baan als docent heeft op het AOC in Drachten.

2001 2004 Bedrijfsomvang Gebruikersmelkquotum 260.503 280.503 Referentiemelkquotum 310.503 310.503 Oppervlakte cultuurgrond 34,3 43 Bedrijfsvoering

Eko/ BD (sinds) Eko (1995) Eko

Gras-klaverland (ha) 34,3 43

Overige voed. Gew. (ha) 0 0

Akkerbouw (ha) 0 0

Aantal melkkoeien 39 44

Ras koeien HF HF

Oosterhof Spiegelgroep

Doelstellingen

Durk Oosterhof wil graag op een leuke manier boer zijn. Dit betekent voor hem een bedrijf dat, zowel richting de omgeving als economisch gezien, duurzaam is. Oosterhof vindt zijn bedrijf op dit moment qua milieu minder onduurzaam dan bedrijven van gangbare collega’s, maar echt duurzaam wil hij het nog niet noemen. Economisch gezien vindt hij het zeker niet duurzaam. “Mijn bedrijf is pas economisch duurzaam als de prijs die ik voor mijn melk krijg, alle kosten die ik ervoor moet maken, dekt” zegt de veehouder.

Doelstellingen om het bedrijf meer in de richting van een duurzaam bedrijf te ontwikkelen zijn voor Oosterhof het sluiten van kringlopen, het meer gebruik maken van duurzame energie door groene stroom te gebruiken en het aandeel zonne-energie uit te breiden. De economische situatie is op het moment voor hem de beperkende factor om op dit gebied grote stappen te zetten.

Strategie

De eerste stap in de strategie van Oosterhof is zorgen dat het bedrijf economisch duurzaam wordt. Dit is echter ook een moeilijke stap, omdat het voor een deel buiten de mogelijkheden van de veehouder ligt. Het opzetten van een eigen afzetkanaal, gebaseerd op een eerlijke prijs, is tot op heden niet gelukt. Oosterhof is van mening dat de biologische melkprijs een eerlijke prijs zou moeten zijn, waarin alle kosten worden gedekt.

Oosterhof hoopt dat er mogelijkheden komen om melk die zonder gebruik van antibiotica wordt geproduceerd tegen een hogere prijs te vermarkten. Deze prijs zou dan wel onafhankelijk van de gangbare prijs tot stand moeten komen op basis van de kostprijs bij de boer. In een nichemarkt zou dat moeten kunnen. Tegelijkertijd kan een dergelijke ontwikkeling een positieve uitstraling hebben op de prijsvorming van de (biologische) melk in het algemeen.

Verder heeft de veehouder een paar wilde ideeën voor het behalen van meer inkomsten, zoals het organiseren van een bedrijfsarrangement voor managers in het kader van teambuilding. Ze kunnen dan eerst ridderzuring steken en daarna op het bedrijf gaan eten of iets dergelijks. Dit past echter in de ogen van Oosterhof weer niet binnen het doel om de voedselproductie op het bedrijf economisch duurzaam te krijgen. Dat moet echt komen uit een eerlijke prijs. De “wilde ideeën” zijn meer iets ernaast wat niet zoveel met de basis, melkproductie, te maken heeft, aldus de veehouder.

De komende jaren wil Oosterhof zijn bedrijf wat betreft de bedrijfsvoering verder optimaliseren. Het proces van het in evenwicht brengen van het bedrijf gaat door. Door het houden van de kalveren bij de koe heeft Oosterhof hier in 2003 een begin mee gemaakt. De stierkalfjes zijn nog een punt van aandacht. Oosterhof zou deze toch graag op een of andere manier biologisch willen afzetten. Daarnaast wil hij de huisverkoop verder gaan uitbreiden.

De ondernemer

Durk Oosterhof is biologisch boer, omdat er voor hem geen alternatieve manier van boeren is. Als hij niet biologisch zou kunnen boeren, zou hij helemaal geen boer zijn. Daarvoor ligt vooral een geestelijke barrière. Oosterhof boert biologisch vanuit ideologische motieven. Hij probeert met zijn bedrijf te laten zien dat er een goed alternatief is voor de gangbare manier van boeren. Hierbij vindt hij het belangrijk dat zijn bedrijf en de bedrijfsvoering in harmonie zijn met de omgeving. Hij vindt het verder belangrijk dat mensen zich ook betrokken voelen bij zijn bedrijf. De actie ‘adopteer een koe’ vindt de veehouder hier een mooi voorbeeld van en hij grijpt dit, naast het bord aan de weg, aan om naar buiten te treden.

Oosterhof haalt voldoening uit gezonde, mooie melkkoeien

Een kwaliteitsmoment is voor de veehouder als hij zomers de zon op ziet komen. Verder haalt hij voldoening uit een eerste snede die goed is gelukt en dieren die goed gezond zijn. Een belangrijke drijfveer voor Oosterhof is

het produceren van een gezond kwaliteitsproduct. Hij gebruikt daarom nagenoeg geen antibiotica meer. De mate van economische duurzaamheid bepaalt of de andere speerpunten kunnen worden gerealiseerd. Wat betreft het verder sluiten van kringlopen zou Oosterhof graag mest afvoeren in ruil voor stro. Dit kost op dit moment echter meer geld dan het oplevert. Grote investeringen zullen voorlopig niet worden gedaan. Een potstal spreekt Oosterhof ontzettend aan, maar het te verwachten rendement van een dergelijke investering is op dit moment te laag.

Ontwikkelingen in de afgelopen jaren

De doelstellingen en strategie zijn de afgelopen jaren niet veranderd. Wel is het systeem meer in evenwicht gekomen door ervaring en een andere beleving. Oosterhof geeft aan dat hij voorheen meer in hokjes dacht. Nu kijkt hij meer naar het geheel, naar de natuurlijk processen in de landbouw. Oosterhof is nog steeds bezig zich op dit gebied te ontwikkelen. Hij heeft nu de eerste kalfjes met horens lopen en overweegt om helemaal te stoppen met het onthoornen. Voor zichzelf vindt Oosterhof wel dat hij er voor 100% achter moet staan, voor hij een eventuele overstap zal maken naar BD met de daarbij behorende meerprijs voor de melk (voor zover daar markt voor is natuurlijk).

In de afgelopen jaren is de huisverkoop van vlees verder uitgebreid. Dit heeft voor Oosterhof, naast een economische doelstelling, ook als doel om de klanten bewust te maken waar hun eten vandaan komt.

Bij de familie Oosterhof kan vlees van eigen koeien aan huis worden gekocht

Wat betreft het optimaliseren van de kringloop heeft Oosterhof de afgelopen jaren land bij gehuurd. Hierdoor hoeft er minder voer te worden aangekocht. Ook is de veehouder begonnen met het min of meer

vercomposteren en uitrijden van slootmaaisel over het land. Deze extra organische stof- en mineralenbron komt het totale systeem ten goede en maakt een toekomstige afvoer van mest beter mogelijk.

Daarnaast is hij begonnen met het houden van de kalveren bij de koe. De reden hiervoor was dat de mensen die voor de huisverkoop kwamen dachten dat op biologische bedrijven de kalveren bij de koe werden gehouden. Oosterhof is bij collega-melkveehouder Langhout (in Jelsum) wezen kijken en dacht als het daar kan, kan het bij mij ook. De kalveren blijven twee maanden bij de moeder. Daarna wordt in één maand de melkgift afgebouwd met speenemmers of gewone drinkemmers.

Ervaringen binnen Bioveem

In het kader van Bioveem heeft op het bedrijf van Oosterhof een bemestingsproef gelegen waarbij verschillende manieren van mest uitrijden werden vergeleken. Door deze proef is het idee van de melkveehouder, dat de structuur van de bodem wordt beschadigd door mest uitrijden, bevestigd. Mede door de proef werd hij zich ervan bewust dat bij het uitrijden van de mest met de zodenbemester, minimaal een derde van het land wordt bereden (dit is exclusief de kopakkers). Hierdoor wordt de meeropbrengst van het uitrijden van de mest voor een deel teniet gedaan door de structuurschade.

Beschouwing

Durk Oosterhof is een veehouder met vergaande idealen. Hij wil zijn bedrijf, dat ook voor biologische begrippen ver is op het gebied van het sluitend maken van kringlopen, op milieugebied niet als duurzaam bestempelen. Dat het bedrijf economisch voor zijn begrip niet duurzaam is, zit de veehouder nog veel meer dwars. Doordat er in zijn ogen geen eerlijke prijs wordt betaald voor de melk die hij levert, heeft hij vanuit het bedrijf geen of te weinig financiële ruimte voor het verder verduurzamen van het bedrijf. Oosterhof redeneert hier als volgt: hij maakt een kwalitatief goed product en richt zijn bedrijf zo in dat het systeem klopt met respect voor mens en dier. Hier staat een bepaalde kostprijs tegenover die Oosterhof graag via de melkprijs zou krijgen uitbetaald. Helaas is de realiteit zo dat tot nu toe de meeste veehouders andersom redeneren en hun kostprijs aanpassen aan de melkprijs. Voor een deel gaat het aanpassen van de kostprijs ten koste van de intrinsieke kwaliteit van het product. Dit is in de ogen van Oosterhof niet duurzaam, omdat de veehouder het bedrijf op deze manier niet dusdanig kan inrichten dat het systeem klopt en er een kwalitatief hoogwaardig product kan worden

geproduceerd.

In het kader van Bioveem heeft op het bedrijf van Durk Oosterhof een experiment gelopen, waarin drie technieken van mest aanwenden, injecteren, sleepslang en bovengronds uitrijden werden vergeleken. Dit was naar aanleiding van de vraag van Oosterhof hoeveel mest hij eventueel naar een akkerbouwer zou kunnen afvoeren. Hij vroeg zich dan af of er geen problemen zouden optreden met de voorjaarsgroei en of het nog uitmaakte met welke machine de mest werd aangewend. Er zijn daarom drie systemen van mestaanwending vergeleken naast drie bemestingstrappen. Grappig was dat uiteindelijk kon worden geconcludeerd dat met name het klaveraandeel een belangrijk effect had op de uiteindelijke opbrengst. Daarnaast werd voor Oosterhof bevestigd dat de zware injecteermachines een groot effect hebben op de structuur van de grond en daarmee de uiteindelijke opbrengst. De nog openstaande vraag is hoe bij een substantiële mestafvoer de fosfaat- en

kaliafvoer kan worden aangevuld op een binnen de biologische principes passende wijze.

Het bedrijf in Drachten oogt op het eerste gezicht niet erg biologisch. De veehouder is het zeker wel. Het is knap dat hij door een relatief simpele bedrijfsopzet zijn idealen toch deels weet te verwezenlijken met daarnaast een baan buitenshuis. Verder besteedt Oosterhof de nodige zorg aan zijn website. Hierop kunnen consumenten door middel van de vele foto’s die erop staan zien hoe het er op het bedrijf aan toe gaat. De mooie plaatjes van de kalveren bij de koe en de koeien die dansend voor het eerst de wei in gaan, zijn een inspirerend voorbeeld van hoe het er op een biologisch melkveebedrijf uit kan zien.

Mestuitrijden met de sleepslang beperkt de structuurschade aan de bodem

De groepsbijeenkomsten die in het kader van Bioveem werden georganiseerd, zijn door Oosterhof als erg inspirerend ervaren. Hij ging met enthousiasme naar huis. Ze waren concreet en voor de veehouder bevestigend dat hij op de goede weg is. Het was een combinatie van het enthousiasme van de deelnemers en de

onderwerpen die werden behandeld die het zo inspirerend maakten.

Een belangrijke tip die Oosterhof aan het einde van het gesprek nog wil meegeven aan zijn collega’s is: realiseer je dat je bezig bent met het produceren van voedsel!

8 Tweede takken op Bioveem-bedrijven

G.J. Doornewaard (LEI)

A.C.G. Beldman (LEI)

8.1 Aanleiding

Binnen Bioveem komen verschillende bedrijven voor die een of meerdere tweede takken hebben. Deze tweede takken hebben meestal een nauwe band met de hoofdtak op het bedrijf, waarbij de tweede tak eigenlijk niet zou kunnen bestaan zonder de hoofdtak. Binnen Bioveem ontstond de vraag wat nu precies de toegevoegde waarde is van de tweede takken. Waarom zijn ondernemers er bijvoorbeeld mee begonnen? En wat levert zo’n tweede tak eigenlijk op? In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op deze vragen op basis van de situatie op de

bedrijven van de Bioveem-deelnemers De Lange, Schoenmakers en Drijfhout.