• No results found

De advocaat in dienstbetrekking neemt een bijzondere positie in binnen het bedrijf waarin hij werkzaam is. Hij werkt, net als alle andere medewerkers, in loondienst maar bevindt zich door ondertekening van het statuut in een op papier onafhankelijke positie van zijn cliëntwerkgever. Door de bijzondere rol gaat de inhouse advocaat veelal gebukt onder een zwaardere druk dan een reguliere bedrijfsmedewerker. Om in kaart te brengen op welke manier het handelen van

98 Hamermesh 2012, p. 378 99 Kim 2016, p. 1869. 100 Ibid.

32

een advocaat in dienstbetrekking moet worden begrepen, moet niet zozeer worden gekeken naar de psyche van de advocaat in kwestie, maar moet worden bezien wat zijn organisatorische rol binnen het bedrijf is en welke soorten druk daarmee gemoeid gaan.101 Om inzicht te krijgen

in het beroepsethische kader dat betrekking heeft op de advocaat in dienstbetrekking is het relevant een drietal kernrollen van de advocaat in de organisatie te markeren, die elk een ander soort druk op zijn schouders.

Allereerst wordt de advocaat geacht op te treden als een, in de woorden van Kim, faithful

agent.102 Van de inhouse lawyer wordt verwacht dat hij specialistische expertise heeft die door

het bedrijf waar hij in dienst is kan worden aangewend teneinde (juridische) bedrijfsproblemen op te lossen. De inhouse lawyer is niet zomaar een werknemer, maar een werknemer die zich ervan bewust is dat hij specialistische kennis in pacht heeft die hij ten bate van het bedrijf moet zien in te zetten, mede om het bedrijf voor misstanden (en eventuele schandalen) te behoeden. Door de bijzondere hoedanigheid waarin de advocaat in loondienst optreedt wordt hij onderworpen aan een druk die zich in het Nederlands het best als ‘beroepsdruk’ laat omschrijven.103 Deze druk kan ertoe leiden dat het beoordelingsvermogen van de advocaat

wordt vervormd.

Met deze ‘beroepsdruk’ houdt verband het in de literatuur opgeworpen argument dat de inhouse

lawyer, door inbedding in de organisatie van zijn werkgever, juist beter in staat is kennis te

nemen van de structuur van de organisatie dan een externe advocaat. Daarmee ligt het in zijn het vermogen om ethische problemen en gevaren eerder te signaleren dan externe advocaten. Verder speelt hun vermogen om te netwerken binnen de organisatie een positieve rol nu dit meebrengt dat zij sterke relaties kunnen opbouwen en zichzelf een machtspositie kunnen verschaffen van waaruit hun betrokkenheid met ethische problematiek wordt vergroot.104

Ten tweede bestaat de druk die voortvloeit uit de ondergeschikte rol die de inhouse lawyer als werknemer van de organisatie inneemt. Omdat de inhouse lawyer in dienstverband werkzaam is wordt op hem doorgaans verticale druk uitgeoefend door de hogere gezag bekleders in het

101 Kim 2005, p. 1077. 102 Kim 2005, p. 1008.

103 Kim noemt dit in ‘The Banality of Fraud’ (p. 1008) ‘alignment pressures.’ 104 Le Mire 2011, p. 24.

33

bedrijf. De verstandsverhouding die de inhouse lawyer er met zijn leidinggevende op nahoudt leidt tot een op de schouders van de inhouse lawyer rustende ‘gehoorzaamheidsdruk.’105 De inhouse lawyer komt onder druk te staan te gehoorzamen aan hetgeen hem van hogerhand

wordt opgedragen, waardoor hij vermoedelijk minder snel onethisch handelen binnen het bedrijf zal rapporteren. Deze druk wordt van een extra dimensie voorzien nu de advocaat voor zijn salaris afhankelijk is van zijn cliëntwerkgever en daarmee van de gezagsbekleders die over hem de leiding en het toezicht hebben.106

Ten slotte vervult de advocaat in dienstbetrekking een rol binnen een team en opereert hij dus als een teamspeler.107 Hij staat als werknemer niet enkel onder gehoorzaamheids- en

beroepsdruk, die in verticaal verband door het bestuur of de betreffende manager worden uitgeoefend, ook is de inhouse lawyer onderdeel van een organisatie met soms honderden medewerkers. Zijn deelname hieraan leidt ertoe dat hij ook in horizontaal opzicht pressie ondervindt, hetgeen onvermijdelijk lijkt bij te dragen aan onethisch gedrag. De inhouse lawyer wordt onderworpen aan deze conformiteitsdruk nu hij binnen het bedrijf persoonlijke banden heeft opgebouwd met collega’s die hij als gelijkgestemden is gaan beschouwen. Het is in het verlengde daarvan goed voor te stellen dat het moeilijk is voor een inhouse lawyer een visie op een complexe juridische kwestie te verkondigen die haaks staat op de visie van zijn collega’s over dezelfde kwestie.

Psychologisch onderzoek heeft daarbij uitgewezen dat groepsnormen gedrag van individuen kunnen beïnvloeden, zelfs in de aanwezigheid van objectieve gedragsstandaarden.108

Groepsconsensus is daarmee een niet te verwaarlozen factor om het gedrag van individuen in groepen te verklaren. Er bestaan voor de individuele werknemer verschillende motivaties om zich te conformeren aan de groepsnormen en de in organisatie bestaande consensus. De belangrijkste reden dat aan conformiteitsdruk wordt toegegeven schuilt vermoedelijk in het normale verlangen van het individu om te vermijden dat hij wordt gestigmatiseerd als ‘afwijkend van de groep’ of als ‘dissident’ wordt gezien. Dit gevaar ligt in mijn ogen in het bijzonder bij een advocaat die in dienstbetrekking werkt. Gesteld kan immers worden dat hij zich beroepsmatig op een eiland in de organisatie bevindt. Hij staat vermoedelijk vooral in

105 Kim 2005, p. 1001.

106 Zie toelichting bij art. 5.9 Verordening op de Advocatuur. 107 Kim 2005, p. 1019

34

contact met andere juristen die buiten de organisatie werkzaam zijn, of met het management, dat hem de op te lossen juridische vraagstukken voorlegt.109 Veelal zal de inhouse lawyer

daarmee verstoken blijven van beroepsmatig contact met reguliere medewerkers van de organisatie, waardoor de term dissident - met het bijbehorende psychologische gedragseffect - in dit verband ter zake doet.

Geen enkele inhouse lawyer is immuun voor deze groepsdruk, die bij de inhouse lawyer automatisch wordt geprikkeld door het dienstverband en de deelname aan de/een (sociale) groep binnen de organisatie. Die druk kan niet simpelweg, zoals Hamermesh betoogd, worden weggenomen nu deze alomvertegenwoordigd is in de corporate omgeving.110 Daarom moet op

zoek worden gegaan naar een tegenwicht om de onvermijdelijke (psychologische) druk die op de schouders van de inhouse lawyer rust te verzachten. Dit tegenwicht kan worden gevonden door op een juiste manier notie te nemen van het concept onafhankelijkheid en daar de organisatie en het dienstverband op aan te passen. Het concept van onafhankelijkheid komt in hoofdstuk 5 naar voren, waarna een aantal aanbevelingen worden gedaan die de onafhankelijkheid van de inhouse lawyer ten goede komen.

V. Onafhankelijkheid

1. Inleiding

De vraag die met het oog op het vorige hoofdstuk rijst is of het professioneel statuut de onafhankelijkheid van de sterk onder druk staande advocaat in dienstbetrekking op voldoende wijze waarborgt. De zorg om de onafhankelijkheid in het kader van de inhouse lawyer is wezenlijk nu de inbreuken op deze onafhankelijkheid niet snel in de tuchtrechtelijke kanalen terecht zullen komen. Daarmee is de vraag of de inbreuken ooit bekend zullen worden.111 Om

te bezien hoe de onafhankelijkheid van de inhouse lawyer verzekerd kan worden, moet het concept van onafhankelijkheid als beroepsethische kernwaarde van de advocatuur, maar ook

109 Kim 2016, p. 1883. Het is goed denkbaar dat een inhouse lawyer wel veel samenwerkt met andere

interne juristen. De juridische afdelingen bij bedrijven zijn doorgaans evenwel klein en veelal is een inhouse lawyer slechts de enige jurist in dienst.

110 Idem, p. 1879. 111 Bannier 2020, p. 50.

35

als filosofisch concept tegen het licht worden gehouden. Aan de hand van dit concept kunnen, voor zover de noodzakelijkheid daarvan blijkt, aanbevelingen worden geformuleerd die de onafhankelijke positie van de interne advocaat van de nodige waarborgen kunnen voorzien.

Onafhankelijkheid is een van de advocatuurlijke kernwaarden en neergelegd in art. 10a van de Advocatenwet.112 Zoals in hoofdstuk 2 naar voren kwam zijn advocaten er niet enkel om te

proberen het gelijk voor hun cliënt te halen, maar evenzeer om recht te verwezenlijken voor de maatschappij. Dat wil onder meer zeggen dat een advocaat geacht wordt aan de bel te trekken als hij een inbreuk op beroepsethische normen signaleert of andersoortige misstanden opmerkt, ‘nee’ durft te zeggen als hij het niet eens is met de visie van zijn cliënt en niet simpelweg aan diens leiband loopt.113 Een advocaat die goed notie neemt van de onafhankelijkheidssnorm

draagt bij aan het belang van zijn cliënt zonder het publieke belang daarbij te veronachtzamen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, temeer voor wat betreft de advocaat die in loondienst bij zijn (enige) cliënt werkzaam is en in die betrekking aan de druk onderhevig is die in het vorige hoofdstuk werd gesignaleerd. De inhouse lawyer komt dikwijls in een spagaat tussen het belang van zijn werkgever en het maatschappelijke belang, dat hij op basis van zijn hoedanigheid als advocaat (ook) verplicht is te dienen.114

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het doel van de beroepsethische kernwaarde onafhankelijkheid, waarna wordt bezien in hoeverre deze onafhankelijk in de knel komt of dreigt te komen bij de advocaat die in dienstbetrekking werkt.