• No results found

Door de politie geregistreerde verdachten

In 2004 registreerde de politie ruim 195 duizend 12- tot 65-jarige verdach-ten in het HKS.45 In figuur 7.1 wordt een beeld gegeven van het aantal door de politie geregistreerde 12- tot 65-jarige verdachten in 2004 naar herkomstgroep. De linkercirkel heeft betrekking op alle 12- tot 65-jarige verdachten in 2004. De rechtercirkel heeft alleen betrekking op de niet-westers allochtone verdachten. Van alle verdachten in 2004 is 62% autoch-toon (121.544). Ongeveer 9% van de verdachten is een westerse alloch-toon (17.810). De overige verdachten (29%) zijn niet-westerse allochtonen (55.790). Antillianen (7.413), Marokkanen (12.964), Surinamers (12.815) en Turken (9.439) vormen elk ruwweg één vijfde van de niet-westerse ver-dachtenpopulatie.

Figuur 7.1 Aantal door de politie geregistreerde 12- tot 65-jarige verdachten naar herkomstgroepering, 2004

Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Turkije Marokko Suriname Ned.Antillen/ Aruba Overig niet-westers Bron: HKS, SSB

Uitgedrukt in absolute aantallen, registreerde de politie in 2004 meer autochtone dan allochtone verdachten. Wanneer het aantal verdachten per herkomstgroep gerelateerd wordt aan de omvang van de betreffende herkomstgroep in Nederland, wordt een omgekeerd beeld vastgesteld. In tabel 7.1 wordt een overzicht gegeven van het percentage geregistreerde verdachten in 2004 voor autochtonen, westerse en niet-westerse alloch-tonen, Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, uitgesplitst naar generatie en leeftijd. De percentages voor de overige herkomstgroeperin-gen met ten minste 10.000 inwoners in Nederland zijn te vinden in tabel 7.2. In totaal werd 1,7% (niet in de tabel) van de Nederlandse bevolking in 2004 door de politie als verdachte geregistreerd. Van de autochtonen werd 1,3% als verdachte geregistreerd. Van de allochtonen was dit 3,2%, bijna twee en een half keer zo hoog. Het percentage niet-westers allochtone ver-dachten is hoger (4,4%) dan het percentage westers allochtone verver-dachten (1,7%). Van de vier in tabel 7.1 onderscheiden niet-westerse herkomstgroe-pen werden Antillianen het vaakst als verdachte geregistreerd (7,4%) en

45 De in dit hoofdstuk genoemde aantallen kunnen afwijken van in andere publicaties genoemde aantallen (zie bijvoorbeeld Emmett et al., 2006), omdat de hier gepresenteerde gegevens alleen betrekking hebben op verdachten die op 24 september 2004 in de Gemeentelijke Basisadministratie waren ingeschreven.

WODC_250_20.indd Sec10:150

Tabel 7.1 Percentage door de politie geregistreerde verdachten naar herkomstgroepering, generatie en leeftijd, 2004

12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar Totaal Autochtoon 1,6 2,8 1,4 0,7 1,3 Allochtoon 4,4 5,8 3,2 1,4 3,2 Eerste generatie 4,8 5,6 3,4 1,6 3,2 Tweede generatie 4,2 5,9 2,6 0,9 3,2 w.v. Westers allochtoon 2,6 3,4 1,8 0,9 1,7 Eerste generatie 3,1 3,0 1,7 0,9 1,6 Tweede generatie 2,4 3,6 1,9 0,9 1,8 Niet-westers allochtoon 5,1 7,0 4,2 2,1 4,4 Eerste generatie 5,5 6,5 4,1 2,2 4,0 Tweede generatie 5,0 7,5 5,0 1,5 5,8 w.o. Turkije 4,0 5,1 3,6 1,5 3,6 Eerste generatie 4,2 3,2 3,3 1,5 2,9 Tweede generatie 4,0 6,3 5,7 x 5,1 Marokko 8,1 10,8 4,8 1,3 5,9 Eerste generatie 8,9 9,4 4,5 1,3 4,4 Tweede generatie 8,0 11,8 7,8 x 9,4 Suriname 5,1 7,7 5,2 3,0 5,0 Eerste generatie 5,9 7,7 5,2 3,1 4,6 Tweede generatie 5,0 7,7 5,1 1,7 5,9 Ned. Antillen/Aruba 7,2 9,1 8,3 4,0 7,4 Eerste generatie 10,0 10,7 9,6 4,1 8,3 Tweede generatie 5,3 6,4 3,4 2,0 4,9

x Percentages van kleine groepen zijn niet veelzeggend. Daarom zijn percentages in groepen met minder dan 10 verdachten en/of minder dan 100 inwoners weggelaten.

Bron: HKS, SSB

Turken het minst vaak (3,6%). Andere niet-westerse herkomstgroepen die in 2004 relatief vaak als verdachte geregistreerd werden zijn Angolezen, Dominicanen en Somaliërs (respectievelijk 6,8%, 6,8% en 5,4%). Niet-wes-terse herkomstgroepen die relatief weinig voorkomen in de verdachtenre-gistratie zijn Filippino’s, Hongkong-Chinezen en Chinezen (respectievelijk 0,9%, 0,9% en 1,2%). In tabel 7.1 is te zien dat voor alle vier onderscheiden niet-westerse herkomstgroepen geldt dat het percentage verdachten onder 12- tot 18-jarigen van de eerste generatie, hoger (en bij Antillianen veel hoger) is dan het percentage verdachten onder 12- tot 18-jarigen van de tweede generatie. Ook voor Antillianen in de leeftijd van 18 tot 25, 25 tot 45 en 45 tot 65 jaar, geldt dat het percentage verdachten onder de eerste generatie hoger is dan het percentage verdachten onder de tweede genera-tie. Voor Turken en Marokkanen van 18 tot 25 en 25 tot 45 jaar is het beeld

Tabel 7.2 Percentage door de politie geregistreerde verdachten naar herkomstgroepering* en leeftijd, 2004 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar Totaal Filippijnen 2,0 2,1 0,6 x 0,92 Hongkong 1,4 0,8 0,9 0,7 0,94 China 0,9 0,9 1,2 1,2 1,16 Thailand 3,1 2,7 0,8 x 1,16 Zuid-Afrika 1,5 1,2 1,1 0,9 1,33 Brazilië 2,6 2,7 1,0 1,0 1,55 Vietnam 2,0 2,3 1,9 1,5 1,89 India 2,2 2,1 2,4 1,9 2,32 Pakistan 1,9 2,6 2,5 1,8 2,56 Afghanistan 2,4 2,3 2,6 1,5 2,84 Ghana 3,6 4,8 2,6 2,6 3,15 Colombia 4,8 3,9 3,3 0,9 3,33 Egypte 4,0 2,7 3,2 3,3 3,49 Iran 4,2 5,1 3,4 2,2 3,78 Irak 4,7 3,8 3,4 1,4 3,84 Ethiopië 5,2 6,5 3,0 2,8 4,01 Kaapverdië 5,8 6,1 4,8 2,0 4,89 Somalië 6,0 7,8 5,0 2,5 5,54 Dominicaanse Republiek 8,1 7,8 6,5 2,2 6,76 Angola 6,4 13,4 6,1 5,8 6,79

* Vermeld zijn alle niet-westerse herkomstgroepen met ten minste 10.000 inwoners in Nederland op 1 januari 2004 (exclusief Turkije, Marokko, Nederlandse Antillen/Aruba en Suriname). x Percentages van kleine groepen zijn niet veelzeggend. Daarom zijn percentages in groepen met

minder dan 10 verdachten en/of minder dan 100 inwoners weggelaten. Bron: HKS, SSB

omgekeerd en is het percentage verdachten onder de tweede generatie juist hoger dan het percentage verdachten onder de eerste generatie. Voor alle onderscheiden herkomstgroepen geldt dat het percentage verdachten onder 18-25-jarigen het hoogst is.

Tussen 1999 en 2004 is het aantal door de politie geregistreerde verdach-ten sterk gegroeid, waarschijnlijk mede als gevolg van beleidsmaatregelen en -prioriteiten (zie Wittebrood en Nieuwbeerta, 2006 voor een uitgebrei-de discussie over uitgebrei-de relatie tussen geregistreeruitgebrei-de criminaliteit en uitgebrei-de (fei-telijke) criminaliteitsontwikkeling in Nederland). In 1999 werd 1,1% van alle 12- tot 65-jarigen door de politie als verdachte geregistreerd, in 2004 is dit opgelopen tot 1,7%. In figuur 7.2 wordt een beeld geschetst van de ont-wikkeling van het percentage verdachten tussen 1999 en 2004 uitgesplitst naar herkomstgroepering. Het percentage dat voorkomt in de verdachten-registratie is tussen 1999 en 2004 bij alle onderscheiden herkomstgroepen

WODC_250_20.indd Sec10:152

gegroeid. Ervan uitgaande dat deze groei niet wordt veroorzaakt door een toename van de pakkans, is het percentage verdachten onder Marok-kanen en Surinamers het sterkst gegroeid. Het percentage Marokkaanse en Surinaamse verdachten steeg respectievelijk van 4,7% en 3,9% in 1999 naar 5,9% en 5,0% in 2004, een groei van (afgerond) 1,1 procentpunt in beide groepen. De groei is het minst sterk bij autochtonen. Het percentage autochtone verdachten steeg van 0,9% in 1999 naar 1,3% in 2004, een groei van 0,4 procentpunt.

Figuur 7.2 Percentage door de politie geregistreerde 12- tot 65-jarige verdachten per 100 inwoners naar herkomstgroepering, 1999 en 2004 0 1 2 3 4 5 6 7 8 Ned. Antillen/Aruba Suriname Marokko Turkije Niet-westers allochtoon Westers allochtoon Autochtoon 1999 2004 % Bron: HKS, SSB

7.2 Criminaliteit, demografische samenstelling en

sociaal-economische kenmerken

Een belangrijke vraag is in hoeverre de verschillen in het aandeel geregi-streerde verdachten samenhangen met de demografische samenstelling en sociaal-economische kenmerken van de herkomstgroepen. Voor het onderzoek naar deze vraag wordt gebruikgemaakt van logistische regres-sieanalyse.

In tabel 7.3 wordt een overzicht gegeven van de ‘kans’ op het al dan niet verdacht zijn in vergelijking met autochtonen, uitgesplitst naar herkomst-groepering en generatie. De resultaten zijn weergegeven in termen van odds ratio’s. Odds ratio’s geven de kansenverhoudingen weer van het ver-dacht en het niet verver-dacht zijn van het plegen van een delict ten opzichte van een referentiecategorie (in dit geval autochtonen).

In model A wordt geen rekening gehouden met verschillen wat betreft de demografische samenstelling en sociaal-economische kenmerken van de

Tabel 7.3 Resultaten van logistische regressieanalyses ter verklaring van de kans op het verdacht zijn van een misdrijf voor de grote vier ‘klassieke’ migrantengroepen naar generatie en leeftijd, 2004 (odds ratio’s)*

a 12- tot 18-jarigen

Model A** Model B***

Turkije Eerste generatie 2,7 1,3 Tweede generatie 2,6 1,6 Marokko Eerste generatie 6,1 2,9 Tweede generatie 5,4 3,5 Suriname Eerste generatie 3,9 1,8 Tweede generatie 3,3 1,7 Nederlandse Antillen/Aruba Eerste generatie 6,9 2,9 Tweede generatie 3,5 2,2 b 18- tot 65-jarigen

Model A** Model B****

Turkije Eerste generatie 2,3 1,5 Tweede generatie 5,0 2,0 Marokko Eerste generatie 3,5 1,9 Tweede generatie 9,2 3,4 Suriname Eerste generatie 3,7 2,5 Tweede generatie 5,2 2,2 Nederlandse Antillen/Aruba Eerste generatie 6,9 3,3 Tweede generatie 3,8 1,8

* Alle weergegeven effecten zijn significant (p < 0,001). ** Model A is met alleen herkomstgroepering.

Model B is met herkomstgroepering, demografische en sociaal-economische kenmerken: *** leeftijd, geslacht, uit- of thuiswonend, gebroken gezin, uitkeringsafhankelijkheid ouders, inkomen

kern ouderlijk huishouden, mate van stedelijkheid woongemeente;

**** leeftijd, geslacht, type huishouden, uitkeringsafhankelijkheid, inkomen kern huishouden, mate van stedelijkheid woongemeente.

Bron: HKS, SSB

WODC_250_20.indd Sec10:154

herkomstgroepen. In model B wordt wel gecontroleerd voor de demografi-sche samenstelling en sociaal-economidemografi-sche kenmerken van de herkomst-groepen.

Het algemene beeld is dat de verschillen in het percentage geregistreerde verdachten tussen de vier grote ‘klassieke’ herkomstgroepen en autochto-nen aanzienlijk minder groot zijn wanneer rekening wordt gehouden met de demografische samenstelling en sociaal-economische kenmerken van de herkomstgroepen.

Rekening houdend met de demografische samenstelling en sociaal-eco-nomische kenmerken van de herkomstgroepen, is de oververtegenwoor-diging onder 12- tot 18-jarigen het grootst bij jeugdige Marokkanen van de tweede generatie (tabel 7.3a, model B). De oververtegenwoordiging is het kleinst bij de eerste generatie jongeren afkomstig uit Turkije.

Bij volwassenen (18 tot 65 jaar) is de oververtegenwoordiging, rekening houdend met de demografische samenstelling en sociaal-economische kenmerken van de groepen, het grootst bij Marokkanen van de tweede generatie en Antillianen van de eerste generatie (tabel 7.3b, model B). De oververtegenwoordiging is het kleinst bij Turken van de eerste generatie. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat er een relatie bestaat tussen onderwijs en criminaliteit (zie bijvoorbeeld Ehrlich, 1975; Locher en Moretti, 2004; Gallipoli en Fella, 2006). Verondersteld wordt dat het hoogste behaalde opleidingsniveau en het al dan niet volgen van een opleiding bij minderjarigen en jong volwassenen een belangrijke invloed hebben op het al dan niet vertonen van crimineel gedrag. Voor de hier gepresenteerde analyses waren deze gegevens (nog) niet beschikbaar.

7.3 Leeftijd en (geregistreerde) criminaliteit

Vrijwel alle criminologen zijn het eens met de stelling dat er een relatie bestaat tussen leeftijd en criminaliteit en dat deze relatie niet lineair is (zie bijvoorbeeld Farrington, 1986, Junger-Tas, 1992). De criminaliteits-cijfers46 nemen snel toe in de puberteit om in de late adolescentie en vroege volwassenheid een piek te bereiken. Onder twintigers en dertigers dalen de criminaliteitscijfers vervolgens snel. Vanaf middelbare leeftijd ten slotte zijn de criminaliteitscijfers relatief erg laag. De relatie kan zicht-baar gemaakt worden in de vorm van age-crime curves. In deze paragraaf worden age-crime curves voor de verschillende herkomstgroepen gepre-senteerd. De gegevens zijn een actualisering van de gegevens in het eerder dit jaar gepubliceerde rapport ‘Allochtone en autochtone verdachten van verschillende delicttypen nader bekeken’ (Jennissen en Blom, 2007).

46 Het criminaliteitscijfer is het aantal delicten waarbij de identiteit van een verdachte bekend is en de politie een proces-verbaal opgemaakte per 100 inwoners van de betreffende populatie.

Figuur 7.3 laat de age-crime curves voor de grote vier ‘klassieke’ allochtone herkomstgroepen, autochtonen, westerse en niet-westerse allochtonen zien. Uit de figuur valt op te maken dat het aantal delicten per 100 inwoners bij alle vier de grote ‘klassieke’ herkomstgroepen op alle leeftijden hoger is dan bij autochtonen. Wat meteen in het oog springt, zijn de relatief hoge criminaliteitscijfers onder Marokkaanse tieners. Na de leeftijd van ongeveer 18 jaar dalen de Marokkaanse criminaliteitscijfers echter erg snel. Dit in tegenstelling tot de criminaliteitscijfers van Antillianen. Deze beginnen pas na de leeftijd van 40 jaar een significante daling te vertonen. De Turkse en Surinaamse age-crime curves vertonen een patroon dat hier tussenin zit. Figuur 7.3 Aantal delicten per 100 inwoners naar herkomstgroepering en

leeftijd*, 2004 0 5 10 15 20 25 30 35 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52 55 58 61 Leeftijd

Autochtoon Westers allochtoon

Niet-westers allochtoon Turkije

Marokko Suriname

Ned. Antillen/Aruba

* Vanwege de soms kleine aantallen bij de hogere leeftijden, zijn in de figuur gemiddelden van drie opeenvolgende leeftijden afgebeeld (12-14 jaar, 15-17 jaar, …, 60-62 jaar).

Bron: HKS, SSB

7.4 Recidive

Bij de beschrijving van de prevalentie en de frequentie van de recidive van alle in 1999 door de politie geregistreerde verdachten47 baseren we ons – net als in de rest van dit hoofdstuk – op gegevens uit het HKS. Er is sprake van

47 Die zowel in 1999 als in 2004 in Nederland woonden.

WODC_250_20.indd Sec10:156

recidive als een in 1999 geregistreerde verdachte opnieuw met de politie in aanraking komt en er een proces-verbaal in het HKS geregistreerd wordt.48 In het HKS is geen informatie opgenomen over strafvervolging en straf-toemeting en tenuitvoerlegging. Het is daarom onmogelijk om zaken die (om technische redenen) geseponeerd werden of waarbij vrijspraak of een andere technische uitspraak volgde, buiten beschouwing te laten bij het vaststellen van de hoogte van de recidive.49 Het ontbreken van gege-vens over de tenuitvoerlegging van vonnissen heeft ook tot gevolg dat bij het vaststellen van de hoogte van de recidive geen rekening kon worden gehouden met het gegeven dat personen die gedetineerd zijn, tijdelijk niet in de gelegenheid zijn delicten te plegen (het zogenoemde ‘incapacitatie-effect’). Het aantal recidivisten wordt hierdoor beperkt.50

Prevalentie van recidive

Van alle 12- tot 18-jarige verdachten in 1999, recidiveerde 64% in de perio-de 1999-2004. Overigens hoeft het proces-verbaal in 1999 niet het eerste proces-verbaal te zijn dat tegen een persoon is opgemaakt, maar kan ook hier al sprake zijn van recidive.

In figuur 7.4a wordt een beeld gegeven van het percentage recidivisten onder verdachten van 12 tot 18 jaar, uitgesplitst naar herkomstgroepering. Het betreft cumulatieve percentages, dat wil zeggen dat voor ieder jaar het percentage recidivisten in de periode van 1999 tot en met het betreffende jaar wordt gegeven.

Het percentage recidivisten is het hoogst onder Marokkaanse jongeren. Ruim acht op de tien jeugdige Marokkaanse verdachten recidiveerden in de periode 1999-2004. Het percentage recidivisten is het laagst onder autochtone verdachten van 12 tot 18 jaar; 58% van hen recidiveerde in de periode 1999-2004.

48 Het WODC berekent recidive normaliter op basis van Justitiële Documentatie (Wartna, Blom en Tollenaar, 2004), maar in deze gegevens is vooralsnog geen uitsplitsing mogelijk naar herkomstgroepering. Daarom is deze paragraaf gebaseerd op politiegegevens.

49 Volgens de Aanwijzing afloopberichten aan beheerders politieregisters van het College van procureurs-generaal (1999) dient de HKS-registratie in een aantal gevallen ongedaan te worden gemaakt (o.a. wanneer een zaak geseponeerd werd omdat iemand daarin iemand ten onrechte als verdachte werd aangemerkt of wanneer er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs of vrijspraak). Het is onduidelijk in hoeverre deze aanwijzing (tijdig) wordt opgevolgd en welke consequenties dit heeft voor de kwaliteit van de data.

50 Wartna, Tollenaar en Essers (2005) maakten een hypothetische schatting van de reductie van criminaliteit als gevolg van het insluiten van daders. Uiteraard neemt de omvang van dit effect in de loop van de tijd af. Na 1 jaar wordt de reductie van het percentage recidivisten geschat op 8 procentpunt, na 5 jaar is deze afgenomen tot 1 procentpunt.

Figuur 7.4 Percentage recidivisten onder verdachten in 1999 naar herkomstgroepering en leeftijd a 12- tot 18-jarigen 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Jaar registratie %

Autochtoon Westers allochtoon

Niet-westers allochtoon Turkije

Marokko Suriname Ned. Antillen/Aruba b 18- tot 65-jarigen 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Jaar registratie %

Autochtoon (n=72.899) Westers allochtoon (n=10.802)

Niet-westers allochtoon (n=26.523) Turkije (n=4.815)

Marokko (n=5.905) Suriname (n=6.798)

Ned. Antillen/Aruba (3.646)

Bron: HKS, SSB

WODC_250_20.indd Sec10:158

Van alle 18- tot 65-jarige verdachten in 1999 recidiveerde 49% in de perio-de 1999-2004 (in tegenstelling tot 64% van perio-de 12- tot 18-jarige verdachten). In figuur 7.4b wordt een beeld gegeven van het percentage recidivisten onder verdachten van 18 tot 65 jaar uitgesplitst naar herkomstgroepering. De recidivepercentages van volwassen verdachten zijn gemiddeld geno-men iets lager dan die van jeugdige verdachten. Het percentage recidi-visten is het hoogst onder Antilliaanse verdachten van 18 tot 65 jaar; 72% van hen recidiveerde in de periode 1999-2004. Het percentage recidivisten is het laagst onder 18- tot 65-jarige autochtone verdachten; 45% van hen recidiveerde in de periode 1999-2004.

Frequentie van recidive

Nadat in het bovenstaande is beschreven of mensen recidiveren en na hoeveel tijd dat dan is, beschrijven we nu in deze paragraaf hoeveel nieuwe processen-verbaal de politie gemiddeld tegen deze verdachten opmaakte in de periode 1999-2004.

Van alle 12- tot 18-jarige verdachten in 1999 recidiveerde 64% in de perio-de 1999-2004. Gemidperio-deld registreerperio-de perio-de politie 3,6 nieuwe processen-verbaal per recidivist. Figuur 7.5a toont het gemiddelde aantal nieuwe processen-verbaal in de jaren 1999 tot en met 2004, uitgesplitst naar herkomstgroepering. Ook in deze figuur zijn cumulatieve aantallen weer-gegeven. De aantallen hebben dus betrekking op de periode van 1999 tot en met het betreffende jaar. Het gemiddelde aantal nieuwe processen-ver-baal is het hoogst onder Marokkaanse recidivisten van 12 tot 18 jaar: in de periode 1999-2004 registreerde de politie gemiddeld 5,2 nieuwe proces-sen-verbaal van hen. Het gemiddelde aantal nieuwe procesproces-sen-verbaal is het laagst onder autochtone recidivisten. In de periode 1999-2004 regi-streerde de politie gemiddeld 3,1 nieuwe processen-verbaal van hen. Van alle 18- tot 65-jarige verdachten in 1999 recidiveerde 49% in de perio-de 1999-2004. Gemidperio-deld maakte perio-de politie 3,8 nieuwe processen-verbaal per recidivist. Figuur 7.5b toont het gemiddelde aantal nieuwe processen-verbaal in de jaren 1999 tot en met 2004, uitgesplitst naar herkomstgroe-pering. Het gemiddelde aantal nieuwe processen-verbaal is het hoogst onder Antillianen: in de periode 1999-2004 registreerde de politie gemid-deld 5,1 nieuwe processen-verbaal van hen. Het gemidgemid-delde aantal nieuwe processen-verbaal is het laagst onder Turkse recidivisten. In de periode 1999-2004 registreerde de politie gemiddeld 3,1 nieuwe processen-verbaal van hen.

Figuur 7.5 Gemiddeld aantal nieuwe processen-verbaal van

recidiverende verdachten uit 1999 naar herkomstgroepering en leeftijd a 12- tot 18-jarigen 0 1 2 3 4 5 6 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Jaar registratie

Autochtoon Westers allochtoon

Niet-westers allochtoon Turkije

Marokko Suriname Ned. Antillen/Aruba b 18- tot 65-jarigen 0 1 2 3 4 5 6 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Jaar registratie

Autochtoon Westers allochtoon

Niet-westers allochtoon Turkije

Marokko Suriname

Ned. Antillen/Aruba

Bron: HKS, SSB

WODC_250_20.indd Sec10:160

7.5 Slotbeschouwing

Criminaliteit wordt door ons beschouwd als een indicator van gebrekkige culturele integratie. Delinquent gedrag kan voortkomen uit een gebrek aan binding met conventionele anderen. Bovendien kan betrokkenheid bij criminaliteit leiden tot afbraak van bindingen waardoor een vicieuze cirkel ontstaat.

In dit hoofdstuk is ingegaan op delinquent gedrag van autochtonen en allochtonen in Nederland op basis van door de politie geregistreerde cri-minaliteit in de periode 1999 tot en met 2004. Een beperking van geregi-streerde criminaliteitscijfers is dat zij afhankelijk zijn van de meldingsbe-reidheid van slachtoffers, de mate waarin meldingen worden omgezet in officiële aangiften en van de opsporingsinspanningen en -strategieën van de politie. Deze zijn op hun beurt weer afhankelijk van beleidsmaatrege-len en -prioriteiten.

Sinds 2003 is er een dalende tendens in het aantal aangiften van misdrij-ven zichtbaar (Emmet et al., 2006). Desondanks vertoont het aantal door de politie geregistreerde verdachten een stijgende lijn. In 1999 werd ruim 1% van de Nederlandse bevolking door de politie als verdachte geregi-streerd. In 2004 is dit opgelopen tot bijna 2%.

In absolute aantallen zijn de meeste verdachten autochtonen. Wanneer we de omvang van de verdachtenpopulatie echter relateren aan de omvang van de betreffende populatie in Nederland, dan blijken met name Antil lianen en Marokkanen sterk oververtegenwoordigd in de verdachtenpopulatie. Voor jeugdigen (12 tot 18 jaar) uit alle allochtone herkomstgroepen geldt dat jon-geren van de eerste generatie relatief vaker verdacht worden van het plegen van een misdrijf. Dit geldt ook voor Antillianen in oudere leeftijdscategorie-en. Voor Turken en Marokkanen geldt echter dat het percentage verdachten onder de oudere leeftijdscategorieën juist hoger is bij de tweede generatie. Het percentage verdachten is in alle onderscheiden herkomstgroepen het hoogst onder 18- tot 25-jarigen. Wanneer we een meer gedetailleerde uit-splitsing maken van het aantal delicten naar leeftijd, zien we bij alle her-komstgroepen een piek in het aantal delicten (per 100 inwoners) rond het 18de levensjaar. De piek is het hoogst bij Marokkaanse jongeren. En hoewel bij de meeste herkomstgroepen het aantal delicten (per 100 inwoners) vlug kleiner wordt naarmate de leeftijd hoger is, blijft dit bij Antillianen relatief hoog, om bij hen pas na het veertigste levensjaar af te nemen. Een mogelijke verklaring voor dit fenomeen is de matrifocale gezinsstructuur van Antil-liaanse gezinnen, waardoor mannelijke AntilAntil-liaanse twintigers en dertigers vaak de temperende invloed van het gezin op het plegen van criminaliteit missen (zie ook Van San et al., 2007).

Niet alleen de criminaliteitsniveaus van de verschillende herkomstgroe-pen loherkomstgroe-pen sterk uiteen, er zijn ook aanzienlijke verschillen wat betreft hun demografische samenstelling en sociaal-economische kenmerken. Wan-neer rekening wordt gehouden met deze verschillen, valt een groot deel

van de verschillen in criminaliteitsniveaus weg. Helaas was het (nog) niet mogelijk te controleren voor onderwijs. De verwachting is dat met dit ken-merk nog een aanzienlijk deel van de verschillen kan worden ‘verklaard’. Ten slotte is gekeken naar de recidive van verdachten in 1999. Onderzocht is of zij in de periode 1999 tot en met 2004 opnieuw met de politie in aan-raking kwamen (en een nieuw proces-verbaal tegen hen werd opgemaakt) en zo ja, hoeveel nieuwe processen-verbaal zij gemiddeld kregen. 64% van alle 12- tot 18- en 49% van alle 18- tot 65-jarigen recidiveerde in de periode 1999-2004. Onder 12- tot 18-jarigen is het percentage recidivisten het hoogst onder Marokkaanse jongeren. Dit geldt ook voor het