• No results found

Ik ben niets verder en wanhoop aan den goeden uitslag. Ik heb gister middag weer aangedrongen op huren, maar te vergeefs. Hy schynt zich bepaald voorgenomen te hebben om niets te decideeren, of liever ik houd het er voor dat hy gedecideerd is om òf niet te verkoopen òf niet aan my. Het is jammer want waarlyk de zaak is

mooi, en gy en ons lief kind zouden hier zoo kalm zyn en zoo gezond. De omtrek is zoo heerlyk.

Ik ben natuurlyk bitter bedroefd gestemd en ik heb zoo met u te doen dat ik u nooit iets vrolyks kan schryven. En de hoofdzaak is een beetje geld. Van Son speelt met duizenden en dat moet ik aanzien. Een paar menschen hier in de buurt die

contracten hebben spreken vanf 60 en f 80 duizend 's jaars winst. Onlangs hoorde

ik van een theecontractant die in drie jaar tyds zestienduizend gulden voor honden had uitgegeven. En ik heb geen brood voor vrouw en kind.

De wenk dat ik hier in de buurt iets dergelyks zou opzetten baat niet. V.S. begrypt dat daartoe geld noodig is, en dat ik dat niet heb. Bovendien zegt hy dat hy in zoodanig geval net zoolang met verlies zou gaan werken dat de ander moest ophouden. Dit is gegrond. Van Son kan zooveel geld krygen als hy wil. Hy heeft,

als jongmensen, als administrateur van zyne mama op Kedong Badok caf 10.000

en van dit etablissement caf 15.000, hetgeen nog stygen kan, zoodat hy f 25.000

's jaars heeft, buiten het aandeel in het vermogen van zyn moeder. Hy kan dus met geld spelen.

Daarby zyn er maandelyksche uitgaven te doen,

en ook moet men geld in handen hebben om goedkoop padie contant te koopen, zoodat, al was ik klaar geraakt, ik toch in den beginne zoude hebben moeten sukkelen.

Van Son spreekt er van om over een paar dagen naar Buitenzorg terug te gaan. Nu weet ik niet wat ik doen moet. Terug gaan? Dan kom ik thuis juist zooals ik ben uitgegaan, na alweer zooveel te hebben uitgegeven voor niets. Maar wat zal ik in godsnaam anders doen? Een paard koopen en over Java reizen? Overal waar men naar zaken vraagt zoekt men iemand die geld heeft. Bovendien schynt ieder tegen my te zyn. Iemand die zyn ontslag vraagt moet niet wys zyn, of wel men zet een gezicht alsof men dacht: ‘daar zit zeker wat anders achter.’

Vele plannen malen my door 't hoofd, maar voor alles is geld noodig. Ik heb er over gedacht naar Singapore te gaan, en hoe hard het my ook vallen zou u eenigen tyd te moeten verlaten, zou ik dat echter doorzetten als het maar niet zoo vague was. De menschen daar zullen wrel net zoo wezen als overal. Als ik er aan denk hoe ik wezen zou om iemand te helpen die in myne positie was!

Ik moet dien van Son bewonderen. Hy is jong, los, vrolyk, speelt met geld als het voor honden,

paarden of meiden is, is in alles overigens fideel en gemakkelyk, maar zoodra komt het niet op het punt van zyn belang in zaken, of hy is de geslepenheid zelve. Het moet een knappe inlander wezen die hem een bos padie tekort doet. Ik heb van alle kanten op hem getracht te werken, en hy had eene bonhomie die my telkens hoop gaf, maar zoodra ik de zaak aanroerde retireerde hy zich en hield zich of hy van niets wist. Vroeg ik dan bepaald antwoord, dan zeide hy dat dit afhing van omstandigheden enz. Gister middag zeide ik dat ik een mislukte reis had gemaakt, dat ik teveel van Indië had gezien om voor pleizier uitstapjes te maken, dat hy my bepaald gezegd had de zaak te willen verkoopen en dat ik in dat idee op reis was

gegaan. ‘Welnu, zeide hy, als gy my daaraan wilt houden, voorf 70.000 contant is

de boel te koop.’ Hy wist wel dat ik dat niet had. Dag beste Eef!

Laat een vaatje haring koopen by van Kleeff. Het staat in de Javabode

geannonceerd à contant. Zend desnoods een jongen naar de stad in een huurwagen.

LV.

Zondagavond [9 November 1856].

Lieve beste beste Tine! Van Son gaat morgen

vroeg naar B/z. terug, en ik ga niet mede. Er is weer iets hoop. Ik kan niet laten het u te zeggen. De zaak is aldus. Ik was na myn laatsten brief, die heel verdrietig was, besloten met hem weer terug te gaan, en paarden enz. was reeds besteld. Maar op eens zeide ik eergister dat ik van besluit was veranderd en niet met hem meeging. Hy vroeg waarom? Och, zei ik, ik ben koppig van aard, ik heb my nu eens in het hoofd gesteld dat ik hier in Bandong iets zou vinden, en nu verzeg ik het om onverrigter zake hier vandaan te gaan! Hy antwoordde eerst niet maar gister was hy een beetje handelbaarder. Na lang praten bestaat er nu een half of kwart accoord. Het is nog zeer vague doch ik blyf nu in allen gevalle nog wat hier, want ik wil eens spreken met Phlippeau die hier is, en bovendien het kon zyn dat van Son zich alleen handelbaarder toonde om my van hier te lokken om hem niet in den weg te zitten. Ik moet van avond met hem praten en daarom schryf ik kort.

Uw briefje van vrydag heb ik ontvangen. Ja ge moet van Batavia af. Liefst naar Gadok, maar gy kunt te B/zorg uitrusten. Domme meid, de post te Batavia is:

Aankomst: Vertrek:

Dingsdag, Zaturdag. Woensdag, Zaturdag.