• No results found

Discussie en conclusie

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten en analyse verbonden met de algemene – en specifieke onderzoeksvraag en met het theoretisch kader. De discussie gaat verder in op wat deze scriptie bijdraagt aan het wetenschappelijke veld en wat de beperkingen van het onderzoek zijn.

Het overkoepelende project Beyond Journalism stelt de vraag: Wat komt er allemaal bij kijken om een startup in de journalistiek op te richten en draaiende te houden? Het bedrijf dat is onderzocht in deze scriptie, InkaBinka, is onderdeel van een startup-beweging die nieuwe technologie inzet om automatisch teksten te schrijven. De hoofdvraag in deze scriptie is: Hoe verhoudt de journalistieke ambitie van InkaBinka zich tot de focus op het ontwikkelen en verkopen van nieuwe technologie?

Om antwoord te geven op deze vraag zijn de belangrijkste en meest relevante resultaten van het onderzoek uitgelicht. De basisnotie van dit onderzoek is de definitie van InkaBinka als bedrijf: de startup is een technologiebedrijf met een journalistiek product. De accountant verwoordde in het interview een belangrijke conclusie wat betreft de verhouding tussen technologie en journalistiek: ‘InkaBinka is really a technology company. The news is a way that they found to utilize technology’ (CFO).

In de onderzoeksvraag spelen dus twee onderdelen een rol: journalistieke ambitie en nieuwe technologie. Het ontbreekt de oprichters en medewerkers van InkaBinka niet aan ambitie. Toch blijkt uit de resultaten dat hun positie in de journalistiek geen prioriteit heeft. Opvallend is dat de oprichters bij de omschrijving van hun product wel journalistieke waarden gebruiken. Een eenduidige naam voor de soort journalistiek die ze beoefenen, hebben ze niet. De antwoorden in de interviews variëren van ‘unbiased journalism’ tot ‘distilled journalism’. Daaruit is op te maken dat onpartijdigheid een belangrijke waarde is in de journalistieke doelstelling van InkaBinka.

De productomschrijving van de nieuwsapplicatie die InkaBinka aanbiedt, is bedoeld om zoveel mogelijk mensen aan te spreken. De hoofdredacteur probeert met InkaBinka het nieuws meer behapbaar en toegankelijk te maken door de inhoud te presenteren in een vorm die beter past bij het dagelijks leven (Editor in Chief). Het gebruik van journalistieke waarden om het journalistieke product aantrekkelijk te laten klinken, zou als misleidend kunnen worden ervaren. De conclusie is dat de idealistische waarden in de productie wel worden nagestreefd, maar in dienst staan van de verkoop van de technologie.

Een belangrijke journalistieke waarde in de startup is autonomie. Dankzij de komst van automatische productie, is er in het geval van InkaBinka maar één voltijd journalist

nodig. Deze ontwikkeling in de journalistieke samenwerking met technologie is problematisch. De startup pretendeert het belangrijkste nieuws te bieden maar baseert de selectie op de motivaties van één journalist. De Editor in Chief heeft in zijn functie veel macht en zou in nieuwsselectie en –verspreiding meer gecontroleerd moeten worden.

De journalistieke applicatie en de nieuwe technologie zijn afhankelijk van elkaar zolang InkaBinka de technologie niet verkoopt. De nieuwsapplicatie heeft de technologie nodig om haar content, de samenvattingen, op de voor InkaBinka kenmerkende snelheid en toegankelijkheid te ‘schrijven’. De startup onderscheidt zich met haar automatiserende technologie van andere nieuwsaggregators. De technologie zorgt er bovendien voor dat de productie van de content op InkaBinka goedkoop is, aangezien maar één journalist nodig is. Aan de andere kant is het journalistieke product noodzakelijk als ‘visitekaartje’ van de technologie. De startup heeft een succesvol nieuwsproduct nodig om aandacht te trekken van potentiele kopers.

InkaBinka boekt ‘succes’ wanneer zij de technologie (dus niet het journalistieke product) verkoopt aan een groot technologiebedrijf. De verkoop betekent waarschijnlijk het einde van de nieuwsapplicatie. De technologie en journalistiek gebruiken elkaar. Zodra de nieuwsapplicatie haar taak heeft voldaan, houdt zij op met bestaan en zal de technologie over worden genomen door – en waarschijnlijk een onzichtbaar onderdeel worden van – een ander technologiebedrijf.

In dit onderzoek is voornamelijk gebruik gemaakt van observatie, documentanalyse en interviews. De resultaten zijn gebaseerd op persoonlijke opvattingen en ervaringen van InkaBinka’s werknemers. In vervolgonderzoek zou productanalyse uitgevoerd kunnen worden, waarbij gekeken wordt naar de invloed van de commerciële doelstelling, de automatiserende technologie en de enkele journalist op de kwaliteit van het journalistieke product.

Een startup zoals InkaBinka is relevant voor de ontwikkeling van technologie. De vorm van het product beantwoordt aan de toenemende behoefte van nieuwslezers om informatie snel, kort en bondig voorgeschoteld te krijgen. In dit onderzoek zijn de lezers van InkaBinka niet geïnterviewd. In een vervolgstudie zou door middel van een survey onder lezers onderzocht kunnen worden hoe bijvoorbeeld de bullet point-samenvattingen van het nieuws worden ontvangen en of de informatie genoeg is om aan de publieke discussie deel te nemen.

De oprichters van InkaBinka streven ernaar onpartijdige informatie snel bij een zo groot mogelijk publiek te krijgen. Hoewel het mogelijk positieve effect dat het product heeft op haar publiek belangrijk is voor de oprichters van InkaBinka, staat de verkoop van de technologie – en dus financiële motivatie – voorop. Journalistiek is een middel om op te vallen en heeft daarmee een commerciële functie. Slechts één op de zes medewerkers van

InkaBinka beschouwt zichzelf als journalist. Deze ontwikkeling binnen technologie startups met een journalistiek product en met een financieel hoofdmotief, zou van negatieve invloed kunnen zijn op de kwaliteit van online nieuws.