Dit onderzoek focuste op de factoren die het spaargedrag van werknemers kunnen verklaren. In de media wordt er vaak gecommuniceerd over het feit dat een aanvullend pensioen heel belangrijk is om later tijdens het pensioen zorgeloos verder te leven zonder financiële problemen. Deze studie biedt een antwoord op de vraag: “Wat zijn de determinanten van de opbouw van een aanvullend pensioen als werknemer?” De centrale onderzoeksvraag werd beantwoord op basis van een online vragenlijst.
De eerste hypothese waar bevestigd werd dat geslacht een positief effect heeft op pensioensparen komt overeen met de bevindingen in het onderzoek van Clifton et al. (2020) en de cijfers van FSMA (2019). Uit dit onderzoek blijkt dat mannen meer sparen dan vrouwen.
De tweede hypothese toont een positief significant effect tussen leeftijd en pensioensparen. Dit positief effect komt overeen met de bevindingen van Dobrescu et al. (2018). Uit dit onderzoek blijkt dus dat naarmate de werknemer ouder wordt, het spaarpercentage toeneemt. Het lijkt logisch dat werknemers op jongere leeftijd minder geld kunnen sparen aangezien ze nog niet veel verdienen en misschien al een gezin aan het opstarten zijn.
De grootte van het gezin kan eveneens een impact hebben op het spaargedrag van de ouders. Dit positief effect was niet significant waardoor de hypothese niet kon bevestigd worden. Deze bevinding spreekt de onderzoeken van Clifton et al. (2020) en Lugauer et al. (2019) tegen. Zij vonden een negatief effect tussen het aantal kinderen en het spaargedrag.
Verder kan ook het effect van inkomen op pensioensparen bevestigd worden in dit onderzoek. Er werd een positief effect gevonden. Deze bevindingen werden ook bevestigd in het onderzoek van Asebedo et al. (2019) en Vermeersch et al. (2015). Ons onderzoek stelt dus vast dat een hoger inkomen zorgt voor een hoger spaarpercentage. Uit de correlatiematrix bleek ook dat de mannen een hoger inkomen hadden dan de vrouwen. Het lijkt logisch dat werknemers met een hoger inkomen meer geld kunnen sparen dan mensen met een lager inkomen.
Bij de determinant verliesaversie werd gevonden dat de werknemers hun spaargedrag niet veel aanpassen als er een beursstijging of –daling is. De reden dat de respondenten niet voor een verandering kiezen kan ook te maken hebben met het korte- en langetermijneffect van de beurs. Op korte termijn kan de beurskoers dalen, maar dit kan zich op lange termijn terug herstellen. Daardoor behouden bepaalde mensen toch hun aandelen bij een beursdaling, omdat ze op lange termijn een hoger rendement kunnen hebben om te verkopen.
Verder blijkt uit dit onderzoek dat pensioensparen en langetermijnsparen de meest populaire vormen van sparen zijn. Dit komt overeen met de theorie uit de literatuur. Het VAPW is nog niet zo gekend in de markt en daarom zijn er nog maar weinig mensen die gekozen hebben voor dit soort pensioensparen. De toekomst kan hier misschien nog verandering in brengen door werknemers beter in te lichten over het belang van pensioensparen. De werknemers zouden een planning moeten krijgen waar ze hun spaarplan opstellen en ook kunnen wijzigen. Met een spaarplan kan er op regelmatige basis gespaard worden. Dit plan zou jaarlijks herzien moeten worden zodat het spaarpercentage herbekeken kan worden naargelang de levenssituatie waarin de werknemer zich op dat moment bevindt.
Concluderend zien ze dat de resultaten aantonen dat geslacht, leeftijd en inkomen een positief effect hebben op pensioensparen. We concluderen dat deze determinanten zijn van de opbouw van een aanvullend pensioen als werknemer. We kunnen stellen dat een gemiddelde werknemer ongeveer 4.56% van zijn inkomen spaart per jaar. Het blijkt ook dat de meerderheid van de werknemers een aanvullend pensioen aangeboden krijgt door de werkgever, wat heel positief is. Verder bouwt de meerderheid van de werknemers zelf een aanvullend pensioen op. Hierbij wordt vooral gekozen voor pensioensparen. Dit toont aan dat de theorie dat pensioensparen het interessant is voor de werknemer ook toegepast wordt in de praktijk. De tweede populairste keuze bij de werknemers is langetermijnsparen. Er werd ook bevestigd dat een heel klein aantal voor een VAPW kiest. Er werd ook vastgesteld dat de gemiddelde leeftijd waarop een werknemer begint met zijn aanvullend pensioen in de groep van 20 – 29 jaar ligt. Dit is positief aangezien het belangrijk is dat werknemers op vroege leeftijd starten met pensioensparen.
Dit onderzoek is onderhevig aan enkele beperkingen. Een grote beperking is het aantal respondenten. De steekproef is beperkt, zowel in aantal als in vertegenwoordiging van verschillende categorieën van de bevolking. Dit maakt dat we de conclusies niet zomaar kunnen generaliseren naar de volledige populatie in Vlaanderen en België. De vragenlijst werd via sociale media zoals Facebook en LinkedIn gedeeld. Niet iedereen is vertrouwd met of actief aanwezig op deze kanalen. Het initiële plan was om ook ad random respondenten te selecteren door de vragenlijst ‘live’ af te nemen in winkelstraten. Omwille van de coronacrisis kon dit niet doorgaan.
Toekomstig onderzoek zou een grotere en meer representatieve steekproef kunnen omvatten en ook naar andere factoren kunnen kijken die misschien een effect hebben op het pensioensparen. Verder zou het ook interessant zijn om via een gecombineerde methodologie (kwantitatief en kwalitatief) onderzoek naar de stand van zaken en pijnpunten in het actuele spaargedrag, pensioensparen en de reeds bestaande maatregelen om aan pensioensparen te doen. Dit kan leiden tot waardevolle conclusies voor zowel beleidsvoerders als financiële instellingen en particulieren. Er zou ook een evaluatiestudie kunnen worden gemaakt bij de werknemers die aan pensioensparen hebben gedaan en nu met pensioen zijn. Er kan gekeken worden in hoeverre zij vandaag gelukkig zijn met hun opgebouwd pensioen, hoe ze het spaarplan hebben aangepakt en wat ze anders zouden gedaan hebben.
5 Bibliografie
AG Insurance. (2020). Pensioenpijlers alle 4 uitgelegd. Geraadpleegd op 8 januari 2020 via https://www.aginsurance.be/Retail/nl/pensioen/voorbereiding/Paginas/pensioenpijlers.asp x
Aon (2018). Het vrij aanvullend pensioen voor werknemer (VAPW). Geraadpleegd op 8 januari 2020 via https://www.aon.com/belgium/du/Nieuwsbrief/Update-at- work/2018/december/Het-vrij-aanvullend-pensioen-voor-werknemers.jsp
Asebedo, S. D., Wilmarth, M. J., Seay, M. C., Archuleta, K., Brase, G. L., & MacDonald, M. (2019). Personality and Saving Behavior Among Older Adults. Journal of Consumer Affairs,
53(2), 488-519. doi:10.1111/joca.12199
Attanasio, O. P. (1993). A Cohort Analysis of Saving Behavior by US Households (No. w4454). National Bureau of Economic Research.
Bernheim, B. D., & Garrett, D. M. (2003). The effects of financial education in the workplace: Evidence from a survey of households. Journal of Public Economics, 87(7-8), 1487-1519. doi:10.1016/S0047-2727(01)00184-0
Bernheim, B. D., Garrett, D. M., & Maki, D. M. (2001). Educations and saving: The long-term effects of high school financial curriculum mandates. Journal of Public Economics, 80(3), 435- 465. doi:10.1016/s0047-2727(00)00120-1
Bovenberg, L., Koijen, J., Nijman, T., & Teulings, C. (2007). Saving and investing over the life cycle and the role of collective pension funds. De Economist, 155(4), 347-415. doi:10.1007/s10645-007-9070-1
Castro-González, S., Rey-Ares, L., Fernández-lópez, S., & Daoudi, D. (2020). The effect of self- control upon participation in voluntary pension schemes. Economics and Sociology, 13(1), 11- 23. doi:10.14254/2071-789X.2020/13-1/1
Cleeren, E. (25 september 2017). 80%-grens voor de pensioenberekening toegelicht. De Tijd.
Geraadpleegd op 22 februari 2020 via
https://www.tijd.be/netto/dossier/pensioengids2017/80-grens-voor-de- pensioenberekening-toegelicht/9935399.html
Cleeren, E. (4 januari 2019). Nieuw belastingsvoordeel voor wie loon inruilt voor pensioen. De
Tijd. Geraadpleegd op 11 januari 2020 via https://www.tijd.be/netto/pensioen/nieuw- belastingvoordeel-voor-wie-loon-inruilt-voor-pensioen/10042962.html
De Tijd (z.d.). Sparen en beleggen voor een zorgeloze oude dag. De tijd. Geraadpleegd op 28 mei 2020 via https://www.tijd.be/partnercontent/lifeandfinance/oudedag/Sparen-en- beleggen-voor-een-zorgeloze-oude-dag/9794803
Clifton, J., Díaz-Fuentes, D., & Llamosas García, G. (2020). A Behavioral Perspective on Saving Decisions. Empirical Evidence for Policymakers in the European Union. Global policy, 11, 62- 72. doi:10.1111/1758-5899.12751
Dobrescu, L. I., Fan, X., Bateman, H., Newell, B. R., Ortmann, A., & Thorp, S. (2018). Retirement savings: A tale of decisions and defaults. The Economic Journal, 128(610), 1047-1094. doi:10.1111/ecoj.12447
Dynan, K. E., Skinner, J., & Zeldes, S. P. (2004). Do the rich save more?. Journal of Political
Economy, 112(2). 397-444. doi:10.1086/381475
Ejustice (2018). 6 december 2018 - Wet tot instelling van vrij aanvullend pensioen voor de
werknemers en houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen. Geraadpleegd
op 12 januari 2020 via
http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&table_name=wet &cn=2018120623
Eubelius (2019). Vrij aanvullend pensioen voor werknemers: een nieuwe bouwsteen voor een
relevant pensioen. Geraadpleegd op 11 januari 2020 via https://www.eubelius.com/nl/nieuws/vrij-aanvullend-pensioen-voor-werknemers-een- nieuwe-bouwsteen-voor-een-relevant-pensioen
Fisher, P. J. (2013). Is There Evidence of Loss Aversion in Saving Behaviors in Spain? Journal of
family and economics issues, 34(1), 41-51. doi:10.1007/s10834-012-9290-7
FSMA (2019). Sectoroverzicht: De tweede pensioenpijler in beeld – 2019. Geraadpleegd op 2 mei 2020 via
https://www.fsma.be/nl/search-
page?search_api_views_fulltext=tweede+pensioenpijler&submit=Zoeken
FSMA (2020). Aanvullend pensioen. Geraadpleegd op 8 januari 2020 via https://www.fsma.be/nl/aanvullend-pensioen
FSMA (2020). Individueel pensioen. Geraadpleegd op 8 januari 2020 via https://www.fsma.be/nl/individueel-pensioen
FSMA (2020). Wat is het vrij aanvullend pensioen voor werknemers? Geraadpleegd op 8 januari 2020 via https://www.fsma.be/nl/faq/wat-het-vrij-aanvullend-pensioen-voor- werknemers
Hubener, A., Maurer, R., & Mitchell, O. S. (2016). How family status and social security claiming options shape optimal life cycle portfolios. The review of financial studies, 29(4), 937-978. doi:10.1093/rfs/hhv070
Inghelbrecht, K. (2019). Gretl, Dealing with Data and Simple Regression [PowerPoint].
Geraadpleegd op 3 mei 2020 via
Ingelbrecht, K. (2019). Multiple Regression and Diagnostic Tests for Cross-Sectional Data
[PowerPoint]. Geraadpleegd op 3 mei 2020 via
https://ufora.ugent.be/d2l/le/content/57323/viewContent/150206/View
Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (2019). De loonkloof tussen vrouwen en
mannen – rapport 2019, Loonkloofcijfers 2019. Geraadpleegd op 8 mei 2020 via https://igvm- iefh.belgium.be/sites/default/files/2019-loonkloofcijfers.pdf
Liantis (18 maart 2019). Vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW): wat moet je
weten. Geraadpleegd op 11 januari 2020 via https://www.liantis.be/nl/nieuws/vrij- aanvullend-pensioen-voor-werknemers
Lugauer, S., Ni, J., & Yin, Z. (2019). Chinese household saving and dependent children: Theory and evidence. China Economic Review, 57, 101091. doi:10.1016/j.chieco.2017.08.005
Lusardi, A. (2003). Planning and saving for retirement. Working paper. Dartmouth College.
Lusardi, A., & Mitchelli, O. S. (2007). Financial literacy and retirement preparedness: Evidence and implications for financial education. Business economics, 42(1), 35-44. Doi: 10.2145/20070104
Moerman, B. (25 september 2008). Uw pensioen: wat u zeker moet weten voor een zorgeloze oude dag. Nieuwsblad. Geraadpleegd op 28 mei 2020 via https://www.nieuwsblad.be/cnt/gcg227e1r
Picchio, M., & Mussida, C. (2011). Gender wage gap: a semi-parametric approach with sample selection creation. Labour Economics, 18(5), 564-578. doi:10.1016/j.labeco.2011.05.003
Selleslagh, D. (31 maart 2020). Hoeveel sparen om toch uw levensstandaard te behouden na uw pensioen. De Tijd. Geraadpleegd op 28 mei 2020 via https://www.tijd.be/netto/analyse/pensioen/hoeveel-sparen-om-toch-uw-levensstandaard- te-behouden-na-uw-pensioen/10217398
STATBEL (6 maart 2020). Loonkloof. Geraadpleegd op 8 mei 2020 via https://statbel.fgov.be/nl/themas/werk-opleiding/lonen-en-arbeidskosten/loonkloof#news
Strömbäck, C., Lind, T., Skagerlund, K., Västfjäll, D., & Tinghög, G. (2017). Does self-control predict financial behavior and financial well-being?. Journal of Behavioral and Experimental
Finance, 14, 30-38. doi:10.1016/j.jbef.2017.04.002
Thaler, R. H., & Benartzi, S. (2004). Save More TomorrowTM: Using behavioral Economics to Increase Employee Saving. Journal of Political Economy, 112(S1), S164-S187.
Topa, G., Lunceford, G., & Boyatzis, R. E. (2018). Financial Planning for Retirement: A Psychosocial Perspective. Frontiers in Psychology, 8, 2338. doi:10.3389/fpsyg.2017.02338
Van Daele, G (z.d.). Tip 337 – Het VAPW [Word].
Van Daele, G. (2019). VAPW: een nieuwe bouwsteen in de tweede pijler [PowerPoint].
Van Daele, G. (2019). Aanvullende pensioenen: ziet u door de bomen het bos nog [PowerPoint]. Geraadpleegd op 8 januari via https://biblio.ugent.be/publication/8634779
Van Daele, G. & Bosch, B. (2019). Uw pensioen als zelfstandige eenvoudig en goedkoop
optimaliseren. Leuven: Larcier-indicator.
Van Geyte, J. (1 januari 2020). Jong beginnen met pensioensparen loont. Spaargids. Geraadpleegd op 28 mei 2020 via https://www.spaargids.be/sparen/algemeen-nieuws/jong- beginnen-met-pensioensparen-loont.html
Van Maldegem, P. (11 december 2019). Waarom het aanvullend pensioen via de werkgever niet van de grond komt. De Tijd. Geraadpleegd op 11 januari 2020 via https://www.tijd.be/netto/pensioen/waarom-het-aanvullend-pensioen-via-de-werkgever- niet-van-de-grond-komt/10187186.html
Vermeersch, J., Humblet, P., & Plets, I. (2015). The Gender Pay Gap: a Comparative Study of
Law. (Masterproef, UGent, Gent, België)
Verzekeringen n.v. (2020). Wat is een verzekeringsmakelaar. Geraadpleegd op 22 mei 2020 via https://www.verzekeringen.be/verzekeringsmakelaar#voordelen-nadelen
6. Bijlagen
Bijlage 1: Enquête
EnquêteIk ben masterstudente “Finance en riskmanagement” aan de universiteit Gent. In het kader van mijn thesis over het aanvullend pensioen voor werknemers, wil ik aan de hand van deze korte enquête meer inzichten verwerven.
Deze enquête vergt slechts 5 à 10 min van uw tijd. Uw anonimiteit is gegarandeerd. Er worden op geen enkele manier persoonlijke informatie of namen gebruikt bij de verwerking van de resultaten.
Met vriendelijke groeten, Pauline Huysman pauline.huysman@Ugent.be 1. Wat is uw geslacht? Man Vrouw X 2. Wat is uw leeftijd? < 25 25 – 29 30 – 39 40 – 49 50 – 67 > 67
3. Wat is uw burgerlijke staat? Ongehuwd
Gehuwd Samenwonend Gescheiden Weduwstaat
4. Hoeveel kinderen heeft u ten laste? Geen
1 2 3 > 3
5. Wat is uw hoogst behaalde diploma? Lager onderwijs Secundair onderwijs Hoger onderwijs Universiteit Doctoraat
6. Wat is uw netto-inkomen per maand? < € 1.500 € 1.500 - € 1.900 € 2.000 - € 2.400 € 2.500 - € 3.400 € 3.500 - € 4.400 € 4.500 - € 5.400 > € 5.500
8. Als wat bent u tewerkgesteld?
Werknemer (arbeider/bediende) Zelfstandige
Bedrijfsleider
ANTWOORD: WERKNEMER (8.1) (volgende vragen verschijnen)
8.1.1 Krijgt u een aanvullend pensioen aangeboden van het bedrijf waar u tewerkgesteld bent?
Ja Neen
8.1.2 Heeft u al gehoord van het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW)? Ja
Neen
Wat is het VAPW?Een werknemer kon tot heden enkel een aanvullend pensioen opbouwen via de onderneming of bedrijfssector waarin de werknemer was tewerkgesteld. Maar de werkgevers zijn niet verplicht om dit voor hun werknemer te voorzien. Dit wil zeggen dat bepaalde werknemers slechts een heel klein of geen aanvullend pensioen kunnen opbouwen. Hier komt nu verandering in door de opkomst van het vrij aanvullend pensioen voor werknemer (VAPW). Het VAPW is een nieuwe vorm van pensioenopbouw waarbij een werknemer op eigen initiatief een aanvullend pensioen kan opbouwen indien de werkgever of sector dit niet of kleinschalig voorziet. Zo kunnen zij ook de kans krijgen, zoals zelfstandigen, om meer te sparen voor later.
8.1.3 Voorziet u zelf reeds een extra aanvullend pensioen bovenop het wettelijk pensioen? Ja
Indien Ja, voor welk soort aanvullend pensioen hebt u gekozen? (meerdere mogelijkheden mogelijk) Pensioensparen Langetermijnsparen VAPW Andere: ………
Indien VAPW of pensioensparen, spaart u via Tak 21
Tak 23
Mix van beide
Vanaf welke leeftijd bent u gestart met dit aanvullend pensioen? < 20 jaar
20 – 29 jaar 30 – 39 jaar 40 – 50 jaar > 50 jaar
ANTWOORD: ZELFSTANDIGE (8.2) (Volgende vragen verschijnen)
8.2.1 Welk aanvullend pensioen voorziet u bovenop uw wettelijk pensioen? Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ)
Individuele pensioentoezegging (IPT) Pensioensparen
Langetermijnsparen Andere
Vanaf welke leeftijd bent u gestart met dit aanvullend pensioen? < 20 jaar
20 – 29 jaar 30 – 39 jaar 40 – 50 jaar > 50 jaar
ANTWOORD: BEDRIJFSLEIDER (8.3) (Volgende vragen verschijnen) 8.3.1 Welk type onderneming heeft u?
Kleine onderneming Middelgrote onderneming Grote onderneming
8.3.2 Voorziet u een aanvullend pensioen voor uw werknemers? Ja
Neen
Zoja, welk(e): ………
8.3.2 Welk aanvullend pensioen voorziet u bovenop uw wettelijk pensioen? Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ)
Individuele pensioentoezegging (IPT) Pensioensparen
Langetermijnsparen Andere
Vanaf welke leeftijd bent u gestart met dit aanvullend pensioen? < 20 jaar
20 – 29 jaar 30 – 39 jaar 40 – 50 jaar > 50 jaar
9. Hoeveel bedraagt uw beschikbaar bedrag om te sparen in een jaar? Niets € 1 - € 999 € 1.000 – € 1.999 € 2.000 - € 2.999 € 3.000 - € 3.999 > € 4.000
10. Hebt u al belegd in aandelen? Ja
Nee
10.1. Wat is uw grootste financieel verlies geweest? 10.2. Ben u daardoor minder risicovol geworden?
Ja Nee
11. Stel u hebt uw volledig vermogen van € 90.000 belegd. U hebt € 30.000 op een spaarboekje staan, € 30.000 in pensioensparen en de overige € 30.000 zit in een aandelenfonds.
Stel dat de beurs daalt met 10%. Past u uw spaargedrag aan? En zoja op welke manier? 12. Stel u hebt uw volledig vermogen van € 90.000 belegd. U hebt € 30.000 op een spaarboekje staan, € 30.000 in pensioensparen en de overige € 30.000 zit in een aandelenfonds.
13. Stel dat uw werkgever naar u komt met twee voorstellen voor opslag. Voorstel 1: Je krijgt 4% opslag. Voorstel 2: Je krijgt 5% opslag waarvan de helft naar het pensioensparen gaat. Welk voorstel ga je kiezen?
Voorstel 1 Voorstel 2
14. In welke mate gaat u akkoord met volgende uitspraken?
Uitspraak Helemaal
akkoord Akkoord Neutraal
Niet akkoord
Helemaal niet akkoord Iedereen zou aan pensioensparen
moeten doen om na de beroepsloopbaan verder te kunnen leven zonder financiële problemen.
o o o o o
Elke werkgever zou een aanvullend pensioen moeten voorzien voor
hun werknemers. o o o o o
Als men in het verleden reeds een verlies heeft gehad, gaat men in de toekomst minder risico durven nemen.
o o o o o
Er moet meer communicatie gebeuren naar jongeren om vroeg te beginnen aan pensioensparen (vanaf het moment van tewerkstelling).
o o o o o
Mensen zouden zichzelf regels moeten opleggen om voldoende te sparen voor later.