Middels een casestudie is meer inzicht verkregen in de wijze waarop veranderingen nog beter geborgen kunnen worden. Een niet onbelangrijke partij hierbij was ook de rol van de opdrachtgever, vaak in de rol van het topmanagement. In het beroep van interim-management is autonomie een groot goed. De echte verandermanagers van grote externe bureaus willen graag eenmaal in een opdracht niet afwijken van het einddoel. Ook bij opdrachtgevers is de theorie over het kleurendenken van De Caluwé en Vermaak (2006) bekend. Zij hebben ook een dominante voorkeurskleur. Sommige kleuren vullen elkaar aan, maar sommige gaan niet samen. Dit betekent dat vooral in een opdracht waar de interim-manager een procesmatige rol op zich neemt, conflicten kunnen ontstaan over de visie van veranderen. Met de kennis van de theorie over het kleurendenken in de hand, is het nog maar de vraag of de opdrachtgever in het geval van conflicterende kleuren ooit de door de interim-manager doorgedrukte visie voor zichzelf geloofwaardig zou kunnen uitdragen. Van een goede match kan in dat geval geen sprake zijn.
In deze casestudie wordt veel gesproken over het (beoogde) eindresultaat en of veranderingen voldoende beklijven. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat het daadwerkelijke resultaat (effect) van een uitgevoerde opdracht pas in de periode na het vertrek van de interim-manager zichtbaar wordt.
In recente literatuur is het onderscheid vervaagd tussen verandervermogen en veranderbereidheid. De nadruk is komen te liggen op veranderbereidheid. Een verminderde veranderingsbereidheid kan ook voortkomen uit een structureel te kort aan verandervermogen. Sommige organisaties zouden veel baat kunnen hebben bij het oprekken van de verandercapaciteit, omdat de veranderingsbereidheid al meer dan aanwezig is. Te snel wordt gewezen naar de veranderingsbereidheid wanneer veranderingen niet snel genoeg van de grond komen. Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is dan ook om na te gaan hoe vaak er ten onrechte met de verwijtende vinger naar veranderingsbereidheid gewezen wordt op het moment dat veranderingsprocessen niet goed van de grond komen.
In de literatuur is voldoende overeenstemming dat doorgaans een opdrachtgever onderdeel is van het probleem. In dit onderzoek wordt de voorzichtige conclusie getrokken dat dit probleem deels opgevangen wordt doordat interim-managers geen blauwdrukdenker zijn. Dit verband komt niet op dergelijke expliciete wijze terug in de literatuur en zou bijvoorbeeld aan de theorie over het kleurendenken van De Caluwé en Vermaak (2006) toegevoegd kunnen worden.
Een interessant vervolgonderzoek is of interim-managers in opdrachten de focus op beheersing juist verbreken of invoeren en met welke argumentatie. Zuijderhoudt (1992) heeft hierin nog niet aangegeven voor welke branches de theorie van zelfordening in het bijzonder opgaat en voor welke niet. Daarnaast zou het interessant kunnen zijn om deze theorie toe te spitsen op de organisatiecycli van Tichy (1983). De vraag is dan in welke cyclus (politieke, technische of culturele) relatief eerder verstarring optreedt. Tegenwoordig zijn levenscycli steeds korter. Wordt het dan ook lastiger om normale fluctuaties te onderscheiden van voorkeursfluctuaties?
Zoals in case 6 werd toegelicht, kan borging plaatsvinden op verschillende niveaus. Hoe hoger het niveau, hoe moeilijker het borgen van veranderingen. Aandacht voor het toevoegen van duurzaamheid, mijn theorie, is dan op bepaalde niveaus niet meer zinvol. Een nieuw vertrekpunt voor vervolgonderzoek zou kunnen zijn om deze verschillende niveaus te onderscheiden en te onderzoeken op welk punt de interim-manager beter niet kan proberen om bepaalde veranderingen te willen borgen in de verandering. Aan de andere kant, daar waar borging zeer gemakkelijk is, kan de vraag gesteld worden of hier de beheersing dusdanig gemakkelijk is dat een organisatie in een verstarring kan komen. Met de verstarring wordt dan de theorie van Zuijderhoudt (1992) bedoeld, zoals uitgelegd in de literatuurverklaring, hoofdstuk 8.
Referenties
Ashby, W.R. (1984), An Introduction to Cybernetics, Methuen, London
Bibeault, D.B. (1982), Corporate Turnaround: How managers turn losers into winners, McGraw-Hill, New York
Boon, W. (2005), Interim-management en professionalisering. Een beroepsgroep op zoek naar kwaliteit, Cochlea project, Rotterdam
Boon, W. en D. Devos (1993), Wat leert het ons? Tien jaar interim-management bij de rijksoverheid, Rijnmanagement, Oosterbeek
Brege, S en O. Brandes (1993), The successful double turnaround of ASEA and ABB: twenty lessons, Journal of Strategic Change, vol. 2, no. 4, pp. 185-205
Brockner, J. (1992), The escalation of commitment to a failing course of action: Toward theoretical progress, Academy of Management Review, vol. 17, no. 1, pp. 39-61
Burke, W.W. (1987), Organization Development: a normative view, Addison-Wesley, Reading
Chakraborty, S. en S. Dixit (1992), Developing a turnaround strategy – a case study approach, OMEGA, vol. 20, no. 3, pp. 345-352
Charmaz, K. (2000), Grounded theory: Objectivist and Constructivist Methods, in: Denzin K.N. and Y.S. Lincoln, Handbook of Qualitative Research, 2nd edition, Sage, Thousand Oaks, pp. 509-530
Cooper, D.R. en P.S. Schindler (2003), Business research methods, McGraw-Hill, New York
Cummings, T.G. and C.G. Worley, Organization development and change, Thomson/South Western, Mason
Caluwé, L. de, en H. Vermaak (2006), Leren Veranderen. Een handboek voor de veranderkundige, Kluwer, Deventer
Dunbar, R.L.M. en W.H. Goldberg (1978), Crisis development and strategic response in European corporations, in: C.F. Smart en W.T. Stanbury (eds.), Studies on crisis management, Institute for Research on Public Policy, Toronto
Eisenhardt, K.M. (1989), Building Theories from Case Study Research, Academy of Management Review, Vol. 14, No. 4, pp. 532 – 550
Glaser B.G. en A.L. Strauss (1967), The Discovery of Grounded Theory. Strategies for Qualitative Research, Aldine, Chicago
Gopal, R. (1991), Turning around sick companies – the Indian experience, Long Range Planning, vol. 24, no. 3, pp. 79-83
Greiner, L. (1972), Evolution and revolution as organizations grow, Harvard Business Review, vol. 50, no. 7/8, pp. 37-46
Grinyer, P.H., D. Mayes en P. McKiernan (1990), The sharpbenders: achieving a sustained improvement in performance, Long Range Planning, vol. 23, no. 1, pp. 116-125.
Hambrick, D.C. en S.M. Schecter (1983), Turnaround strategies for mature industrial-product business units, Academy of Management Journal, Juni 1983, vol. 26, no. 2, pp. 231-248
Hersey, P. en K.H. Blanchard (1988), Management of organizational behavior: utilizing human resources, Prentice-Hall, Englewood Cliffs
Hofer, C. (1980), Turnaround strategies. The journal of Business Strategy, vol. 1, no. 1, Summer 1980, pp. 19-31
Hout, E. van, G. Smid en Y. Burger (2004), Interim management: samenspel in verandering, Lemma, Utrecht
Klein, S.M. (1996), A management communication strategy for change, Journal of organization change management, vol. 9, no. 1, pp. 32-46
Janis, I.L. (1982), Groupthink: Psychological studies of policy decisions and fiascoes, Houghton-Mifflin, Boston
Kilmann, R.H. en I.I. Mitroff (1979), Problem defining and the consulting/intervention process, California Management Review, vol. 21, no. 3, pp. 26-33.
Lewin, K (1947), Frontiers in group dynamics. Concepts, method and reality in social science; social equilibria and social change, Human Relations, vol. 1, pp. 5-41
MacCrimmon, K.R. en R.N. Taylor (1976), Decision Making and Problem Solving, in: Dunnette, M.D., Handbook of Industrial and Organizational Psychology, Rand Mc. Nally College Publishing Company, Chicago
Mars, A.C. en P.L.M. van der Voorden (2002), Veranderingsprocessen: van intuïtief uitvoeren naar gestructureerd regisseren. Veranderkunde voor interim managers, in: J.J.A.M. Reijniers (red.), Interim management, het vak, Koninklijke Van Gorcum, Assen
Martin, G. en T. Riddell (1996), ‘The wee outfit that decked IBM’: ‘Manufacturing strategic change and leadership in the cash’, Strategic Change, vol. 5, no. 1, pp. 3-25
Nadler, D (1981), Managing Organizational Change: an integrative perspective, Journal of Applied Behavioral Science, vol. 17, no. 2, pp. 191-211
Nadler, D en M. Tushman (1989), Organizational framebending: principles for managing reorientation, Academy of Management Executive, vol. 3, no. 3, pp. 194-204
Pettigrew, A.M. (1990), Longitudinal field research on change: Theory and Practice, Organization Science, vol. 1, no. 3, pp. 267-292
Ramondt, J. (2004), De manager en zijn tweelingbroer, Koninklijke Van Gorcum, Assen
Reijniers, J.J.A.M. (2002), Interim Management: het vak (red.), Koninklijke Van Gorcum, Assen
Robbins D.K. en J.A. Pearce II (1992), Turnaround: retrenchment and recovery, Strategic Management Journal, vol. 13, no. 4, pp. 287-309
Schein E.H. (1985), Organizational Culture and Leadership, Jossey-Bass, San Francisco
Schendel, D., G.R. Patton and J. Riggs (1976), Corporate turnaround strategies: A study of profit decline and recovery. Journal of General Management, vol. 3, no. 3, Spring 1976, pp. 3-12
Schriever, F. (1983), Interim-management als veranderingsinstrument, M&O, vol. 36, no. 6, pp. 416-429.
Senge, P.M. (1990), The fifth discipline; the art & practice of the learning organization, Doubleday/Currency, New York
Slatter, S. (1984), Corporate Recovery, Penguin, Harmondsworth
Smidts, A., Pruyn, A. en C. van Riel (2001), The impact of employee communication and perceived external prestige on organizational identification, Academy of Management Journal, vol. 49, no. 5, pp.1051 - 1062
Sopers, J.M.M. (1994), Turnaround management, het saneren van ondernemingen in moeilijkheden, Kluwer Bedrijfswetenschappen, Deventer
Starbuck., W.H., A. Greve en B.L.T. Hedberg (1978), Responding to crises: Theory and the experience of European businesses, in: C.F. Smart and W.T. Stanbury, eds.. Studies in crisis management, Butterwonh and Co., Toronto.
Staw, B.M. (1981), The escalation of commitment to a course of action, Academy of Management Review, vol. 6, no. 4, pp. 577-587
Staw, B.M. en J. Ross (1987), Behavior in escalation situations: Antecedents, prototypes, and solutions, in: L.L. Cummings and B.M. Staw (eds.), Research in organizational behaviour, vol. 9, JAI Press, Greenwich
Stopford, J.M. en C. Baden-Fuller (1990), Corporate rejuvenation, Journal of Management Studies, vol. 27, no. 4, 399-415
Strauss A.L. (1993), Qualitative analysis for social scientist, Cambridge University Press, Cambridge
Strauss A.L. en J. Corbin (1999), Basics of Qualitative Research: Techniques and Procedures for Developing Grounded Theory, Sage, London
Thain, D.H. en R.L. Goldthorpe (1989), Turnaround management: causes of decline, Business Quarterly, vol. 54, no. 1, pp. 55-62
Tichy, N.M. (1983), The essentials of strategic change management, Journal of Business Strategy, vol. 3, no. 4, pp. 55-67
Togt, J.J.W. van der (1994), Interim management in de praktijk – een leidraad voor beslissers, Kluwer bedrijfswetenschappen, Deventer
Twijnstra, A. en D. Keuning (1988), Organisatie-advieswerk, Stenfert Kroese, Leiden
Werkman, R.A., J.J. Boonstra, en K.M. Bennebroek Gravenhorst (2001), Het veranderingsvermogen van organisaties. Interpretatie van vijf configuraties en implicaties voor de praktijk van organisatieverandering. – In: M&O Tijdschrift voor Management en Organisatie, vol. 55, no. 2, pp, 7-27
Weitzel, W. en E. Jonsson (1989), Decline in organizations: A literature integration and extension, Administrative Science Quarterly, vol. 34, no. 1, March 1989, pp. 91-109
Wichard, G.M. (1994), Interimmanagement: Profiel van een professie in ontwikkeling, Van Gorcum & Comp, Assen
Wissema, H.G. (2002), Rood-licht gedrag en interim managers, in: J.J.A.M. Reijniers (red.), Interim Management: het vak, Koninklijke Van Gorcum, Assen
Yin, R.K. (2003), Case study research: design and methods, Sage, Thousand Oaks
Zuijderhoudt, R.W.L. (1992), Principes van synergie en zelfordening: introductie van de chaostheorie binnen de organisatiekunde, M&O, vol. 46, no. 1, pp. 15-40
Zuijderhoudt, R.W.L., J.J. Wobben, S. ten Have en V. Busato (2002), De logica van chaos in veranderingsprocessen, Holland Management Review, vol. 82, no. 2, pp. 59-67
Raad voor Interim Management (RIM), http://www.rim.nl, 9 juli 2007