• No results found

5. Beschrijvende resultaten

6.2 Discussie & aanbevelingen

Dit onderzoek heeft een aantal zwakheden welke benoemd moeten worden, om het onderzoek in een juist kader te interpreteren. Ten eerste is de onderzoekspopulatie geselecteerd op slechts twee criteria, namelijk autochtone afkomst en islamitische levensovertuiging. Op leeftijd, opleiding, arbeidsstatus, etc. heeft geen selectie

plaatsgevonden. Dit heeft tot gevolg gehad, dat een groot deel van de onderzoekspopulatie niet tot weinig participerend is op de arbeidsmarkt, waardoor er vervolgens weinig

geconcludeerd kan worden over de feitelijke arbeidspositie van bekeerlingen in Nederland. Ten tweede zijn de respondenten allen geworven via één moskee in Amsterdam. De moskee waar men heen gaat kan ook iets zeggen over de manier van de religie beleving. Er kan dus sprake zijn van een te eenzijdige populatie.

Ten derde zijn alle respondenten woonachtig in de Randstad, waardoor de

onderzoekspopulatie niet representatief is voor autochtone bekeerlingen in Nederland in het algemeen. De verwachting is namelijk dat er binnen de Randstad een meer open visie heerst en de inwoners meer gewend zijn aan mensen die afwijken van de gemiddelde

habitus.

Tevens is de verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke respondenten onevenredig en er kan niet met zekerheid gezegd worden dat deze verhouding representatief is voor de landelijke populatie van autochtone bekeerlingen.

Een ander punt heeft te maken met de analyse middels diepte-interviews. Door het doen van diepte-interviews kan veel informatie gehaald worden en dieper op persoonlijke zaken worden ingegaan. Echter, doordat alle data gebaseerd is op persoonlijke verhalen en ervaringen, kan er niets feitelijk bewezen worden. Daarbij is er kans dat sociale wenselijkheid meegespeeld heeft in de antwoorden van de respondenten.

Verder onderzoek zou zich dus kunnen richten op bekeerlingen buiten de Randstad en de feitelijke arbeidsmarktuitkomsten van moslims, onafhankelijk van afkomst. Ook zou onderzoek naar de verschillende stromingen waarbinnen bekeerlingen zich manoeuvreren na bekering, interessant zijn te onderzoeken.

Ook zou er meer onderzoek gedaan kunnen worden naar de verschillen tussen mannelijk en vrouwelijke bekeerlingen. Door bijvoorbeeld een apart onderzoek naar mannelijke

autochtone Nederlandse moslimbekeerlingen en een apart onderzoek naar de vrouwelijk autochtone Nederlandse moslimbekeerlingen te doen.

Daarnaast zou op basis van deze bevindingen vanuit de islamitische gemeenschap meer aandacht worden besteed aan autochtone bekeerlingen, die niet de Arabische taal spreken en een andere culturele achtergrond hebben. Zij zouden gesteund kunnen worden in de problematiek die het met zich meebrengt in hun directe sociale omgeving, waarmee ze hun geloof niet kunnen delen. De stichting Zusters voor Zusters geeft hierin een goed voorbeeld.

7. Literatuur

Becker, 1960. Outsiders: studies in the sociology of deviance. The Free Press of Glencoe, New York.

Bertrand, M. & Mullainathan, S. (2004) Are Emily and Greg more employable than Lakisha

and Jamal? A field experiment on labor market discrimination. University of Chicago.

Bouma, S., Coenen, L.& Kerckhaert, A. In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (2011) Arbeidsmarktpositie van niet-westerse allochtonen: de stand van

zaken. Projectnummer B3786, Zoetermeer

Brooks, M.C. (2010) Religion conversion to Islam and its influence on workplace relationships

in American and Egyptian Schools: A case study. Educational Policy 24; 83.

Bryman, A. (2001). Social Research Methods. Oxford University Press.

Bourdieu, 1990. Reproduction and Habitus, in: Wallace & Wolf. (2006). Contemporary Sociological Theory. Pearson Education, New Jersey.

Centraal Planbureau voor de Statistiek. (2006).

Cörvers, F., Muysken, J. Neubourg, C. de & Schliwen, A. (2009). Arbeidsmigratie, in: Migratie naar en vanuit Nederland: Een eerste proeve van de migratiekaart. Maastricht

University/Wetenschappelijk onderzoek en Documentatie centrum. Elias. (1994). The Established en The Outsiders. Sage, London. Forum. (2012). Rapport: Moslims in Nederland.

Hoyle, R., Harris, M.J, Judd, C.M. (2002). Research methods in social relations, 7th ed.

Thomson Learning.

Kunst, J.R., Tajamal, H., Sam, D.L. & Ulleberg, P. (2012) Coping with Islamophobia: The effects of religious stigma on Muslim minorities identity formation. International Journal of Intercultural Relations: 36; 518-532.

Leach, C.W., Van Zomeren, M., Zebel, S. Vliek, M., Pennekamp, S.F., Doosje, B., Ouwerkerk, J.W. & Spears, R. (2008). Group-Level Self-Definition and Self-Investment: A

Hierarchical(Multicomponent) Model of In-Group Identification. Journal of Personality and

Social Psychology: Vol. 95, No.1, 144-165.

Motivaction Research & Strategy, november 2011. Nationaal Hoofddoek Onderzoek

Nievers, E. & Andriessen, I. (2010). Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de

arbeidsmarkt. Sociaal en Cultureel Planbureau.

Rabby, F.& Rodgers, W.M. (2011). Post 9-11 U.S. Muslim Labor Market Outcomes. International Atlantic Economic Society.

Ray, D.R., Mackie, D.M, Rydell, R.J. & Smith, E.R. (2008). Changing categorization of self can

change emotions about outgroups. Journal of Experimental Social Psychology; 44, 1210-

1213.

Semati, M. (2010). Islamophobia, race and culture in the age of empire. Cultural Studies: Vol. 24, No.2; 256-275.

Wilterdink, N. & Van Heerikhuizen, B. (2007). Samenlevingen: inleiding in de sociologie. Wolters-Noordhoff, Groningen.

Bijlage I

Interview: onderzoek maatschappelijke positie van autochtone Nederlandse moslimbekeerlingen

Voor mijn bachelor scriptie Algemene Sociale Wetenschappen doe ik onderzoek naar de maatschappelijke positie van nieuwe moslims en een eventuele verandering hierin. Ik doe mijn onderzoek onder autochtone Nederlandse moslims, omdat bij deze groep goed onderzocht kan worden wat de invloed is van ‘moslim zijn’ op de maatschappelijke positie van Nederlanders. Ik wil middels dit interview inzicht krijgen in uw maatschappelijke positie in de samenleving en eventuele veranderingen die u hierin heeft ervaren na uw bekering. De vragen zullen gaan over uw sociale relaties, uw arbeidspositie en persoonlijke ideeën en gevoelens over uzelf in de Nederlandse samenleving als moslim.

Verloop interview en evt. bezwaren van uw kant:

Ik zal u een aantal voorop opgestelde vragen stellen en afhankelijk van uw antwoorden zal ik extra doorvragen naar voor mijn onderzoek relevante ervaringen. Om het gesprek soepel en makkelijk te kunnen voortzetten, zou ik het gesprek graag opnemen met audio. Dit voorkomt vertraging in het gesprek en vergemakkelijkt het uitwerken voor mij. Echter, als u hier bezwaar tegen heeft, zal het interview ter plekke schriftelijk worden verwerkt. Om mijn onderzoek extra kracht bij te zetten en de ervaringen levendig weer te geven, zou ik ook graag visueel beeld opnemen. Bij instemming, zal dit eventueel gebruikt worden om belangrijke uitspraken bij de presentatie van mijn onderzoek te laten zien. Daarbij bent u ten alle tijd vrij te bepalen welke vragen u wel en niet beantwoord. Ik wil u alvast bedanken voor uw medewerking.

Respondent gegevens:

Naam (Nederlandse/islamitische): indien geen bezwaar vermelding

Geslacht: Leeftijd :

Gezinssamenstelling: Huidige werkstatus:

Algemeen:

1. Wanneer heeft u zich bekeerd?

2. Hoe bent u tot uw bekering gekomen?

3. Is uw partner ook islamitisch? Zo ja, heeft deze een rol gespeeld in uw bekering? 4. Welke veranderingen heeft u zelf in uw dagelijkse leven gedaan sinds uw bekering? 5. Welke uiterlijke kenmerken heeft u veranderd na uw bekering?

Sociale relaties:

1. Hoe reageerde uw familie bekering?

2. Hoe reageerden uw vrienden op uw bekering? 3. Hoe reageerden uw collegae op uw bekering?

4. Is uw contact met uw familie/vrienden/collegae veranderd sinds uw bekering? Zo ja, in welk opzicht?

5. Is uw samenstelling van uw vriendenkring veranderd sinds uw bekering? 6. Heeft u meer islamitische of niet-islamitische vrienden?

7. Is uw besteding van uw vrije tijd veranderd na uw bekering? 8. Doet u bepaalde vrijetijdsbesteding niet meer sinds uw bekering? 9. Hoe is uw contact in de buurt?

10. Voelt u zich anders benaderd door mensen op straat sinds uw bekering?

11. Kijkt u zelf anders naar mensen op straat, nu u zelf een andere levensovertuiging heeft?

Sociale acceptatie

12. Voelt u zich anders gecategoriseerd binnen de samenleving door anderen sinds u moslim bent?

14. Heeft u het gevoel gerespecteerd te worden door niet-moslims wanneer het om uw geloof gaat?

15. Voelt u interesse vanuit de samenleving voor uw religieuze overtuiging en bekering? Zo ja, is deze positief of negatief naar uw mening?

16. Voelt u als autochtone Nederlander zich ook aangesproken door het moslimstigma wat in de politiek en media naar buiten wordt gebracht?

17. Heeft u concrete meningen of opmerkingen naar u gekregen welke negatief waren over de Islam en uw bekering? Zo ja, wat was de inhoud hiervan?

18. Heeft u concrete meningen of opmerkingen naar u gekregen welke positief waren over de Islam en uw bekering? Zo ja, wat was de inhoud hiervan?

Maatschappelijk zelfbeeld

19. Voelt u zich behoren tot de Nederlanders in het algemeen?

20. Als u uzelf moet omschrijven aan de hand van 5 woorden: hoe zou u dat dan doen? 21. Voelt u zich behoren tot de moslims, de umma?

22. Als u denkt aan de meerderheid en minderheden in ons land. Voelt u zich dan tot de dominante meerderheid of tot een minderheid behoren?

23. Welke kenmerken heeft de meerderheid/minderheid waar tot u zichzelf voelt behoren?

24. Voelt u zich vertegenwoordigd in de politiek? Waarom wel/niet?

25. Voelt u zich door uw medeburgers geaccepteerd? Is hierin iets veranderd na uw bekering?

26. Heeft u het gevoel iets te kunnen betekenen voor de Nederlandse samenleving? 27. Heeft u de behoefte iets voor de Nederlandse samenleving te betekenen?

28. Is het gevoel en/of behoefte van betekenis voor de samenleving veranderd na uw bekering?

Arbeidspositie:

29. Wat voor werk doet u?

31. Hoe is uw gevoel van waardering door anderen voor uw werk? Is dit veranderd sinds uw bekering?

32. Hoe is uw gevoel van verantwoordelijkheid in uw werk? Is dit veranderd sinds uw bekering?

33. Haalt u voldoening uit uw werk? Is dit veranderd sinds uw bekering? 34. Heeft u plezier in uw werk? Is dit veranderd sinds uw bekering? 35. Heeft u na uw bekering veranderingen ervaren in uw arbeidspositie? 36. Is uw contact met collega’s veranderd na uw bekering?

Bijlage II

Repondent Geslacht Leeftijd 1e aanraking Islam Partner Hoelang bekeerd?

1 Vrouw 23 Klasgenoten Islamitisch 1 jaar

2 Vrouw 18 Partner Islamitisch 2 maanden

3 Vrouw 32 Partner Islamitisch 2 jaar

4 Vrouw 23 Partner Islamitisch 1,5 jaar

5 Vrouw 33 Vriendinnen/Partner Islamitisch 3 jaar

6 Vrouw 40 Eigen interesse Gescheiden 20 jaar

7 Vrouw 23 Eigen interesse Geen 1,5 jaar

8 Man 35 Vrienden Islamitisch 8,5 jaar

9 Man 34 Eigen interesse Islamitisch 13 jaar

10 Vrouw 45 Partner Islamitisch 4,5 jaar

11 Man 35 Eigen interesse Gescheiden 5 jaar

12 Vrouw 22 Vriendinnen Geen 4 maanden

13 Vrouw 35 Partner Niet-

religieus/ autochtoon

13 jaar

14 Vrouw 40 Vakanties Tunesië Islamitisch 20 jaar

Bijlage III