• No results found

Discontinuering, tapering en wisselen van SSRI’s

In document Non-Compliance bij Antidepressiva (pagina 22-27)

Discontinuering, Tapering en Wisselen van SSRI’s

Wanneer een patiënt niet content zijn met het effect van de voorgeschreven SSRI, zullen patiënten hun behandeling discontinueren of over stappen op een ander type antidepressiva. Discontinueren van SSRI gebruik kan via twee methoden: via tapering of door acuut te stoppen met het innemen van de medicatie. Tapering is het geleidelijk afbouwen van de dosis voorgeschreven antidepressiva met het doel uiteindelijk volledig te stoppen. Acuut stoppen met SSRI’s brengt gevaren met zich mee. Oorzaken van

discontinuering, switching en tapering zullen in deze paragraaf besproken worden.

Bull, S., Hunkeler, E., Lee, J., Rowland, C., Williamson, T., SchwabJ. and Hurt (2002) deden onderzoek naar oorzaken voor het beëindigen of wijzigen van SSRI gebruik bij drie of zes maanden na de start van een behandeling. Er werden telefonisch bij 672 proefpersonen vragenlijsten afgenomen nadat bij proefpersonen een

depressieve episode vastgesteld was. Uit de resultaten bleek dat significant meer

proefpersonen gedurende de eerste drie maanden van de behandeling stopten met SSRI gebruik of van type SSRI wisselden dan in de latere drie maanden . De hoofdoorzaak het beëindigen van het gebruik van SSRIs waren de nadelige bijwerkingen. De

proefpersonen meldden met name sufheid/slaperigheid, angst, hoofdpijn en

misselijkheid. Patiënten die werden verteld dat ze de medicatie minimaal 6 maanden moesten gebruiken, stopten 61% minder vaak met hun medicatie dan proefpersonen aan wie dat niet werd verteld. Patiënten aan wie de mogelijke bijwerkingen waren uitgelegd, gaven aan vaker last te hebben van de bijwerkingen dan patiënten bij wie dat niet was gedaan. Bull et al. concludeerde dat bijwerkingen de hoofdoorzaak zijn voor discontinuering van de psychofarmaceutische behandeling. De patiënt goed informeren over medicatiegebruik is cruciaal om compliance te vergroten.

Wanneer een antidepressiva niet aanslaat, teveel bijwerkingen heeft of de patiënt zich er niet comfortabel bij voelt, wordt de antidepressiva in kwestie meestal

afgebouwd. Daarna wordt over het algemeen een alternatief antidepressiva aangeboden.

Het afbouwen van antidepressiva (tapering) is vaak een lastig proces en geeft zeer veel klachten. Vaak kan tapering leiden tot Discontinuation Syndrome. Dit kan ook optreden wanneer een patiënt zeer non-compliant is. Het is van belang te onderzoeken wat de ideale duur van tapering is, om zo patiënten met zo min mogelijk klachten te laten overstappen op een ander antidepressivum. Ook kan gekeken worden naar de halfwaardetijd van SSRIs: een langere halfwaardetijd zou wellicht kunnen leiden tot minder klachten bij non-compliance en tapering.

Wanneer een antidepressiva niet aanslaat, teveel bijwerkingen heeft of de patiënt zich er niet comfortabel bij voelt, wordt de antidepressiva in kwestie meestal afgebouwd. Daarna wordt over het algemeen een alternatief antidepressiva aangeboden.

Het afbouwen van antidepressiva (tapering) is vaak een lastig proces en geeft zeer veel klachten. Vaak kan tapering leiden tot Discontinuation Syndrome. Dit kan ook optreden wanneer een patiënt zeer non-compliant is. Het is van belang te onderzoeken wat de ideale duur van tapering is, om zo patiënten met zo min mogelijk klachten te laten overstappen op een ander antidepressivum. Ook kan gekeken worden naar de halfwaardetijd van SSRIs: een langere halfwaardetijd zou wellicht kunnen leiden tot minder klachten bij non-compliance en tapering.

Tint, A., Haddad, P. and Anderson, I. 2008 onderzochten het effect van de snelheid van tapering van SSI gebruik op de incidentie van stakingssymptomen. Achtentwintig proefpersonen (60% vrouw; gemiddelde leeftijd 39 jaar) werden geworven die meer dan zes weken behandeld werden met een SSRI en wilden overstappen op een ander antidepressivum. Depressie werd gemeten aan de hand van de Mongomery Asberg

Depression Rating Scale (MADRS). De proefpersonen werden tijdens de baseline geëvalueerd en werden random aan een driedaagse (kort) of 14-daagse (lang) taperingconditie toegewezen, waarbij de tapering van dosis, tablet vormen en antidepressivum individueel werd afgestemd op de proefpersoon. Nadat de proefpersonen vijf tot zeven dagen waren gestopt met het innemen van

antidepressivum werden zij opnieuw geëvalueerd. Hierna werd gestart met de nieuwe psychofarmaceutische behandeling. Na één week behandeld te worden met het nieuwe antidepressiva werden de proefpersonen opnieuw geëvalueerd. Uit de resultaten kwam naar voren dat er geen verschil was in incidentie van Discontinuation Syndrome tussen de korte en de lange taperingperiode. Tint en collegae (2008) hebben wel een verschil gevonden in incidentie van Discontinuation Syndrome bij verschillende halfwaardetijd van de gebruikte SSRI: een korte halfwaardetijd van SSRIs leverde een hogere incidentie van klachten dan een langere halfwaardetijd. Tint et al. (2008)gaven aan dat driedaagse tapering en 14 daagse tapering beiden met grote waarschijnlijkheid te kort zouden zijn.

Depressieve patiënten gebruiken vaak jarenlang antidepressiva. De lange termijn effecten van SSRI gebruik op de algemene gezondheid zijn nog niet volledig bekend. Het is van belang om de effecten van SSRI op algemene gezondheid te evalueren, aangezien een achteruitgang in algehele gezondheid een wellicht een groot aandeel van non-compliance zou kunnen verklaren. Basiswaarden om gezondheid te bepalen zijn een gezonde hartslag en longinhoud.

Licht, de Geus, van Dyck en Penninx 2010 deden gedurende twee jaar een longitudinaal onderzoek naar de invloed van tapering and staking van medicatie op hartslag variabiliteit. Longitudinale data werd via de Netherlandse Study of Depression and Anxiety (NESDA) verzameld. 2596 proefpersonen werden in het onderzoek

opgenomen, waarvan de gemiddelde leeftijd 42 jaar was en 66.2% van de proefpersonen

vrouw was. Inclusiecriteria waren het ervaren van een majeure unipolaire depressie en het gebruik van antidepressiva. Depressie werd door middel van de Composite

International Diagnostic Interview vastgesteld tijdens de baseline meting en de follow-up.

Om incidentie van terugval te meten, werd gekeken naar een recente depressieve episode. Het gebruik van antidepressiva werd vastgesteld aan de hand van

geneesmiddel container inspectie voor alle geneesmiddelen die in maand voor evaluatie gebruikt werden en geclassificeerd waren volgen de Anatomical Therapeutic Chemical Classification. Er was sprake van Antidepressiva gebruik wanneer het minimaal een maand, 50% van de tijd ingenomen werd. Patronen van verandering in

antidepressivagebruik werd vastgesteld door proefpersonen te categoriseren op basis van hun tweejarige antidepressivagebruik. Er werd een onderscheid gemaakt tussen personen die gedurende twee jaar geen antidepressiva gebruikten; persistente gebruikers die consequent gedurende twee jaar antidepressiva gebruikten, nieuwe gebruikers, die tijdens de baseline geen antidepressiva gebruikten maar tijdens de follow-up wel; personen die stopten met hun antidepressivagebruik, die tijdens de baseline antidepressiva gebruikten maar tijdens de follow-up niet en proefpersonen die tijdens het onderzoek van antidepressiva wisselde. Hartslag (HR) en de basale

respiratoire sinus arrhythmia (RSA), welke een index zijn van de parasympathisch en sympathisch zenuwstelsel, werden bij de baseline en de follow-up gemeten. HR en RSA werden door middel van een VU-AMS gemeten. De VU-AMS is een lichtgewicht ambulant apparaat dat een elektrocardiogram en wijzigingen in de thorax weerstand meet via zes electrodes bevestigd op voorgeschreven plaatsen op het lichaam. Uit de resultaten bleek dat het gebruik van antidepressiva de hartslag en de ademhalingssnelheid verhoogd.

Ook bleken antidepressiva-gebruikers na twee jaar significant vaker hartklachten te hebben. Wanneer de proefpersonen gedurende de twee jaar stopten met SSRI-gebruik,

verbeterde hun hartslag aanzienlijk. Licht et al. (2010) concludeerden dat gebruik van antidepressiva de algehele gezondheid verslechterde, maar dat het effect omkeerbaar was.

In deze paragraaf is aangetoond dat SSRI gebruik een negatief effect heeft op de algemene gezondheid, wat bijwerkingen als hoofdpijn, duizeligheid en sufheid zou kunnen verklaren. Bijwerkingen als sufheid, duizeligheid, en hoofdpijn zijn de voornaamste redenen dat patiënten met een depressie hun behandeling staken. De snelheid waarmee SSRI gebruik wordt afgebouwd is niet relevant voor de afname van incidentie van Discontinuation Syndrome. Een lange halfwaardetijd van de SSRI verkleint de incidentie van Discontinuation Syndrome echter wel. Erkan geconcludeerd worden dat non-compliance een complexe zaak is, waarbij men met vele factoren rekening moet houden.

In document Non-Compliance bij Antidepressiva (pagina 22-27)