• No results found

Dinsdag 25 oktober: De eerste dag van Operation Urgent Fury (zie kaart 5)

In document De Amerikaanse invasie van Grenada (pagina 49-55)

Nadat de rest van het Pentagon op 24 oktober was ingelicht over de invasie werden de Amerikaanse manschappen en al het materieel richting het Caribisch gebied gestuurd.107 In paragraaf 4.3 kwam naar voren dat de Amerikaanse regering op het laatste moment de US Marine Corps-eenheden aan de operationele planning had toegevoegd. De

toevoeging van het Marine Corps had tevens directe militaire consequenties. Doordat er extra troepen moesten worden vervoerd was er een tekort aan laadruimte in de

vliegtuigen. Het Atlantic Command (AC) had dit opgelost door zware heftrucks thuis te laten.108 Dit veroorzaakte een vertraging van een half uur, wat als consequentie had dat de troepen de dekking van de duisternis misten. 109 Dit maakte de eenheden en

helikopters een gemakkelijk doelwit voor het People’s Revolutionary Army (PRA) en de Cubaanse eenheden. Het resultaat was dat de start van Operation Urgent Fury stroef verliep.

De eerste manoeuvres van de Rangers (zie kaart 5)

Allereerst maakte de US Army 1st- en het 2d Battalion Rangers de landingsbaan van Point Salines Airport vrij.110 Rond 06:25 uur waren alle Rangers geland en om 07:30 uur was de luchthaven ingenomen.

107 Archief CIA, CREST, nr. CIA-RDP85M00363R001202660014-4, Media documents Grenada, 31 oktober 1983, ABC World News, 4. 108 Raines jr., The rucksack war, 242.

109 Cole, Operation Urgent Fury, 3-5. 110 Stewart, Operation Urgent Fury, 17.

50 Kaart 3: Troepenbewegingen deel

51

De Rangers voerden aansluitend succesvolle aanvallen op het Cubaanse militaire kamp en het Cubaans arbeiderskamp uit.111 Hierbij werden vierhonderd Cubaanse militairen gevangengenomen. Deze heftige vuurgevechten bij de start van de operatie, tussen de coalitietroepen van het PRA en de Cubanen aan de ene kant en de Amerikaanse krijgsmacht aan de andere kant, waren positief voor de Amerikaanse legitimiteit. De daarna gevangengenomen Cubanen werden door de Cubaanse regering publiekelijk als ‘arbeiders’ betiteld. Nu verweerden zij zich echter met automatische wapens,

handgranaten en militaire voertuigen.112

De eerste manoeuvres van de Marines (zie kaart 6)

Gelijktijdig met de aanval van de Rangers vond er aan de andere kant van het eiland om 6:00 uur een aanval plaats van de Marines. De Marines namen om 06:30 uur Pearls Airport en de stad Grenville in.113 Rond deze tijd begon de Amerikaanse krijgsmacht de gevangengenomen Cubaanse en Grenadiaanse militairen te verzamelen en te

ondervragen.114 Aangezien er geen officiële oorlogsstatus met Cuba was, moest er gekeken worden naar hoe de gevangenen te benoemen. Omwille van deze politieke problematiek werd er beslist dat de groep gevangen militairen de status van

gedetineerden kregen. Rond 12:00 uur werden de gedetineerden overgedragen aan de Caribbean Peace Force (CPF). De CPF kreeg het toezicht over de bewaking van de detentiekampen.115

De evacuatie van de Amerikaanse studenten (zie kaart 7)

De Rangers arriveerden rond de middag bij de True Blue Campus, waar zij de 130 aanwezige studenten evacueerden.116 De Rangers kregen daar informatie dat er een tweede campus, drie km ten zuiden van St. George’s, aanwezig was waar zich ook studenten bevonden.117 Zowel de Reagan-regering als de Amerikaanse krijgsmacht hadden hier geen weet van en dachten dat de studenten zich uitsluitend op de True Blue Campus bevonden.

111 Russell, Grenada 1983, 11-12, 14-17. 112 Ibidem.

113 Cole, Operation Urgent Fury, 45. 114 Raines jr., The rucksack war, 255.

115 Archief CIA, CREST, nr. CIA-RDP85M00363R000200370064-4, Situation report nr. 32, 30 oktober 1983, Department of State operations center, 3. 116 Cole, Operation Urgent Fury, 42.

52 Kaart 4: Troepenbewegingen deel

2, dag 1, 25 oktober

US Rangers US Marines

Special Forces SEALs Special Forces Delta Force

53 Het ontbreken van de inlichtingen over de studenten

Deze verkeerde inlichtingen over de studenten hadden drie oorzaken. De eerste twee oorzaken ontstonden door de hoge graad van geheimhouding die admiraal McDonald, in opdracht van de Reagan-regering, toepaste. Ten eerste was er de keuze gebruik te maken van het hoofdkwartier in Norfolk, Virginia, in plaats van het Caribbean Defense Command (CDC). Het CDC was een regionaal commandocentrum dat zich in de

hiërarchie tussen het AC en de regionale krijgsmachtonderdelen bevond (zie diagram 4). Doordat het CDC niet werd gebruikt liep de operatie veel regionale inlichtingen mis.118

Door de hoge geheimhoudingsgraad en slechte militaire inlichtingen werd het XVIII Airborne Corps buiten werking gesteld en de 82nd Airborne Division rechtstreeks ingezet. Hierdoor ondervond het hoofdkwartier van de 82nd Airborne Division

problemen bij het gebruik van de Defense Intelligence Agency (DIA)-database. Deze bezat hier namelijk geen bevoegdheid toe. De derde fout die in de militaire inlichtingen

gemaakt was, was dat het AC evenals Washington de locaties van de studenten op 24 oktober bij het herzien van het definitieve operatieplan niet hadden gecontroleerd.119 Het Department of Education (ED): het Amerikaanse ministerie van onderwijs, had hiervoor geraadpleegd kunnen worden.120

Het gebrek aan goede inlichtingen van het XVIII Airborne Corps en het Caribbean Defense Command had dus grote gevolgen. De Amerikaanse grondtroepen hadden vanwege de slechte inlichtingen geen helder beeld van het terrein. Ook militaire kaarten ontbraken. De troepen moesten gebruikmaken van toeristenkaarten, zelfs bij het

inroepen van luchtaanvallen.

Overige gevolgen van de slechte inlichtingen

Het gemis van accurate inlichtingen benadeelde eveneens de Special Forces. De aanvankelijke reddingsactie door het US Navy SEAL-team 4 van gouverneur-generaal Scoon en zijn familie om 5:30 uur in St. George’s mislukte. Tijdens de missie werd SEAL- team 4 beschoten door een PRA-eenheid die over een gepantserde wagen beschikte.Het AC had de troepen bij de briefing gemeld dat de PRA slechts in het bezit waren van lichte machinegeweren en explosieven.

118 Raines jr., The rucksack war, 166.

119 Ibidem, 172. 120 Ibidem, 166.

54 Kaart 5: Troepenbewegingen

deel 3 (Rangers), dag 1, 25 oktober

55

Halverwege de missie raakte het SEAL-team ingesloten in het huis van de gouverneur- generaal.121 Toch werd de evacuatie van Scoon en zijn familie een feit.

De missies van SEAL-team 6 en Delta Force (zie kaart 6)

Gelijktijdig (om 5:30 uur) met de SEAL-reddingsmissie van de gouverneur-generaal waren ook andere Special Forces met hun missies bezig. Deze bleken echter minder succesvol. Het uitschakelen van Radio Free Grenada door het SEAL-team 6 mislukte. Het team wist de radiostudio in te nemen, maar omdat er een alternatieve radiostudio elders op het eiland was, bleef de zender in de lucht. Het PRA pleegde hier een sterke

tegenaanval, waarbij de SEALs zich terugtrokken in het oerwoud.122

De inname van de Richmond Hill Prison en Fort Rupert door de US Army 1st Special Forces Delta bleek de moeilijkste missie. De Delta Force voerde een grondaanval uit terwijl de US Air Force-helikopters ondersteuning boden.123 De helikopteraanval kreeg zware weerstand van het PRA waarbij het PRA-luchtafweergeschut vier helikopters neerschoot.124 De aanval werd stopgezet om verdere materiële en menselijke schade te voorkomen.

In document De Amerikaanse invasie van Grenada (pagina 49-55)