• No results found

2. Waarom Diftar?

2.3 Diftarvormen in Nederland

Als tariefdifferentiatie op basis van aantal personen per huishouden wordt meegerekend als vorm van diftar, dan wordt in ruim 75 procent van de gemeenten in Nederland een bepaalde vorm van tariefdifferentiatie gehanteerd. De mate waarin de diverse diftarvormen bijdragen aan het verbeteren van afvalscheiding en –preventie verschilt. In de volgende paragraaf worden alle in Nederland voorkomende diftarvormen kort besproken.

De in Nederland te onderscheiden diftarvormen zijn:6 1. Aantal personen per huishouden

2. Volume, grootte van de container 3. Frequentie

4. Volume/frequentie 5. Dure zak of koopzak 6. Gewicht

7. Gewicht/frequentie

Randvoorwaarde bij de invoering van diftar is vanzelfsprekend dat voldaan blijft worden aan de steeds strenger wordende ARBO-eisen die gelden voor het inzamelpersoneel bij

2 Diftar op basis van huishoudgrootte wordt niet meegeteld als diftarvorm.

3 Coelo, atlas van de lokale lasten 2006.

4 Senternovem, afvalstoffenheffingen 2006.

5 Uit onderzoek is bekend dat het afvalaanbod niet per definitie direct afhankelijk is van het aantal personen per huishouden. Gebleken is bijvoorbeeld dat milieubewuste meerpersoonshuishoudens (veel) minder afval kunnen produceren dan niet milieubewuste eenpersoonshuishoudens.

6 Opgenomen in volgorde van toenemende bijdrage aan scheiding en preventie.

Figuur 1: Kwalitatief overzicht

de inzameling met behulp van zakken en minicontainers. Voor de inzameling met behulp van deze inzamelmiddelen is de zogenaamde P-90 norm van kracht.7

2.3.1 Differentiatie op basis van het aantal personen per huishouden

Deze diftarvorm komt niet tegemoet aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. Bovendien gaat van dit systeem geen enkele prikkel uit tot preventie of afvalscheiding. Elk huishouden betaalt immers een van tevoren vastgesteld bedrag, ongeacht het afvalaanbod.

2.3.2 Volume, grootte van de container

Diftar op basis van het beschikbaar gestelde volume van de container stimuleert de burger niet permanent tot preventie en afvalscheiding. Het betreft een eenmalige prikkel die na keuze van het containervolume is uitgewerkt. Het vol en vaak aanbieden van de container kost de burger immers geen extra

geld. Indien geen sluitende containerregistratie en controle wordt ingevoerd is het systeem bovendien niet waterdicht. Voor een adequate registratie van het volume en aantal containers per aansluiting is de invoering van een containermanagementsysteem noodzakelijk.8

Na invoering van diftar op basis van volume zal een aantal inwoners overstappen van een grote naar een kleine minicontainer, waardoor het afvalaanbod licht daalt. Uit ervaring in andere gemeenten blijkt echter dat na een gewenningsfase het afvalaanbod weer toeneemt tot het oude niveau, zie figuur 1. In gemeenten waar na invoering van diftar op basis van volume het afvalaanbod blijvend gedaald is, is gelijktijdig een containermanagementsysteem ingevoerd. In figuur 1 worden de gevolgen op het afvalaanbod van diftar op basis van volume en na invoering van een

7 De P-90 norm geeft aan hoeveel uren, kilogrammen en minicontainers (colli’s) gedurende een achturige werkdag door een belader mogen worden verzet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de leeftijd van de belader.

8 Containermanagement betreft het beheer van geregistreerde minicontainers voorzien van identificatiemiddelen, inclusief het actueel houden van het digitale containerbestand van bij huishoudens in gebruik zijnde minicontainers.

containermanagementsysteem ten opzichte van diftar op basis van aantal personen per huishouden inzichtelijk gemaakt. Te zien is dat het afvalaanbod bij de diftarvorm “aantal personen”, blijft stijgen. De invoering van containermanagement zorgt, evenals de invoering van diftar op basis van volume voor een daling van het afvalaanbod. Bij de invoering van containermanagement is deze daling blijvend, terwijl het afvalaanbod bij diftar op basis van volume, zonder containermanagementsysteem, al snel weer op de norm. Voor inzameling met behulp van vuilniszakken is de normering strenger dan voor inzameling met behulp van minicontainers, waardoor de kosten voor de inzameling met behulp van zakken onevenredig hoog zijn ten opzichte van inzameling met behulp van minicontainers. Een vuilniszak past qua inzamelingsystematiek dan ook niet meer binnen de steeds strenger wordende ARBO-eisen.10 Een kleinschalige invoering van de dure zak of koopzak bijvoorbeeld bij enkele appartementencomplexen geeft geen problemen met de P-90 norm. Grootschalige invoering van diftar op basis van ‘dure zak’ wordt niet haalbaar geacht voor de gehele gemeente Haarlemmermeer.

2.3.4 Diftar met minicontainers op basis van frequentie

Bij dit systeem wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing bepaald door het aantal keer dat de minicontainer ter inzameling wordt aangeboden. Bij een frequentiesysteem is één volume container in gebruik zodat ieder huishouden per aanbieding dezelfde hoeveelheid afval kwijt kan. Bij een frequentiesysteem ervaart de burger bij iedere aanbieding een financiële prikkel. Hierdoor zullen burgers proberen de container zo min mogelijk aan te bieden. Huishoudens maken hierbij steeds de afweging of het resterende volume voldoende is tot de volgende inzamelbeurt.

9 Vergelijkbaar met diftar op basis van gewicht.

10 Ook het feit dat zakken kunnen scheuren danwel eenvoudig kapot gemaakt kunnen worden door huisdieren of vogels waardoor afval op straat komt draagt niet bij aan een voorkeur voor dit inzamelmiddel.

2.3.5 Diftar met minicontainers op basis van volume/frequentie

Bij diftar op basis van volume/frequentie wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing bepaald door het volume van de minicontainer dat bij een huishouden in gebruik is in combinatie met het aantal keren dat de minicontainer aan de inzameldienst wordt aangeboden.

Een huishouden kan, binnen door de gemeente aangegeven grenzen, het volume van de eigen gft- en restafvalcontainers bepalen. Dit houdt in dat de gemeente een voorraad van verschillende volumen minicontainers moet aanhouden, zodat inwoners eventueel op nader af te spreken tijden van volume kunnen wisselen. De minicontainers worden vervolgens naar behoefte aangeboden aan de inzamelaar. Door zoveel mogelijk fracties gescheiden van het restafval te houden wordt het afvalvolume en daardoor ook de aanbiedfrequentie zo laag mogelijk gehouden. Zo heeft een huishouden invloed op de kosten en worden afvalscheiding en -preventie gestimuleerd. Tegelijkertijd wordt ook een rechtvaardigere kostenverdeling bereikt.

Het verschil met diftar op basis van frequentie is dat bij een volume/frequentie systeem de burger zelf een afweging maakt welk volume container het meest geschikt is voor zijn afvalgedrag. Door afvalscheiding en –preventie van met name het volumineuze afval als kunststoffen kan worden volstaan met een kleinere, goedkopere container.

2.3.6 Diftar met minicontainers op basis van gewicht

Bij tariefdifferentiatie op basis van gewicht worden de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk gft- en restafval verrekend op basis van het aangeleverde gewicht van de afvalstoffen. Dit systeem heeft een direct verband met de kosten voor verwerking van het afval. De composteer- en verwerkingstarieven van de afvalverwerker worden immers ook bepaald aan de hand van het aangeleverde gewicht.

De minicontainers worden vóór en na lediging gewogen. Het verschil van deze twee wegingen, het nettogewicht, wordt geregistreerd en is de basis voor de afrekening. Van tariefdifferentiatie op basis van gewicht gaat een duidelijke stimulans uit tot afvalreductie en verbeterde afvalscheiding. Met name de zware afvalstromen zoals papier, glas, textiel, puin en hout worden beter gescheiden gehouden. Met deze diftarvorm wordt een eenduidige en rechtvaardige verdeling van de kosten bereikt.

2.3.7 Diftar met minicontainers op basis van gewicht/frequentie

Bij tariefdifferentiatie op basis van gewicht/frequentie betaalt een huishouden per kilogram afval en per aanbieding van de minicontainer. Zo worden de kosten voor het verwerken en inzamelen van het afval direct doorberekend aan de inwoners.

De financiële prikkel voor het gewicht zorgt ervoor dat inwoners zich bewust zijn van de hoeveelheid afval die zij aanbieden en daarmee van hun scheidingsgedrag. Ook bij deze diftarvariant worden met name de zware afvalstromen beter gescheiden gehouden. De frequentieprikkel zorgt ervoor dat de inwoners stilstaan bij de inzamelkosten elke keer dat zij een minicontainer aanbieden en heeft daardoor invloed op het scheidingsgedrag van de volumumineuze fracties. Beide prikkels tezamen geven een sterke stimulans tot afvalscheiding en voor het aanbieden van (alleen) volle minicontainers.