• No results found

293.4.2 Diffuse belasting met bodemverontreinigende stoffen

In document Het milieu in de regio Rotterdam (pagina 30-32)

Hoewel er in de afgelopen decennia veel aandacht is besteed aan preventie, zijn er nog steeds diffuse

verontreinigingsbronnen. De belangrijkste veroorzakers van diffuse bronnen die de bodem belasten met verontreinigende stoffen, zijn vervuild oppervlaktewater, landbouw en verkeer. In de landbouw worden meststoffen en bestrijdingsmiddelen gebruikt: deze verontreinigen de (water )bodem en het grondwater. In gebieden met veel glastuinbouw raakt de bodem steeds meer verzadigd (verontreinigd) met fosfaat, stikstof en bestrijdingsmiddelen. In de overige landbouwgebieden in de regio Rijnmond doet zich dit (nog) niet voor.

Er is in de regio nog weinig onderzoek gedaan naar andere diffuse bronnen die de bodem belasten met verontreinigende stoffen. Er is wel een inventarisatie uitgevoerd naar de kwaliteit van het freatische grondwater in Rotterdam en Schiedam. Dit is het grondwater dat onder het maaiveld als eerste wordt aangetroffen. Dit levert echter geen helder beeld op van diffuse bronnen en oorzaken.

3.5 Maatregelen: de regionale bodemsaneringsoperatie

In Schiedam en Rotterdam zijn 22 spoedlocaties geïdentificeerd met een mogelijk gezondheidseffect. In 2013 wordt de herziening van de nota Gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid provincie Zuid-Holland afgerond, zodat dit beleid nog in 2013 na inspraak van alle bevoegde gezagen Wet bodembescherming (Wbb) kan worden vastgesteld. Het aantal goedkeuringen voor uit te voeren bodemsaneringen nam in de regio licht af in 2012.

De sturing van de bodemsaneringsoperatie bij bedrijven blijft problematisch en de Bedrijvenregeling bodemsanering werkt hierbij onvoldoende stimulerend. Verbreding van het bodembeleid is daarom nodig om te komen tot duurzaam bodembeheer in de regio. Het hergebruik van (licht) verontreinigde grond uit bouwputten en infrastructuurprojecten is zo gereguleerd dat de bodem niet (verder) verontreinigd raakt.

3.5.1 Het regionale bodemsaneringsbeleid

Wijzigingen in de wet en regelgeving noodzaken de provincie en de gemeenten die bevoegd gezag zijn voor de Wet bodembescherming (Wbb) om de nota Gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid provincie Zuid Holland te herzien. Schiedam en Vlaardingen hebben in 2010 een nota Bodembeheer vastgesteld; deze voorziet in de invoering van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. De Rotterdamse versie van die nota is ook gereed en wordt in 2013 formeel vastgesteld. De gemeenten op Voorne- Putten hebben een gezamenlijke bodembeheernota gereed.

Al sinds 1987 voeren alle bevoegde gezagen in de regio Rijnmond een functioneel bodemsaneringsbeleid. Doel hiervan is niet zozeer alle verontreinigde grond en al het verontreinigde grondwater volledig te saneren, maar wel zover dat er geen ernstige risico’s bestaan voor de gebruikers van de bodem, het (bodem)ecosysteem en het grondwater. Bodemverontreiniging wordt alleen verwijderd wanneer dit doelmatig is gezien de bodemsituatie en/of te realiseren bouwplannen.

Aanpak bodemverontreiniging 0 20 40 60 80 100 120 140 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 A antal Gemeld Gesaneerd Resterend Bron: DCMR

BELEID/DOEL Nieuwe gevallen van bodemverontreiniging moeten volledig worden gesaneerd.

TOELICHTING De indicator is gebaseerd op meldingen en rapportages aan het bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) en op meldingen van incidenten op bedrijfsterreinen die worden afgehandeld in het kader van de Wet milieubeheer (Wm). In de regel betreft het morsingen of lekkages en is de omvang van de verontreiniging als gevolg van incidenten beperkt. De laatste jaren is de registratie van de meldingen verbeterd en is het aantal nieuwe meldingen ongeveer gelijk aan het aantal afgesloten meldingen. De resterende meldingen betreffen mogelijk gevallen die administratief niet goed zijn afgehandeld. Dit dient nog te worden nagegaan.

30

BODEM

Stagnatie van ruimtelijke ontwikkelingen door bodemverontreiniging doet zich vooral voor in de stedelijke gebieden. Het vormt een bron van zorg in een dichtbevolkte regio, waar de gebruiksdruk op de grond hoog is. De uitvoering van functionele bodemsaneringen op locaties stagneert veelal doordat financiering uit herinrichtingsplannen niet mogelijk is en er geen sprake is van spoed op basis van humane, ecologische en/of verspreidingsrisico’s. Hiernaast spelen op dezelfde locaties mogelijk ook andere (milieu)problemen, zoals geluidshinder, luchtvervuiling, slechte ontsluiting en/of gebrekkige medewerking van terreineigenaren.

3.5.2 Voortgang bodemonderzoek en -sanering

Deze paragraaf geeft de voortgang aan van het bodemonderzoek en de sanering in relatie tot ruimtelijke ontwikkeling(en). De meeste bodemsaneringen in de regio worden uitgevoerd vanwege bouw of herinrichtingsplannen (planontwikkeling). Saneren in samenloop met bouwen en/of herinrichting is namelijk het meest efficiënt en kosteneffectief. In beperkte mate voeren bedrijven en overheden bodemsaneringen uit zonder dat sprake is van planontwikkeling. In die gevallen vormt verbetering van de milieukwaliteit de drijvende kracht.

De financiering van historische bodemsaneringsgevallen komt voor ruim de helft voor rekening van private partijen en wordt verder bekostigd uit door het Rijk beschikbaar gestelde gelden voor de stadsvernieuwing. Voor locaties in het landelijk gebied van de Rijnmondregio is als achtervang een bijdrage door het bevoegde gezag Wbb mogelijk. In specifieke gevallen kan besloten worden tot projectsubsidie waaraan diverse overheidspartijen bijdragen.

Oppervlakte 10-6 = 54 ha

Oppervlakte invloedsgebied = 11.721 ha Bron: DCMR

Locatie Ruimtelijke herontwikkeling 2012

stagnatie (indicatief) Wet bodembescherming gesaneerd oppervlak 0 20 40 60 80 100 120 140 160 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Hectare Overig Wonen Bedrijven Totaal Bron: DCMR

BELEID/DOEL In de regio Rijnmond is ruimte schaars. Herontwikkeling van (bedrijfs-)terreinen is nodig om tegemoet te komen aan de vraag naar ruimte.

TOELICHTING Als de bodem is verontreinigd, zijn de sanerings- kosten soms zo hoog of is de situatie soms zo complex dat de herontwikkeling jarenlang stagneert. Bodemverontreiniging hoeft niet de enige reden te zijn voor stagnatie. Deze kaart geeft globaal aan waar de probleemlocaties liggen. In specifieke gevallen vormen de kosten van bodemsanering een belemmering voor gebiedsontwikkeling. Langdurige stagnatie kan leiden tot achterstallig onderhoud, leegstand en verloedering. Dit overzicht is een eerste aanzet en zal voor het volgende rapport worden geverifieerd bij deskundigen op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling bij de gemeenten.

7013

BELEID/DOEL De meeste bodemsaneringen worden uitgevoerd naar aanleiding van een bestemmingswijziging of herinrichting. Doel van de bodemsanering is de grond geschikt te maken voor het beoogde gebruik.

TOELICHTING De berekening van het gesaneerde oppervlak is ontleend aan de jaarlijks beoordeelde saneringsverslagen. Vanaf 2007 wordt er onderscheid gemaakt in de functies van de gesaneerde oppervlakken. Doordat saneringen soms meerdere jaren duren en het verslag pas na afronding volgt, variëren de saneringsactiviteiten jaarlijks waarschijnlijk minder dan de figuur suggereert. Zo is in 2009 een aantal grote bodemsaneringen met een looptijd van meerdere jaren formeel afgerond. Wat betreft het gesaneerde grondoppervlak neemt vanaf 2009 het aandeel van de saneringen ten behoeve van de bestemming ‘wonen’ verder af. Dit is het gevolg van stagnatie op de woningmarkt. Hierbij moet wel worden bedacht dat één of enkele saneringen het beeld sterk kunnen bepalen. 3056

BODEM

31

In document Het milieu in de regio Rotterdam (pagina 30-32)