• No results found

Het Detentiecentrum Rotterdam

Het Detentiecentrum Rotterdam (hierna: DCR) is naast het Detentie-centrum Zeist en DetentieDetentie-centrum Schiphol een van de drie centra voor vreemdelingenbewaring in Nederland. Bewoners van het DCR worden ‘in-geslotenen’ genoemd en gesproken wordt over ‘kamers’ in plaats van over cellen. In totaal verkeren er landelijk ruim 300 tot 350 vreemdelingen in vreemdelingenbewaring, waarvan er 160 in het DCR verblijven. Gezinnen verblijven over het algemeen niet in het DCR. Ingeslotenen in het DCR verblijven er conform een bestuursrechtelijke titel, omdat ze illegaal in Nederland verblijven. Er verblijven geen ingeslotenen vanwege (verden-king van) een door hen gepleegd strafbaar feit. Vreemdelingen verblijven gemiddeld 70 dagen in het DCR en het verblijf eindigt door een vrijwillige of gedwongen terugkeer van de betrokkene naar het land van herkomst of de vreemdelingen gaan de Nederlandse straat weer op.

Gebouw en leefsituatie

Het DCR is gelegen naast Rotterdam Airport. Het gebouw is modern, open, breed en licht. Er zijn geen tralies zichtbaar. De wachtruimte is de eer-ste ruimte waar de vreemdelingen binnenkomen. De ruimte is voorzien van grote televisieschermen waarmee informatie wordt gegeven over het verblijf in en de voorzieningen van het DCR en bij de inrichting zijn na-tuurlijke elementen gebruikt. De kleur groen is veelvuldig gebruikt omdat dit rustgevend oogt en dito effect blijkt te hebben. Ook in de rest van het gebouw is over de gebruikte kleuren nagedacht: er is gekozen voor het ge-bruik van zachte kleuren, zoals zalm en lichtblauw. Verder zijn de kamers en verbindingsgangen ruim opgezet, er is veel lichtinval door de grote gla-zen wanden en ramen en er zijn diverse buitenplaatsen met voorzieningen zoals een basketbalveld en buitenfitnessapparatuur.

De populatie binnen het DCR is zeer divers: talen, culturen en achter-gronden van mensen verschillen, waardoor het voor het personeel soms lastig is in te schatten met wat voor iemand men van doen heeft. Daarnaast werken deze verschillen door in de bejegening door het personeel. Een deel van de ingeslotenen spreekt slecht Nederlands, waardoor communicatie in een andere taal of op een andere wijze geboden is. Het DCR heeft

verschil-lende afdelingen. Mannen en vrouwen zijn gescheiden. Daarnaast is er één afzonderingsafdeling waar ingeslotenen worden geplaatst vanwege onbe-hoorlijk gedrag of bijvoorbeeld vanwege automutilatie of suïcidaliteit. Ook is er een afdeling met extra zorg aanwezig, waar vooral ingeslotenen met psychische problemen verblijven. Op de reguliere afdelingen verblijven de ingeslotenen met zijn tweeën in één cel. Bij de plaatsing van de personen in een cel wordt gelet op de taal, op achtergrond, op dieetwensen van be-trokkenen en op het gegeven of zij roker of niet-roker zijn. Desalniettemin pakt de samenstelling niet altijd goed uit, zoals een ingeslotene die minder tevreden was over zijn celgenoot ons vertelt. De cel is voorzien van een stapelbed, twee stoelen, een koelkast, een magnetron, een televisie, een waterkoker, kastjes, een telefoon, een sanitaire ruimte met douche en toilet. De deuren op de afdeling en naar de beschikbare voorzieningen zijn op de tijden dat de ingeslotenen uit hun cel mogen, open. Zij kunnen dan de hele dag de cel in en uit. De ingeslotenen krijgen een eigen sleutel van hun cel, maar personeelsleden kunnen dit met hun sleutel ‘overstijgen’. Op de afdeling is voorts één gemeenschappelijke keuken.

‘Er zijn mensen die het plezierig vinden om met twee man op een cel te zitten, maar ik vind het helemaal niet plezierig. Ik wil ook momenten voor bezinning. Ik wil soms kunnen zitten zonder televisie, zonder lawaai of het geluid van een wc die doortrekt.’ ‒ ingeslotene

Autonomie en verantwoordelijkheid

Binnen het DCR wordt een beroep gedaan op de autonomie en verantwoor-delijkheid van de ingeslotenen. Zo kunnen zij door middel van een pasje in de cel bellen, digitaal boodschappen doen en zelf bezoek inplannen. De boodschappen en de telefoonkosten kunnen worden bekostigd via het zak-geld, dat € 15,- per week bedraagt. Daarnaast kunnen externen geld stor-ten op het pasje, dat vervolgens door de ingeslostor-tenen besteed kan worden. Om bezoek in te plannen, leveren ingeslotenen bij binnenkomst een lijst in waarop twintig personen staan vermeld. Zij kunnen deze personen zelf met behulp van een digitaal systeem en zonder tussenkomst van de inrichting inplannen voor het bezoek. Ingeslotenen bepalen voorts zelf wat voor in-vulling zij aan hun dag geven. Doordat het avondeten in magnetronverpak-king wordt verstrekt en de ingeslotenen een magnetron in hun cel hebben, kunnen zij zelf het moment van het avondeten bepalen.

‘De laatste jaren is de gedachte gegroeid om ingesloten zo min mogelijk beperkingen op te leggen.’ – vestigingsdirecteur

(Zinvolle) dagbesteding

Ingeslotenen kunnen in de regel vanaf 08:30 uur uit hun cel. Tussendoor tijdens de lunch van het personeel worden zij ingesloten en voorts worden zij om 16:30 uur ingesloten voor de nacht. Overdag kunnen zij de cel uit. Het management beraadt zich of de insluitingstijd ’s avonds kan worden uitgebreid tot 21:00 uur, zoals in het Detentiecentrum Schiphol het geval is. Door ingeslotenen werd ons verteld dat de relatief korte tijd dat de justi-tiabelen uit hun cel mogen als een van de grootste bezwaren wordt gezien. Hierdoor komt veel verveling voor. Doordat er op elke (meerpersoons)cel één televisie beschikbaar is, wordt niet steeds overeenstemming bereikt over het te kijken programma. Het personeel dat de situatie heeft meege-maakt waarin weinig interne vrijheden golden, lijkt overigens anders aan te kijken tegen de verveling. Afgezet tegen het verleden zijn de interne vrijheden immers verveelvoudigd, waardoor ingeslotenen momenteel zelf hun dagplanning kunnen maken.

‘Ik ervaar het verblijf hier niet heel positief. Er zijn heel veel beperkingen. Je word ingesloten om 16:30 uur. Op dat moment schijnt de zon nog, maar ik zit binnen. We zitten 16 tot 17 uur achter gesloten deur.’ ‒ ingeslotene ‘Het vervelen is verleden tijd sinds de toename van de interne vrijheden. Mensen maken een eigen dagplanning. Daarvoor was er wel sprake van verveling. Toen hadden mensen maar drie uur sport per week en konden ze maar één uur per dag luchten en gebruik maken van de bibliotheek’ – detentietoezichthouder

Die dagplanning is aan forse beperkingen gebonden: binnen de inrichting mag geen arbeid worden verricht en ook worden er geen opleidingsmoge-lijkheden geboden. Dit laatste heeft onder meer te maken met het gegeven dat het onduidelijk is hoelang een vreemdeling in het DCR verblijft. Er zijn wel gelegenheden om te sporten in de fitnesszaal, in een van de twee sportzalen of op een sportveldje buiten. Daarnaast is er een bibliotheek met boeken, kranten en wetgeving in verschillende talen, en een ruimte voor creatieve recreatie. Hier worden allerlei creatieve projecten, zoals schil-deren, uitgevoerd. Twee bijeenkomstruimten zijn ingericht ten behoeve van de geestelijke verzorging, waar diensten worden georganiseerd voor een breed scala aan religies. Eveneens is een ‘YouTube-ruimte’ aanwezig, waar ingeslotenen filmpjes kunnen opzoeken die vervolgens op een groot scherm kunnen worden afgespeeld. In deze ruimte is ook een Xbox en pooltafel aanwezig.

Toekomstperspectief: onzekerheid

Het verblijf binnen het DCR wordt beheerst door een grote mate van on-zekerheid: ingeslotenen weten immers niet hoe lang zij in het detentiecen-trum zullen verblijven en wat hun bestemming nadien zal zijn. Niet zeker is of zij in Nederland kunnen blijven of zullen worden teruggezonden naar het land van herkomst. Indien een vreemdeling – in geval van onvrijwillige terugkeer – een vliegticket krijgt, heeft dit dikwijls een negatieve invloed op de groep: de sfeer wordt dan nogal eens grimmig. De onzekerheid van het lot van de vreemdelingen heeft een grote weerslag op het verblijf in het detentiecentrum. In tegenstelling tot de gang van zaken in het gevange-niswezen, kan men niet naar het einde van het verblijf toeleven, daar deze datum ongewis is.

‘Gedetineerden in de gevangenis weten dat ze een straf hebben en weten ook wanneer deze erop zit. Hier weten de ingeslotenen niet hoe lang hun verblijf duurt.’ – detentietoezichthouder

Tot slot: kenmerkend voor het DCR

Het DCR is een detentiecentrum voor vreemdelingenbewaring. Dat brengt mee dat de vrijheid van de ingeslotenen niet is ontnomen wegens (ver-denking van) enig gepleegd strafbaar feit, maar vanwege het feit dat ze illegaal in Nederland verblijven. Doordat de populatie zeer divers is, wordt van het personeel een andere aanpak vereist jegens bepaalde ingeslotenen, onder meer vanwege taalproblemen. Het DCR heeft een modern gebouw dat voorzien is van vele faciliteiten: zo is het gebouw ruim opgezet met brede gangen, er zijn veel sportfaciliteiten en er is veel licht. Ingeslotenen kunnen zelf hun dag – voor zover binnen de uren waarop zij uit hun cel mogen – indelen en hebben een eigen sleutel van de cel. Arbeids- en oplei-dingsmogelijkheden zijn er echter niet, mede doordat de verblijfsduur on-gewis is. Doordat ingeslotenen lang in hun cel zitten, komt verveling veel voor. Nagegaan wordt of de insluitingstijden kunnen worden beperkt. Tot slot is kenmerkend voor het verblijf in het DCR dat de ingeslotenen niet weten hoe lang zij in het DCR zullen doorbrengen en wat hun bestemming nadien is; het verblijf wordt daarmee sterk overschaduwd door verregaan-de onzekerheid.

Factoren en determinanten van