• No results found

Doelgerichtheid In een algemene visietekst op het nascholingsbeleid geeft de school de verwachting aan dat alle personeelsleden minimaal de bachelor na bachelor buitengewoon onderwijs volgen en dat leraren in de auti-werking een

bijkomende basisvorming in verband met autismespectrumstoornissen volgen.

Verder baseert de schoolleiding zich voornamelijk op de vormingswensen van het schoolteam om keuzes te maken betreffende de

deskundigheidsbevordering van het personeel. De grote mate waarin de directie rekening houdt met deze wensen en het grote engagement en de leerbereidheid van de meeste leraren zorgen ervoor dat de expertise binnen de school steeds toeneemt. Ook het deelnemen aan schooloverstijgende

overlegplatforms is een meerwaarde. Omdat het plannen en vastleggen van externe vormingen grotendeels vraaggestuurd gebeurt, is de aandacht voor de doelgerichtheid nog niet optimaal. Een concrete (lange termijn-)planning waarin prioriteiten op schoolniveau worden vastgelegd, ontbreekt voorlopig.

Ondersteuning Personeelsleden worden aangemoedigd en ondersteund om aan meerdere vormingen deel te nemen. Jaarlijks dienen zij een persoonlijk vormingsplan in dat met de directie besproken wordt. Gepaste schoolexterne

vormingsinitiatieven worden, weliswaar vrijblijvend, via mail aan de betrokken personeelsleden gemeld. Het nascholingsbudget dat de school ter beschikking heeft, wordt volledig aangewend.

Doeltreffendheid De school heeft al heel wat aandacht voor de doeltreffendheid van de

deskundigheidsbevordering. Het individuele vormingsplan dat personeelsleden indienen, wordt bij de start van een volgend schooljaar steeds geëvalueerd. Dit is een goed initiatief van de schoolleiding waarmee deze bewaakt dat gemaakte afspraken worden nagekomen en of de verwachte deskundigheidsbevordering heeft plaatsgevonden.

Hoewel de visietekst stelt dat voor elke gevolgde externe vorming een korte evaluatie moet worden binnengebracht, gebeurt dit niet altijd en een

transparant overzicht van alle gevolgde vormingen ontbreekt. Toch blijkt uit het onderzoek dat de schoolleiding een zeer goed zicht heeft op de aanwezige expertise. Een analyse hiervan op schoolniveau ontbreekt nog.

Ontwikkeling Recent verklaarde de school zich akkoord om mee te werken aan een

onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven waarin zal worden nagegaan wat de meerwaarde is van een extern gevolgde vorming SMOG (spreken met ondersteuning van gebaren) ten opzichte van het collegiaal overdragen van expertise en ervaringen met deze communicatievorm die men opdoet binnen de eigen schoolwerking.

Signalen vanuit de personeelsgroep worden steeds aangewend om het eigen vormingsbeleid verder te ontwikkelen en inhoudelijk vorm te geven.

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

Leiderschap De leiding van de school ligt sinds 2009 in handen van de huidige directeur.

Voor het nemen van beslissingen en het bepalen van beleidslijnen laat die zich bijstaan door een kernteam, bestaande uit twee ervaren leraren en de

orthopedagoog van de school. De schoolleiding toont een zeer grote

betrokkenheid bij het uitvoeren van de onderwijs- en begeleidingsopdracht.

Hierdoor heeft zij een goed zicht op het pedagogisch handelen op de klasvloer en slaagt zij erin om vrijwel alle teamleden te motiveren om te handelen volgens de uitgezette lijnen. Personeelsleden worden gestimuleerd tot het nemen van initiatieven en worden ondersteund en bijgestuurd waar nodig. Dit gebeurt zowel formeel als informeel.

Naast de directeur is het vooral de orthopedagoog die personeelsleden aanstuurt, coacht, begeleidt en in grote mate ondersteunt.

Meestal wordt er open gecommuniceerd over strategieën, ideeën,

verzuchtingen en onzekerheden. Waar mogelijk wordt hier ook rekening mee gehouden door de directie die steeds streeft naar een goed evenwicht tussen collegialiteit, autonomie en gerichte aansturing.

De directeur is steeds bereikbaar en bereid tot constructief luisteren en het geven van feedback. Dit resulteerde in een warm leef- en schoolklimaat en heeft geleid tot een geïntegreerd beleid en een gedeeld leiderschap. Ook de wijze waarop de personeelsevaluatie verloopt, draagt bij tot een leer- en werkomgeving waar iedereen groeikansen krijgt.

Visieontwikkeling In de voorbije jaren werd veel energie en tijd geïnvesteerd in het uitwerken van heldere visieteksten. Het hele schoolteam werd op gepaste wijze betrokken en de inspanningen van de verschillende werkgroepen resulteerden in de heldere en gedragen visieteksten die de school nu kan voorleggen. Zowel het proces om hiertoe te komen als het resultaat getuigen van een sterk beleidsvoerend vermogen. De grote gelijkgerichtheid waarmee het team gezamenlijke doelen nastreeft toont de meerwaarde van het gelopen proces en biedt de school kansen om haar goede werking op gepaste wijze verder te optimaliseren.

Besluitvorming Ondanks inspanningen van de school is er geen schoolraad. Toch is er ruim voldoende inspraakmogelijkheid voor alle betrokkenen. De werkgroepen en de wijze waarop overleg gepleegd wordt in de school, biedt voldoende

mogelijkheden voor personeelsleden om zich te engageren in de

besluitvormingsprocessen. Beleids- en andere beslissingen worden steeds in onderling overleg genomen waarbij goed gebruik gemaakt wordt van de aanwezige deskundigheid. Ouders worden eveneens maximaal betrokken bij het schoolgebeuren. Dit alles duidt op een participatieve besluitvorming waarbij de meeste teamleden zich mee verantwoordelijk voelen voor zaken die de eigen verantwoordelijkheid overstijgen.

Kwaliteitszorg Deze school is voortdurend in ontwikkeling en staat open voor vernieuwingen die aansluiten bij de visie van waaruit de school werkt. Meerdere

personeelsleden nemen deel aan school-overstijgende overlegplatformen om de eigen expertise te delen en te vergroten. Ze ondernam al heel wat goede initiatieven om de kwaliteit van haar eigen werking te bewaken en bij te sturen.

Jaarlijks peilt de school onder meer aan de hand van gesprekken en formele bevragingen naar bevindingen van ouders en personeelsleden. Deze

systematische en vrijwel integrale gegevensverzameling wordt in voldoende mate geanalyseerd, gecommuniceerd naar het volledige schoolteam en door het kernteam omgezet in prioriteiten. Het identificeren van verbeterpunten wordt niet als bedreigend ervaren maar aangegrepen om het eigen

functioneren voortdurend te verbeteren. Zo werden alle werkpunten uit de vorige doorlichting grondig aangepakt, wat leidde tot een gepaste verandering in het onderwijsaanbod. De vaststellingen van de onderwijsinspectie wijzen op een erg groot reflectief en responsief vermogen van de school. Er werden geen inbreuken tegen de regelgeving vastgesteld.

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL